zaterdag 29 april 2023

18.4 Zijn stoïcijnen ascetisch?

 Tijd om dieper in te gaan op de prangende vraag uit de vorige paragraaf. Er zijn inderdaad mensen die denken dat een leven als stoïcijn betekent dat je sober en spaarzaam in een klein koud kamertje deugdzaam moet zitten wezen. Uit de vorige paragrafen zou u zelfs de indruk overgehouden kunnen hebben dat dit niet al te ver bezijden de waarheid ligt. Stoïcisme wordt vaak ten onrechte gezien als een strenge en sobere filosofie waarbij je de geneugten van het leven wel kunt vergeten. Het heersende beeld van een stoïcijn heeft iets van een monnik of kluizenaar die ergens ver weg van de roerselen van de maatschappij zijn filosofie zit te bedrijven. Maar een stoïcijn is zeker geen calvinist die hardwerkend een leven leidt van versobering en zelfonthouding om zo een vreugdeloos, schraal en armoedig bestaan op te bouwen dat enkel is gericht op het dienen van het hogere. Een stoïcijn hoeft echt niet van de geneugten van het leven af te zien.

De oude stoïcijnse filosofen hadden echter wel door dat het streven naar een makkelijker leven juist een hoop leed veroorzaakt. Hoeveel jongeren gaan zodra ze van school afkomen niet vol enthousiasme aan het werk bij een groot bedrijf of gaan aan de slag als zzp-er, met het vaste voornemen om met hard werken een hoop geld te gaan verdienen. Als ze dat dan eenmaal gedaan hebben, kunnen ze op hun veertigste met al hun opgespaarde geld echt gaan doen waar ze zin in hebben. Maar op het moment dat ze die leeftijd hebben bereikt, hebben ze hoge hypotheken, minstens twee dure auto’s om naar het werk te kunnen reizen, veeleisende schoolgaande kinderen, dure buitenlandse vakanties en een levensstijl en vriendenkring die dicteren dat het leven niet de moeite waard is zonder exclusieve etentjes en dure wijnen. Tja, wat moet u dan? Als u daar eenmaal beland bent, blijft er niets anders over dan stug door te ploeteren. Verdubbel uw inspanningen, u bent goed op weg naar uw eerste burn-out of hartaanval.

Het is een ijzeren wet dat luxe zich al snel ontwikkelt tot een noodzaak die dan weer nieuwe verplichtingen met zich meebrengt. De hedonistische adaptatie zorgt ervoor dat u, als u eenmaal gewend bent geraakt aan een bepaalde luxe die luxe levensstijl voor lief gaat nemen. Voor u het weet kunt u er niet meer zonder. Denk bijvoorbeeld eens aan al die nieuwe tijdbesparende apparaten. Apparaten die uw leven eigenlijk een stuk relaxter zouden moeten maken. Wasmachines, vaatwassers, telefoons, mobieltjes, computers, e-mail. Vroeger kostte het nogal wat tijd om een brief te schrijven en die naar de brievenbus te brengen. Het duurde dagen of zelfs weken voordat u een antwoord op uw schrijven ontving. Tegenwoordig verzendt u binnen een paar seconden een e-mail naar de andere kant van de wereld en verwacht u binnen een paar minuten een antwoord. U heeft u zelf inderdaad heel wat tijd bespaard, maar is uw leven relaxter geworden?

Ik vrees van niet. Vroeger werden er alleen brieven geschreven als mensen echt iets belangrijks te melden hadden. Er werd goed nagedacht over wat ze wilden zeggen en hoe dat het best kon worden verwoord. De meeste mensen ontvingen niet meer dan een stuk of wat brieven per maand en voelden zich zelden geroepen om onmiddellijk te antwoorden. Tegenwoordig ontvangt u tientallen mailtjes per dag en iedereen verwacht antwoord en nog snel ook. We dachten een relaxter leven te krijgen, maar in plaats daarvan hebben we de tredmolen van ons leven met een factor tien versneld en onze dagen een stuk drukker en gestrester gemaakt. Denk nu niet dat stoïcijnen reactionaire somberaars zijn die denken dat vroeger alles beter was, ze vertikken het gewoon om in de luxevalkuil te trappen. Al die nieuwe uitvindingen hebben uw leven er alles behalve makkelijker op gemaakt. Stoïcisme heeft niets met ascetisme te maken en een stoïcijn is geen monnik of calvinist, maar hij is erg voorzichtig met al die nieuwe ontwikkelingen die uw leven zogenaamd ‘beter’ zouden moeten maken. Al die snufjes hebben hun waarde, maar ga er voorzichtig mee om. De luxevalkuil is meedogenloos. U denkt ergens beter van te worden, maar voor u het weet bent u het slaafje geworden van uw volgende gadget.

Stoïcijnen zien dus helemaal niets in het in een hoekje wegkwijnen ter voorbereiding op een beter transcendent leven in één of ander hiernamaals. Voor een stoïcijn bestaat er maar één werkelijkheid en dat is de werkelijkheid waar je je nu midden in bevindt. Als mens moet u uw potentieel dan ook op de plek waar u zich nu bevindt en zonder enig uitstel zien te verwezenlijken. Het is uw lot om in deze wereld zoals die zich hier en nu aan u voordoet te leven. Ongeacht de omstandigheden. Er is geen ontkomen aan. Mentaal en spiritueel bent u met handen en voeten aan deze wereld gebonden. Het is zinloos om te proberen via gebeden, dagdromen of mystieke rituelen eraan te ontsnappen. U kunt niets anders dan alles wat deze wereld u brengt aan ellende, vreugde en sensualiteit te accepteren. Een stoïcijn zal de diversiteit van alles wat het leven hem toewerpt aanvaarden en zich van niets afkeren.

