vrijdag 31 mei 2019

STOÏCIJNEN ALS PISPAALTJE


Hoofdstuk 22 van het Handboekje van Epictetus
Als je stoïcijn wilt worden moet je er op voorbereid zijn dat de mensen je zullen uitlachen en bespotten. Ze zullen zeggen: ‘is hij daar zomaar opeens een filosoofje geworden’ en ‘waar komt die hooghartige blik opeens vandaan?’. Veeg die arrogante blik van je gezicht, maar houd wel vast aan je principes en geef geen krimp. Bedenk dat de mensen die je nu uitlachen je later zullen bewonderen als je aan je principes weet vast te houden. Maar als je er niet aan vasthoudt zullen ze je straks dubbel zo hard uitlachen.

Op de school van Epictetus kregen de leerlingen niet alleen een grondige theoretische opleiding, maar werd er vooral les gegeven in een manier van leven. Een manier van leven gericht op het terugdringen van angsten, verlangens en andere negatieve gevoelens. Het gaat niet ongemerkt aan je medemensen voorbij als je probeert als een stoïcijn door het leven te gaan. Epictetus raadt zijn leerlingen zelfs aan om hun stoïcijnse pretenties zoveel mogelijk geheim te houden. Gedraag je volgens je nieuwe principes, maar poch er niet over. Hij besefte echter dat het uiteindelijk onmogelijk zou blijken te zijn om een stoïcijnse levenshouding stil te houden. Je vrienden en familie zullen al snel doorkrijgen dat er iets aan de hand is als je niet meer lijkt te geven om rijkdom en bezittingen, macht en status en als je allerlei pleziertjes opeens oninteressant vindt.

Uw nieuwe levenskunst zal u dan beschimpingen opleveren. De mensen zullen u een hopeloze loser vinden. U bent in hun ogen van een leuke vent in een saaie ambitieloze grijze muis veranderd. Epictetus waarschuwt zijn leerlingen er voor om zich niet door de sterke sociale druk om ‘normaal’ te doen te laten meeslepen. Het is voor een mens niet abnormaal om zich niet door zijn instincten te laten beheersen. Rationele vermogens zijn niet minder menselijk en normaal dan emoties. Door u aan uw principes te houden loopt u misschien een paar korte termijn pleziertjes mis, maar daarvoor in de plaats krijgt u juist een stabiel plezierig leven. Epictetus vertelt zijn leerlingen dat de mensen die hen nu uitlachen, hen uiteindelijk zullen bewonderen als ze er in slagen aan hun principes vast te houden. Maar zelfs als dat klopt mag een dergelijke bewondering natuurlijk nooit het doel zijn van hun keuze voor een leven als stoïcijn.


zaterdag 25 mei 2019

DE ‘PREMEDITATIO MORTIS’


Hoofdstuk 21 van het Handboekje van Epictetus
Aan dood, ballingschap en alle andere dingen die je angst in boezemen moet je dagelijks denken, maar vooral aan de dood. Dan zal je nooit meer een slechte gedachte koesteren of al te sterk naar iets verlangen

Epictetus moedigt hier zijn leerlingen aan om elke dag aan hun op handen zijnde dood te denken. De stoïcijnse oefening van de ‘premeditatio mortis’. Iedere dag kan je laatste zijn. Betekent dit dat Epictetus adviseert om er maar op los te leven? Als dit de laatste dag van je leven zou zijn, dan zou je toch kunnen eten, drinken en feesten zoveel als je maar wilt. Geef al je geld uit en neem het er nog maar even van, morgen ben je toch dood. De consequenties van je handelen hoef je niet meer te dragen. Een uitstekend excuus voor hedonistische uitspattingen. Je zult ondertussen wel vermoeden dat dit niet helemaal was wat de oude stoïcijnen bedoelen als ze het over hun stoïcijnse ‘memento mori’ (gedenk te sterven) hadden. Door zo nu en dan even bij hun eigen sterfelijkheid stil te staan willen de stoïcijnen voorkomen dat de tijd zomaar tussen hun vingers door glipt. Ze willen zich realiseren dat het leven bijzonder en wonderbaarlijk is. Hoeveel uren en dagen gaan er niet voorbij terwijl je bezig bent één of ander doel na te streven. Je bent hard aan het werk om een target van je bedrijf te halen, je bent druk bezig een nieuwe auto uit te kiezen, of je steekt al je energie in het vinden van een baan. Het is doorgaans niet verkeerd om die dingen te doen, maar je moet ontzettend oppassen dat je in al die drukte niet vergeet om ook te leven.

Voor een stoïcijn is dan ook niet zozeer je levensduur van belang, maar de vraag wat je met je leven doet. Leid je een virtuoos leven en ontplooi je al je talenten? Ook anderen beoordelen we vooral op de dingen die ze doen en niet op hun leeftijd. De stoïcijnen wezen daarbij op het voorbeeld van Alexander de Grote. Deze veldheer wordt vooral herinnerd voor zijn veroveringen en niet voor de korte duur van zijn leven. Het zou hypocriet zijn om voor ons eigen leven een andere standaard aan te houden. Kortom het gaat om de kwaliteit van je leven, niet om de kwantiteit. Met dit soort meditaties wil Epictetus zijn leerlingen dwingen om zich in het hier en nu met hun persoonlijke levenskunst bezig te houden.

Een stoïcijn wil dus voorkomen dat hij zijn leven verdroomt. Ongeacht de lengte van zijn bestaan wil hij voor alles intens en virtuoos leven. Zelfs de duur van zijn leven is voor een stoïcijn daarbij niet van belang.


zaterdag 18 mei 2019

SCHELDEN DOET GEEN PIJN


Hoofdstuk 20 van het Handboekje van Epictetus
Denk er aan dat het niet degene is die je uitscheldt of slaat die je slecht behandelt, maar dat het je eigen overtuiging dat je slecht behandeld wordt is. Als iemand je ergert besef dan dat het je eigen overtuiging is die je ergernis veroorzaakt. Zorg er dus voor dat je je niet laat meeslepen door die indruk. Als je er even rustig de tijd voor neemt zal je jezelf snel weer onder controle hebben.

Epictetus zegt hier eigenlijk niets meer of minder dan: ‘schelden doet geen pijn’. Volgens de stoïcijnen zijn het niet de scheldwoorden of klappen zelf die je pijn doen, maar je eigen oordeel dat je leed wordt aangedaan. Een persoonlijke aanval op uw persoon heeft pas succes op het moment dat u er zelf aan meewerkt. Een belediging treft immers niet eerder doel dan op het moment dat u zich ook echt beledigd voelt. Epictetus blijft er op hameren dat je het volledig in je macht hebt om te bepalen of je je ook echt aangevallen voelt.

De meeste van Epictetus’ leerlingen stond een toekomst als hoge ambtenaar in het Romeinse regeringsapparaat te wachten. Dat betekende dat ze zonder enige twijfel vijanden zouden maken en in contact zouden komen met, zacht uitgedrukt, lastige mensen. Hij wil ze bijbrengen dat het in de omgang met dergelijke lastige mensen vooral belangrijk is om te voorkomen dat ze kwaad worden door de dingen die de ander doet. Het gedrag van een ander mens kunnen ze niet zomaar veranderen, wat ze echter wel kunnen veranderen is hun reactie op zijn gedrag. Hun eigen reactie hebben ze in hun macht, het gedrag van hun medemens niet. Epictetus wil dat zijn studenten zich er van overtuigen dat hen als ze beledigd of anderszins aangevallen worden geen kwaad wordt aangedaan. Het zijn immers niet de dingen zelf die hen van hun stuk brengen, maar hun oordeel over die dingen. Niet de belediging maakt ze kwaad, maar hun overtuiging dat die belediging iets slechts is doet dat. Als ze zich kwaad en beledigd voelen door iemand anders dan is dat dus helemaal hun eigen schuld. Ze hebben hun stoïcijnse beginselen nog niet goed onder de knie.

vrijdag 10 mei 2019

DE ONOVERWINNELIJKE STOÏCIJN


Hoofdstuk 19 van het Handboekje van Epictetus
Je kunt onoverwinnelijk worden als je geen enkel gevecht aangaat waar je niet zeker van bent dat je die kunt winnen. Laat je niet meeslepen door de indruk dat iemand die populair is, veel macht heeft, of om wat voor reden dan ook belangrijk gevonden wordt ook echt iets voorstelt. Omdat je de volledige controle hebt over alles wat echt belangrijk is, is er geen plaats voor afgunst en jaloezie. Je wilt zelf toch helemaal geen rechter, senator of president worden, maar vrij zijn. Er is maar één manier om dat te bereiken: alles wat je niet in je macht hebt onbelangrijk vinden.

Epictetus’ leerlingen kwamen uit de aristocratie en hadden waarschijnlijk grootste toekomstverwachtingen. Als hoogopgeleide jongeren wilden ze carrière maken en zich op de maatschappelijke ladder naar boven worstellen. Misschien droomden ze er zelfs van om praetor (rechter), senator of consul (president) te worden. Ze keken ongetwijfeld op tegen de mensen die er al in geslaagd waren om een hoge positie te veroveren. Het ‘diploma’ van de eliteschool van Epictetus moest voor hen nu juist de toegangskaart tot rijkdom, roem en macht worden.

Epictetus maakte korte metten met dit soort carrièretijgers in spé. Rijkdom, roem en macht waren in zijn ogen totaal onbelangrijk. Zijn leerlingen moesten zich niet laten verblinden door de glitter en glamour van de top. Carrière en geluk hebben niets met elkaar te maken. Integendeel een hoge positie en de weg daar naar toe zijn juist een bron van stress en ergernis. Een stoïcijn wil vrij, virtuoos en gelukkig worden niet rijk, beroemd en machtig. Het één sluit het ander niet uit, maar het maken van carrière behoort tot de categorie van onbelangrijke zaken. Zaken waar je geen of nauwelijks invloed op hebt en waar je je dus maar beter niet al te druk over moet maken. Vreemd genoeg wil een dergelijke onverschillige houding nog wel eens carrière bevorderend uitpakken. Mensen kijken op tegen mensen die zich niet bekommeren om macht, rijkdom en populariteit.

Macht, rijkdom, glitter en glamour mochten Epictetus’ studenten dus niets interesseren. Waar ze zich wel mee bezig moesten houden waren hun persoonlijke vrijheid, virtuositeit en geluk. Sociale status is afhankelijk van het gedrag en de meningen van anderen. Door je niet druk te maken over die status en niet mee te doen aan de ratrace kun je jezelf heel wat afgunst, jaloezie en andere negatieve emoties besparen. Richt je op de gevechten waar je zeker van bent dat je ze kunt winnen: je eigen wil, je eigen meningen en je eigen handelingen. Daar heb je de volledige controle over, dat is een gevecht dat je nooit kunt verliezen.

vrijdag 3 mei 2019

WAARZEGGERIJ BIJ DE STOÏCIJNEN


Hoofdstuk 18 van het Handboekje van Epictetus
Raak niet van streek als een raaf onheilspellend krast, maar zeg bij jezelf: ‘Dat soort voortekens gaan me helemaal niet aan, ze hebben betrekking op mijn lichaam, bezit, reputatie, kinderen of vrouw. Als ik dat wil zijn voor mij alle voortekens gunstig. Want wat er ook gebeurt, het ligt in mijn vermogen om er beter van te worden.’

