zaterdag 15 juli 2017

NIETS EN NIEMAND STAAT U IN DE WEG

De stoïcijnen zeggen dat we moeten leren ons alleen druk te maken over dingen waar we controle over hebben. De wereld van het menselijk geluk valt in te delen in een intern en een extern deel. De meeste mensen houden zich vooral bezig met externe zaken, met de buitenwereld. De wereld van auto’s, huizen, werk, vrienden en familie. Ze denken gelukkig te kunnen worden door zo veel mogelijk spullen uit de externe wereld om zich heen te verzamelen. De gemiddelde mens zal u zeggen dat u om gelukkig te worden aan het werk moet, u moet een baan zoeken, om salarisverhoging vragen en sparen en uiteindelijk zult u dat droomhuis, die prachtige auto en die 3D-tv kunnen kopen die u gelukkig zullen maken.

De stoïcijnen denken daar heel anders over. Zij zeggen dat u moet leren alleen die dingen te willen die makkelijk te verkrijgen zijn. U moet uw geluk niet in de externe wereld zoeken, maar juist in de dingen waar u controle over hebt. Een stoïcijn zoekt virtuositeit en geluk daarom in zijn interne wereld. Een wereld waar hij wel controle over heeft.

‘Van al het bestaande hebben wij over sommige dingen controle en over andere niet. Controle hebben wij over onze meningen, onze wil, onze begeerte en afkeer. Al deze dingen kunnen wij zelf bewerkstelligen.
Over ons lichaam hebben wij geen controle. Ook niet over bezit of over reputatie en carrière. Kortom, alles wat niet ons eigen werk is. Bedenk, dat de dingen waar we controle over hebben van nature vrij zijn. Zij kunnen niet gehinderd of belemmerd worden. Maar de dingen waar we geen controle over hebben, zijn krachteloos, onderworpen, vol belemmeringen en vreemd aan ons wezen.’ (Epictetus, Handboek 1).

Zo begint het Handboekje (het Encheiridion in het Grieks) van Epictetus, of eigenlijk van zijn leerling Arrianus. Arrianus maakte aantekeningen van de lessen die hij van Epictetus kreeg. Deze aantekeningen heeft hij later als het Handboekje en de Colleges van Epictetus uitgegeven. Zelf zou Epictetus nooit iets op papier gezet hebben. Hij zegt hier eigenlijk dat feiten als feiten niet te veranderen zijn, dat is nu eenmaal hun realiteit. Het weer, de politiek, andere mensen, de economie, onze carrière, zelfs ons eigen lichaam vallen buiten onze directe controle. Wat we wel volledig kunnen beheersen zijn onze meningen over die feiten en onze wijze van observeren.

Wat een onzin, zult u mischien denken. Dat ik geen invloed heb op het weer, daar kan ik nog inkomen, maar over mijn eigen lichaam en mijn carrière heb ik wel degelijk controle. Iedereen weet toch dat je hard moet werken om je doelen te bereiken en gelukkig te worden. Als ik maar lang en hard genoeg train kan ik de marathon van Rotterdam winnen of op z’n minst een goede classificatie maken. Als ik hard studeer en me volledig inzet voor mijn bedrijf kan ik carrière maken. Op dit soort dingen kan ik toch zeker wel invloed uitoefenen.

Toch is dat maar heel beperkt het geval. Iemand anders kan harder getraind hebben of een betere aanleg hebben, u kunt een slechte dag hebben of over een bananenschil struikelen. Voor uw carrière geldt hetzelfde. U kunt nog zo goed uw best doen, als uw baas u niet mag, als de markt uw product niet meer zit zitten, of als er op een examen net die ene verkeerde vraag wordt gesteld kan alles mis lopen. Wat u wel kunt beïnvloeden is uw intentie. U kunt uzelf voornemen uw uiterste best te doen om een wedstrijd te winnen, een examen te halen of een bepaalde baan te krijgen. De uitkomst blijft echter altijd onzeker, omdat die nu eenmaal mede afhankelijk is van externe omstandigheden waarover u geen invloed hebt. Waar u dus wel invloed op hebt is uw interne motivatie om u ergens voor in te zetten.

Maar stel dat het u lukt om iets uit de externe wereld dat u graag wilt hebben ook echt te krijgen. Dat zou toch ook een prima manier zijn om gelukkig te worden? Toch niet echt. De weg op weg naar verwezenlijking van uw verlangens geeft vaak aanleiding tot minder prettige emoties. Neem, bijvoorbeeld, een loonsverhoging. U krijgt van uw baas de zo gewilde toename van uw inkomen, maar in de periode voordat het u gelukt is voelde u zich angstig en onzeker. Heb ik wel hard genoeg gewerkt? Heb ik mijn targets wel allemaal overtroffen? Durf ik het mijn baas eigenlijk wel te vragen? Misschien wordt hij kwaad en krijg ik nu zeker geen verhoging meer, of nog erger wordt ik zelfs ontslagen.


De wereld valt dus toch in te delen in een extern deel waar we geen invloed op kunnen uitoefenen en een intern deel waarover we de volledige controle hebben. Als stoïcijn wilt u niet in de eerste plaats uw externe doel bereiken. Nee u wilt in de eerste plaats uw best doen om dat doel te bereiken. U stelt zich zelf geen extern doel, maar een intern doel. Een doel waar u volledige controle over hebt. Dat betekent dus dat u ook als u die wedstrijd ondanks al uw inspanningen verliest niet teleurgesteld hoeft te zijn. Het betekent ook dat u zich niet druk hoeft te maken als u uw baas om opslag vraagt. U hebt immers aan uw interne doelstelling om uw uiterste best te doen voldaan. Door u zelf interne in plaats van externe doelen te stellen kunt u zoals Epictetus het zei: nooit gehinderd of belemmerd worden.

zaterdag 1 juli 2017

STOÏCIJNSE VRIJHEID EN GELIJKHEID


Volgens de stoïcijnen is alleen al het beschikken over het vermogen om morele keuzes te maken voldoende om ieder mens een onbegrensde, gelijke waardigheid toe te kennen. Man en vrouw, slaaf en vrije, Griek en vreemdeling, rijk en arm, uit een hoge of een lage klasse afkomstig, iedereen is evenveel waard en deze waarde verplicht ons allemaal tot respect voor de ander. In navolging van hun cynische voorlopers gebruikten de stoïcijnen dit uitgangspunt voor een radicale aanval op de volgens hen verwerpelijke en volstrekt overbodige hiërarchie naar klasse, rang, eer en zelfs geslacht, waarmee in hun wereld onderscheid tussen mensen werd gemaakt. Hun denkbeelden hebben veel later door hun invloed op denkers als Grotius, Rousseau en Kant aan de basis gestaan van de moderne ideeën over rechtsstaat en gelijkwaardigheid.

Ook herkomst speelt voor de stoïcijnse denkers dus geen enkele rol voor de menselijke waardigheid. In stoïcijnse ogen zijn wij allemaal in de eerste en belangrijkste plaats burgers van de hele wereld der mensheid. Dit gemeenschappelijke morele burgerschap heeft belangrijke gevolgen voor wat onze morele plicht is. In zijn boekOver de plichten (De Officiis), maakt Cicero duidelijk dat gemeenschappelijke menselijkheid strikte plichten oplegt. We mogen bijvoorbeeld geen aanvalsoorlog voeren, hebben zelfs in oorlogstijd verplichtingen tegenover onze vijanden, moeten gastvrij zijn voor vreemdelingen op ons grondgebied en zo is er nog een hele reeks andere plichten waar een virtuoos mens aan moet voldoen. Cicero’s analyse van deze plichten heeft een enorme invloed gehad op het huidige politieke en juridische denken.


De stoïcijnse theorieën over gelijkheid weken wel af van onze moderne ideeën, maar vormden wel degelijk een voorloper op onze democratische rechtsstaat. Ook de stoïcijnse gedachten over vrijheid waren zeker niet een volledige kopie van ons eigentijds vrijheidsbegrip, maar geven ook hier weer een waardevolle grondslag om op voort te borduren. De menselijke gelijkwaardigheid is het gevolg van zijn fundamentele potentie tot redelijk en intelligent nadenken. Die potentie tot redelijkheden komt het best tot zijn recht als mensen ook vrij de mogelijkheid krijgen om er gebruik van te maken. Discussie en het uitoefenen van kritiek zijn van het grootste belang om tot juiste inzichten te kunnen komen. Daarvoor is vrijheid van het allergrootste belang. Met name het Romeinse stoïcisme richt zich daarom doelbewust op vrijheid als een kerndoel van goed bestuur en vindt het ‘gemengde regime’, een soort democratische monarchie, deels om die reden superieur aan de zuivere monarchie van de keizertijd. Stoïcijnen brachten hun overtuigingen ook herhaaldelijk in de praktijk door in samenzweringen tegen de keizer ter wille van vrijheid hun leven op het spel te zetten en dikwijls zelfs te verliezen.