Stoïcijnse ethiek gaat niet over het verdelen van de wereld in goede en slechte dingen. Voor een stoïcijn bestaat er buiten het menselijk oordeelsvermogen niet zoiets als goed of slecht. De wereld is zoals die is, goed of slecht bestaat niet. Alle fysieke objecten, alle omstandigheden en alle gebeurtenissen zijn absoluut neutraal. Dat geldt ook voor de dingen die een asceet verwerpt, zoals comfort, seks, materiële bezittingen en luxe. Niets daarvan is intrinsiek slecht. Het zijn neutrale grondstoffen om door u te worden bewerkt, ze zijn goed noch slecht. Alleen de manier waarop u ermee omgaat bepaalt of iets goed of slecht is. Voor een stoïcijn gaat het er dus niet om wat er op uw pad komt, maar hoe u ermee omgaat.

Het stoïcisme accepteert de wereld zoals die is met alles erop en eraan. In tegenstelling tot de asceet en de monnik zijn er geen onderdelen van de wereld die worden verworpen. Alles wordt aanvaard, ook de onderdelen van het universum die niet gekend en begrepen kunnen worden. Het universum wordt gezien als een soort allesomvattend bewustzijn. Dit betekent niet dat dit universum in religieuze zin wordt aanbeden. De stoïcijnse ethiek en levenswijze heeft betrekking op alles wat de natuur ons te bieden heeft en niet op een afgebakend stukje werkelijkheid dat volgens één of andere traditie of doctrine als goed wordt aangemerkt. Het heeft net zo veel betekenis voor een kluizenaar als voor een keizer in zijn paleis.

Het al dan niet leiden van een teruggetrokken eenvoudig leven ver van de wereldse onrust is voor de stoïcijnse ethiek volstrekt onbelangrijk. Het kan en is niet verboden of zo, maar het is niet beter dan een leven midden in de maatschappij met alle daarbij horende onrust. Voor een stoïcijn is alleen het morele oordeel van belang. De externe materiële wereld en alles wat daarin gebeurt, ligt volledig buiten onze macht, het enige waar we wel invloed op hebben is onze interne reactie op die wereld. De manier waarop we tegen die buitenwereld aankijken is wat van belang is. Al het andere doet er niet toe en is onbelangrijk. Als kluizenaar in een hutje op de hei is het natuurlijk een stuk makkelijker om een virtuoos leven te leiden dan als politicus op het forum in Rome. Maar of er veel mensen zijn die een dergelijk leven ambiëren is de vraag. Voor de meeste mensen zou dit toch wel wat te saai worden. Wat meer uitdagingen en gelegenheden om virtuoos te leven zijn voor hen welkom.

Een stoïcijn zal proberen zich nuttig te maken voor zijn medemensen. Het valt helemaal niet uit te sluiten dat hij daarbij rijk zou kunnen worden. Maar hij zal vanzelfsprekend nooit rijk worden over de rug van anderen. De beroemde stoïcijn Seneca was zelfs één van de rijkste mensen uit de oudheid. Naar onze huidige maatstaven zou hij een multimiljardair zijn geweest. En Marcus Aurelius kon als keizer vrijelijk beschikken over de volledige Romeinse staatskas. Een stoïcijn hoeft geen gelofte van armoede af te leggen en een welvarende stoïcijn hoeft zijn geld dan ook niet weg te geven. Hij zal zijn materiële welvaart echter niet gebruiken om een leventje van luxe en uitspattingen te leiden. Hij zal zijn geld juist inzetten om zijn doelen beter te kunnen bereiken om daarmee ook anderen zo goed mogelijk te kunnen bijstaan. Het valt niet uit te sluiten dat u juist door uw stoïcijnse levensstijl een betere kans hebt op financiële rijkdom. Doordat u minder belang hecht aan zaken als allerlei dure spullen, etentjes en verre reizen zult u vanzelf meer geld overhouden.

Een welvarend stoïcijn zal echter niet zo veel waarde hechten aan zijn rijkdom en zich er steeds bewust van zijn dat hij die zomaar weer zou kunnen verliezen. Hij zal niet de slaaf worden van zijn bezittingen en steeds naar meer verlangen. Hij zal geen verkwistend en luxueus leven gaan leiden. Een prettig en comfortabel leven is echter zeker niet verboden. U mag genieten van een zekere welvaart als u zich er maar niet aan hecht en blijft beseffen dat het om iets vluchtigs en onbelangrijks gaat.

“Het is een teken van verwendheid om naar luxe te verlangen, maar het is dwaas om af te zien van normale en makkelijk te verkrijgen dingen. De filosofie vraagt eenvoud geen zelfkwelling. Eenvoud kan namelijk ook samengaan met een zekere elegantie en cultuur.” (Seneca; Brieven aan Lucilius V-5)

Een stoïcijn hoeft dus absoluut niet af te zien van wat als de goede dingen van het leven wordt aangemerkt. Het gaat er om hoe hij met die dingen omgaat en hoe hij die dingen beoordeelt en niet of hij die dingen wel of niet heeft. Hij zal er waarschijnlijk wel anders mee omgaan dan de gemiddelde mens, maar hij zal er zeker niet van af zien als hij die zaken op zijn pad aantreft. Bedenk echter wel dat iemand pas echt rijk genoemd kan worden als hij ook met weinig bezittingen gelukkig kan zijn.

