woensdag 25 november 2020

WAT MAAKT U GELUKKIG?

Bewust of onbewust streeft iedereen er naar om zich zo gelukkig mogelijk te voelen en om zo veel mogelijk onplezierige ervaringen te vermijden. Wie staat er tenslotte iedere ochtend op met de gedachte: ‘Vandaag wil ik me eens flink ellendig voelen?’ Iedereen is bewust of onbewust dagelijks aan het proberen zijn geluksgevoel te optimaliseren. Misschien dat u het een andere naam geeft. U denkt vooral bezig te zijn met geld verdienen, plezierige ervaringen te zoeken, u te ontwikkelen of uw geliefden te beschermen, maar dat zijn eigenlijk alleen maar andere omschrijvingen van het zoeken naar een gelukkig leven. Het maakt niet uit hoe u uw activiteiten benoemt, op één of andere manier zijn ze er allemaal op gericht om uw geluksgevoel te vergroten.

Zelfs de aanhangers van etnische zuiveringen zijn er heilig van overtuigd dat hun slachtpartijen en martellingen tot een beter en prettiger leven zullen leiden. Het is tragisch maar alle dieven en moordenaars denken baat te hebben bij hun kwalijke activiteiten. Het grote probleem ligt dan ook in de manieren waarop we denken gelukkiger te kunnen worden. We doen allemaal onze uiterste best om gelukkig te worden, maar de methoden die we daarbij gebruiken zijn niet zo effectief. We weten gewoon weg niet goed hoe we het moeten aanpakken. In onze kindertijd hebben we een beeld meegekregen van de dingen die we moeten ondernemen om gelukkig te worden. Onderwijs en reclamewereld doen hun uiterste best om ons dat beeld ook als we wat ouder zijn goed in te prenten. We moeten hard leren, hard werken en carrière maken, gehoorzamen, veel geld verdienen, veel sociale contacten hebben, veel spullen kopen en consumeren, een leuk modelgezinnetje stichten en vooral zoveel mogelijk prettige ervaringen nastreven. Als we dat allemaal maar doen, dan zullen we uiteindelijk wel gelukkig worden.

Toch wijst de realiteit keer op keer weer uit dat ons beeld niet klopt. We zijn niet zo gelukkig als ons wordt voorgespiegeld. Sommigen zijn misschien zelfs ronduit ongelukkig, maar het overgrote deel van de mensen voelt zich noch uitgesproken gelukkig, noch uitgesproken ongelukkig. En dat is jammer, want er zijn weldegelijk mogelijkheden om je prettiger te voelen. De stoïcijnen boden een behoorlijk effectief systeem om dat voor elkaar te krijgen. U zult zich wel afvragen hoe dat systeem dan in elkaar steekt.

Het begint er mee dat u zich moet realiseren dat uw oude methodes om gelukkig te worden niet werken en u moet uw oude manier van doen ook echt willen veranderen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. We zijn slecht in het afleren van oude gewoontes. We zijn er, hoe contraproductief en soms destructief ze ook mogen zijn, aan gehecht. U zult dus een serieuze keuze moeten maken om uw manier van handelen blijvend te wijzigen. De stoïcijnse methode begint met eerlijkheid en een rationele analyse van wat u nu werkelijk gelukkig maakt. U moet de draaikolk van uw dagelijkse bezigheden en de maalstroom van uw gedachten even tot rust brengen en bij uzelf onderzoeken wat er nu echt nodig is om u werkelijk gelukkig te maken.

Oefening: Wat maakt me gelukkig en wat maakt me ongelukkig?

Neem een momentje voor uzelf alleen en zoek uit onder wat voor omstandigheden u zich gelukkig voelt. Is het afhankelijk van bepaalde uiterlijke omstandigheden? Bent u gelukkig als u een nieuw paar schoenen hebt gekocht of tijdens een intiem dinertje met uw geliefde? Of bent u misschien op uw gelukkigst tijdens een boswandeling of bij een mooie zonsondergang aan het strand? Heeft u door dat uw geluksgevoel heel kwetsbaar is als het afhankelijk is van externe omstandigheden? Zou uw geluk minder fragiel worden als het meer een gemoedsaandoening, een manier waarop u de wereld ziet, zou zijn?

En hoe zit het met de momenten waarop u zich ongelukkig voelt? Is dat afhankelijk van bepaalde uiterlijke omstandigheden? Bent u ongelukkig als uw riante inkomen wordt teruggeschroefd, als u zelf of uw geliefden ziek zijn of als uw partner u de bons geeft? Heeft u door dat u heel kwetsbaar bent als het vooral uiterlijke omstandigheden zijn die u ongelukkig maken? Wat als uw onlustgevoelens nu eens niet afhankelijk zouden zijn van uiterlijke omstandigheden? Wat als ook ongelukkig zijn een manier om tegen de wereld aan te kijken zou zijn?

Mogelijk dat u tijdens dit zelfonderzoek ook tot de ontdekking komt dat lijden niet persé iets slechts hoeft te zijn. Het is vervelend en doet pijn, maar vormt tegelijkertijd een heel sterke aansporing om in actie te komen, om de bron van dat lijden uit te roeien. En dat maakt van lijden dan wel niet iets dat goed is, maar geeft toch zin aan een verder vervelende toestand. Is voor u lijden daarmee misschien iets minder erg geworden?

Tijdens dit kleine zelfonderzoek zult u al gauw tot de conclusie komen dat geluk als de vervulling van al uw wensen en verlangens tot mislukken gedoemd is. Succes of het winnen van een grote prijs kan een tijdelijk gevoel van vreugde opleveren. Een ongeluk, het overlijden van een dierbare of een ernstige ziekte kan een periode van depressie veroorzaken. Maar vroeg of laat keren we terug naar een algemeen gemiddeld geluksniveau. Psychologen noemen dit met een moeilijk aan het Grieks ontleend woord de ‘hedonistische adaptatie’. Ook in het dagelijks leven kun je dit ervaren. Na een derde portie van dat heerlijke aardbeienijs begint u toch echt een beetje misselijk te worden en zelfs die prachtige Medoc gaat u op een gegeven moment tegenstaan. Een nieuwe televisie, een nieuwe iPad of een loonsverhoging kunnen u tijdelijk opbeuren, maar algauw slaat de gewenning toe en keert u terug naar uw gebruikelijke geluksniveau. U raakt gewend aan het nieuwe en u past u eraan aan. Uw vervulde dromen worden het nieuwe normaal. Al gauw ontstaan er dan nieuwe wensen en verlangens. Deze aanpassing gebeurt niet alleen met prettige veranderingen, maar ook bij onprettige veranderingen. Dat is de goede kant van de hedonistische adaptatie. Wanneer mensen ziek worden of gehandicapt raken zorgt hun aanpassingsvermogen ervoor dat ze leren omgaan met hun ziekte en daar niet voor de rest van hun leven doodongelukkig door blijven. Ze passen zich aan aan het onvermijdelijke en kunnen uiteindelijk net zo veel, of weinig, geluk ervaren als hun gezonde medemens.

Voor de stoïcijnen is het je gelukkig of ongelukkig voelen dan ook niet een kwestie van het al dan niet vervullen van al uw wensen en verlangens. Het heeft ook niets te maken met het er al dan niet in slagen om voor u vervelende gebeurtenissen te vermijden. Voor het stoïcisme is geluk een manier om tegen de wereld aan te kijken. Het is een levenshouding.

 

vrijdag 20 november 2020

RUST IN HET MIDDEN VAN DE STORM

 Het leven loopt lang niet altijd zoals we dat het liefst zouden willen. We krijgen slecht nieuws te horen. We ergeren ons of worden verdrietig omdat de wereld zich maar niet naar onze wensen wil schikken. Verbeten proberen we de controle te herwinnen en we blijven hopen en zelfs verwachten dat alles uiteindelijk goed zal komen. Toch lopen we keer op keer weer tegen de muur van de realiteit op. We raken telkens weer gefrustreerd en onze hooggespannen verwachtingen maken dat we ons regelmatig niet al te prettig voelen.

Het is een vicieuze cirkel waar de meeste mensen nooit uit los lijken te kunnen breken. De stoïcijnse filosoof Epictetus (50-130) had een methode om dat toch voor elkaar te krijgen. Hij wil dat u zich de simpele vraag stelt: ‘Waar heb ik nou echt controle over?’ Het zal u verrassen hoe weinig dingen u werkelijk onder controle hebt. Over wat werkelijk tot uw wezen behoort. Als u laag na laag hebt afgepeld zult u merken dat uiteindelijk als laatste alleen uw wil overblijft. Uw vermogen tot nadenken en oordelen is het enige waar u werkelijk een volkomen controle over kunt uitoefenen.

Het kan troostend werken als u beseft hoe weinig van uw wereld u werkelijk kunt beheersen. De meeste dingen liggen gewoon buiten uw vermogen. U kunt er helemaal niets aan doen en kunt uzelf dan ook niets verwijten. Over de realiteit hebt u geen macht, maar over de manier waarop u die realiteit beleeft hebt u wel controle. Het is het ‘zelf’ waardoor we de wereld binnen krijgen. Alles wat er om ons heen en in ons gebeurt wordt beleefd door ons ‘zelf’. Het is dus ook dat ‘zelf’ dat bepaalt wat we daar over denken. We zijn nooit volledig in controle over wat er met ons gebeurt, maar we hebben weldegelijk de volledige controle over wat we daar van vinden.

