vrijdag 29 oktober 2021

7.4 Alle emoties zijn toegestaan

Stoïcisme en emotie lijkt voor velen een contradictio in terminis. Een stoïcijn is immers die persoon (meestal een man) die verbeten probeert al zijn emoties weg te drukken? Een verknipt figuur uit een grijs verleden die niet snapt dat emoties deel uitmaken van het menselijk bestaan. Sterker nog gevoelens zijn juist de reden dat het bestaan de moeite waard is. Angst en verdriet, maar ook plezier en lust kruiden het leven. Zonder emoties verander je in een robot, een wandelende denkmachine. Wie wil er nu een leven als dooie diender? Wie wil er nou een leven als stoïcijn?

Iedereen die zo denkt heeft het stoïcisme toch niet helemaal begrepen. Dat valt trouwens best te begrijpen. Het stoïcijnse emotie-begrip zit behoorlijk ingewikkeld in elkaar. In tegenstelling tot wat de meeste mensen menen willen stoïcijnen helemaal niet dat u uw natuurlijke sentimenten onderdrukt. Ook stoïcijnen vinden dat gevoelens het leven een stuk interessanter maken. Stoïcijnse filosofen probeerden juist de oorsprong van onze sentimenten te achterhalen. Ze kwamen daarbij tot de scherpzinnige conclusie dat een emotie eigenlijk een waardeoordeel is over een gebeurtenis in de wereld. Een roofdier als een tijger boezemt ons angst in, omdat we denken dat dit dier ons wel eens als een prooi zou kunnen beschouwen. Een mooi exemplaar van het andere geslacht (of hetzelfde dat maakte de stoïcijnen niets uit) wekt lustgevoelens op, omdat we denken dat het wel eens een goede sekspartner zou kunnen zijn. Een feestje met uw vrienden maakt u blij, omdat u het prettig vindt om bij een groep gelijkgestemde soortgenoten te zijn. Met alles wat u voelt geeft u dus expliciet of impliciet een oordeel over de waarde die u er aan hecht.

Maar een oordeel, en dus ook een waardeoordeel, kan fout zijn. In benevelde toestand kunt u er van overtuigd zijn dat er een roze olifant door de kamer paradeert, maar u ziet het verkeerd. In werkelijkheid is het uw wat corpulente tante Toos die op u af komt. Maar niet alleen uw feitelijk oordeel was verkeerd, ook uw waardeoordeel ging de mist in. U vond het abusievelijk wel amusant dat er een roze olifant op u af waggelde, maar onder normale omstandigheden had een dergelijke nadering van tante Toos u zeker angst ingeboezemd. Zo ziet u dat de stoïcijnen het nog niet zo gek hadden bekeken met hun conclusie dat onze gevoelens het resultaat van een waardeoordeel zijn.

Stoïcijnen menen dat waardeoordelen net zo verkeerd kunnen uitpakken als gewone oordelen. Door goed naar de feiten te kijken en u aan te wennen om bewust na te denken over wat u nu werkelijk overkomt kunt u uw waardeoordelen trefzekerder maken. U kunt uzelf aanleren om niet langer bang te zijn voor dieptes als u weet dat er een stevige reling tussen u en de afgrond staat. Net zo goed kunt u uzelf aanleren dat een muisje of een spin geen reëel gevaar voor u opleveren. De stoïcijnen denken dat u door uw waardeoordelen aan te passen uzelf heel wat vervelende emoties kunt besparen. Emoties die overbodig zijn en die u kunt missen als kiespijn.

Een verkeerd waardeoordeel noemen de stoïcijnen een ‘passie’ of in het Grieks een ‘patheia’. Een kloppend waardeoordeel wordt een ‘eupatheia’ genoemd. De ‘patheiai’ of passies zijn dus verkeerde en irrationele oordelen. Het zijn overdreven reacties die niet door het filter van onze rationele vermogens zijn gegaan. Het zijn klakkeloos door ons geaccepteerde reacties op externe gebeurtenissen. Ze zijn het gevolg van een vertekend beeld van de werkelijkheid en leiden tot ‘foute’ emoties.

Dit betekent dus dat het stoïcisme eigenlijk helemaal geen ‘verboden’ emoties kent. Onder de juiste omstandigheden kunnen alle soorten en maten van emoties gepast zijn. Tegelijkertijd kunnen diezelfde emoties onder weer andere omstandigheden totaal ongepast zijn. ‘Vervelende’ emoties zijn niet per definitie ‘patheiai’ en ook ‘prettige’ gevoelens zijn niet altijd en onder alle omstandigheden ‘eupatheiai’. Het kan daarom niet genoeg benadrukt worden dat stoïcisme niets te maken heeft met het onderdrukken van emoties (ik blijf u er dan ook tot vervelends aan toe mee lastig vallen). Integendeel de ‘eupatheiai’ moeten juist gestimuleerd worden. Het zijn alleen de verkeerde waardeoordelen, de passies, die u belemmeren en u zich rot doen voelen die voorkomen moeten worden. Let wel voorkomen niet onderdrukt. De akelige passies moeten zo veel mogelijk vervangen worden door de prettigere gevoelens: de ‘eupatheiai’.

Dit betekent dat voor een stoïcijn vervelende emoties als angst en verdriet onder bepaalde omstandigheden wel degelijk gepast kunnen zijn. Als u tot het rationele waardeoordeel komt dat een bepaalde onprettige emotie gepast is, moet u dan ook niet gaan proberen die te onderdrukken. Hoe meer u zo’n gevoel probeert weg te drukken hoe meer hinder u er van zult ondervinden. U moet de aanwezigheid ervan accepteren. Het hoort er nu eenmaal bij om soms angstig of verdrietig te zijn. Niet alle ‘eupatheiai’ (passende waardeoordelen) zijn dus prettig en ook niet alle ‘patheiai’ (verkeerde waardeoordelen) zijn altijd onprettig.

U zult trouwens wel merken dat u als u wat langer met het stoïcisme bezig bent minder last zult krijgen van vervelende gevoelens. U zult simpelweg minder snel tot het waardeoordeel komen dat bepaalde omstandigheden een rot gevoel rechtvaardigen. Mocht u ooit het einddoel van de ideale stoïcijnse wijze bereiken dan zult u helemaal geen ‘patheiai’ meer ondervinden. Maar ja, dat zit er voorlopig nog niet in. Dat neemt gelukkig niet weg dat ieder stapje op de route naar ultieme wijsheid uw leven prettiger kan maken. Waarom zou u uzelf dan dwarszitten en niet net als de stoïcijnen proberen uw waardeoordelen verder te perfectioneren?

zaterdag 16 oktober 2021

7.3 De ‘eupatheiai’ of gepaste emoties

 ‘Eupatheiai’ is dus het Griekse woord voor de goede en prettige emoties. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat stoïcisme niets te maken heeft met het onderdrukken van emoties. Het is een veel gehoord misverstand maar stoïcijnen zijn niet stoïcijns. Ik blijf u er dan ook tot vervelends aan toe mee lastig vallen dat ook stoïcijnen emotionele wezens zijn. Sterker nog stoïcijnen willen de prettige emoties (eupatheiai) juist stimuleren. Hoe prettiger u zich voelt hoe tevredener uw stoïcijnse leraar is. Het zijn alleen de vervelende emoties, de passies, die u belemmeren en u zich rot doen voelen, die voorkomen moeten worden. Let wel voorkomen niet onderdrukt. Die akelige passies moeten zo veel mogelijk vervangen worden door de prettigere gevoelens: de ‘eupatheiai’.

Die prettige gevoelens worden door een stoïcijn trouwens niet nagejaagd als een doel op zich. Het is helemaal niet nodig om krampachtig te proberen plezierige gevoelens te ervaren. Als u de stoïcijnse leefregels volgt komen die vanzelf. Ze zijn namelijk het gevolg van een virtuoos leven. Als u een virtuoos leven leidt krijgt u de ‘eupatheiai’ er vanzelf bij. Het is een soort automatische bonus voor het maken van de goede keuzes. Ook voor de prettige gevoelens kenden de stoïcijnen een indeling. Uit educatieve overwegingen gebruikten ze dikwijls van dat soort simpele rijtjes. Daarom verdelen ze de ‘eupatheiai’ in drie hoofdcategorieën, die het evenbeeld zijn van de in de vorige paragraaf genoemde vier B’s. Iedere vervelende emotie heeft zo een leuker spiegelbeeld. Alleen de bedroefdheid, de emotionele pijn, heeft geen tegenhanger. Emotionele pijn is altijd slecht en kent geen zachtere en wenselijke variant.

Ik heb het geprobeerd, waarde leerling, maar het is me niet gelukt om drie passende positieve emoties met dezelfde beginletter te vinden. Het zou zo mooi zijn geweest de drie vrolijke ??? tegenover de vier akelige B’s. Maar helaas, mislukt. Ook nu gaat het weer om hoofdcategorieën die staan voor een heel scala aan prettige emoties. Het gaat om de volgende drie groepen:

  • Voorzichtigheid
    Dit is de tegenhanger van de passie bangheid of angst. Voorzichtigheid is de rationele overtuiging dat het nodig is om iets onaangenaams te vermijden. Het is gewoon verstandig om dingen die een virtuoos leven in de weg staan te ontwijken. Het gaat om gevoelens als bedachtzaamheid, waardigheid, zelfrespect en zuiverheid.

  • Plezier
    Dit is de tegenhanger van de passie blijheid of genot. Het gaat hier om het rationele geluksgevoel dat met virtuoze handelingen gepaard gaat. Hieronder vallen emoties als opgewektheid, verbondenheid en geestelijke rust.

  • Wensen
    Is de tegenhanger van begeerte of lust. De rationele overtuiging dat het goed is om iets prettigs na te streven. Het is alleen maar goed om dingen die prettig zijn en een virtuoos leven bevorderen na te streven. Hieronder vallen gevoelens als liefde, vriendelijkheid en welwillendheid.

Zoals we zagen zijn ‘eupatheiai’ voor stoïcijnen niet helemaal synoniem met prettige gevoelens. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook voor een stoïcijn vervelende emoties als angst en verdriet weldegelijk gepast zijn. Het kan virtuoos zijn om u soms aan een akelig gevoel bloot te stellen. Als u tot de rationele conclusie komt dat een bepaalde onprettige emotie gepast is, moet u dan ook niet gaan proberen die te onderdrukken. Hoe meer u zo’n gevoel probeert weg te drukken hoe meer hinder u ervan zult ondervinden. U moet de aanwezigheid ervan accepteren. Het hoort er nu eenmaal bij om soms angstig of verdrietig te zijn. Niet alle ‘eupatheiai’ zijn dus prettig.

Maakt dit een stoïcijn nu tot een hedonist, altijd op zoek naar pleziertjes en prettige gevoelens? Nee een stoïcijn is wel een levensgenieter maar dat maakt hem nog geen hedonist of epicurist. Voor een epicurist zijn de prettige emoties het doel van zijn leven. Een rustig leven afgezonderd van de maatschappij in een soort commune van vrienden. Maar een dergelijke leven zou ook verkregen kunnen worden door u een leven lang vol te stoppen met tranquilizers en andere drugs. Misschien dat dat tot een leven vol ‘eupatheiai’ in epicuristische zin zou leiden, maar of u dan ook een virtuoos leven zou leiden? Voor een virtuoos en goed leven is meer nodig dan alleen prettige gevoelens. In een virtuoos leven is niet alles aangenaam en leuk, het gaat er ook om dat uw leven betekenis heeft en zinvol is voor uzelf en anderen. Het gaat erom uzelf te ontplooien in de richting en op de manier die u het best ligt.

