maandag 27 november 2017

WIE OF WAT BENT U EIGENLIJK?

Okay u stopt zo nu en dan even om rond te kijken en u af te vragen wat u aan het doen bent, waar u bent, wat u voelt en waar u aan denkt. Maar wie of wat is dat die zich zomaar opeens bewust is van het hier en nu? Bent u nog steeds dezelfde persoon als vorige week of als klein kind? Wat is dat ik dat zich bewust is en waar is dat ik eigenlijk? Is dat ik identiek met uw lichaam, met uw emoties of misschien met uw gedachten? Bent u wel eens ergens zo geconcentreerd mee bezig geweest dat u niet merkte dat u zich bezeerd had? Bent u wel eens zo in gedachten verzonken dat u vergeet waar u bent? Wat betekent dat voor uw bestaan als persoon? Bent u misschien een combinatie van uw lichaam, gevoelens en gedachten of bent u toch nog iets heel anders?

Moeilijke filosofische vragen waar ook de stoïcijnen zich het hoofd over braken. Vragen die rechtstreeks verbonden zijn met uw besef van persoonlijke identiteit, met uw besef van het hier en nu. De stoïcijnen realiseerden zich dat de meeste mensen zich identificeren met hun lichaam, emoties en gedachten. Maar zij realiseerden zich ook dat dat niet altijd het geval is. Mensen zijn niet continu en onlosmakelijk verbonden met de stroom van gebeurtenissen, gevoelens en gedachten die hun bestaan uitmaken. Als u, bijvoorbeeld, ergens heel ingespannen mee bezig bent voelt u pijn en verwondingen niet en bent u zich nauwelijks bewust van wat er om u heen gebeurt. Veel dingen doet u automatisch zonder er bewust mee bezig te zijn. Als u loopt, fietst of een auto bestuurt doet u dat doorgaans op de automatische piloot, zonder er echt bewust bij te zijn. En ook uw gedachten gaan meestal hun eigen gang. U hebt gedachten, maar u bent uw gedachten niet. Net zomin als de waardeoordelen van uw gedachten u een altijd juist beeld van de wereld voorschotelen bent u identiek aan de stroom van gedachten die uw mensenbrein permanent produceert. De stoïcijnen concludeerden daar uit dat u als persoonlijke identiteit los staat van uw lichaam en emoties en zelfs van uw gedachten.

Maar wat bent u volgens de stoïcijnen dan wel als u niet uw lichaam, emoties of gedachten bent? Op een rustig moment kan het soms zomaar gebeuren dat u als een buitenstaander naar uw eigen gevoelens en gedachtestroom kijkt. Het is dan net alsof u van buitenaf naar uzelf kijkt. U bent waarnemer van uw eigen lichaam, emoties en gedachten geworden. Uw persoonlijke identiteit, uw zelf, is dan niet wat er met en in u gebeurt, maar uw bewustzijn van die dingen. Het is een proces van voortdurend zelfbewustzijn, een voortdurend bewustzijn van het hier en nu. U bent zo de ruimte waar uw gevoelens, emoties en gedachten zich afspelen en niet die dingen zelf. Dit maakt u tot een centrum van zelfbewustzijn dat los staat van uw lichaam, emoties en gedachten. Volgens de stoïcijnen is dit wat u werkelijk bent. Het is uw innerlijk kasteel, een plaats in uw geest waarin u zich kunt terugtrekken en waar u veilig bent.

Dit wordt allemaal wel heel abstract, misschien voor u zelfs wel te abstract en zweverig. Om één en ander wat duidelijker te maken zou u zich uw geest kunnen voorstellen als een donkere kamer, waar van alles in staat en waar van alles gebeurt. Er staan stoelen, een tafel, kasten en in de hoek staat een bed. Ondertussen lopen er allerlei mensen de kamer in en uit, die dingen brengen en weghalen. Een enkeling gaat even op een stoel zitten of rommelt wat in een kast. U staat midden in die donkere kamer met een zaklantaarn in uw hand. Het ene moment richt u uw lichtbundel op een kast, dan weer op iemand die op een stoel zit of op een schilderij aan de muur. Er kraakt iets in een hoek en u richt uw lantaarn om te kijken wat daar gebeurt. Iemand komt de kamer binnen en roept, waarna u uw licht op hem richt. Uw persoonlijk centrum van bewustzijn is als die lichtbundel, de meubels en mensen in de kamer zijn uw lichaam, emoties en gedachten. Alleen de voorwerpen en personen waar de lichtbundel op schijnt verschijnen in uw bewustzijn. De andere voorwerpen zijn er wel maar ze zijn schemerig of zelfs helemaal onzichtbaar, hun aanwezigheid wordt niet bewust opgemerkt. Zo werkt ook uw centrum van zelfbewustzijn. U richt uw bewustzijn nu eens op het één dan weer op het ander. Het één staat u scherp voor de geest, het andere ligt in de schemering en een heleboel dingen ontgaan u volledig. Sommige dingen eisen luidkeels uw aandacht op, maar in principe bent u het altijd zelf die bepaalt of u de lichtbundel van uw bewustzijn ergens op richt.

Wat voor dingen staan er zoal in die donkere kamer? Wat zijn het voor dingen waar u zich van bewust kunt zijn? Naast de externe indrukken, pre-emoties en emoties die we eerder tegenkwamen zijn er nog een aantal zaken die zich aan ons centrum van bewustzijn opdringen.

·        In de eerste plaats dus de dingen die vanuit de buitenwereld tot u doordringen. De indrukken uit de externe wereld die uw zintuigen u aanbieden. Dat zijn niet alleen dingen die u hoort en ziet, maar ook lichamelijke gevoelens als pijn, kou en warmte.
·        Onlosmakelijk met die indrukken verbonden zijn de pre-emoties. De gevoelens van aantrekking of afstoting die uw reptielenbrein aan de externe indrukken verbindt.
·        Vervolgens de echte emoties die voortvloeien uit het waardeoordeel dat uw mensenbrein aan de indrukken en de pre-emoties toekent.
·        Dan zijn er ook nog de neigingen tot handelen. De impuls om uw kop thee te pakken of om een wandeling met de hond te gaan maken.
·        Tenslotte zijn er de gedachten, de herinneringen aan voorbije gebeurtenissen en de fantasieën over de toekomst. Uw mensenbrein heeft hierbij nog al de neiging om met u op de loop te gaan. Het houdt er niet van om stil te zitten en schotelt u ongevraagd allerlei ideeën en fantasieën met de bijbehorende emoties voor.


Stoïcijnse filosofen moedigden hun leerlingen aan om zich te identificeren met dat centrum van zelfbewustzijn en niet met hun lichaam, emoties en gedachten. Ze willen dat u uzelf gaat beschouwen als de waarnemer van niet alleen de dingen die buiten u in de externe wereld gebeuren, maar ook van wat er binnen in u gebeurt. U doet als het ware een stap achteruit en bekijkt uw lichaam, uw emoties en uw gedachten van een afstandje. U bent het zelf die bepaalt of u er aandacht aan besteedt en op welke dingen u die bewuste aandacht wilt richten. Een dergelijke afstandelijkheid maakt het bovendien makkelijker om aan de hand van uw deugden te kiezen aan welke dingen u wel of geen aandacht besteedt. Welke dingen wel en welke dingen niet van belang zijn voor een virtuoos leven. De oude stoïcijnen noemden dat centrum van zelfbewustzijn van waaruit u uw binnen- en buitenwereld beschouwd de ‘prosochê’.

zaterdag 11 november 2017

EEN STOÏCIJNSE TECHNIEK VOOR NIET TE VERMIJDEN LEED

Soms moet u iets doen of ondergaan waar u enorm tegen op ziet: een pijnlijke en ingrijpende medische behandeling, een slecht nieuws gesprek of een vervelende confrontatie met een tegenstander. Kortom een situatie waarin het niet te vermijden lijkt te zijn dat u pijn zult lijden. De stoïcijnen gebruikten voor dit soort situaties een soort verdeel en heers techniek. Zo konden ze vervelende situaties minder vervelend maken. Als ze iets akeligs moesten ondergaan probeerden ze de gebeurtenis in stukjes te verdelen. Door stap voor stap, moment na moment de confrontatie aan te gaan konden ze makkelijker hun gemoedsrust bewaren. Iedere gebeurtenis bestaat tenslotte uit een opeenvolging van kleinere gebeurtenissen, die zelf apart beter te dragen zijn dan de grote gebeurtenis in zijn geheel.

Deze techniek om het heden in isolatie te beschouwen lijkt heel erg op een soortgelijke techniek waarbij dingen worden ontleed in hun bestanddelen. Alles wat verschrikkelijk en afstotelijk of juist heel erg verleidelijk lijkt wordt daarbij teruggebracht tot zijn essentie. Op de tafel van de patholoog wordt alles in stukjes gesneden en onderdeel voor onderdeel bekeken. Is het eenmaal in stukjes verdeeld nog wel zo erg of aantrekkelijk? Als de losse momenten en de aparte onderdelen van een gebeurtenis dragelijk zijn, hoe zit het dan met het grote geheel? Is dat dan niet ook dragelijk geworden?

Als u onderstaande oefening regelmatig uitvoert zult u merken dat de dingen waar u vroeger enorm tegen op zag vanzelf een stukje makkelijker worden. Probeer het bijvoorbeeld eens uit op een bezoekje aan de tandarts. Leuk zal het vast nooit worden, maar misschien wel dragelijk.


Oefening: Compartimenteren, verdeel en heers

· Doe uw ogen dicht en stel u een situatie voor waarin u uw emotionele evenwicht verloren hebt. Een situatie waarin u geleden hebt. Probeer de voorstelling zo beeldend en levendig mogelijk te maken met alles wat u zag, hoorde en voelde. Begin met een gebeurtenis waarin u maar een klein beetje uit evenwicht raakte en niet meteen met iets wat echt indruk op u heeft gemaakt.

· Probeer nu de gebeurtenis onderdeel voor onderdeel te bekijken. Concentreer u eerst alleen op wat u zag. Concentreer u vervolgens alleen op wat u hoorde, proefde, voelde en rook. Legitimeert ieder los onderdeeltje de emoties die bij u opkwamen?

· Herleef de gebeurtenis opnieuw maar nu beeldje voor beeldje. Knip het op in losse momenten en bekijk ieder moment apart van het geheel. Legitimeren de aparte stukjes de emoties die u erbij voelde?

· Onderzoek tenslotte of de stukjes gaan over iets waar u controle over hebt. Heeft ieder apart partje iets te maken met uw oordeelsvermogen, uw gevoel of uw wil? Kijk dan nu of ook het totaal iets betreft waar u controle over hebt.

· Doorleef de gebeurtenis nog een keer, maar nu door de ogen van een stoïcijn. Welke stoïcijnse eigenschappen zou u kunnen aanwenden als tegengif tegen de vervelende gevoelens? Voelt u nog steeds de vervelende emoties of zijn ze een beetje dragelijker geworden?

· Herhaal deze oefening iedere dag totdat u zich de gebeurtenis voor de geest kunt halen zonder de vervelende emoties te voelen. Door het een aantal malen doorleefd te hebben en door u een voorstelling gemaakt te hebben van een stoïcijnse manier om er mee om te gaan ontstaat een zekere gewenning.

· Kies vervolgens een andere wat uitdagendere gebeurtenis en herhaal de oefening. Herhaal deze oefening zo vaak als nodig en op de momenten dat u denkt dat u daar behoefte aan heeft.