Epictetus leert ons dat het niet de gebeurtenissen zijn die ons overstuur maken, maar onze oordelen over die gebeurtenissen. Diep van binnen weet u dat waarschijnlijk ook wel, maar toch raakt u telkens weer gefrustreerd, verdrietig of kwaad over dingen waarvan u weet dat u er niets aan kunt doen. Epictetus oplossing voor dit probleem is in de twintigste eeuw herontdekt door de beroemde psychiater Albert Ellis. Hij geeft onze stoïcijnse filosoof alle credits als inspiratiebron voor de door hem ontwikkelde cognitieve gedragstherapie (CGT).

Van Epictetus zelf zijn geen geschreven teksten overgeleverd, maar zijn leerling Arrianus (90-175) heeft zijn collegeaantekeningen aan de openbaarheid prijsgegeven zodat we nu toch over geschreven bronnen beschikken. Arrianus was een hoge ambtenaar onder keizer Hadrianus (76-138) en hij stond goed aangeschreven als filosoof en geleerde. Misschien was het wel deze Arrianus die keizer Hadrianus in contact heeft gebracht met zijn oude leraar Epictetus. Het schijnt dat de keizer en onze stoïcijnse filosoof het goed met elkaar konden vinden en zelfs vrienden zijn geworden. Naast de omvangrijke collegeaantekeningen heeft hij ook nog het beroemde ‘Handboekje’ of ‘Encheiridion’ geschreven. Dit ‘Handboekje’ bestaat uit korte pakkende stukjes tekst die uit het hoofd geleerd moesten worden om in spannende situaties onmiddellijk een stoïcijnse spreuk bij de hand te hebben. Het was één van de door Epictetus gebruikte lesmethodes.

Een belangrijk deel van zijn leven heeft Epictetus doorgebracht in slavernij. Als slaaf werd hij niet beschouwd als een volwaardig mens en was hij beroofd van zijn identiteit en waardigheid. De naam Epictetus betekent in het Grieks zoiets als ‘verkregen eigendom’ en werd hem dus waarschijnlijk door zijn meester gegeven. Hij liep mank wat het gevolg zou zijn geweest van een pak slaag dat hij van zijn meester Epaphroditus kreeg. Die Epaphroditus was de persoonlijk secretaris van keizer Nero. Een andere beroemde stoïcijn Seneca was in die periode de belangrijkste adviseur van Nero. Het is dus helemaal niet zo’n gekke gedachte dat Seneca en Epictetus elkaar gekend hebben. Misschien was het wel de oudere Seneca, die er om bekend stond slaven als zijn gelijken te behandelen, die Epaphroditus er van overtuigde om Epictetus in de leer te sturen bij de stoïcijnse leraar Musonius Rufus (30-102).

Epictetus was zich er dus als geen ander van bewust dat hij maar heel weinig invloed op het verloop van zijn eigen leven had. Het zelfbegrip dat Epictetus hanteert was een stuk beperkter dan wat de gemiddelde vrije moderne mens daaronder begrijpt. Ook u beschouwt misschien zaken als uw lichaam en reputatie of uw bezittingen als behorend tot uw ‘zelf’, tot uw identiteit. Als slaaf bezat Epictetus helemaal niets en was hij volledig uitgeleverd aan de grillen van zijn meester. Hij was zich er daardoor extra goed van bewust dat alleen zijn wil, zijn oordeelsvermogen volledig vrij en in zijn bezit was. In één van zijn lessen zei hij daarover:

De meeste mensen zijn bang voor een tiran en zijn lijfwacht. Maar dat is helemaal niet nodig. De van nature vrije geest kan alleen door zichzelf in verwarring gebracht worden, niet door iets van buiten. Het zijn je eigen opvattingen die je bang maken. Wanneer een tiran tegen je zegt: ‘Ik laat je in de boeien slaan’, dan zegt iemand die zich te veel identificeert met zijn lichaam: ‘Heb medelijden, doe dat toch niet.’ Iemand die zich identificeert met zijn wil en oordeelsvermogen zegt: ‘Doe vooral wat je niet laten kan.’ ‘Dat kan je dus niets schelen?’ ‘Nee dat doet me niets.’ Dan zal ik je laten voelen wie de baas is.’ ‘Jij? Hoezo? Zeus [de natuur] heeft van mij een vrij man gemaakt’. (Epictetus; Colleges; boek I hoofdstuk 19)

Epictetus legt hieruit dat zelfs je lichaam niet echt van jou is. Als dat wel zo zou zijn dan zou u ziektes en andere ongemakken gewoon weg kunnen wensen. Dat kunt u niet, hoe graag allerlei zweverige groeperingen u dat ook willen laten geloven. Dus uw lichaam is één van die dingen die u niet volledig in uw macht hebt. De zaken waar u geen volledige controle over hebt kunnen uw welzijn en bewegingsvrijheid inperken, maar ze hebben geen grip op uw oordeelsvermogen. Dat oordeelsvermogen is het enige waar u een volledige controle over kunt uitoefenen en dat is dus de kern van uw ‘zelf’. Dat is wat u werkelijk bent.

Epictetus wil dat zijn leerlingen leren om hun geluk en gemoedsrust aan niets anders toe te vertrouwen dan aan hun eigen oordeelsvermogen. ‘Gemakkelijker gezegd dan gedaan’, zult u wel denken. In de moderne tijd zijn we allemaal in min of mindere mate de slaaf van werkgevers, hypotheekverstrekkers, reclamebureaus en sociale media. We worden geleefd en hebben heel wat minder invloed op ons eigen bestaan dan we denken. Ondanks al onze rijkdom en welvaart hebben we misschien niet eens zo heel veel meer werkelijke bewegingsruimte dan een slaaf in de tijd van Epictetus.

Epictetus raadt u aan om iedere dag wanneer u zich weer in de ‘ratrace’ van de moderne maatschappij stort met uzelf af te spreken dat u zich op een natuurlijke manier zult gaan gedragen. Voor een stoïcijn betekent dat dat hij zich voorneemt om zo rationeel mogelijk te zijn. Het is natuurlijk en rationeel om niet te snel van streek te raken als het even tegenzit. Een stoïcijn wil niet alleen de drukke bezigheden van de dag tot een goed einde brengen, maar daarnaast ook nog eens zijn gemoedsrust bewaren. En dat bewaren van zijn gemoedsrust is zelfs een stuk belangrijker dan het al dan niet tot een goed einde brengen van zijn taken. Epictetus gebruikte een als ontspannend bedoeld bezoek aan het badhuis als voorbeeld. In de Oudheid was zo’n badhuis een soort combinatie van een luxe zwemparadijs en een sportschool. Een in die tijd, en ongetwijfeld ook bij Epictetus’ leerlingen, zeer geliefde tijdsbesteding. Hij verwoordde het zo:

Realiseer je bij alles wat je gaat doen, wat het is dat je gaat doen. Als je naar het badhuis gaat haal je dan voor de geest wat er zoal gebeurt in een badhuis: mensen die je natspatten, die tegen je op lopen, die je uitschelden of van je stelen. Je loopt minder risico als je tegen jezelf zegt: ‘Ik wil niet alleen een bad nemen, maar ook mijn gemoedsrust bewaren.’ Dit moet je bij alles wat je onderneemt doen. Want als er dan iets gebeurt dat je belemmert dan kun je meteen zeggen: ‘Dit was niet het enige wat ik wilde doen, ik wilde ook mijn gemoedsrust bewaren. En dat zal niet lukken als ik me boos maak over wat er gebeurt.’ (Epictetus; Handboekje; hoofdstuk 4)

U wil flink trainen in de sportschool, maar het is druk en al de apparaten zijn bezet. Tot overmaat van ramp wordt ook nog eens uw portemonnee gerold. Uw bezoek aan de sportschool heeft niet helemaal opgeleverd wat u er van verwacht had, maar u had nog een ander doel in uw achterhoofd toen u op pad ging. U wilde uw gemoedsrust bewaren. Een al dan niet prettig verblijf in de sportschool heeft u niet uw macht, maar u hebt wel de volledige controle over het bewaren van uw gemoedsrust. Als u dat voor elkaar weet te krijgen dan is uw ‘mislukte’ bezoek aan de sportschool toch nog een succes geworden.

Het is natuurlijk alles behalve eenvoudig om bij alles wat u doet in uw achterhoofd te houden dat u ook nog eens van plan bent om uw gemoedsrust te bewaren. Maar u zou er een gewoonte van kunnen maken om iedere ochtend onder de douche of tijdens het eten bij u zelf te zeggen dat u vandaag gaat proberen om uw gemoedsrust te bewaren. Dat zal u zeker niet steeds lukken, maar al zou u daar maar één op de vier keer in slagen dan zou uw leven er toch al weer een stukje prettiger door geworden zijn. En dat is nou precies wat Epictetus voor ogen had.

 

 

 

woensdag 18 november 2020

HET PROBLEEM GELUK

 

Geluk is in de mode. Glossy tijdschriften en zelfhulpboeken staan vol met adviezen die ons zouden moeten helpen om een gelukkig leven te leiden. Voor sommige mensen is geluk daardoor een vies woord geworden. Niets meer dan sentimentele illusies en platitudes. In de ogen van die mensen is het iets onmogelijks en kun je je er beter op toeleggen om te proberen zo min mogelijk ongelukkig te zijn. Als je je geluk zou willen afmeten aan de kunstmatige en geplastificeerde versie die facebook en de andere media ervan maken dan kan ik deze, doorgaans zelfverklaarde, intellectuelen geen ongelijk geven.

Toch is geluk belangrijk, niemand wil ongelukkig worden en iedereen is op de één of andere manier wel bezig te proberen gelukkig te worden. Ondanks het belang dat iedereen aan geluk hecht is het een nogal vaag begrip. Niemand lijkt echt goed te weten wat er nu precies mee wordt bedoeld en wat er nodig is om het te verkrijgen. Dat is eigenlijk jammer, want het is wel een toestand die iedere seconde van ons leven bepalend is voor hoe we ons voelen. Het is de gemoedstoestand die bepaalt of u een prettig leven hebt of niet. Dus wat is dat nou ‘geluk’?

Volgens het woordenboek is geluk: ‘De aangename toestand waarin men al zijn verlangens en wensen bevredigd ziet’. Een mond vol, maar het betekent eigenlijk niets anders dan dat geluk de situatie is waarin de wereld zich schikt naar al uw wensen. Een groot huis, een mooie auto, een goede baan, uitstekende gezondheid en de vervulling van al uw gastronomische en seksuele verlangens. Ook zaken als het behalen van een diploma of het winnen van een sportwedstrijd vallen onder deze definitie. Zelfs simpele dingen als het genot van een boswandeling, een kop hete thee op een koude dag of de glimlach op het gezicht van een geliefde kunnen, met wat fantasie, onder deze definitie worden geschoven? Het gaat hierbij dus vooral om het hebben van aangename ervaringen Geluk is zo een kwestie geworden van het bezit van de juist goederen en het hebben van prettige ervaringen.

Er bestaan nog alternatieve definities van geluk. Volgens allerlei sociologische onderzoeken zouden wij hier in Nederland tot de gelukkigste mensen ter wereld behoren. Laten we daarom eens kijken wat die sociologen in hun grootschalige geluksonderzoeken als definitie gebruiken. De definities verschillen per onderzoek, maar in grote lijnen is geluk volgens hen: ‘De mate waarin een persoon de kwaliteit van zijn leven als een geheel positief beoordeelt’. Het gaat bij deze definitie dus niet zo zeer om het hebben van losse positieve ervaringen, maar om een oordeel over het leven in zijn geheel. Op basis van deze definitie zouden Nederlanders dus ronduit gelukkig moeten zijn. Toch klaagt iedereen over stress, burn-out en depressies. Hoe valt dat te rijmen met de conclusies uit deze onderzoeken? In de door sociologen gebruikte definities is geluk afhankelijk van het oordeel over de aanwezigheid van bepaalde externe factoren. Factoren die blijkbaar in voldoende mate tot onze beschikking zouden moeten staan om gelukkig te zijn. Maar het zijn net als bij de woordenboek definitie wel weer factoren die onafhankelijk van je persoon al dan niet aanwezig zijn. Het is bij deze definities vooral de buitenwereld en het lot die bepalen of de noodzakelijke ingrediënten voor geluk aanwezig zijn.

Dergelijke definities zijn niet erg bemoedigend. Geluk is zo afhankelijk van de mate waarin je al dan niet over bepaalde bronnen van behoeftebevrediging beschikt. Hoe rijk en gezond je ook bent, het zal niemand ooit lukken om een leven lang alles te verkrijgen wat hij verlangt. Stoïcijnen hanteren een nogal afwijkend geluksbegrip. Voor de stoïcijnen is geluk meer dan een paar momenten van plezierige gevoelens, meer dan het gevoel van euforie bij het behalen van een diploma, of een bijzondere sportprestatie en ook meer dan die korte momenten van sereniteit of vreugde die de natuur of onze geliefden bij ons kunnen oproepen. Het gevoel van opluchting en rust dat je voelt bij het behalen van een overwinning of het volbrengen van een moeilijke taak kan ons wel iets leren over het wezen van geluk. De gemeenschappelijke factor bij al dergelijke geluksmomenten lijkt het ontbreken van innerlijke conflicten te zijn. Het is een gevoel van harmonie met de wereld en met zichzelf, zonder gedachten over het verleden, plannen voor de toekomst en zelfs het heden. Een gevoel dat vrij is van allerlei mentale constructies en hersenspinsels. Het is er eenvoudigweg in het hier en nu, open en vrij. Voor een stoïcijn is geluk dus een manier van zijn, een wijze om tegen de wereld aan te kijken, een blijvende mentale toestand die onafhankelijk is van omstandigheden en gebeurtenissen. De wereld veranderen is ondoenlijk, maar het veranderen van uw kijk op de wereld is weldegelijk mogelijk.

Het is niet de bedoeling dat u de wereld met een kunstmatig optimisme door een roze bril gaat bekijken. De wereld is allesbehalve perfect en er gaat gewoon ongelofelijk veel mis. Het stoïcijnse geluk is meer een blijvende levenshouding dan een kortdurende ervaring. Het is onafhankelijk van externe omstandigheden. Mislukking of succes, ziekte of gezondheid, rijkdom of armoede spelen geen rol van betekenis bij de stoïcijnse geluksbeleving. Een stoïcijn ondergaat voorspoed en tegenslag met precies dezelfde sereniteit. Het gaat om een manier om tegen het leven aan te kijken waarbij u beseft dat negatieve gevoelens net zo vluchtig en vergankelijk zijn als positieve gevoelens. Al uw gevoelens, zowel de positieve als de negatieve, zijn discutabele oordelen over toestanden in de buitenwereld. Oordelen die niet objectief zijn, maar zuiver subjectief. Niet iedereen beoordeelt immers dezelfde omstandigheden op dezelfde wijze. Wat voor de één enorm deprimerend is kan in de ogen van een ander neutraal, of zelfs prettig zijn.

Het gaat erom dat u de dingen in perspectief leert zetten om zo de kloof tussen de door uw oordelen gefabriceerde werkelijkheid en de realiteit te dichten. Om dat mogelijk te maken willen de stoïcijnen dat u een studie maakt van de werking van uw brein en de werking van de natuur. Veel ellende komt voort uit te hoog gespannen verwachtingen en een verkeerd beeld van de aard van de werkelijkheid. Veel dingen die we als een gegeven beschouwen zijn in de realiteit heel wat minder stabiel dan we denken. Niets bestaat onafhankelijk van de wet van oorzaak en gevolg. Het hele universum is een constant in beweging zijnd netwerk van relaties. Niets is blijvend alles stroomt. Als u er in slaagt om u dit concept volledig eigen te maken dan zult u niet langer verbaasd en geschokt zijn als de wereld om u heen zich opeens tegen u lijkt te keren. U zult een sereen geluksgevoel beleven dat onafhankelijk is van voor- of tegenspoed. Dat is wat stoïcijnen bedoelen als ze het over geluk hebben.

 

woensdag 11 november 2020

ALLES DRAAIT OM UW MENING

De stoïcijnen zeggen dat we om gelukkig te worden moeten leren ons alleen druk te maken over de dingen die echt belangrijk zijn. In hun ogen valt de wereld van het menselijk geluk in te delen in een intern en een extern deel. De meeste mensen houden zich vooral bezig met het externe deel, met de buitenwereld. De wereld van auto’s, huizen, stoelen en tafels, werk, vrienden en familie. Ze denken gelukkig te kunnen worden door zo veel mogelijk personen en spullen uit de externe wereld om zich heen te verzamelen. De gemiddelde mens zal u zeggen dat u om gelukkig te worden aan het werk moet, u moet studeren, een baan zoeken, carrière maken, om salarisverhoging vragen en een mooie partner veroveren. Uiteindelijk zult u dan dat voorbeeld gezinnetje, dat droomhuis, die prachtige auto en die 3D-tv hebben die u gelukkig zullen maken.

De stoïcijnen geloven daar niet in. Ze zien te veel voorbeelden van welvarende, succesvolle mensen die in wezen diep ongelukkig zijn. Het klinkt als tegeltjeswijsheid maar het klopt wel: succes in de wereld biedt geen enkele garantie voor geluk. Het kost bovendien heel wat moeite om succesvol te worden en stoïcijnen zijn niet zo van het moderne keiharde werken. Soms zijn ze zelfs een beetje lui. Zij vinden dat u het zich zelf niet te moeilijk moet maken, u moet u gaan concentreren op de dingen die binnen handbereik liggen. Ze zeggen dan ook dat u moet leren alleen die dingen te willen die makkelijk te verkrijgen zijn. Dingen die volledig vrij zijn die niemand van u kan afpakken. U moet uw geluk niet in de externe wereld zoeken, maar juist in uzelf. Daar bevindt zich een wereld waar u altijd bij kunt en waar u de volledige controle over hebt. Een stoïcijn zoekt virtuositeit en geluk daarom in zijn interne wereld. In wat hij zijn innerlijke kasteel noemt. Daar zetelt een wereld die vrij en altijd toegankelijk is.

De werkelijkheid wordt door de stoïcijnen dus in twee categorieën opgedeeld: een intern deel waar we wel volledige controle over hebben en een extern deel waar we geen, of slechts een heel beperkte controle over kunnen uitoefenen. Dingen waar we iets aan kunnen doen en dingen waar we niets aan kunnen doen. Een simpele tweedeling die, mits echt doorleeft, uw leven volledig op zijn kop kan zetten. Alleen de dingen die u werkelijk zelf kunt beheersen zijn nodig om een virtuoos leven te leiden. Al het andere is daarvoor overbodig, misschien wel leuk en misschien ook wel rationeel om na te streven, maar voor een goed en gelukkig leven uiteindelijk niet noodzakelijk. Epictetus spoort zijn leerlingen aan om zich daar de hele dag van bewust te zijn.

Dit is waar je je bij uitstek in moet oefenen. Iedere ochtend als je je huis uitgaat moet je alles en iedereen die je tegenkomt aan een grondig onderzoek onderwerpen en jezelf vragen stellen. Wat zie ik daar? Een mooie man of vrouw? Leg het naast de maatlat. Heb ik er controle over? Niet? Weg ermee! Wat zie ik nu? Iemand die huilt om de dood van zijn kind? De dood is niet iets dat in mijn macht ligt. Weg, het heeft niets met mij te maken. Kom ik nu een rijke en machtige consul tegen? Beoordeel het aan de hand van je richtsnoer. Tot welke categorie behoren rijkdom en macht? Kun je er controle over uitoefenen? Niet? Dan kun je ook hier weer niets mee! Het stelt niets voor! Werp het van je af, je hebt er niets aan!

Als je dit van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zou doen, bij de goden, dan zou er eens wat gebeuren. Maar dat doe je niet. Bij iedere indruk laat je je inpakken en sta je met open mond te kijken. Alleen als je studeert word je een beetje wakker, als dat al gebeurt, maar zodra je naar buiten gaat en iemand ziet huilen zeg je: ‘Wat een ramp voor die man!’ Als je een consul ziet: ‘Die heeft het goed voor elkaar!’ Als je een vluchteling ziet: ‘Wat een stakker!’ En als je een arme ziet: ‘Arme man, hij heeft niets te eten!’

We moeten er alles aan doen om dit soort verkeerde oordelen kwijt te raken. Wat is huilen en jammeren? Een overtuiging. Wat is ongeluk? Een mening. Wat zijn ruzie, meningsverschillen, verwijten, aanklachten, schelden, geroddel? Het zijn allemaal meningen, niets anders. De valse overtuiging dat dingen die buiten onze macht vallen werkelijk goed of slecht zijn. Je moet je oordelen richten op waar je werkelijk macht over hebt, dan verzeker ik je dat je gelukkig zult zijn ongeacht de omstandigheden. (Epictetus; Colleges; boek 3)

Dit citaat van Epictetus klinkt u waarschijnlijk nogal bot en hardvochtig in de oren. Stoïcijnen willen echter niet grof en harteloos zijn, maar juist realistisch. Zoals u ziet was Epictetus daarbij nogal van het choqueren. Een stoïcijn als Seneca wist het wat vriendelijker en milder te brengen, maar dat neemt niet weg dat Epictetus hier wel de kerngedachte van het stoïcisme heeft verwoord. Het enig waarlijk goede in het leven is het maken van kloppende oordelen over de dingen die u overkomen, het enig waarlijk slechte is het maken van verkeerde oordelen. Al het andere is neutraal en in wezen onbelangrijk. Er bestaan natuurlijk gebeurtenissen en omstandigheden die meer of minder wenselijk zijn, maar dat soort externe zaken spelen geen rol bij het leiden van een virtuoos en gelukkig leven.

U hebt immers alleen uw oordeel over die externe zaken volledig in uw macht. Dat betekent dat u ook uw eigen geluk en de waarde van uw eigen leven zelf in de hand hebt. U moet daartoe proberen uw doelen, verlangens en aversies in de externe wereld te verplaatsen naar uw interne wereld. U wilt graag rijk worden en slagen in de wereld? Prima, maar bedenk dat alleen de beslissing om naar dat doel te streven in uw macht ligt, niet de verwezenlijking ervan. U ziet een aantrekkelijke man of vrouw, waar u graag het bed mee zou willen delen? Geen probleem, maar bedenk dat u het wel onder controle hebt om uw verleidingspoging in gang te zetten, maar dat de uitkomst daarvan aan uw controle ontsnapt.

Als u er in slaagt om bij alles wat u overkomt het onderscheid tussen wat wel en wat niet in uw macht ligt te maken, dan zult u ongeacht uw omstandigheden een gelukkig en virtuoos leven leiden. U zult dan een gelijkmoedige houding ontwikkelen die u in staat stelt om alles te aanvaarden wat op uw pad komt. U bent dankbaar als de dingen gaan zoals u dat het liefst wil en veerkrachtig als de dingen verkeerd lopen.

 

 

vrijdag 6 november 2020

HET BELANG VAN STOÏCIJNSE MINDFULNESS

 

Mindfulness wordt vaak gedefinieerd als ‘het bewust aandacht geven aan het moment, zonder hierover te oordelen’. Het gaat er daarbij om, om u bewust te zijn van gedachten, gevoelens, lichamelijke sensaties en de fysieke omgeving, zonder te oordelen of iets goed of fout is. Gedachten en gevoelens kunnen dan makkelijker worden gezien als voorbijgaande gebeurtenissen in plaats van feiten. Mindfulness helpt daarbij in het herkennen van automatische, soms negatieve patronen. De stoïcijnen kenden hun eigen vorm van mindfulness, ze sporen hun aanhangers aan om zo oplettend mogelijk te zijn bij alles wat ze doen. Epictetus formuleerde het zo:

Denk niet dat je je oplettendheid zomaar weer terugkrijgt als je die even laat verslappen, maar besef dat je door vandaag je aandacht te laten verslappen er ook later slechter aan toe bent. Het is gevaarlijk om je er aan te wennen om niet oplettend te zijn. Eerst wordt het een gewoonte om het uit te stellen om mindful te zijn, en vervolgens raak je er aan gewend om je welzijn, je evenwichtigheid, je leven en handelen steeds maar weer naar de toekomst te verschuiven. Als het zin heeft om iets uit te stellen dan kun je er net zo goed helemaal mee stoppen, maar waarom zou je er mee wachten om mindful te zijn als uitstel geen nut heeft.

‘Vandaag wil ik plezier maken’. Prima, maar waarom zou je dat dan niet oplettend doen? ‘Ik wil muziek maken’. Wat hindert je om ook dat met aandacht te doen? Er is toch geen enkel onderdeel van het leven waarbij mindfulness niet belangrijk is? Of doe je dingen soms slechter als je niet oplet en beter als je er geen aandacht aan besteedt? Is er ook maar iets in het leven dat beter gaat als het zonder aandacht wordt gedaan? Werkt een timmerman beter als hij zijn aandacht er niet bij heeft? Is het veiliger op het schip van een onoplettende kapitein? Zijn er minder belangrijke dingen die beter gaan als je niet oplet? Heb je dan niet door dat je de controle verliest als je je geest alle kanten laat opgaan? Eenmaal verloren herover je die controle over je oordeelsvermogen, zelfrespect en matigheid niet meer zo makkelijk. Je doet alleen maar wat er in je opkomt, je volgt je ingevingen. (Epictetus; Colleges; boek 4, hoofdstuk 12)

Epictetus wist ook wel dat veel dingen op de automatische piloot gedaan worden en dat is meestal gewoon goed. Neem bijvoorbeeld zoiets als fietsen of autorijden. Alleen in de periode dat u uw eerste lessen krijgt moet u bij iedere handeling nadenken, maar na een poosje gaat het automatisch en houdt u denkruimte over om beter op het verkeer te letten. Stoïcijnen vinden dat soort automatismen geen enkel probleem. Veel dingen doet u nu eenmaal op de automatische piloot. De stoïcijnen vinden dat geen probleem, maar willen vooral dat u goed in de gaten hebt wanneer u ergens een waardeoordeel over geeft.

Als u ’s avonds van uw werk naar huis rijdt is de kans groot dat u zich niet van moment tot moment bewust bent van wat u doet en waar u bent. Maar op die automatische piloot is de kans ook groot dat u ongemerkt oude ingesleten patronen in gang zet van gedachten, lichamelijke gewaarwordingen en gevoelens die er voor zorgen dat u zich onprettig voelt. Door u bewust te worden van die gedachtenpatronen creëert u voor uzelf de mogelijkheid om voor andere gedachten en gevoelens te kiezen en zo te voorkomen dat u in oude ingesleten automatismen vervalt. Automatismen die dikwijls helemaal niet zo leuk zijn en die uw welzijn in de weg staan.

Het gaat de stoïcijnen er dus vooral om dat u er een gewoonte van maakt om u stelselmatig bewust te zijn van de meningen die u hebt en de oordelen die u geeft over de situaties waarin u terecht komt. U moet zien te voorkomen dat u onbewust en als vanzelf een oordeel velt over wat u overkomt. Ook uw negatieve gedachten en gevoelens zijn maar gewoon gebeurtenissen die weer voorbijgaan. Het gaat natuurlijk ook hier weer over de vraag wat wel en wat niet in uw macht ligt. Volgens de stoïcijnen liggen alleen uw eigen gedachten, uw eigen wil en dus uw eigen oordeelsvermogen volledig in uw macht. Het zijn met name die persoonlijke oordelen en meningen die u goed in de gaten moet houden. Dat zijn de dingen waar u bij uitstek mindful op moet zijn. Alleen die bepalen hoe u zich voelt.