“Over de minachting voor geld worden veel woorden vuil gemaakt waarin de mensen geleerd wordt dat echte rijkdom in hun innerlijk ligt en niet in hun bezittingen. Alleen hij die zich ondanks zijn bescheiden bezit toch rijk voelt is echt rijk te noemen.” (Seneca; Brieven aan Lucilius brief CVIII-11)


zaterdag 22 april 2023

18.3 Eenvoud en rust

 Virtuositeit valt niet te combineren met een overdreven gehaast levenstempo en een overdreven consumptiedrang. Al dat gestress en geren is niets voor een stoïcijn. Een eenvoudig en rustig leven is echter bepaald geen eenvoudig karwei. Onze cultuur en maatschappij staan zeer negatief tegenover alles wat met matiging en rust te maken heeft, maar ook onze biologie maakt het ons niet makkelijk. Het inmiddels befaamde reptielenbrein heeft u voorgeprogrammeerd om zo veel mogelijk goederen te willen verzamelen waarvan het denkt dat het uw overleven of uw kans op voortplanting bevordert. Een comfortabel leven en het ongebreideld najagen van al uw begeerten is wat het reptielenbrein van u verlangt. Het wil dat u zoveel mogelijk vette en zoete dingen eet. In de oertijd was hongersnood de regel en overvloed uitzonderlijk. Uw reptielenbrein wil dan ook dat u zich volpropt nu het nog kan, de volgende hongersnood ligt immers alweer op de loer. Ook wil uw reptielenbrein dat u uw grot met zoveel mogelijk frutsels en andere spullen vult. Het verhoogt uw sociale status en dat is goed voor uw overlevingskansen en niet te vergeten voor uw voortplantingskansen. Het wil dan ook dat u copuleert als een konijn en iedere ontmoeting met een potentiële partner als een kans om uw genen te verspreiden aangrijpt. Daarbij moeten eventuele concurrenten met een knots worden bewerkt, zeker als ze niet tot uw stam behoren. Daar komt nog eens bij dat uw reptielenbrein het zo ingericht heeft dat het toegeven aan al deze neigingen gepaard gaat met een gevoel van welbehagen. Een kortstondig gevoel, dat dan weer wel. Als het plezierige gevoel te lang zou aanhouden zou u immers lui worden en stoppen uw reptielenbegeertes na te jagen.

Een van de grootste problemen bij een eenvoudiger en rustiger leven is dus dat een matiging van levensstijl en gedrag van nature als vervelend en onaantrekkelijk wordt ervaren. Terwijl het tegenovergestelde een prettig gevoel opwekt. Bovendien leidt een versoberde levensstijl tot een negatieve status in de maatschappij. ‘Daar heb je weer zo’n milieufanaat die op geitenwollensokken zijn eigen gebrouwen bocht zit te drinken en dan ook nog bij hoog en laag volhoudt dat hij het lekker vindt’. Tegenwoordig moet u zich omringen met de nieuwste, duurste en aantrekkelijkste consumptiegoederen om naar de buitenwereld uit te stralen dat u rijk, succesvol, geliefd en in het leven geslaagd bent. Hebt u een vlotte babbel en bent u een zogenaamde ‘snelle jongen’ dan staat u in het centrum van de belangstelling. De moderne wereld is daardoor steeds meer op een schijnvertoning gaan lijken, waarin uiterlijkheden het maatschappelijk verkeer bepalen. De kleding die u draagt, de gadgets waarover u beschikt, de auto waarin u rondrijdt, het huis waarin u woont, bepalen uw sociale status. Ook in de Romeinse tijd was dat al het geval, maar voor een stoïcijn is dat natuurlijk de grootst mogelijke onzin.

“De volgende uitspraken zijn fout: ‘Ik ben rijker dus ik ben beter dan jij.’ ‘Ik ben een vlottere prater dus ik ben beter dan jij.’ Deze uitspraken zijn wel goed: ‘Ik ben rijker dus ik heb meer geld dan jij.’ ‘Ik ben een vlottere prater dus ik ben welsprekender dan jij.’ Je bent tenslotte noch je bezit, noch je welsprekendheid.” (Epictetus; Handboekje hoofdstuk 44)

Een stoïcijn zal zijn mensenbrein (hegemonikon) moeten inzetten om bewust de maatschappelijke waarde van al die consumptiegoederen te relativeren. Het gaat allemaal om onbelangrijke zaken die geen rol spelen voor een duurzaam, gelukkig en virtuoos leven. En is het wel echt zo dat een luxueuze maaltijd met allerlei exotische ingrediënten, besprenkeld met een dure wijn zoveel lekkerder en bevredigender is dan een gewone maaltijd? Heeft u nu echt al die exquise en dure producten nodig om te kunnen genieten? Er zijn maar heel weinig mensen die het verschil tussen een wijn van drie euro en een wijn van dertig euro kunnen proeven. De kans dat u daar door uw bijzondere smaakpapillen en neus één van bent is nogal klein. Een groot deel van uw hang naar luxegoederen is dan ook niets anders dan opschepperige dikdoenerij. U heeft die dingen helemaal niet nodig om te kunnen genieten en een gelukkig en virtuoos leven te leiden. Integendeel, u loopt zelfs het gevaar dat u zich laat meeslepen door de mode van het moment en dat u straks helemaal niet meer van de eenvoudige en mooie dingen van het leven kunt genieten. Daarmee doet u uzelf heel wat tekort. Er zijn nu eenmaal veel meer leuke, goedkope en eenvoudige dingen dan dure exquise spullen.

Nu hoe langer hoe meer duidelijk wordt dat een luxueuze levensstijl en al die goederen een negatief effect op, gezondheid, milieu en het leven van miljoenen mensen hebben, kunnen ze zelfs niet meer als onverschillig of te prefereren worden aangemerkt. Een stoïcijn zal willen voorkomen dat zijn consumptiegedrag zichzelf en andere mensen schaadt. Het gaat er voor u als stoïcijn immers om een virtuoos leven te leiden. Daar hoort een levensstijl waarin andere mensen, zowel huidige als toekomstige, schade wordt aangebracht zeker niet bij. De huidige materialistische en hedonistische levenswijze is objectief beschouwd schadelijk voor de mensheid en zelfs voor het voortbestaan van de soort.

Bovendien blijkt hoe langer hoe meer uit sociaalpsychologisch en economisch onderzoek dat inkomensstijging en het hebben van meer consumptiegoederen niet tot een groter geluksgevoel leidt. Zodra een minimumniveau van inkomen is bereikt waarmee in de noodzakelijke levensbehoeften kan worden voorzien, hangt het menselijk geluk vooral af van het kunnen ervaren van zin en doel in het leven en het kunnen beschikken over waardevolle sociale relaties. Om gelukkig te worden gaat het er dus om dat u de gelegenheid krijgt en neemt om u te ontplooien tot een compleet ontwikkeld mens die zijn of haar potentieel zo volledig mogelijk weet te vervullen. Kortom, het gaat erom dat u een zo virtuoos mogelijk leven leidt.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt zelfs dat de gestegen economische groei, consumptie en het steeds hogere welvaartsniveau van de afgelopen vijftig jaar niet tot een toename, maar juist tot een daling van menselijk welzijn en geluk heeft geleid. Het wordt als belangrijk gezien om zich door het bezit van de uiterlijke tekenen van succes, voorspoed en welslagen van anderen te onderscheiden. Er is daardoor een angst ontstaan om status te verliezen en niet langer mee te kunnen draaien in de ‘ratrace’. Mensen ervaren sneller een tekort aan goederen en diensten en zijn sterker geneigd tot gevoelens van afgunst en jaloezie. Het is daarmee een objectief feit geworden dat het nastreven van een eenvoudiger en minder op luxe en uiterlijke schijn gerichte levensstijl zinvol is en tot een hoger gevoel van geluk en welzijn leidt. Overvloed, luxe, comfort en een materialistische levensstijl vormen dan ook geen essentiële voorwaarden voor een virtuoos en gelukkig leven. Integendeel, in veel gevallen staan zij het menselijk welzijn en geluk juist in de weg.

Als stoïcijn zult u zich dan ook moeten ontworstelen aan de enorme dwang die uitgaat van de reclamewereld en de sociale druk van de consumptiemaatschappij. U moet voorkomen dat u als een slaaf overgeleverd raakt aan de uitbundige consumptie, en aan het louter kopen van goederen en diensten op grond van jaloezie, hebzucht, status- en distinctiedrang. U zult vrijwillig voor een leven van eenvoud, rust en matiging moeten kiezen.

In de kern lijken we allemaal naar rust, duidelijkheid en eenvoud te verlangen. Maar wat is die eenvoud die iedereen zoekt eigenlijk? De oude cynici zochten eenvoud door zich volledig terug te trekken uit alle verantwoordelijkheden en een soort zwervend en bedelend bestaan te leiden. Daarbij maakten ze er een gewoonte van om iedere niet cynicus op een zo grof mogelijke manier duidelijk te maken dat ze een bijzonder dwaas leven leiden. De stoïcijnen hadden een hoge pet op van de cynici, betekent dit dat ook een stoïcijn vuil en bedelend over de straten moet zwerven? Met andere woorden: Zijn stoïcijnen ascetisch? Maar daarover meer in de volgende paragraaf.


zaterdag 15 april 2023

Over sabeltandtijgers en maaltijdbezorgers: een stoïcijnse emotieleer

 Stoïcisme en emotie lijkt voor velen een contradictio in terminis. Een stoïcijn is immers een persoon (meestal een man) die verbeten probeert al zijn emoties weg te drukken? Een verknipt figuur die niet snapt dat emoties deel uitmaken van het menselijk bestaan. Angst en verdriet, maar ook plezier en lust kruiden immers het leven. Zonder emoties verander je in een robot, een wandelende denkmachine. Wie wil er nu een leven als dooie diender? Wie wil er nou een leven als stoïcijn?

Iedereen die zo denkt heeft het stoïcisme toch niet helemaal begrepen. Dat valt trouwens best te begrijpen. Het stoïcijnse emotie-begrip zit behoorlijk ingewikkeld in elkaar. In tegenstelling tot wat de meeste mensen menen, willen stoïcijnen helemaal niet dat u uw natuurlijke sentimenten onderdrukt. Ook stoïcijnen vinden dat gevoelens het leven een stuk interessanter maken. Stoïcijnse filosofen proberen juist de oorsprong van onze sentimenten te achterhalen. Ze kwamen daarbij tot de scherpzinnige conclusie dat een emotie eigenlijk een waardeoordeel is over een gebeurtenis in de wereld. De stoïcijnen kwamen er tegelijkertijd achter dat er drie smaken emoties bestaan: ‘pre-emoties’, ‘passies’ en ‘eupatheiai’ (letterlijk goede passies in het Grieks). Pre-emoties zijn wat wij tegenwoordig een reflex zouden noemen, passies zijn irrationele op hol geslagen emoties en eupatheiai zijn rationele goede emoties. Dat klinkt nogal complex, laten we eens gaan kijken wat die rare stoïcijnen daar mee bedoelen.

De stoïcijnen zeggen dat emoties cognitief zijn, zonder een moment van reflectie, zonder een gedachte ontstaat er geen emotie. Geen emotie zonder een onderliggende mening. Een emotie is het rechtstreekse gevolg van een oordeel over een bepaalde gebeurtenis of situatie. U oordeelt dat iets goed of slecht voor u is en krijgt daar de bijbehorende emotie bij. Neem bijvoorbeeld het geval dat u zichzelf opeens geconfronteerd ziet met een aanstormende sabeltandtijger. U krijgt direct een angstreflex en uw lichaam maakt zich klaar om de benen te nemen. Die reflex noemen de stoïcijnen een pre-emotie. Dit is een automatische reflexreactie die ons duizenden jaren geholpen heeft om aan sabeltandtijgers en andere gevaren te ontsnappen. Emoties zijn dus een heel doeltreffend instrument om ons te helpen in een prehistorische wereld vol gevaren te overleven. Nuttig, maar in de moderne tijd grotendeels overbodig. 

Je hebt dus eerst die automatische pre-emotie. Heel handig om u opzij te laten springen als er een losgeslagen maaltijdbezorger op u af komt stormen. Als een onmiddellijke reactie niet nodig is, vormt uw brein direct na die reflex een opinie over de situatie. Het kan zijn dat u niet bewust en hardop denkt: 'O jee, dit is slecht voor me. Ik hoor hier bang voor te zijn en de benen te nemen’. Zo’n onderliggende opinie kan heel goed onbewust blijven, maar dat neemt niet weg dat dat oordeel er wel degelijk is. Alleen dat oordeel noemen de stoïcijnen een echte emotie. De eerste schrikreactie is in hun ogen een onvermijdelijke reflex. De stoïcijnen beschouwen deze pre-emotie als niet meer dan een nuttig signaal dat je moet oppassen. Dit is hét moment om op te letten en de situatie eens goed te bekijken. Is het allemaal zo erg als het lijkt? Is het werkelijk zo geweldig als het zich voordoet? Gebruik uw verstand en vorm een zo rationeel en verstandig mogelijk oordeel en voel vervolgens de bijbehorende emotie.

Als een emotie een oordeel is dan kan dat oordeel, zoals bij elke oordeel kloppen of niet kloppen. Ook een emotie kan als resultaat van een oordeel dus goed of fout zijn. Dat betekent dat een emotie zowel rationeel als irrationeel kan zijn. Angst bij een aanstormende sabeltandtijger is volkomen rationeel en dus ook voor een stoïcijn een ‘eupatheia’, maar als die tijger bij nader inzien een muisje blijkt te zijn dan gaat het toch echt om een irrationeel oordeel en dus zoals de stoïcijnen dat noemen een passie.

Een emotie wordt daarmee een mening of geloof gebaseerd op een vrijwillig oordeel dat een bepaalde gebeurtenis of situatie goed of slecht is. Dat betekent dat emoties in principe onderworpen zijn aan uw wil. Zoals we zagen geldt dat niet voor de pre-emoties, die zijn het gevolg van een reflex. Ze ontstaan nog voordat u de tijd hebt gehad om u al dan niet bewust een mening te vormen en een oordeel te vellen over de situatie. Echte emoties lijken spontaan op te komen, maar zijn toch echt het gevolg van een bewust of onbewust denkproces waarin u de onderhavige toestand evalueert. U heeft dus weldegelijk uw instemming verleend aan hetgeen u voelt. Zodra de eerste schrik van de sabeltandtijger (of de maaltijdbezorger) voorbij is, komt u tot de (terechte) conclusie dat u zich in de nabijheid van iets bedreigends bevindt en dat er een goede reden voor het hebben van angstgevoelens bestaat.

De stoïcijnen zeggen dus dat uw emoties een vrijwillige zelfgekozen toestand zijn. Dit gaat lijnrecht in tegen alles wat tegenwoordig gangbaar is op het gebied van gevoelens. U wordt immers overweldigd door angst, bent hopeloos verliefd en handelt in een vlaag van woede. In de publieke opinie zijn emoties dingen die u overkomen, geen dingen waar u voor kiest. De stoïcijnen willen dat u ermee stopt om emoties te zien als iets wat u overkomt, als iets waar u zo goed als geen invloed op hebt. Het mag dan wel lijken alsof u in de ban van een gevoel bent, het tegendeel is waar. U hebt een emotie, het is niet de emotie die u in zijn greep heeft. U bent verantwoordelijk voor wat u voelt en hebt dus de vrije keus om een emotie te aanvaarden of te verwerpen.

De eerste, meer orthodoxe, stoïcijnen stelden dat alle emoties per definitie gebaseerd zijn op een foutief oordeel. Latere stoïcijnen vonden dit te ver gaan. Misschien dat een verlichte wijze immuun zou zijn voor vervelende gevoelens, maar een gewone doorsnee stoïcijn zou dat zeker niet zijn. En ze wisten maar al te goed dat hun beroemde wijze een mythisch figuur was. Een na te streven rolmodel die in de werkelijkheid niet kon bestaan. Moderne stoïcijnen maken daarom een onderscheid tussen slechte emoties, die ze passies noemen, en goede emoties die ze ‘eupatheiai’ noemen. Om het nog wat ingewikkelder te maken zeggen ze dat (bijna) alle emoties toegestaan zijn. Iedere emotie heeft een ‘goede’ en een ‘slechte’ kant. Als een emotie gebaseerd is op een kloppend waardeoordeel is het een 'eupatheia', maar als diezelfde emotie gebaseerd is op een foutief waardeoordeel is het een passie. Dezelfde emotie kan dus zowel goed als slecht zijn. De situatie, maar ook de mate van gevorderdheid van de stoïcijnse leerling, bepaalt of een emotie voor hem of haar een verwerpelijke passie of een gewaardeerde ‘eupatheia’ is.

Dit maakt het er niet makkelijker op. Of uw gevoelens gepast zijn is dus niet alleen afhankelijk van de situatie, maar ook nog eens van de individuele persoon die in die situatie terechtkomt. Van een gevorderde stoïcijn mag dus meer verwacht worden dan van een onervaren beginneling. Ook het individuele karakter van de leerling speelt een rol. Als u angstig bent aangelegd zal uw bangigheid u minder worden aangerekend dan bij uw stoerdere medeleerling. Dat neemt niet weg dat het einddoel, een passieloos bestaan, voor iedereen gelijk blijft. Maar we zagen al dat alleen de mythische stoïcijnse wijze volledig vrij van passies zal zijn. Een onbereikbare stip aan de horizon. Dat lijkt misschien ontmoedigend, maar gelukkig zal alleen al het proberen een beetje dichter bij die stip te komen uw leven flink kunnen veraangenamen.

Om iets meer orde in deze schijnbare chaos te scheppen, maakten de stoïcijnen een indeling in de mogelijke emoties. Ze zeiden dat er vier basisemoties bestaan. Ze gaan over wat gewenst of juist ongewenst is en spelen zich af in het heden/verleden of de toekomst. Zo is verlangen gericht op een toekomstige en gewenste situatie, en is angst gericht op een toekomstige ongewenste situatie. Genot is het resultaat van de aanwezigheid van een gewenste gebeurtenis, en verdriet komt voort uit een huidige ongewenste situatie. Al de andere emoties worden aangemerkt als een ondersoort van één van deze vier basisemoties. Zo worden woede en wraakgevoelens beschouwd als ondersoorten van de emotie verlangen. Het gaat hierbij immers om het verlangen om iemand anders iets onaangenaams aan te doen. 

Zoals we zagen, zien stoïcijnen emoties als het directe gevolg van een waardeoordeel. Een passie of slechte emotie is dan een overdreven reactie op een als goed of slecht aangemerkte gebeurtenis. Het gevelde waardeoordeel vliegt uit de bocht en leidt tot een excessieve emotionele impuls. U schat de situatie verkeerd in en bent bijvoorbeeld overdreven blij of veel te bang. Als u door zo’n passie bevangen bent, hecht u te veel waarde aan iets wat eigenlijk onbelangrijk is en geen rol zou mogen spelen voor uw geluksgevoel. Een passie is onnodig, vervelend en een rechtstreekse aanval op uw gemoedsrust en uw geluksgevoel. Kortom, iets wat  zo veel mogelijk vermeden moet worden.

Een waardeoordeel kan natuurlijk ook gewoon kloppen. In dat geval verandert de vervelende passie in een goede emotie, een ‘eupatheia’, zoals de stoïcijnen dat noemen. Het is de kwaliteit van uw waardeoordeel die bepaalt of een door u ervaren emotie een afkeurenswaardige passie of een ‘eupatheia’ is. Elke passie heeft dus een prettigere tegenhanger. Zo staat tegenover de passie verlangen de ‘eupatheia’ wensen dat, tegenover angst staat de ‘eupatheia’ voorzichtigheid en tegenover de passie genot staat de ‘eupatheia’ plezier. Alleen verdriet had bij de oude stoïcijnen geen prettigere tegenhanger. De meeste stoïcijnen vonden dat verdriet te allen tijde vermeden moest worden. Als modern stoïcijn gaat mij dat te ver. Ook verdriet hoort bij een volwaardig leven. Je zou de ‘goede’ tegenhanger van verdriet 'droefheid' kunnen noemen. In mijn standpunt dat ook verdriet een positieve tegenhanger heeft, verkeer ik trouwens in goed gezelschap, ook Seneca vindt dat verdriet bij het leven hoort. Alleen moet je je daarbij niet laten meeslepen door wat anderen vinden dat je zou moeten doen.

We mogen onze tranen best laten lopen, maar we moeten ze niet oproepen. We mogen net zo hard huilen als ons gevoel ons ingeeft, maar niet zo hard als de maatschappij van ons verlangt. (Seneca; Brieven aan Lucilius; brief 99-16)

U zult het ondertussen wel begrepen hebben, maar toch kan het niet genoeg benadrukt worden: stoïcisme heeft niets te maken met het onderdrukken van emoties. Het is een veel gehoord misverstand maar stoïcijnen zijn niet stoïcijns. Het zijn eigenlijk net mensen. Ik blijf u er dan ook tot vervelens toe mee lastig vallen dat ook stoïcijnen emotionele wezens zijn. Sterker nog, de stoïcijnse filosofie wil uw prettige emoties juist zo veel mogelijk stimuleren.



zaterdag 8 april 2023

18.2 Stoïcijns consuminderen

 In de vorige paragraaf lazen we dat de moderne levensstijl niet al te best is voor onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. In de oudheid was deze levensstijl niet geheel onbekend en ook de Romeinen kenden deze obsessie al. Seneca zag dit en vroeg zijn landgenoten:

“Waarom doen jullie zo druk en lopen jullie maar door elkaar heen? Waarom stapelen jullie bezittingen op bezittingen? Bedenk toch eens hoe klein jullie lichaam is! Is het niet het toppunt van waanzin om steeds maar meer te willen terwijl je lichaam maar zo weinig nodig heeft.” (Seneca; Troostschrift aan Helvia X-6)

Al dat harde werken en het bezit van al die consumptiegoederen leidt niet tot een gelukkiger leven en al helemaal niet tot een virtuozer leven. De stoïcijnen zijn niet per se tegen bezit en rijkdom, maar wantrouwen het wel. Het verkrijgen en behouden van al die bezittingen kost immers enorm veel inspanningen en leidt tot totaal overbodige en makkelijk vermijdbare zorgen. Als je eenmaal een aanvaardbare bestaansbasis hebt weten te verkrijgen kun je je energie volgens hen beter in iets leukers en nuttigers steken. De stoïcijnse filosofen zagen dat de ‘rich and famous’ van hun tijd helemaal niet zo’n prettig leven leiden. Hun rijkdom was een bron van problemen en frustraties. Ze hadden het altijd druk, waren moe en vaak ziek en leken veel zorgen te hebben. Onze Seneca kon het weten. Hij was een steenrijke zakenman en politicus, en naar de huidige maatstaven zou hij als multimiljardair hebben gegolden. Hoewel stoïcijnen een leven in rijkdom niet principieel afwijzen, lijkt het hen toch een stuk comfortabeler en makkelijker om met wat minder bezittingen door het leven te gaan.

Een luxueuze levensstijl leidt trouwens niet alleen tot een verminderd geluksgevoel en meer gezondheidsklachten, maar ook tot een ernstige aantasting van natuur en milieu. De natuurlijke hulpbronnen van de aarde worden in een record tempo uitgeput en het klimaat is bezig op hol te slaan. Er zijn fysieke beperkingen aan het produceren en consumeren van goederen, producten en diensten. Bovendien gaat de moderne consumptiedrift ook nog eens ten koste van de minder bevoorrechte mensen uit de zogenaamde derdewereldlanden, die ten behoeve van onze welvaart op grote schaal worden uitgebuit. Een wereldwijde combinatie van onwetendheid, menselijke hebzucht en onverzadigbaarheid, statusdrang, overproductie, overconsumptie en berusting leidt zo tot een ernstige en gevaarlijke aantasting van de leefomstandigheden op onze aarde.

Het heeft er alle schijn van dat dit dominante model van een oneindige groei van economische productie en consumptie het menselijke welzijn schaadt. Objectief en rationeel bekeken (een dergelijke manier van denken wordt van een stoïcijn verwacht) moet vastgesteld worden dat de moderne materialistische en hedonistische levensstijl, en het op groei van de consumptie en productie gerichte economische systeem, ecologisch noch financieel-economisch houdbaar zijn. Er moet een andere gematigdere en ontspannenere levensstijl worden gevonden. Een levensstijl die veel minder berust op de bevrediging van materialistische genoegens. De vertrouwde werkelijkheid van plaats, tijd en cultuur geeft hierbij wel een vertekend beeld. Het lijkt alsof een andere manier van leven ondenkbaar en onbestaanbaar is. Andere levensstijlen krijgen al gauw het stempel van alternatief, vreemd en op zijn best een beetje wereldvreemd. Van een stoïcijn mag verwacht worden dat hij zich niet door een dergelijke groepsdruk laat beïnvloeden en dat hij een op zijn ratio gebaseerd consumptieniveau nastreeft.

We hebben tegenwoordig een op een zo hoog mogelijk consumptieniveau gericht systeem. Het valt daarbij niet te ontkennen dat het bedrijfsleven profiteert van het telkens in de markt zetten van nieuwe producten, het aanjagen van de consumptie, de hebzucht en de statusdrang van mogelijke klanten en het zo geraffineerd mogelijk verleiden van consumenten om deze te prikkelen om meer te begeren en aan te schaffen dan ze nodig hebben. Aandeelhouders en andere grote investeerders verlangen een aantrekkelijk rendement op de door hen geïnvesteerde gelden. Het management streeft naar hogere salarissen en bonussen en de werknemers zoeken werkzekerheid en voldoende beloning. Een heel leger aan hoog opgeleide, goed getrainde en zwaar betaalde lobbyisten van het bedrijfsleven bestookt succesvol onze overheden om het beleid en de wetgeving in de door hen gewenste richting om te buigen. Ook de overheid zelf heeft belang bij het in stand houden van een zo hoog mogelijk consumptieniveau. De afdrachten in de vorm van winstbelasting, inkomstenbelasting, sociale lasten en btw-heffingen zijn immers nodig om de overheid draaiende te kunnen houden. Tegelijkertijd zorgen reclame, onderwijs en de populaire media ervoor dat de gemiddelde burger zich een andere manier van leven niet eens kan voorstellen.

Eigenlijk heeft iedereen in onze samenleving belang bij het systeem van steeds maar groeiende productie en consumptie. Hoewel het soms misschien zo lijkt, is de huidige consumptiemaatschappij echter niet een soort mysterieuze samenzwering van het grootkapitaal dat zich over de ruggen van een uitgebuite en onschuldige massa verrijkt. U bent geen weerloos slachtoffer van hogere en ondefinieerbare machten. Natuurlijk u wordt onder druk gezet met reclame en andere subtiele verleidingstechnieken, maar het blijft uw eigen stoïcijnse verantwoordelijkheid om zelf uw consumptieve keuzes te maken. U wordt niet met het mes op de keel gedwongen goederen aan te schaffen. U bent niet een machteloze speelbal in de handen van het bedrijfsleven dat streeft naar hogere aandelenkoersen en winsten, persoonlijke financiële rijkdom en ongelimiteerde weelde.

Een stoïcijn zal de hierboven omschreven stand van zaken met een zekere distantie proberen te bekijken. Hij zal daarom proberen de samenleving waarin hij leeft en eventuele misstanden en tekortkomingen in het bestaande maatschappelijke, economische en politieke stelsel zo objectief mogelijk te analyseren. Als leerling stoïcijn zult u zich dan ook serieus moeten afvragen of onze moderne consumptieve levensstijl wel leidt tot een goed, virtuoos en gelukkig leven. Het is een levensstijl die u waarschijnlijk volledig verinnerlijkt hebt. Het is alles wat u kent en het is zo vertrouwd, maar brengt het wel het welzijn en geluk dat alle mensen op aarde zoeken? Leidt het streven naar een alsmaar stijgende economische groei, een hoger niveau van consumptie en een toenemende materiële welvaart wel tot een virtuozer leven? Een rationeel en objectief redenerend stoïcijn zal tot de conclusie moeten komen dat een virtuoos mens er geen genoegen mee kan nemen door het leven te gaan als niets meer dan consumptie vee.

U kunt als leerling stoïcijn uw ethische verplichtingen niet beperken tot uw gezin en directe naasten. Stoïcijnen zijn kosmopolieten die het welzijn van ieder huidig en toekomstig rationeel denkend wezen voor ogen zouden moeten houden. Dit betekent dat uw ethische verantwoordelijkheden en verplichtingen in tijd en ruimte behoorlijk moeten worden opgerekt. Deze verplichtingen en verantwoordelijkheden strekken zich dan ook niet alleen uit over de minderbedeelden van nu, maar ook over toekomstige generaties. Het ‘na ons de zondvloed’ kan nooit de lijfspreuk van een stoïcijn worden. U zult er rekening mee moeten houden dat u morele verplichtingen heeft tegenover huidige vaak in honger en armoede levende bevolkingsgroepen, tegenover toekomstige generaties en tegenover de natuurlijke leefomgeving waarin zij een bestaan moeten zien op te bouwen.

