Hoofdstuk 18 van het Handboekje van Epictetus
Raak niet van streek als een raaf onheilspellend krast, maar zeg bij jezelf: ‘Dat soort voortekens gaan me helemaal niet aan, ze hebben betrekking op mijn lichaam, bezit, reputatie, kinderen of vrouw. Als ik dat wil zijn voor mij alle voortekens gunstig. Want wat er ook gebeurt, het ligt in mijn vermogen om er beter van te worden.’
Raak niet van streek als een raaf onheilspellend krast, maar zeg bij jezelf: ‘Dat soort voortekens gaan me helemaal niet aan, ze hebben betrekking op mijn lichaam, bezit, reputatie, kinderen of vrouw. Als ik dat wil zijn voor mij alle voortekens gunstig. Want wat er ook gebeurt, het ligt in mijn vermogen om er beter van te worden.’
Tegenwoordig zou je worden uitgelachen als je overstuur
raakt van een slecht voorteken, maar in Epictetus’ tijd was dat wel anders. Ook
stoïcijnen geloofden in dit soort voortekens. Bij moderne stoïcijnen hoor je
daar tegenwoordig niet veel meer over. Het wordt gezien als bijgeloof en daarom
één van de dingen in de stoïcijnse filosofie die niet al te serieus moeten
worden genomen. Het past in het rijtje van de zich steeds herhalende
wereldbrand, vrije seks, absoluut determinisme en het ideaal van een soort
kosmopolitische wereldstaat. Allemaal onderdelen van de stoïcijnse filosofie
die zelfs in de Oudheid al controversieel waren en die tegenwoordig als
irrelevant onder het tapijt worden geschoven.
De stoïcijnen geloofden niet in wonderen, ze waren er van
overtuigd dat alles een oorzaak had. Het waren hartstochtelijke aanhangers van
de wet van oorzaak en gevolg. Zo hartstochtelijk dat ze meenden dat we in een
deterministische wereld leven. De toekomst ligt vast. Wat betekent dat elke
uitspraak over de toekomst noodzakelijkerwijs waar of onwaar moet zijn. Het
maakt daarbij niet uit of wij die toekomst kennen of niet. Maar dat neemt niet
weg dat we weldegelijk voorspellingen kunnen doen over wat er gaat gebeuren.
Doordat alles met alles verbonden is, is het helemaal niet zo’n rare gedachte
dat je uit gebeurtenissen in de natuur voorspellingen kunt doen over wat er in
de toekomst gaat gebeuren. We hoeven het onderliggende mechanisme van oorzaak
en gevolg niet helemaal te doorgronden om toch uit bepaalde gebeurtenissen
voorspellingen te kunnen doen. Zo kun je zonder iets van meteorologie te weten
toch voorspellen dat er als de lucht donker wordt en het begint te waaien een
regenbui aankomt.
Volgens de stoïcijnen werken ook toekomstvoorspellingen
volgens dit principe. We kennen het mechanisme van alle oorzaken en gevolgen
misschien niet, maar we kunnen wel bepaalde patronen ontdekken. Aan de hand van
die patronen kan een waarzegger voorspellingen doen. Doordat alles met alles
verbonden is, moet het immers mogelijk zijn om iets over de toekomst te zeggen.
Eenvoudige voorspellingen zoals het voorbeeld over het weer kan iedereen maken,
maar ook complexere voorspellingen zijn in theorie mogelijk.
Voor één van Epictetus’ leerlingen zou het dan ook heel
normaal zijn geweest om van streek te raken van het krassen van een raaf. Hun
leraar vond dat toch onzin. Niet zozeer omdat hij niet in voortekens geloofde,
maar vooral omdat hij zijn studenten wilde bijbrengen dat er nu eenmaal dingen
gebeuren waar je niets aan kunt doen. Shit happens: je kunt ziek worden, je
bedrijf kan failliet gaan en ook je geliefden zijn niet onkwetsbaar. Het zijn
allemaal dingen waar je geen of bijna geen invloed op hebt. Waar je wel invloed
op hebt is de manier waarop je met al die rampspoed omgaat.
Het is al moeilijk genoeg om te accepteren dat niet alles
loopt zoals je wil, maar Epictetus ging nog een stap verder en verwachtte van
zijn leerlingen niets minder dan dat ze van de slechte dingen die hen
overkwamen hielden. De techniek van de staf van Hermes moest hen daarbij
helpen. De staf van Hermes is een methode die de stoïcijnen aanraden om te
helpen een vervelende situatie minder vervelend te laten worden. Volgens een
mythe kon de god Hermes door met zijn staf voorwerpen aan te raken die
voorwerpen in goud veranderen. Een techniek waar de alchemisten eeuwenlang
tevergeefs naar gezocht hebben, maar waarvan het geheim al veel eerder door de
stoïcijnen was ontdekt. Epictetus wilde dat zijn leerling in ieder obstakel een
mogelijkheid zagen om hun virtuositeit te oefenen. Een tegenslag wordt zo een
moment voor het trainen van stoïcijnse eigenschappen als gemoedsrust en volharding.
De staf van Hermes heeft de tegenslag in een gouden kans veranderd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten