vrijdag 16 maart 2018

STOÏCIJNEN EN ETTERS


Waarom doet iemand vervelend tegen u? Omdat hij denkt dat er een goede reden is om dat te doen. Hij denkt dat hij gelijk heeft en u ongelijk of hij denkt dat u hem tegenwerkt of op de één of andere manier slecht voor hem bent. Het ligt in de menselijke aard, en dus ook in de aard van uw lastpak, om de dingen te doen die hem goed en voordelig lijken. Niemand doet vrijwillig iets waarvan hij denkt dat het slecht en nadelig voor hem is. Epictetus zei hier het volgende over:

“Als iemand je kwaad doet of kwaad over je spreekt, bedenk dan dat hij dat doet omdat hij denkt dat dat goed is. Het is ondenkbaar dat hij handelt op een manier die jij goed vindt: hij kan niet anders dan doen wat hijzelf goed vindt. Als hij daarover een onjuiste opvatting heeft, dan is hij degene die er nadeel van heeft, omdat hij een verkeerd oordeel heeft. Immers als iemand een verkeerd beeld van de werkelijkheid heeft dan is hij het die daar schade van ondervindt, het verandert de werkelijkheid niet. Als je daarvan uitgaat, zul je rustig blijven tegenover iemand die je uitscheldt. Als er zoiets gebeurd, moet je bij jezelf zeggen: ‘Hij vindt dat blijkbaar nodig.” (Epictetus, Handboek 42).

Wees dus niet verbaasd dat mensen doen wat mensen nu eenmaal doen. Ze doen wat zij denken dat in de gegeven situatie het beste is om te doen. De meesten menen nu eenmaal dat status, geld, hun groep en pleziertjes de belangrijkste dingen in het leven zijn. Wees dan ook niet verbaasd als ze daar dan ook naar handelen. U als leerling stoïcijn weet dat ze zich vergissen. Die mensen zijn daardoor echter niet slecht of kwaadaardig. Ze zien de wereld verkeerd en begrijpen niet wat echt belangrijk is. Het kan zijn dat ze daardoor verkeerde en soms zelfs afschuwelijke dingen doen, maar dat maakt het niet anders. Het zijn net kinderen die nog niet goed weten wat wel en niet mag. Behandel ze dan ook net als kinderen met mildheid en geduld.

De volgende keer als iemand u een kunstje flikt of ten onrechte ergens van beticht moet u proberen zich zijn positie in te denken. Kennelijk vond hij of zij het nodig en zinvol om u dwars te zitten of iets vervelends tegen u te zeggen. In hun ogen was hun gedrag passend en helemaal niet verkeerd. Wat voor reden zou hij gehad kunnen hebben om dat te doen? Is het begrijpelijk vanuit zijn positie? Welke vergissing maakt hij? Is er iets wat hij verkeerd ziet, of is er misschien iets wat u zelf niet goed door heeft? Zoals we zagen heeft het geen enkel nut om kwaad te worden op iemand die nu eenmaal niet beter weet. U kunt proberen hem tot inzicht te laten komen en op andere gedachten te brengen of, als dat niet lukt, hem van zijn verkeerde handelingen te weerhouden. Ga daarin trouwens niet te ver. Een stoïcijn is geen heilssoldaat die anderen tot inkeer moet brengen. Iedereen is tenslotte verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Als u het idee hebt dat het geen zin heeft om iemand iets te leren dan moet u dat ook zeker niet proberen. Zo nodig, en zo mogelijk kunt u corrigerend optreden, maar vaak zal het om iets onbelangrijks gaan wat maar beter genegeerd kan worden. Door uw geduld en waardigheid te bewaren kunt u dan een voorbeeld vormen dat andere mensen al dan niet hoeven na te volgen. Wat in elk geval niet mag gebeuren is dat u uw gemoedsrust verliest door het domme gedrag van één of andere etter.

vrijdag 2 maart 2018

STOÏCIJNSE COMPROMISSEN


De leraar van Epictetus, de stoïcijnse filosoof Musonius Rufus, stond bekend om zijn praktische inslag. Hij gaf zijn leerlingen werkelijk overal advies over. Adviezen die destijds trouwens behoorlijk vaak als behoorlijk controversieel werden aangemerkt. Zo vond hij dat slaven de gelijken waren van hun meesters en dat vrouwen in niets onder deden voor mannen. Vrouwen moesten volgens Musonius dan ook het zelfde onderwijs als mannen krijgen. Maar hij gaf ook adviezen over banale dingen zoals het knippen van je haar, alleen weghalen wat in de weg zit, de inrichting van je huis, mooie maar vooral degelijke en efficiënte meubels, seks, alleen met wederzijdse instemming, en voeding, makkelijk verkrijgbaar en makkelijk te bereiden.

Musonius vond dus dat je je niet te druk moest maken om de voor je virtuositeit onbelangrijke maar verder wel wenselijke doelen. Volgens hem is het prima om je er mee bezig te houden, maar je moet er niet al te veel energie in steken. Daar wordt je maar onnodig moe van. Niet alles is zo belangrijk als het zich laat aanzien. Een flinke dosis relativeringsvermogen is voor een stoïcijn onmisbaar. Musonius bracht zijn leerlingen bij dat de wereld zelden zwart-wit is, maar meestal grijs. Dat geldt zelfs voor levensdoelen en principes. Ook stoïcijnse principes botsen soms en u zult merken dat het vaak nodig is om compromissen te sluiten. Stel bijvoorbeeld dat u zich, met Musonius in gedachten, hebt voorgenomen om alleen nog maar eenvoudig en makkelijk verkrijgbaar voedsel te zullen eten. Uw partner wil echter uw trouwdag vieren met een romantisch etentje in een exclusief restaurant. U kunt er donder op zeggen dat wat u daar voorgeschoteld krijgt niet eenvoudig en makkelijk verkrijgbaar zal zijn. Moet u nu stug vasthouden aan uw principes en het romantisch etentje botweg van de hand wijzen? Een stoïcijn zou u voor gek verklaren als u dat deed. Dit is bij uitstek een moment om een compromis te sluiten tussen uw voedingsprincipes en de deugd van het zijn van een liefhebbende partner.

De stoïcijnse ethiek is vooral redelijk. Een stoïcijn weet dat het niet altijd en overal mogelijk is om aan al uw principes vast te houden. Sterker nog het is vaak zelfs onredelijk en absoluut niet virtuoos om dat altijd te willen doen. Musonius hamerde er telkens weer op dat het er niet alleen om gaat wat u doet, maar ook en vooral om de karaktereigenschappen die u nodig hebt om in de dynamische en ingewikkelde maatschappij waarin u leeft het hoofd boven water te houden. Er bestaan geen eenvoudige regels die u vertellen wat u wel en niet moet doen. Het leven is simpelweg te moeilijk om er altijd zeker van te zijn dat u op de juiste manier handelt. Het is onvermijdelijk dat u fouten en vergissingen zult maken.

U wordt aan alle kanten voor moeilijke soms zelfs onmogelijke ethische keuzes gesteld. U moet u kleden en u moet eten, maar waar komen die kleren en dat voedsel vandaan? Worden er mensen uitgebuit voor de kleding die ik draag, hoe zit het met het milieu en draag ik onbewust bij aan dierenleed, wat doet mijn bank met het geld dat ik op mijn rekening heb staan? Het stoïcisme helpt u met het verwerven van de karaktereigenschappen die nodig zijn om dergelijke belangenconflicten te kunnen hanteren. Het eist geen volmaakt gedrag en geeft geen onfeilbare antwoorden, maar het leert u hoe u dit soort en andere dillema’s op een redelijke en efficiënte manier kunt aanpakken. Volgens Musonius komt u er niet onder uit. U zult zo goed als altijd compromissen moeten sluiten. Absolute antwoorden zijn voor dwazen alleen die denken dat er altijd een duidelijke keuze bestaat tussen goed en slecht, tussen heiligen en monsters. De wereld is niet zwart-wit en het is dom en zelfs gevaarlijk om te denken dat dat wel zo is.