Ook voor de stoïcijnen zijn de prettige gevoelens belangrijk, maar ze zijn niet het doel van hun leven, ze zijn het gevolg ervan. Een stoïcijn doet zijn best om zo virtuoos mogelijk te leven en krijgt daarbij op de koop toe de prettige ‘eupatheiai’. Onder normale omstandigheden zal een virtuoos leven altijd tot prettige gevoelens leiden. Het is echter best denkbaar dat de virtuositeit een stoïcijn zo nu en dan noopt tot voor hem onprettige handelingen. Hij mag dan niet aarzelen en wachten op het verschijnen van eventuele positieve emoties. Een virtuoze handelswijze is een beloning in zichzelf. De vraag of dat een prettig gevoel oplevert mag daarbij geen enkele rol spelen.

Een prettig gevoel is dus alleen maar een ‘eupatheia’ als die het gevolg is van een juiste inschatting van de situatie en een virtuoze levenswijze. Het risico dat prettige gevoelens als een doel op zich worden aangemerkt moet worden voorkomen. Door dat te doen loopt een beginnend stoïcijn het levensgrote gevaar om alsnog in de passies te vervallen en zo het kind van een virtuoos en gelukkig leven met het badwater weg te gooien. Door bewust prettige gevoelens na te jagen worden het passies. Het worden obsessies die uiteindelijk niet tot geluk maar tot een onplezierig en weggegooid leven leiden. Prettige emoties zijn een leuke bijkomstigheid van een virtuoos leven en kunnen ook alleen maar door een dergelijk leven worden verkregen.


zaterdag 9 oktober 2021

7.2 De vier B’s

 In de vorige paragraaf zagen we dat de ‘patheiai’ of passies verkeerde en dus irrationele oordelen zijn. Het zijn overdreven reacties die niet door het filter van onze rationele vermogens zijn gegaan. Het zijn klakkeloos door ons ‘hegemonikon’ geaccepteerde reacties op externe gebeurtenissen. Ze zijn het gevolg van een vertekend beeld van de werkelijkheid en daarmee schadelijk voor een virtuoos leven. Ze moeten zoveel mogelijk voorkomen worden en om dat mogelijk te maken moeten we ze zo goed mogelijk leren kennen. Tijd voor een klein onderzoekjes in de krochten van onze passies.

Het hele arsenaal aan vervelende emoties werd door de stoïcijnen in vier hoofdcategorieën ingedeeld. Ik noem ze de vier stoïcijnse B’s: bedroefdheid, bangheid, blijheid en begeerte. U heeft gelijk als u nu denkt dat ik die termen bij elkaar geschraapt heb om maar vier B’s te krijgen, maar dat neemt niet weg dat het wel makkelijker te onthouden is. En ik ben er eigenlijk best trots op dat het me gelukt is om alle vier de emotiegroepen met een B te laten beginnen. Met wat kunst en vliegwerk vallen alle verschillende emoties onder één van de vier groepen te scharen.  Iedere categorie bevat dus zelf weer een heel scala aan verwante emoties. Zeno omschreef de vier B’s als volgt:

  • Bedroefdheid
    Deze emotie ontstaat op het moment dat u meent dat er iets onprettigs aan de hand is. Het is het irrationele gevoel dat ontstaat als het ‘hegemonikon’ er niet in slaagt om iets onaangenaams te vermijden, of als het niet lukt om iets aangenaams te verwerven. Hieronder vallen emoties als geestelijke en emotionele pijn, verdriet, medelijden, jaloezie, depressie en spijt.

  • Bangheid
    Deze emotie ontstaat op het moment dat u denkt dat er in de toekomst iets onprettigs staat te gebeuren. Het is de irrationele verwachting van het ‘hegemonikon’ dat er iets onaangenaams gaat gebeuren, of dat iets aangenaams niet verkregen kan worden. Hieronder vallen emoties als angst, paniek, bezorgdheid, stress, nervositeit, schuldgevoel en schaamte.

  • Blijheid
    Deze emotie ontstaat op het moment dat u meent dat er iets prettigs aan de hand is. Het is het irrationele gevoel dat ontstaat als het ‘hegemonikon’ er in slaagt iets dat ten onrechte als goed wordt beschouwd te verkrijgen. Hieronder vallen dingen als geestelijk genot, lust, uitbundigheid, hoogmoed, verwaandheid, gevleid zijn en leedvermaak.

  • Begeerte
    Deze emotie ontstaat op het moment dat u denkt dat er binnenkort iets prettigs gaat gebeuren. Het is de irrationele verwachting van het ‘hegemonikon’ dat er iets aangenaams staat te gebeuren. Hieronder vallen gevoelens als seksueel verlangen, gulzigheid, woede, boosheid, haat en zucht naar roem en eer.

Let wel al deze slechte emoties zijn alleen slecht op het moment dat ze irrationeel, onterecht en overdadig zijn. Zelfs de vier B’s kunnen onder bepaalde omstandigheden rationeel en dus geoorloofd en gerechtvaardigd zijn. Het zijn voor de stoïcijnen dan geen passies meer, maar ‘eupatheiai’. Het is u misschien wel opgevallen dat lichamelijke pijn en lichamelijk genot niet in het rijtje zijn opgenomen. Dat komt doordat de stoïcijnen lichamelijke gevoelens als onbelangrijk en onverschillig voor een virtuoos leven beschouwen. Onder normale omstandigheden is het voor een stoïcijn rationeel om te proberen lichamelijke pijn te vermijden en lichamelijk genot te verkrijgen, maar het daar al dan niet in slagen speelt geen rol voor het leiden van een gelukkig leven. Misschien dat u het ook wat vreemd vindt dat de stoïcijnen woede en haat onder het kopje begeerte scharen. Dat komt omdat deze gevoelens gaan over het verlangen dat iemand anders iets onaangenaams overkomt.

Het is u misschien ook wel eens opgevallen dat er veel meer negatieve emoties dan positieve emoties bestaan. Eigenlijk is dat ook niet zo raar. Om in de harde wereld van eten of gegeten worden te kunnen overleven is het evolutionair gezien voordeliger om bevattelijk te zijn voor een heel scala aan vervelende gevoelens. Het is dan wel niet zo leuk, maar voor uw overlevingskansen was het toch echt beter om in elke schaduw een sabeltandtijger en in elke onbekende een potentieel gevaarlijke concurrent te vermoeden. Een scala aan vervelende emoties die vroeger ongetwijfeld van groot belang waren, maar die hun nut ondertussen wel verloren hebben. Sabeltandtijgers, gifslangen en agressieve vreemdelingen maken nog maar hoogst zelden deel uit van onze dagelijkse omgeving. Misschien dat de evolutie ons over een paar duizend jaar van die zinloos geworden emoties verlost, maar daar hebben we nu niets aan. Jammer voor ons, maar we zullen voorlopig met onze overbodige geworden passies moeten leren leven.


Oefening: Passies turven

Een simpele maar heel effectieve oefening om beter grip op uw passies te krijgen is het turven van uw negatieve emoties. Maak aan het begin van de week in uw stoïcijnse dagboek een tabelletje met de emoties die u de meeste last bezorgen en zet simpelweg een streepje als die emotie zich weer eens voordoet. U kunt daar de vier B’s voor gebruiken, maar het is misschien zelfs beter om de emoties waar u het meest last van heeft specifiek te benoemen. U hoeft alleen maar streepjes te zetten. Meer niet, voorlopig is dit voldoende om u bewust te worden van uw toestand. Bovendien kunt u zo ook uw vooruitgang in de gaten houden. Als alles volgens plan verloopt zult u in de loop van deze cursus kunnen zien dat het aantal streepjes bij uw negatieve emoties langzaam maar zeker minder wordt. Epictetus raadde zijn leerlingen ook al aan om hun voortgang nauwkeurig in de gaten te houden toen hij zei:

“Als je niet driftig wilt worden, geef dan ook geen voedsel aan je woede, honger hem uit zodat hij niet kan groeien. Smoor de eerste boosheid in de knop en tel de dagen dat je niet kwaad wordt. ‘Een tijdje geleden werd ik elke dag wel een keer kwaad, nu nog maar eens in de twee dagen en straks eens in de drie of misschien zelfs maar vier dagen.’ Als het je lukt dertig dagen niet driftig te worden, mag je Zeus een dankoffer brengen. Vanaf de eerste dag wordt de gewoonte verzwakt om uiteindelijk helemaal te verdwijnen.” (Epictetus; Colleges boek 2-18)

Als u wilt kunt u de negatieve emoties uit het emotielijstje van de oefening uit les zes gebruiken, maar u hoeft zich daar niet tot te beperken. Turf alles wat u zou willen veranderen. Vooral, maar niet persé alleen, uw negatieve emoties. Ook slechte gewoontes waar u aan wilt werken komen in aanmerking om geturfd te worden. Turf bijvoorbeeld het aantal keren dat u overstuur raakt, kwaad wordt, u angstig voelt, toegeeft aan uw chocoladeverslaving of aan het nagelbijten bent.


Deze oefening helpt u om u bewust te worden van uw slechte gewoontes en emoties. Bovendien helpt hij u om uw vooruitgang te meten. Het herkennen en erkennen van uw negatieve emoties is de eerste stap. Voorlopig hoeft u ze dan ook alleen nog maar te herkennen en turven in latere oefeningen zult u ook leren hoe u de passies het best in toom kunt houden. Toch leert de praktijk dat zelfs het simpele turven en u bewust worden van de frequentie van uw slechte gewoontes helpt om uw negatieve emoties te doen afnemen.

Tot slot van deze paragraaf past een waarschuwing. In het stoïcisme gaat het er niet om passies te onderdrukken, het gaat er in de eerste plaats om te voorkomen dat er passies ontstaan. Er bestaat een groot aantal technieken om u daarbij te helpen. Als er desondanks toch onprettige emoties ontstaan moeten die zeker niet onderdrukt worden. Het stoïcisme wil vervelende emoties juist niet wegmoffelen, maar voorkomen. Ook voor de situatie dat een passie eenmaal ontstaan is kennen de stoïcijnen technieken om de nadelige effecten zoveel mogelijk te temperen. Houd trouwens steeds in uw achterhoofd dat de hierboven genoemde passies niet per definitie volledig slecht zijn. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze gepast zijn. Ze hebben dan ook bijna allemaal een zachtere tegenhanger die dan als een ‘eupatheia’ kan worden aangemerkt. Lastig? Wie heeft u ooit wijsgemaakt dat het leven makkelijk is? Dat waren in elk geval niet de stoïcijnen.


zaterdag 2 oktober 2021

7.1 Zijn stoïcijnen dan toch emotieloze robots?

 LES 7

GOEDE EN SLECHTE EMOTIES


7.1 Zijn stoïcijnen dan toch emotieloze robots?

Uit de vorige lessen zou u de indruk hebben kunnen krijgen dat stoïcijnen emoties als iets slechts beschouwen. Is dat echt zo? Zijn stoïcijnen echt van die kille gevoelloze types? Emoties worden tenslotte vaak gezien als iets menselijks. Ieder mens wordt wel eens boos, blij of verliefd. Ze geven kleur aan het leven en maken het leven de moeite waard. Een leven zonder liefde, blijdschap of lust zou een mens tot een soort biologische robot maken. Tegenwoordig worden we opgeroepen om onze emoties niet weg te stoppen. We moeten luisteren naar ons lichaam en onze gevoelens, dat zou goed voor ons zijn en ons leven beter en voller maken. Een leven zonder gevoelens zoals de Stoa lijkt aan te prijzen moet haast wel saai en kleurloos zijn. Emoties zoals wij die kennen zijn echter niet hetzelfde als de emoties waar de Stoa het over heeft. De Stoa heeft een heel eigen emotieleer die behoorlijk afwijkt van de hedendaagse voorstelling van menselijke gevoelens.

De menselijke ziel bestaat bij de Stoa uit slechts één deel die ze het ‘hegemonikon’, het centrum van bewustzijn noemen. Hier vindt ons denken plaats, dit is de plek waar onze rede zetelt. Het ‘hegemonikon’ is vergelijkbaar met ons idee van het zelfbewustzijn en zetelt in wat wij hierboven het mensenbrein hebben genoemd. Vanuit het ‘hegemonikon’ komen alle impulsen tot handelen en denken. Hierin verschillen de stoïcijnen van filosofen als Plato en Aristoteles die emoties als irrationele impulsen tot handelen voorstelden. Een emotie was voor hen een impuls die los staat van het zelfbewustzijn en vaak tegenovergesteld is aan dat bewustzijn. Een emotie is bij de stoïcijnen daarentegen weldegelijk een bepaald soort streving of impuls die van het ‘hegemonikon’ zelf afkomstig is. Het ‘hegemonikon’ heeft ingestemd met de door het reptielenbrein aan hem voorgelegde pre-emotie. Het geeft een waardeoordeel over een gebeurtenis en het stemt in met de daaraan verbonden pre-emotie waardoor het een echte emotie wordt. Die instemming vindt vaak onbewust plaats, maar het is weldegelijk een beslissing van dat ‘hegemonikon’. Omdat emoties waardeoordelen zijn die een groot belang hechten aan dingen buiten uzelf die u niet volledig zelf in de hand hebt kunnen emoties u kwetsbaar maken. Dat is niet altijd erg want emoties spelen ook voor stoïcijnen een belangrijke rol in een goed en prettig leven, maar sommige emoties dragen daar nu eenmaal niet aan bij. Integendeel zelfs heel wat van die emoties maken juist dat u zich ellendig en onplezierig voelt. Toch willen de stoïcijnen zelfs de onprettige emoties niet helemaal uitroeien. Ze denken namelijk dat dat helemaal niet kan. Wat ze wel willen is er voor zorgen dat u niet onnodig last hebt van onplezierige gevoelens. Het is tenslotte helemaal niet leuk om u angstig, gestrest, verdrietig of kwaad te voelen.

Stoïcijnen willen hier iets aan doen en maken daarvoor onderscheid tussen rationele emoties, de zogenaamde ‘eupatheiai’, en irrationele emoties de ‘patheiai’. ‘Patheiai’ zijn de irrationele en vervelende emoties. We hebben ze eerder de passies genoemd en zullen dat in de rest van deze cursus ook blijven doen. Wat de stoïcijnen ‘passies’ noemden lijkt wel een beetje op wat we tegenwoordig stress zouden noemen. Niet alle stress is echter verkeerd en zelfs onprettige emoties zijn niet altijd fout, alleen irrationele en dus onnodige stress moet vermeden worden. Er zijn nu eenmaal situaties waarin het heel redelijk is om je klote te voelen. Schematisch ziet dat er dan zo uit:


RATIONEEL ‘EUPATHEIAI’

EMOTIES

IRRATIONEEL ‘PATHEIAI’ OF PASSIES


Rationele emoties of wat tegenwoordig vaak positieve stress heet, kan in bepaalde situaties prima op zijn plaats zijn. Zo is het ook voor een stoïcijn volkomen rationeel om bang te zijn als er een woedende man met een pistool op ze af komt. Het is echter irrationeel om ook bang te worden als het om een kind met een stuk speelgoed gaat. Met rationeel wordt dus bedoeld dat het een oordeel betreft dat vanuit de rede wordt gevormd. Als een emotie onder de gegeven omstandigheden op zijn plaats is, is die emotie in stoïcijnse ogen helemaal terecht. Het is dan dus een ‘eupatheiai’, een goede en passende emotie. Met irrationeel wordt bedoeld dat het oordeel niet aan de juiste norm van rationaliteit voldoet: het oordeel is onjuist. De emotie is dus onnodig en overbodig. U moet zorgen er zo snel mogelijk weer van af te komen. Uw gevoelens berusten op een vergissing. Een emotie kan dus kloppen of niet kloppen, goed of fout zijn. Een kloppende emotie is onder de gegeven omstandigheden een ‘eupatheia’, een foute emotie is een ‘patheia’, een ‘passie’. Een ‘passie’ is dus een verkeerde en excessieve reactie op een gebeurtenis omdat ze een oordeel vormt dat niet past bij de werkelijke situatie. Het is eigenlijk een denkfout, een vergissing.

De passies worden door de stoïcijnen gezien als iets slechts dat vermeden moet worden, het zijn excessieve irrationele reacties die het gevolg zijn van een vergissing. Het vellen van een oordeel is aan ons en dus is het hebben van emoties (zowel ‘passies’ als ‘eupatheiai’) ook onze eigen verantwoordelijkheid en iets waarover we controle kunnen uitoefenen doordat een emotie niet meer is dan een bepaalde reactie op een impressie die zich aan ons voordoet. We zijn daarom volledig verantwoordelijk voor onze emoties en de handelingen die eruit volgen. Het zijn onze oordelen, dus eigenlijk onze gedachten, die bepalen wat we voelen en doen.

Naast de negatieve passies onderscheiden de stoïcijnen nog een andere categorie emoties: de ‘eupatheiai’. Deze ‘eupatheiai zijn goede en kloppende responsen op een gebeurtenis. Deze zijn niet excessief en irrationeel, maar het zijn juiste rationele oordelen die in de gegeven situatie passend zijn. Valt het u op dat dit betekent dat er voor een stoïcijn geen slechte emoties bestaan? Alleen slechte oordelen. Eén en dezelfde emotie kan onder wisselende omstandigheden zowel een negatieve passie als een positieve ‘eupatheia’ zijn. Neem bijvoorbeeld de emotie angst: het is niet rationeel om bang te zijn voor het donker en een boeman onder uw bed, deze angst is dus een passie. Maar het zou dom en behoorlijk irrationeel zijn om niet bang te zijn voor een tijger die op u af komt stormen. Dezelfde emotie is hier dus een ‘eupatheia’, een goede passende emotie.

Ik kan me voorstellen dat een en ander bij u wat verwarrend overkomt. Dezelfde emotie kan de ene keer een ‘eupatheia’ zijn en de andere keer een ‘foute’ passie blijken te zijn. Dat klinkt niet logisch en maakt het leven er voor u als leerlingstoïcijn niet makkelijker op.  Ik had u natuurlijk al wel gewaarschuwd: het stoïcisme is niet altijd even simpel, maar het leven zelf is dat ook niet. Onder alle omstandigheden goed oordelen is bovendien nogal moeilijk, misschien zelfs wel onmogelijk. Alleen de zogenaamde stoïcijnse wijze zou dat kunnen. Maar die wijze is een ideaalbeeld van een haast mythische persoon die zich nooit vergist en enkel juiste oordelen heeft. De wijze is verbonden met zowel de menselijke als de universele natuur en kent daardoor de rationele orde die de wereld bestuurt door en door. Het ontbreken van onjuiste oordelen houdt ook het ontbreken van ongepaste negatieve emoties in. De wijze verkeert in een toestand van ‘apatheia’. Letterlijk betekent dat passieloosheid. Dat is dus iets anders dan ons woord apathie, het is een gemoedsrust die niet door negatieve emoties wordt verstoord. De stoïsche wijze is dan ook vrij van passies, maar is geen gevoelloos persoon omdat hij in plaats daarvan de ’eupatheiai’ heeft. Het verschil is dat de wijze zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens, doordat zijn reacties in de juiste mate overeenkomen met de waarde van de gebeurtenis, doordat zijn impulsen rationeel gedrag zijn en doordat hij over de aard van elke gebeurtenis het juiste oordeel vormt. Een stoïcijn probeert het ideaalbeeld van een wijze zo dicht mogelijk te benaderen. Een loffelijk streven dat misschien wel nooit helemaal behaald kan worden. Maar zelfs babystapje richting wijsheid kunnen uw leven al een stuk prettiger maken.