Tegenwoordig zou je worden uitgelachen als je overstuur raakt van een slecht voorteken, maar in Epictetus’ tijd was dat wel anders. Ook stoïcijnen geloofden in dit soort voortekens. Bij moderne stoïcijnen hoor je daar tegenwoordig niet veel meer over. Het wordt gezien als bijgeloof en daarom één van de dingen in de stoïcijnse filosofie die niet al te serieus moeten worden genomen. Het past in het rijtje van de zich steeds herhalende wereldbrand, vrije seks, absoluut determinisme en het ideaal van een soort kosmopolitische wereldstaat. Allemaal onderdelen van de stoïcijnse filosofie die zelfs in de Oudheid al controversieel waren en die tegenwoordig als irrelevant onder het tapijt worden geschoven.

De stoïcijnen geloofden niet in wonderen, ze waren er van overtuigd dat alles een oorzaak had. Het waren hartstochtelijke aanhangers van de wet van oorzaak en gevolg. Zo hartstochtelijk dat ze meenden dat we in een deterministische wereld leven. De toekomst ligt vast. Wat betekent dat elke uitspraak over de toekomst noodzakelijkerwijs waar of onwaar moet zijn. Het maakt daarbij niet uit of wij die toekomst kennen of niet. Maar dat neemt niet weg dat we weldegelijk voorspellingen kunnen doen over wat er gaat gebeuren. Doordat alles met alles verbonden is, is het helemaal niet zo’n rare gedachte dat je uit gebeurtenissen in de natuur voorspellingen kunt doen over wat er in de toekomst gaat gebeuren. We hoeven het onderliggende mechanisme van oorzaak en gevolg niet helemaal te doorgronden om toch uit bepaalde gebeurtenissen voorspellingen te kunnen doen. Zo kun je zonder iets van meteorologie te weten toch voorspellen dat er als de lucht donker wordt en het begint te waaien een regenbui aankomt.

Volgens de stoïcijnen werken ook toekomstvoorspellingen volgens dit principe. We kennen het mechanisme van alle oorzaken en gevolgen misschien niet, maar we kunnen wel bepaalde patronen ontdekken. Aan de hand van die patronen kan een waarzegger voorspellingen doen. Doordat alles met alles verbonden is, moet het immers mogelijk zijn om iets over de toekomst te zeggen. Eenvoudige voorspellingen zoals het voorbeeld over het weer kan iedereen maken, maar ook complexere voorspellingen zijn in theorie mogelijk.

Voor één van Epictetus’ leerlingen zou het dan ook heel normaal zijn geweest om van streek te raken van het krassen van een raaf. Hun leraar vond dat toch onzin. Niet zozeer omdat hij niet in voortekens geloofde, maar vooral omdat hij zijn studenten wilde bijbrengen dat er nu eenmaal dingen gebeuren waar je niets aan kunt doen. Shit happens: je kunt ziek worden, je bedrijf kan failliet gaan en ook je geliefden zijn niet onkwetsbaar. Het zijn allemaal dingen waar je geen of bijna geen invloed op hebt. Waar je wel invloed op hebt is de manier waarop je met al die rampspoed omgaat.

Het is al moeilijk genoeg om te accepteren dat niet alles loopt zoals je wil, maar Epictetus ging nog een stap verder en verwachtte van zijn leerlingen niets minder dan dat ze van de slechte dingen die hen overkwamen hielden. De techniek van de staf van Hermes moest hen daarbij helpen. De staf van Hermes is een methode die de stoïcijnen aanraden om te helpen een vervelende situatie minder vervelend te laten worden. Volgens een mythe kon de god Hermes door met zijn staf voorwerpen aan te raken die voorwerpen in goud veranderen. Een techniek waar de alchemisten eeuwenlang tevergeefs naar gezocht hebben, maar waarvan het geheim al veel eerder door de stoïcijnen was ontdekt. Epictetus wilde dat zijn leerling in ieder obstakel een mogelijkheid zagen om hun virtuositeit te oefenen. Een tegenslag wordt zo een moment voor het trainen van stoïcijnse eigenschappen als gemoedsrust en volharding. De staf van Hermes heeft de tegenslag in een gouden kans veranderd.