De huidige vormen van productie en consumptie zijn onhoudbaar. Ze staan niet alleen het persoonlijk geluk en welzijn in de weg, maar vormen ook een bedreiging voor de mensheid als geheel. Zonder nu meteen van u te verwachten dat u een paar geitenwollensokken aanschaft ligt het kiezen voor een andere, eenvoudigere en rustigere levensstijl voor een stoïcijn dan ook voor de hand.


zaterdag 1 april 2023

18.1 Een nieuwe religie

LES 18

STOÏCIJNS CONSUMINDEREN


18.1 Een nieuwe religie

In het vorige hoofdstuk bespraken we de stoïcijnse naastenliefde. Deze zogenoemde ‘oikeiosis’ beperkt zich niet tot de contacten met uw naasten maar heeft ook gevolgen voor uw maatschappelijk leven. Om virtuositeit te bereiken zullen er daarom in de manier waarop u in de samenleving staat veranderingen moeten worden aangebracht. En dat is niet altijd even eenvoudig. Het moderne leven is nu eenmaal ingewikkeld. Er zijn zoveel tegenstrijdige belangen, zo veel tegenstrijdige verantwoordelijkheden, zoveel onvoorspelbare veranderingen. Iedereen lijkt wel gestrest en overal klagen mensen dat ze maar steeds zo druk en moe zijn. We leven in een idioot tempo en leiden een leven vol van onderdrukte angsten en vervuld van zorgen. Iedereen probeert weliswaar een manier van leven te vinden waarmee een goed, prettig en het liefst ook nog verantwoord bestaan kan worden opgebouwd, maar dat lijkt niemand echt te lukken. We hebben niet in de gaten dat we vastzitten in een luxeval. De meeste mensen zitten gevangen in die eeuwige tredmolen van steeds langer en harder werken om zich steeds meer goederen, producten en diensten te kunnen veroorloven. Niemand wil achterblijven met het kopen van de nieuwste mode, een nieuwe auto, een groter huis, een exotische vakantie en de laatste elektronische gadgets. Een nieuwe religie met economisch succes en een grenzeloze consumptie als goden heeft de kop op gestoken.

In de kernwaarden van deze wereldwijde religie van het neoliberalisme worden egoïsme en hebzucht als de grootste deugden beschouwd en is altruïsme een verwerpelijke zwakte. De afgelopen vijftig jaar is er een generatie opgegroeid met het idee dat het leven moet worden aangegaan als een concurrentiestrijd, waarbij winnaars alleen kunnen winnen ten koste van de verliezers. Succes is een keuze die er uit bestaat geen medelijden te hebben met degenen die niet de keuze hebben gemaakt om succesvol te zijn. Verliezers hoeven dan ook niet verbaasd te zijn dat empathie een rariteit is geworden.

De drang naar economisch succes en het maar blijven kopen en consumeren wordt niet alleen als een sociaal volkomen gelegitimeerd nastreven van persoonlijk geluk aangemerkt, maar wordt in deze nieuwe religie zelfs als een ethische en maatschappelijke verplichting beschouwd. Als u zou stoppen met hard werken om massaal en veel te blijven consumeren zou de economische, politieke en maatschappelijke stabiliteit van onze wereld in gevaar komen. Als consument wordt er van u verwacht dat u stoïcijnse principes als moed, rechtvaardigheid, matigheid, of wijsheid buiten beschouwing laat. Een gevoel van verantwoordelijkheid voor de medemens of de leefbaarheid en het klimaat op aarde wordt niet gewaardeerd. Integendeel egoïsme, calculerend gedrag en onmiddellijke behoeftebevrediging houden de economie en de maatschappij draaiende. Er wordt van u verwacht dat u al uw energie en kracht hier aan besteed. Zaken als persoonlijke ontplooiing en ethische scrupules worden niet op prijs gesteld. Tenminste niet voor zover ze niet als spirituele wondercursus of zelfhulpboek verkocht kunnen worden.

Met voldoende of goed wordt in deze ratrace geen genoegen meer genomen, iedereen moet hoog opgeleid, assertief, mooi en excellent zijn. Er moet snel carrière worden gemaakt en een hoog salaris worden verdiend. Daarvoor moeten overuren gemaakt worden en moet buiten werktijd verder worden gestudeerd. Dit alles moet moeiteloos gecombineerd worden met een uitgebreid sociaal leven, zorgtaken, sport en andere vrijetijdsbestedingen. Als u al deze dingen niet wilt of kunt doen wordt u als een mislukking en een totale loser gezien. De kans is trouwens groot dat u ook uzelf als loser beschouwt als het u niet lukt al die ballen in de lucht te houden terwijl u in de sociale media ‘ziet’ dat uw vrienden het allemaal wel dik voor mekaar hebben.

Het in de lucht houden van al die ballen is ondoenlijk, als u het al lukt kunt u het niet lang volhouden. Zeker geen leven lang. De managements- en persoonlijke ontwikkelingsgoeroes kunnen zeggen wat ze willen, maar een mens heeft nu eenmaal zijn beperkingen. Ja zelfs u bent niet perfect en zult dat ook nooit worden. Het kan haast niet anders dan dat deze levensstijl tot gezondheidsklachten, stress, burn-out en depressiviteit leidt. Het is dus niet verwonderlijk dat deze obsessieve maatschappelijke en persoonlijke drang tot hard werk en hoge consumptie aanleiding geeft tot allerlei gezondheidsproblemen.