donderdag 30 april 2020

APOLLO EN DE NEGEN MUZEN

Volgens de stoïcijnen zijn mensen van nature rationele en sociale dieren. Een mens komt in hun ogen pas echt tot zijn recht door met andere mensen samen te werken. Dat neemt niet weg dat die andere mensen voor u waarschijnlijk ook de grootste bron van ergernis zijn. Uw irritatie over het gedrag van uw medemensen vormt echter geen objectief feit over de werkelijkheid. In de wereld bestaat niet zoiets als een irritant mens. Wat wel bestaat zijn mensen waar ù zich aan ergert. Het is uw oordeel over het gedrag van een ander dat maakt dat iemand door u als ergerlijk wordt ervaren.

De stoïcijnen wisten natuurlijk ook wel dat alleen hun adagium dat het uw eigen oordeel is dat maakt dat u zich ergert onvoldoende is om de frustratie ook echt weg te nemen. Ze hadden dan ook een aantal simpele adviezen die ze konden inzetten om hun omgang met de anderen wat te vereenvoudigen. Zo had Marcus Aurelius voor zichzelf een puntenlijstje gemaakt om beter voorbereid te zijn op de dagelijkse frustraties van het menselijk bedrijf (Boek 11; hoofdstuk 18 van zijn Dagboeken). Hij noemde het zijn negen muzen en drukte zichzelf op het hart om niet te snel kwaad te worden op andere mensen. Tegelijkertijd waarschuwde hij zich zelf om mensen ook niet naar de mond te praten. Zowel boosheid als toegefelijkheid zijn improductief. Hij voegde er nog een tiende advies van Apollo, de leider van de muzen, aan toe. Om u te helpen bij uw volgende confrontatie met een irritant persoon zal ik u hieronder een aangepaste versie van Marcus’ muzenlijstje geven zodat ook u beter voorbereid de confrontatie met de anderen kunt aangaan.

1. We zijn een sociaal dier en hebben elkaar nodig om ons te kunnen ontplooien. U bent afhankelijk van uw medemens. Zonder de anderen kunt u niet overleven.

2. Elk mens heeft een eigen levensgeschiedenis en een eigen karakter. Dat bepaalt de redenen waarom hij doet wat hij doet. Misschien dat u zich minder zou ergeren als u wist waarom iemand doet wat hij doet. Probeer zijn motieven te achterhalen.

3. Mensen doen wat ze doen, omdat ze denken dat het goed is wat ze doen. Zelfs de meest verschrikkelijke dingen worden gedaan door mensen die er van overtuigd zijn dat ze iets goeds doen.

4. Weet u trouwens wel zeker dat ze een fout maken? Misschien bent u niet goed geïnformeerd en is het voor u zo ergerlijke gedrag gewoon een heel rationele reactie.

5. Ook u bent niet onfeilbaar en maakt fouten. Waarschijnlijk bent u zelf ook een bron van ergernis voor andere mensen.

6. Is al die ergernis wel de moeite waard. Een mensenleven is kort. U kunt uw tijd wel beter gebruiken.

7. Het is niet het gedrag van anderen dat tot ergernis leidt, maar uw mening over de ergerlijkheid van het gedrag. Over het gedrag van anderen hebt u geen controle, maar over uw mening wel.

8. Wat is er nu echt gebeurd? Is het werkelijk zo erg? Bedenk dat uw woede en verdriet u waarschijnlijk veel meer schade toebrengen dan het door u zo verfoeide gedrag zelf.

9. Als iemand u ten onrechte irriteert, moet u proberen hem van zijn vergissing bewust te maken. Zorg er echter voor dat u dat op een vriendelijke manier doet, zonder ironisch of hooghartig te worden.

10. Bedenk tenslotte dat er nu eenmaal slechte mensen bestaan. Het is dom om te verlangen dat er alleen maar aardige en vriendelijke mensen zouden bestaan. Zo zit de wereld nu eenmaal niet in elkaar.

De volgende keer dat u met een vervelend figuur te maken krijgt kunt u, voordat u boos wordt, tot tien tellen om ondertussen het muzenlijstje even langs te lopen. Het is geen wondermiddel, die bestaan niet, maar misschien helpt het u wel een beetje om niet te snel kwaad of verdrietig te worden. Het leven is te kort om uw tijd te verspillen aan allerlei overbodige irritaties.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten