zondag 31 december 2023

Stoïcijnse goede voornemens voor 2024

 Zoals u ondertussen wel zult weten is het stoïcisme een filosofische stroming en levenswijze die zich richt op het cultiveren van virtuositeit, wijsheid en gelijkmoedigheid. Stoïcijnen zijn niet zo van de goede voornemens bij het begin van een nieuw jaar. Als stoïcijn moet je iedere dag weer opnieuw beginnen. Een willekeurig moment als een jaarwisseling maakt dat niet anders. Maar voor de mensen die van lijstjes en voornemens houden heb ik hier toch een voorstel voor enkele op het stoïcisme gebaseerde goede voornemens voor 2024:


1. Levensdoelen identificeren: Reflecteer op bij u passende waarden en levensdoelen of gebruik desnoods de klassieke kardinale deugden van moed, rechtvaardigheid, wijsheid en matigheid.


2. Virtuositeit nastreven: Probeer u ook te houden aan de bij het vorige voornemen door u gekozen waarden. Streef er naar om al uw handelingen langs de lat van uw waarden te leggen. 


3. Dagelijkse reflectie: Neem elke dag even de tijd om terug te kijken op uw handelingen en gedachten. Identificeer situaties waarin u virtuoos handelde in overeenstemming met uw waarden en situaties waarin u dat niet deed en waar u dus verbeteringen kunt aanbrengen.


4. Tijd en energie beheren: Richt uw inspanningen en energie op wat werkelijk belangrijk voor u is. Wees selectief in het investeren van uw tijd en energie. Richt u op uw waarden en levensdoelen en vermijd verspilling van energie aan onbelangrijke zaken.


5. Zelfdiscipline kweken: Oefen zelfdiscipline in uw dagelijkse routines. Beheersing over uw verlangens en impulsen kan leiden tot een meer evenwichtig en virtuoos leven.


6. Acceptatie van wat buiten uw controle ligt: Oefen uzelf in het loslaten van zorgen over zaken die buiten uw controle liggen. Richt uw energie alleen op wat u kunt beïnvloeden en accepteer het onvermijdelijke.

 

7. Dankbaarheid cultiveren: Wees dankbaar voor wat u hebt en concentreer u op de positieve aspecten van uw leven. Dankbaarheid en tevredenheid kunnen uw perspectief verbreden en uw geluk vergroten.


8. Minder waarde hechten aan externe zaken: Verminder uw afhankelijkheid van externe omstandigheden voor uw gemoedstoestand. Leer gelijkmoedig te zijn te midden van zowel positieve als negatieve gebeurtenissen.


8. Leer van tegenslagen: Beschouw tegenslagen als kansen voor persoonlijke groei. Zie ze als een mogelijkheid om uw waarden te kunnen toepassen en uw zelfdiscipline te oefenen. Leer van uw fouten en gebruik ze als brandstof voor verdere verbetering.


9. Empathie vergroten: Probeer de wereld te begrijpen vanuit het perspectief van anderen. Wees vriendelijk en mild tegen anderen, zelfs als ze u ergeren of benadelen. Cultiveer empathie en mededogen in uw relaties en interacties.


10. Wijsheid uitbreiden: Probeer uw theoretische en praktische inzicht in de wereld te vergroten. Kies onderwerpen die u aanspreken en ontwikkel uzelf daarin. Bij voorkeur natuurlijk in de stoïcijnse filosofie.


Ik weet het waarde lezer: Makkelijker gezegd dan gedaan. Goede voornemens houden het meestal niet langer dan een week of twee vol voor ze weer vergeten zijn. U zou er een paar kunnen kiezen die u het meest aanspreken en u daar tot beperken. Maar bedenk dat zelfs een bescheiden poging om een paar van deze stoïcijnse principes in de praktijk te brengen al kan bijdragen aan een meer evenwichtige en vervullende levenswijze in het komende jaar. Ik hoop dat u dat kunt opbrengen en wens al mijn lezers een voorspoedig en vooral virtuoos 2024 toe.


zaterdag 30 december 2023

Stoïcisme en het mysterie van ons bewustzijn

 Bewustzijn is uw vermogen om dingen te kunnen ervaren. Het is niet die ervaring zelf maar de dispositie van uw brein die ervaringen mogelijk maakt. Ervaringen zijn onder andere het gevolg van berichten die uw zintuigen naar uw hersenen sturen. Uw hersenen verwerken die berichten tot een innerlijk beeld. Dat beeld is dan wat u op dat moment ervaart. Maar u kunt ook ervaringen hebben door het beeld dat uw brein maakt van dingen die u zich herinnert of van dingen die u zich inbeeldt. Filosofen noemen dit soort ervaringen 'qualia'. Qualia zijn de subjectieve, innerlijke ervaringen van bewustzijn. Het zijn de individuele, directe en onmiddellijke gewaarwordingen die u heeft wanneer u iets ervaart. Dit kan van alles zijn, zoals de smaak van chocolade, de kleur rood, de pijn van een kopstoot, of de zoetheid van een geur. Kortom, qualia verwijzen naar de kwalitatieve aspecten van onze ervaringen.

Een belangrijk kenmerk van qualia is dat ze moeilijk te delen of te beschrijven zijn. Als u bijvoorbeeld probeert uit te leggen hoe de smaak van een banaan is aan iemand die nog nooit een banaan heeft geproefd, zult u merken dat het moeilijk is om de volledige ervaring over te brengen. Qualia zijn uniek voor elk individu en spelen een centrale rol in het debat over de aard van het bewustzijn en de vraag waarom en hoe bepaalde ervaringen bewustzijn produceren. Let wel: het zijn niet die qualia zelf die uw bewustzijn vormen, het is de mogelijkheid om qualia te hebben waar het om gaat.


Een wetenschapper zou in theorie de volledige sequentie van input en output van uw brein in kaart kunnen brengen om zo een compleet beeld te vormen van wat er in uw brein gebeurt als u iets ervaart. Toch blijft er een kloof bestaan tussen wat die wetenschapper observeert en wat u ervaart. De kwaliteit of het gevoel van het ervaren van dingen kan door onze wetenschapper niet geobserveerd worden. Dit is wat ‘het mysterie van ons bewustzijn’ wordt genoemd. Onze wetenschapper kan dit probleem negeren door zijn studies te beperken tot de zaken die hij wel kan observeren. Een filosoof heeft die luxe niet. Van filosofen wordt nu eenmaal verwacht dat ze een totaalbeeld van het universum proberen te creëren. Een beeld dat dus niet alleen de bevindingen van neurowetenschappers en psychologen moet omvatten, maar ook de ervaring van wat het is om bewust te zijn. Wat het is om qualia te hebben.


Arme filosofen, ze hebben het echt moeilijk met het mysterie van ons bewustzijn. Descartes dacht een oplossing te hebben gevonden. Hij beweerde dat er twee substanties bestaan: materie en geest of bewustzijn. Aan de ene kant heb je de door de natuurwetten beheerste materie en aan de andere kant de door de religie beheerste ziel. Het Cartesiaans dualisme neemt bewustzijn dus heel serieus, maar zorgt er wel voor dat de interactie tussen lichaam en geest een mysterie wordt. Hoe kunnen de substanties materie en geest die geen enkele gemeenschappelijke eigenschap hebben, causale relaties met elkaar aangaan? Er zijn verschillende theorieën bedacht om dit op te lossen. Het parallellisme stelt dat mentale en non-mentale gebeurtenissen elkaar niet beïnvloeden maar synchroon naast elkaar plaatsvinden. Het occasionalisme stelt dat God ervoor zorgt dat materiële en immateriële gebeurtenissen op elkaar afgestemd blijven. De epiphenomalisten verdedigen dat mentale gebeurtenissen of bewustzijnstoestanden geen causale impact hebben maar niet meer dan een bijproduct zijn van materiële gebeurtenissen. Epiphenomalisten verwerpen daarmee de mentale kant van de werkelijkheid. Idealisten, daarentegen, verwerpen juist de materiële werkelijkheid. In hun ogen bestaat er niets anders dan mentale entiteiten. Alles wat er gebeurt, gebeurt in de geest. De materiële wereld bestaat niet. Alleen de ervaringen in uw geest zijn werkelijk.


Aanhangers van het dualisme kunnen religieuze of mystieke verklaringen voor causale relaties tussen materie en bewustzijn eigenlijk niet ontlopen. Die mystieke religieuze verklaringen vallen alleen te vermijden door ervan uit te gaan dat materiële substanties mentale eigenschappen kunnen bezitten. De theorie van het ‘non-reductive physicalism' zoekt hier een oplossing voor door mentale eigenschappen als een inherente eigenschap van het brein aan te merken. Als u bijvoorbeeld pijn ervaart dan komt dat doordat uw neuronen in een bepaalde toestand verkeren. Het ervaren van pijn verschilt kwalitatief van de toestand van uw zenuwstelsel, maar veroorzaakt wel degelijk uw gevoel. Dit leidt tot een materialistisch monisme gecombineerd met een dualisme in de eigenschappen van die materie. Daarmee komt echter het lichaam-geest probleem via de achterdeur weer binnen geslopen. Als mentale ervaringen een eigenschap zijn die weliswaar afhankelijk is van de materie maar daar in wezen nog steeds los staat van staat dan is het probleem van causaliteit nog steeds niet opgelost. We zijn weer terug bij af en lijken gedoemd tot een mystiek religieus standpunt. Maar een god als oplossing voor het mysterie van bewustzijn is geen echte oplossing. Het is meer een mystieke noodgreep.


De meeste wetenschappers en filosofen zien bewustzijn tegenwoordig als een emergent fenomeen. Bewustzijn ontstaat in complexe systemen met een bepaalde samenstelling. Levende wezens met een brein vallen in elk geval binnen de categorie van voldoende complexe en dus bewuste systemen. Dit is allesbehalve een bevredigende theorie. Het verschilt nauwelijks van mystiek en religieuze magie. Bewustzijn verschijnt zomaar uit het niets op het moment dat een systeem voldoende complex is. Maar als bewustzijn niet magisch emergent is, waar komt het dan vandaan? Hoe kan de complexe entiteit die uw brein is, tot de door u beleefde qualia leiden? 


Mogelijk dat het op het stoïcisme geïnspireerde panpsychisme of pantheïsme wel een oplossing voor dit dilemma kan bieden. De stoïcijnen waren panpsychisten, wat betekent dat ze geloofden dat alle materie een vorm van bewustzijn heeft. Dat geldt al voor de kleinste materiële eenheden. Dit bewustzijn is echter niet hetzelfde als menselijk bewustzijn. Het is veel eenvoudiger. Het bewustzijn van, bijvoorbeeld, een atoom bestaat uit het aan de hand van natuurwetten ‘voelen’ van en reageren op andere stukjes materie. Hoe complexer de materie georganiseerd is, hoe sterker die materie bewust is. In het menselijk brein is de materie zo complex gerangschikt dat er een ‘hegamonikon’ ontstaat. Het 'hegamonikon' is het stoïcijnse begrip voor het bewustzijn. Het is de hoogste vorm van bewustzijn in het menselijk lichaam, en het is verantwoordelijk voor het coördineren van de andere delen van het lichaam. Het ‘hegamonikon’ is dus verantwoordelijk voor onze percepties, emoties, gedachten en handelen.


Het stoïcijnse panpsychisme gaat er dus van uit dat elementen van bewustzijn al deel uitmaken van de materie. Bewustzijn verschijnt niet zomaar uit het niets, wanneer de materie op een bepaalde manier wordt gerangschikt, het was er altijd al ingebed in de materie zelf. Hoe complexer georganiseerd, hoe sterker het bewustzijn wordt. In de menselijke geest komt dat dan tot uiting in het ‘hegamonikon’. Uitgaand van bewustzijn kun je zowel vanuit de emergentietheorie als vanuit het panpsychisme terug redeneren tot het universum zoals dat door de fysica beschreven wordt. Beide theorieën over het bewustzijn lijken uiteindelijk niet te bewijzen, maar alternatieven zijn er niet echt. Of bewustzijn ontstaat magisch uit iets dat zelf niet bewust is, of bewustzijn was er altijd al. Hoe onaantrekkelijk en in strijd met uw intuïtie de theorie van het panpsychisme ook moge lijken, de alternatieven zijn nog veel minder acceptabel. Hoe valt bewustzijn anders te verklaren zonder uw toevlucht te nemen tot magie en religie?



vrijdag 22 december 2023

Een stoïcijnse poging de kerstsfeer te verpesten

 Het was vroeger een stuk makkelijker om stoïcijn te zijn dan tegenwoordig. Neem het eten en drinken dat u straks tijdens het kerstdiner in overvloed tot u gaat nemen. Of de feestkleding die u draagt en de gadgets die u onder de kerstboom krijgt of die u zelf aan iemand cadeau doet. De meeste mensen beseffen tegenwoordig wel dat de aarde en haar bronnen eindig zijn en dat onze consumptiepatronen allerlei problemen met zich meebrengen. Denk aan klimaat, verdroging, vervuiling, uitbuiting en de behandeling van dieren. Zoiets simpels als wat u eet en wat u aan uw lichaam draagt heeft tegenwoordig allerlei ethische consequenties. Stel dat u ergens voor het kerstdiner bent uitgenodigd en een varkenshaasje krijgt voorgeschoteld. U weet dat vlees niet al te best voor het milieu is en dat het onderhavige varken beestachtig behandeld is, maar zegt u daar dan iets van? Of respecteert u de waarde van de gastvrijheid en houdt u angstvallig uw mond? En hoe zit het met die prachtige feestkleding die u voor de gelegenheid hebt aangetrokken? U weet dat het katoen waarvan één en ander is gemaakt allesbehalve milieuvriendelijk geteeld en behandeld is. Bovendien kunt u er zonder meer vanuit gaan dat het kleermakertje dat uw prachtige kostuum voor u in elkaar heeft gezet op een schandelijke manier uitgebuit wordt. Die schitterende feestjurk en die lollige kersttrui zijn door kinderen die twaalf uur per dag voor een hongerloontje werken in elkaar gezet. Slavernij is niet iets uit het verleden. Ook onze tijd kent dit onrecht omdat wij zo nodig in luxe willen leven en een mooie Kerst willen vieren. Voor u het weet verknalt u met dit soort gedachten de feestelijke en gezellige sfeer. U hoeft maar even na te denken en u loopt vast in allerlei ethische dilemma’s. Toch is dat wel wat het stoïcisme van u verlangt.

Het stoïcisme kan een behoorlijk compromisloze filosofie zijn. Of u nu in een centimeter water verdrinkt of meters onder water op de bodem van een meer eindigt, verdrinken doet u toch. Een beetje integer bestaat niet. U bent integer of u bent een huichelaar. Voor een moderne stoïcijn is het er dan ook niet eenvoudiger op geworden, tegenwoordig hebben veel meer dingen een ethische component dan vroeger. Nog niet zo lang geleden had niemand van klimaatverandering, stikstof of dierenmishandeling gehoord. Maar tegenwoordig zijn we van veel meer zaken op de hoogte die ons vroeger volkomen ontgingen en dat maakt het leven een stuk gecompliceerder. Daar komt nog eens bij dat uw hoofd toch al omloopt van stress en drukte. De officiële 40-urige werkweek is een lachertje en dat uw agenda ook verder vol staat met dingen als uw kinderen, sport, mantelzorg en sociale activiteiten helpt ook niet echt. U moet met van alles rekening houden maar u hebt het al zo druk met uw ‘normale’ leven. En uw Kerstvakantie is niet bepaald een moment om tot rust te komen. De voorbereiding van het fameuze diner, het uitnodigen van de gasten, het kopen van cadeautjes, het kiezen en kopen van uw kleding en ga zo maar door. Moet u naast al die drukke bezigheden ook nog rekening houden met ethische vragen?


Het eenvoudige antwoord is JA. U kunt er gewoonweg niet omheen, als moderne stoïcijn moet u realistisch en rationeel zijn. Dat betekent dat u al die nieuwe kennis niet zomaar voor het gemak even kunt vergeten omdat u moe bent en al zo veel aan uw hoofd hebt. Misschien herinnert u zich de concentrische cirkels van de stoïcijn Hierocles nog. Voor wie het vergeten is even een korte recapitulatie. Stel u een cirkel voor met daaromheen steeds grotere cirkels. U staat zelf in het middelpunt, dan krijgt u de kring van uw gezin, uw familie, uw vrienden, uw buurtgenoten, uw landgenoten enzovoort. Van nature voelt u met de mensen die dichter bij het middelpunt staan een sterkere band dan met de mensen die verder weg staan. Maar als stoïcijn bent u eigenlijk met iedereen verbonden en u moet er dan ook naar streven iedereen binnen de kring van uw eigen wereld te trekken. Dit zich ‘eigen’ maken van uiteindelijk alle bewuste wezens noemen de stoïcijnen ‘oikeiosis’. Als stoïcijn is het een soort hogere plicht om u te bekommeren om uzelf, uw familie, de hele mensheid en zelfs alle bewuste wezens. Het zou dus zomaar kunnen dat u als moderne stoïcijn vegetariër of veganist zou moeten worden om de aarde leefbaar te houden voor toekomstige generaties. Ook zoiets als zelfverrijking die ten koste gaat van anderen gaat sterk in tegen het stoïcijnse idee dat u niet alleen met uzelf te maken hebt maar ook rekening moet houden met de mensen om u heen. Dat zou wel degelijk consequenties moeten hebben voor hoe u leeft, voor wat u met uw carrière doet en zeker voor hoe u uw geld besteedt.


Wat dat betreft kan het stoïcisme compromisloos zijn en dat maakt het behoorlijk lastig om nu stoïcijn te zijn. Maar er is hoop. Ook van een stoïcijn mag niet meer gevraagd worden dan wat gelet op de omstandigheden redelijkerwijs van hem of haar verwacht kan worden. Tot het onmogelijke is niemand gehouden. Als gevolg van de globalisering en de explosie van kennis zijn er bij alles wat we doen enorm veel ethische dimensies bij gekomen. Het is niet anders, iedereen wordt tegenwoordig dusdanig aan alle kanten uit elkaar getrokken dat hij voortdurend ethische compromissen moet sluiten. Om te voorkomen dat u volkomen gek wordt, kunt u er niet om heen pragmatisch te zijn en ethische compromissen te sluiten. U moet gewoon uw beste beentje voor zetten en het zo goed mogelijk proberen te doen. Meer hoeft u niet te doen en ook de stoïcijnen zullen u nooit vragen het onmogelijke te doen. U zult absoluut iets moeten met al die kennis die u hebt, maar u hoeft het uzelf ook niet al  te moeilijk te maken. Zelfs voor stoïcijnen zijn er grenzen aan wat er redelijkerwijs van ze verwacht mag worden.


Het stoïcijnse onderscheid tussen de echt belangrijke zaken als wijsheid, rechtvaardigheid en zelfbeheersing en de indifferente zaken als bezit, reputatie en gezondheid, zou u hierbij kunnen helpen. De indifferente zaken vallen dan weer op te delen in volstrekt onbelangrijke dingen en de verkieslijke dingen. Verkieslijke zaken zijn dingen waar je een voorkeur voor kunt hebben maar die moreel niet van belang zijn. Het is prettiger om vrienden te hebben, gezond te zijn en voldoende geld te hebben, maar echt belangrijk is het niet. Het zijn dingen die in moreel opzicht neutraal  zijn en je kunt er prima zonder, maar het is wel mooi meegenomen als je ze hebt.


U wordt overspoeld met informatie en we werken ons tegenwoordig allemaal te pletter om volgens steeds hogere standaarden te kunnen consumeren. In zo’n wereld is het stoïcijnse besef dat het uiteindelijk om het leiden van een goed, virtuoos zoals zij dat noemen, leven gaat zo  gek nog niet. Bezit, luxe en consumptie kunnen leuk zijn maar het is niet waar het om draait. Dat besef kan helpen om te ontsnappen aan de hedendaagse ratrace en het helpt ook uw huidige en toekomstige medemens om ook een redelijk prettig leven te kunnen leiden. In uw eentje kunt u de wereld niet veranderen. Het is dan ook maar de vraag of uw gedrag op collectief niveau tot de noodzakelijke veranderingen zal leiden. Stoïcisme is geen actieve politieke beweging, maar ik denk wel dat het besef dat het in het leven niet om luxe en consumptie draait voor u persoonlijk van waarde kan zijn. Denk daar aan voordat u aan uw kerstinkopen begint en voor het verorberen van uw copieuze diners en kerstbrunches. En wie weet als er voldoende mensen zijn die zo gaan denken, dan zou er zelfs een sprankje hoop voor de toekomst kunnen bestaan.


zaterdag 16 december 2023

23.5 Stoïcijnse mystiek

 De oude stoïcijnen dachten dus dat waarzeggerij mogelijk was. Maar dan wel een waarzeggerij die verdacht veel lijkt op de voorspellingen die moderne wetenschappers tegenwoordig op basis van de natuurwetten maken.  Dat de wetenschappelijke kennis in de oudheid nogal tekort schoot leidde tot het leggen van in onze ogen behoorlijk bizarre verbanden, maar in wezen was de achterliggende gedachte van een keten van oorzaak en gevolg niet anders dan wat tegenwoordig gangbaar is. De conclusies die destijds getrokken werden, zouden we nu als pure mystiek beschouwen. Voor zover bekend kent de Stoa echter geen echte mystieke traditie. Het stoïcisme is een aardse en materialistische filosofie die zich nauwelijks met mystiek bezighoudt. Toch biedt de Stoa weldegelijk openingen voor mystieke ervaringen. Ik wil u in dit deel over spiritualiteit een uitstapje in het occulte dan ook niet helemaal onthouden. Mystiek wordt vaak omschreven als het ervaren van een totale eenheid met de Kosmos, een samensmelten met iets groters, met iets transcendents dat boven de dagelijkse ervaringen en onszelf uitstijgt en dat de suggestie wekt van het bestaan van een grotere realiteit. Het is een ervaring die bijvoorbeeld kan worden opgewekt door een natuurverschijnsel als een zonsondergang, een gebergte, de sterrenhemel of een meditatie. Bij het ondergaan van dergelijke verschijnselen zou ons begrip van onze plaats in het grote geheel veranderen. Het zou uw leven veranderen en een blik gunnen achter de schermen van het dagelijks bestaan. Een mystieke ervaring kan ook een persoonlijke interactie met een transcendente eenheid als een god, engel of geest zijn. Hierbij zou u boven uzelf uitgetild worden in een bestaan dat anders is dan uw dagelijkse leven en dat daar een vervulling van kan geven. Zo'n ervaring is vaak verwarrend en de mysticus blijft zitten met het gevoel dat hij een waarheid kent die moeilijk of zelfs helemaal niet aan anderen kan worden doorgegeven. Alleen iemand die het zelf heeft ondergaan zou echt kunnen begrijpen waar de mysticus het over heeft.

De stoïcijnse filosofie leert u dat we met elkaar en met de Kosmos zijn verbonden. Alles bestaat in een continuüm, van de 'quantum entanglement' van alle materie en energie tot de ‘logos' die alle rationele wezens met elkaar gemeen hebben. De stoïcijnse kosmologie vertelt dat ieder individueel bestaan, waaronder zelfs de goden, en alle materie opnieuw verenigd zullen worden in de wereldbrand waarmee de geschiedenis eindigt. Alles wordt dan weer één met Zeus, net als in het begin der tijden. Uit dit vuur ontstaat een nieuw universum met nieuwe goden, mensen en materie in een eeuwige cyclus van schepping en vernietiging. Een cyclus die exact zo zal verlopen als de vorige. Een eeuwige wederkeer van telkens weer hetzelfde. 

De stoïcijnse schepping en het stoïcijnse einde der tijden heeft zo wel iets weg van de singulariteit die aan de wieg stond van wat de ‘big bang’ wordt genoemd. Alle materie en energie van het universum samengesmolten in een punt kleiner dan een atoom. Met de oerknal ontstaat uit deze singulariteit ons uitdijend heelal. Volgens de kwantummechanica raken elementaire deeltjes bij hun ontstaan met elkaar verstrengeld (de zogenaamde 'quantum entanglement'). Ongeacht de onderlinge afstand kan een verandering van één deeltje een direct effect hebben op de toestand van een ander deeltje. Al bevindt dat zich op miljarden lichtjaren afstand aan de andere kant van het universum. De deeltjes zijn zo dus in een onmiddellijke relatie met elkaar verbonden. Als het volledige universum bij zijn ontstaan werkelijk in een singulariteit verenigd is geweest betekent dit dat alles letterlijk met elkaar verbonden is. Op het gevaar af van het onhistorisch zoeken naar verbanden te worden beschuldigd kan ik toch niet aan de indruk ontkomen dat dit verdacht veel lijkt op wat de stoïcijnen de universele ‘sympathie’ noemen. Me dunkt dat deze combinatie van moderne natuurkunde en stoïcijnse mythologie voldoende grondslag biedt voor een kleine mystieke contemplatie.


zaterdag 9 december 2023

23.4 Konden de stoïcijnen uit de ingewanden van een vis de toekomst voorspellen?

 In de oudheid dachten veel mensen dat je uit de ingewanden van een vis de toekomst kon voorspellen. Ook de stoïcijnen geloofden in dit soort waarzeggerij. Bij moderne stoïcijnen hoor je daar tegenwoordig niet veel meer over. Het wordt gezien als bijgeloof en daarom één van de dingen in de stoïcijnse filosofie die niet al te serieus moeten worden genomen. Het past in het rijtje van de zich steeds herhalende wereldbrand, vrije seks, absoluut determinisme. de verlichte wijze en het ideaal van een soort kosmopolitische wereldstaat. Allemaal onderdelen van de stoïcijnse filosofie die zelfs in de oudheid al controversieel waren en die tegenwoordig als irrelevant bijgeloof onder het tapijt worden geschoven. Toch zit er meer in die stoïcijnse waarzeggerij dan u misschien denkt.

Van Cicero weten we dat de stoïcijnse leraar Posidonius maar liefst vijf boeken over waarzeggerij geschreven heeft en ook Chrysippus schijnt er het één en ander over op papier gezet te hebben. In zijn dialoog over de waarzeggerij ‘De Divinatione' laat Cicero bij monde van zijn broer Quintus de mening van Posidonius over waarzeggerij horen. Net als alle andere stoïcijnen gaat Posidonius ervan uit dat de wereld materieel is. Het universum bestaat uit materie die helemaal doordrenkt is met pneuma energie of logos, zoals de stoïcijnen dat noemden. Eigenlijk zijn die materie en logos twee kanten van dezelfde werkelijkheid. De materie is de passieve kant van de werkelijkheid en de logos de actieve kant. Logos is een soort vloeibaar geworden materie. Het stoïcijnse begrip logos heeft wel wat weg van wat wij tegenwoordig energie noemen. Zoals materie volgens het E=mc2 van Einstein gestolde energie is, is de stoïcijnse materie gestolde logos. Het is de logos die ervoor zorgt dat het universum zich ontwikkelt, het zorgt ervoor dat er dingen gebeuren.

De logos komt volgens Posidonius in vier gradaties: de ‘hexis’ een soort aantrekkingskracht die levenloze dingen als water en stenen bij elkaar houdt, de ‘physis’ de levenskracht die er voor zorgt dat planten groeien en reageren op de zon en water, de 'psyche' die zorgt voor een beperkt ‘dierlijk’ bewustzijn en tenslotte de ‘logike’. In deze laatste vorm is de logos het sterkst geconcentreerd. Deze gradatie biedt mensen en andere rationele wezens de mogelijkheid om te denken, te redeneren en zich van zichzelf bewust te zijn.

Samen met zijn evenknie de materie vormt de logos het hele universum. Eigenlijk is de passieve materie in de stoïcijnse visie dus niets anders dan gestolde logos, gestolde energie, gestold bewustzijn. Logos is dan materie, energie, tijd, ruimte en de causale wetten tezamen. Kortom de volledige natuur en daarmee alles wat er bestaat. Hierdoor is volgens de stoïcijnen alles met alles verbonden. Dit universele netwerk van verbondenheid wordt door de stoïcijnen ‘sympathie’ genoemd. Deze ‘sympathie’ vormt de samenhang van het universum en houdt onze wereld bij elkaar. Hier komt ook het determinisme weer om de hoek kijken. Alles wat er gebeurt heeft een oorzaak. Het gebeurt volgens de regels van een stelsel van natuurwetten. Er bestaat dus een netwerk van oorzaken en gevolgen die het hele universum onlosmakelijk met elkaar verbindt. Zoals we al eerder zagen meenden de stoïcijnen dat dit netwerk zo complex in elkaar steekt dat het niet anders kan dan dat het wel een eigen bewustzijn moet hebben. Voor een stoïcijn is het universum dus een levend en zelfbewust iets. Een iets dat zijn eigen koers vaart en zich daarbij niets aantrekt van zijn onderdelen. En natuurlijk al helemaal niet van wat die kleine bewustzijntjes van, bijvoorbeeld, mensen daarover denken. Het zijn onderdelen van dat bewustzijn die zonder pardon worden ingezet voor de doeleinden van het alomvattende geheel. Toch is zo’n klein bewustzijntje niet helemaal hulpeloos. Het bezit een soort vrije wil die een minuscule invloed op het wereldgebeuren kan uitoefenen. Alleen al door tot op zekere hoogte te begrijpen wat er gebeurt en door te accepteren wat onvermijdelijk is.

Posidonius denkt nu dat we in staat zijn om informatie van het doen en laten van dat wereldbewustzijn te ontvangen. Met onze zintuigen kunnen we ‘zien’ wat er gebeurt. We weten dat die zintuigen ons nog wel eens willen bedriegen, maar met ons redeneervermogen zijn we heel goed in staat bedrieglijke informatie uit te filteren om zo ware informatie over het universum bijeen te brengen. Door waar te nemen en na te denken kunnen we een aardig kloppend beeld van de werkelijkheid verkrijgen. We zijn hierdoor verbonden met het netwerk van oorzaak en gevolg dat, zoals we zagen, het hele universum omvat. Niets komt zomaar uit de lucht vallen, alles heeft een oorzaak. Toeval bestaat niet. Toeval is niets anders dan een oorzaak die u niet kent of niet begrijpt.

Voor de stoïcijnen betekende dit dat we in een deterministische wereld leven. De toekomst ligt vast. Dat betekent dat elke uitspraak over de toekomst noodzakelijkerwijs waar of onwaar moet zijn. Het maakt daarbij niet uit of wij die toekomst kennen of niet. Alleen het bewuste universum zelf kent alle oorzaken, maar ook mensen zijn bewuste wezens die voorspellingen kunnen doen over wat er gaat gebeuren. Doordat alles met alles verbonden is, is het helemaal niet zo’n rare gedachte dat je uit gebeurtenissen in de natuur voorspellingen kunt doen over wat er in de toekomst gaat gebeuren. We hoeven het onderliggende mechanisme van oorzaak en gevolg niet helemaal te doorgronden om toch uit bepaalde gebeurtenissen voorspellingen te doen. Zo kun je zonder iets van meteorologie te weten toch voorspellen dat er als de lucht donker wordt en het begint te waaien een regenbui aankomt.

Volgens Posidonius werken ook toekomstvoorspellingen volgens dit principe. We kennen het mechanisme van alle oorzaken en gevolgen misschien niet, maar we kunnen wel bepaalde patronen ontdekken. Aan de hand van die patronen kan een waarzegger voorspellingen doen. Doordat alles met alles verbonden is, moet het immers mogelijk zijn om iets over de toekomst te zeggen. Eenvoudige voorspellingen zoals het voorbeeld over het weer kan iedereen maken, maar ook complexere voorspellingen zijn in theorie mogelijk. Posidonius dacht dat er mensen bestonden die op de één of andere manier een sterkere connectie met de wereldgeest hadden dan de gemiddelde mens. Ze beschikten misschien over een extra zintuig, of over een beter ontwikkelde of afwijkende verstand, die hen een bijzondere connectie met het universum gaven. Die connectie maakte het voor hen mogelijk om de toekomst beter te voorspellen dan een leek. De Romeinse Auguren, officiële staatswaarzeggers, dachten zo aan de vlucht van vogels te kunnen zien wat de toekomst bracht en weer andere, minder officiële, waarzeggers gebruikten de ingewanden van een vis om het lot te voorspellen.

Het is natuurlijk onzin om uit de vliegrichting van vogels of de darmen van een vis een voorspelling over de toekomst te doen. Toch was het hele concept van Posidonius opmerkelijk modern en wetenschappelijk. Ook de hedendaagse wetenschap gaat ervan uit dat elke gebeurtenis een oorzaak heeft. Niets gebeurt puur toevallig, alles wordt door iets veroorzaakt. Voor de stoïcijnen bestond toeval niet. Toeval was gewoon een gebeurtenis waarvan de oorzaak onbekend was. Aan de hand van steeds terugkerende patronen kunnen ook als de oorzaak onbekend is statistische voorspellingen worden gedaan. Dat Posidonius dacht dat uit de vlucht van vogels of uit de ingewanden van een vis bepaalde patronen konden worden afgeleid die iets over de toekomst zeggen, komt nu nogal vreemd over. Uit de ingewanden van een vis kun je hooguit voorspellen dat je ziek wordt als je ervan eet, omdat de vis bedorven is. Toch is het hele concept dat toeval niet bestaat en dat alles een oorzaak heeft, helemaal zo gek nog niet.


zaterdag 2 december 2023

23.3 God, logos en natuur, één pot nat?

 De werkelijkheid valt dus nooit echt met volledige zekerheid te kennen. We begrijpen de wereld door de zeef van onze beperkte zintuigen en de zeef van ons beperkt verstand. Ondanks het feit dat ze zich hiervan bewust waren dachten de stoïcijnen toch dat ze een redelijk kloppend beeld van de werkelijkheid hadden. Ze bedotten zichzelf daarbij en gingen er vanuit dat het universum een bewust wezen was. Het was geen god in de traditionele betekenis, maar weldegelijk een hoger alomvattend bewustzijn. Ze noemden dat bewustzijn, zoals we zagen, de natuur, de wereldrede, de logos of ook wel de pneuma. ‘Logos’ is in de stoïcijnse filosofie dan ook een synoniem voor universum of natuur. Maar dus niet alleen voor de materiële natuur, ook voor het alomvattende bewustzijn dat je ‘god’ zou kunnen noemen. Volgens de stoïcijnen zit de natuur namelijk fundamenteel logisch en redelijk in elkaar. Die fundamentele redelijkheid van de werkelijkheid maakt volgens de stoïcijnen dat de mens met zijn eigen redelijke vermogens een kloppend beeld van die werkelijkheid kan vormen. De stoïcijnse god bedot de rationele mensen en daarmee zichzelf niet.

Bij het woord god hebben veel mensen een bepaalde associatie, die op de stoïcijnse god absoluut niet van toepassing is. De stoïcijnse god lijkt niet op een mens, zoals bij de traditionele Griekse goden. En ook lijkt de stoïcijnse god niet op de christelijke god. De christelijke god staat los van de wereld en oordeelt daarover. De stoïcijnse god bekommert zich niet om de dagelijkse beslommeringen van individuele mensen: hij is die beslommeringen. De stoïcijnse god heeft de wereld niet geschapen en velt daarover geen oordeel: hij is die wereld. De stoïcijnse god verschilt ook van de god van Plato. Plato meent dat god ‘het goede en ware’ belichaamt. Daarbij is het ‘goede en het ware’ in de filosofie van Plato een vorm die buiten de fysieke wereld staat. De fysieke wereld vormt er slechts een projectie van. Ook is de stoïcijnse god niet gelijk aan de god van Aristoteles, die de uiteindelijke oorzaak is van alles wat is, datgene waar alles naartoe streeft, de zogenaamde ‘onbewogen beweger’. De klokkenmaker die de klok in beweging heeft gezet en er verder niet meer naar omkijkt.

Religieuze stoïcijnen geloven in iets heel anders dan de traditionele monotheïstische man met een baard in de hemel. God is voor een stoïcijn niet meer en niet minder dan dat wat bestaat. De werkelijkheid, het universum, de kosmos, de natuur en de regelmatigheid waarmee alles lijkt te verlopen, kortom: gewoon alles wat er is. Voor de stoïcijnen is dus ook het slechte en het bedrog deel van de godheid: alles valt ermee samen. De stoïcijnse god staat daarbij niet naast het universum als een soort richtingaanwijzer. De god van de stoïcijnen is niets meer en niets minder dan het hele universum. Iedereen en alles wat er is en alles wat er gebeurt maakt volgens de stoa deel uit van één samenhangend goddelijk wezen. In de filosofie wordt dit ook wel pantheïsme genoemd.

De stoïcijnse godheid is dan ook door en door materieel. Hij is geen transcendente ziel of geest, maar iets werkelijks. Namelijk het allesomvattende. Ook Epictetus zag god dus niet als iets dat buiten het universum stond. Sterker nog, hij leerde zelfs dat de mens zelf een deel van god was. Tegen een leerling zei hij het zo:

“Jij bent een stukje van god, je bent een deel van hem. Stumper, je draagt god met je mee en hebt dat niet door! Denk je soms dat ik het heb over een god buiten je over een beeld van zilver en goud?” (Epictetus; Colleges Boek 2, hoofdstuk 8)

De stoïcijnen maken, zoals we zagen, onderscheid tussen de inerte, passieve materie en de actieve energieke pneuma. Die pneuma werd soms een beetje verwarrend de logos of de voorzienigheid genoemd. Daarmee bedoelen ze de regels en wetmatigheden die ten grondslag lijken te liggen aan alles wat er gebeurt. De stoïcijnse godheid wordt zo een soort twee eenheid en kan gezien worden als bestaande uit een mengsel van materie en pneuma. Het is de pneuma die er voor zorgt dat de materie in beweging komt, dat er dingen gebeuren. Pneuma heeft dan ook wel wat weg van wat wij tegenwoordig energie noemen. Materie en pneuma zijn voor de stoïcijnen echter geen los van elkaar bestaande dingen, maar twee verschillende manieren om tegen één en dezelfde werkelijkheid aan te kijken. Het zijn twee kanten van dezelfde munt. De Yin en Yang van het stoïcisme.

De gelijkstelling van god met al het bestaande kreeg in onze tijd met Einstein een beroemde aanhanger. Daarom wordt de stoïcijnse god ook weleens Einsteins god genoemd. Het stoïcijnse godsbegrip is niet ver verwijderd van de moderne wetenschappelijke visie. Het is een god die niet aan wonderen doet waarbij natuurwetten opzij worden gezet. Integendeel, die natuurwetten vormen juist het wezen van deze pantheïstische godheid. Het hele universum is in ruimte en tijd verbonden door een netwerk van oorzaak en gevolg. De wereld luistert naar natuurwetten, en die natuurwetten zijn volgens de stoïcijnen fundamenteel redelijk en begrijpelijk. Het goddelijke universum zit rationeel in elkaar en is daardoor in principe te begrijpen. God is dus niet alleen alomvattend, het is ook redelijk. Om dit te benadrukken wordt deze god dan ook wel aangeduid met de term ‘logos’. De drie termen ‘natuur’, ‘logos’ en ‘god’ worden door de stoïcijnen door elkaar heen gebruikt, om verschillende aspecten van hetzelfde aan te duiden. Als een stoïcijn het heeft over fysica, dan ligt het woord natuur voor de hand. Heeft hij het over de logica, dan is het logisch om het woord logos te gebruiken. Gaat het over ethiek, dan is het woord god gepast. Zeno verdeelde de filosofie daarom in deze drie gebieden: fysica, logica en ethiek, en zijn volgelingen namen die indeling over. Maar voor de beantwoording van de vragen binnen die drie disciplines verwijzen ze dus naar steeds hetzelfde uitgangspunt: god, de logos en de natuur zijn voor de stoïcijn hetzelfde.


zaterdag 25 november 2023

23.2 Wat kunnen we weten?

 In het vorige hoofdstuk lazen we dat volgens de stoïcijnen alles wat er in het universum gebeurt vast ligt. Verleden, heden en toekomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden door een immens netwerk van causale wetten. Maar hoe zeker zijn die deterministische wetten van oorzaak en gevolg eigenlijk zelf? Wetenschappelijke wetten kunnen nooit werkelijk geverifieerd worden. De Engelse filosoof Hume heeft er al op gewezen dat uit geen enkele eindige hoeveelheid observaties, hoe groot ook, enige onbeperkte, algemene, logisch verdedigbare conclusie kon worden getrokken. Ik kan dan wel uit mijn waarneming dat dingen elke keer als ik ze los laat vallen een zwaartekrachtwet afleiden, maar als dat zo is ben ik via een psychologisch proces en niet via een logische onweerlegbare redenering tot die conclusie gekomen. De conclusie alle A’s zijn x volgt niet uit één observatie, ook niet uit twee en al evenmin uit tweeduizend of twee miljard observaties. Één enkele waarneming van het tegendeel is al voldoende om mijn mooie zwaartekrachtstheorie op losse schroeven te zetten. Hoe betrouwbaar is die heilige wet van oorzaak en gevolg dan nog?

Het menselijk kenvermogen blijkt al bij een oppervlakkig onderzoek buitengewoon beperkt, zelfs onze onmiddellijke waarneming is vaak onbetrouwbaar. Denk daarbij bijvoorbeeld aan allerlei optische illusies. Onze zintuigen laten ons geregeld in de steek: de stok in het water is recht, maar lijkt gebogen. Hier kunnen we de foutieve waarneming eenvoudig corrigeren door de stok uit het water te halen, maar misschien zijn andere waarnemingen wel oncorigeerbaar foutief. Dat we met wetenschappelijke instrumenten als microscopen en telescopen talloze intuïtief kloppende maar toch foute waarnemingen hebben weten recht te zetten betekent nog niet dat er geen waarnemingen zouden kunnen bestaan die we nooit recht zouden kunnen zetten.

De beperkingen van onze zintuigen dwongen ook de stoïcijnen tot de nodige voorzichtigheid. Zo is er het verhaal van een stoïcijnse filosoof aan het hof van Ptolemaeus in Egypte. Om zijn huisfilosoof te laten zien dat ook stoïcijnen foute oordelen vellen, liet de farao een schaal met granaatappels op tafel zetten. De filosoof pakte een appel en beet erin, om er vervolgens achter te komen dat het om een nep granaatappel van bijenwas ging. De farao lachte hem uit en zei: ‘Wat blijft er nu over van je hoogdravende filosofie over het juiste oordeel?’ De filosoof antwoordde gevat: ‘Ik heb helemaal geen vergissing begaan. Ik heb alleen ingestemd met de indruk dat er een schaal met op granaatappel lijkende objecten op tafel stond. Het was heel aannemelijk en dus rationeel om aan te nemen dat het om echte granaatappels ging.’ Zich bewust van de beperkingen van zijn zintuigen en oordeelsvermogen zal een stoïcijn dus altijd oordelen onder een zeker voorbehoud. Hij kan het tenslotte altijd verkeerd hebben ingeschat.

En dit gaat alleen nog maar over de vraag wat er allemaal fout kan gaan met onze zintuiglijke waarnemingen, een veel dieper gravende vraag is het probleem of die waarnemingen ons überhaupt wel iets over de werkelijkheid vertellen. Onze zintuigen worden in beweging gezet door de buitenwereld en brengen in ons bewustzijn bepaalde voorstellingen voort. Bijvoorbeeld de voorstelling van een gele tulp. Het is niet alleen niet bewijsbaar dat die tulp werkelijk geel is en niet rood, maar het is zelfs helemaal niet aannemelijk dat die tulp werkelijk een kleur heeft. Kleuren, geluiden, geuren, alles waaruit ons bewustzijn van de buitenwereld is opgebouwd, bestaan niet in de objectieve werkelijkheid, maar alleen in ons subjectieve bewustzijn. De gele kleur van die mooie tulp is het gevolg van de weerkaatsing van lichtgolven met een bepaalde lengte door de bloemblaadjes. Die lichtstralen bereiken onze ogen en worden als elektrisch stroompjes naar onze hersenen gestuurd, die daar dan vervolgens de kleur geel van maken. In de werkelijkheid bestaat er niet zoiets als kleur, maar komen alleen lichttrillingen voor met een uiteenlopende golflengte. Onze ervaring van een kleur is een hersenspinsel dat pas via verwerking door eerst onze ogen en later onze hersenen door ons ervaren wordt als datgene wat wij een kleur noemen.

Er bestaat dus een fundamenteel verschil tussen subjectieve en objectieve feiten. Tussen de dingen die wij als mens ervaren en de eigenschappen die de buitenwereld werkelijk heeft. In ons bewustzijn verschijnen niet de dingen zelf maar een voorstelling die door de inwerking van de buitenwereld op onze zintuigen in onze hersenen wordt gemaakt. We zitten dus eigenlijk allemaal opgesloten in ons eigen privé theater, kijkend naar de voorstelling die ons wordt voorgeschoteld. Als wij een gele tulp zien bestaat er dus alle reden om te betwijfelen of we werkelijk een gele tulp zien en zelfs of er wel zoiets als kleur bestaat. En wie of wat garandeert ons eigenlijk of er wel zoiets als een tulp bestaat. Hoe weten we of er een buitenwereld bestaat met objectieve eigenschappen en niet alleen maar het toneelstukje dat wij bekijken?

Toch is volgens de stoïcijnen alle kennis afkomstig uit de ervaring. Uw zintuigen geven u een voorstelling van de buitenwereld. Ze noemden dat een ‘fantasia’. Het is weliswaar lang niet zeker dat die ‘fantasie’ ook een correct beeld van de werkelijkheid geeft. Uw zintuigen hebben zo hun beperkingen en kunnen, zoals we zagen, heel makkelijk misleid worden. Alle aanspraken op objectiviteit worden hiermee weliswaar twijfelachtig, maar het is en blijft onze enige bron van informatie over de werkelijkheid. Deze manier van denken wordt ook wel empirisme genoemd. De stoïcijnen waren echter geen zuivere empiristen, ze waren ook rationalisten. Volgens hen bevat het ‘hegemonikon’ bepaalde aangeboren principes, waarvan het intuïtief weet dat ze waar zijn en die axioma’s vormen waarvan een volledige beschrijving van de wereld kan worden afgeleid. De ‘fantasia’ uit de externe wereld worden aan de hand van die axioma’s beoordeeld door de rede van het ‘hegemonikon’. Het ‘hegemonikon’ heeft het vermogen tot rationeel nadenken en de externe wereld steekt rationeel in elkaar. Als het ‘hegemonikon’ goed functioneert komt het zo tot een min of meer kloppende conclusie van iets uit de werkelijkheid. Het moet ook haast wel een enigszins kloppend beeld zijn. Als ons beeld van de realiteit te veel zou afwijken van de ‘echte’ wereld en we een brullende sabeltandtijger zouden aanzien voor een klein spinnend poesje dan zou er van de menselijke soort niet veel zijn overgebleven. Alleen al het feit dat we ons in de wereld kunnen handhaven ‘bewijst’ dat ons wereldbeeld niet al te veel van de werkelijkheid kan afwijken.

Volgens de stoïcijnen die dus zowel empiristen als rationalisten zijn, kunnen noch de ervaring, noch de rede ieder voor zich objectieve kennis verschaffen. De ervaring levert inhoud zonder vorm en de rede levert vorm zonder inhoud. Alleen door hun synthese is kennis mogelijk. Het beeld dat uw zintuigen u voorschotelen moet dus eerst het filter van uw denkvermogen doorlopen voordat u met dat beeld kunt instemmen. Daarom is er geen kennis die niet het stempel draagt van zowel de rede als de ervaring. Maar zulke kennis is, zeggen de stoïcijnen, wel degelijk echt en objectief. Hij overstijgt het gezichtspunt van degene die de kennis bezit, en doet legitieme uitspraken over een onafhankelijke werkelijkheid. Zeno omschreef dit aan de hand van een hand. Een ervaring, een indruk die de buitenwereld op het reptielenbrein maakt wordt gesymboliseerd door de open rechterhand met de vingers uitgespreid. Instemming met die ervaring door het mensenbrein wordt weergegeven door de losjes gesloten vingers die een vuist vormen. Na één en ander iets uitvoeriger te hebben onderzocht en bekeken ontstaat volgens Zeno zekerheid. Dit symboliseert hij met een stevig dichtgeknepen vuist. Deze zekerheid blijft een relatieve, door de normale menselijke vermogens beperkte zekerheid. Het is een redelijke, aannemelijke kennis. Absolute intuïtieve zekerheid is alleen bereikbaar voor een wijze die de aannemelijke kennis kan toetsen door hem te plaatsen in zijn universele kennis. Zo’n wijze kan elk brokje nieuwe informatie toetsen en in verbinding brengen met de dingen die hij al weet, waardoor hij zeker weet of iets waar is of niet. Deze absolute zekerheid wordt door Zeno weergegeven door de rechtervuist met de linkerhand vast te pakken.

Er kan zo een heel rationeel en objectief kloppend beeld van de werkelijkheid worden verkregen. Toch is het uiteindelijk onmogelijk om de wereld op zich volledig onafhankelijk van een gezichtspunt te kennen. Het ‘Ding an sich’ van Kant is daarbij inderdaad ongrijpbaar. We denken dat we over bomen, kleuren, sneeuw en bloemen spreken (ze kennen), maar dat zijn metaforen die niet corresponderen met de oorspronkelijke werkelijkheid. Dingen zijn voor hun bestaan niet afhankelijk van uw waarneming, maar hun aard wordt wel bepaald door het feit dat ze waargenomen kunnen worden. Dingen zijn objectief, maar hun aard wordt bepaald door het gezichtspunt dat kennis ervan mogelijk maakt. Dit is het gezichtspunt van de mogelijke ervaring. De ervaring bevat zelf al de kenmerken materie, ruimte, tijd en causaliteit. Dit zijn de categorieën of axioma’s van uw rede, de uitgangspunten waarbinnen alles wat u ervaart, zich moet afspelen. Zonder die uitgangspunten wordt iedere ervaring onmogelijk. Als u uw ervaring beschrijft, verwijst u dus al naar een door uw rede geordende kijk op een onafhankelijke wereld.

Voor u zich een beeld van de werkelijkheid kunt vormen moet dus eerst de zeef van de beperkingen van uw zintuigen worden genomen en vervolgens de zeef van de beperkingen van uw rationele kenvermogen. Maar als het zo is dat de wereld zo aan u moet verschijnen, moet hij dan ook zijn zoals hij schijnt te zijn? U moet nog steeds de stap maken van een beschrijving van uw subjectieve gezichtspunt naar een beschrijving van de wereld. U kunt met Descartes tenminste één ding zeker weten en dat is dat er een eenheid van bewustzijn is. Er bestaat een ‘hegemonikon’. Twijfel hieraan maakt een einde aan het zelfbewustzijn en dus ook aan de betekenis van twijfel. Het bestaan van zelfbewustzijn is de voorwaarde van subjectiviteit. Maar niemand kan het subjectieve gezichtspunt hebben zonder een zekere kennis te hebben van objectieve waarheden. Er is geen kennis van ervaring die niet verwijst naar een natuurlijke buitenwereld. Uw gezichtspunt is altijd een kijk op een objectieve wereld. Dit betekent niet dat u de wereld volledig kunt kennen zoals hij is. U kunt de wereld alleen kennen voor zover die aan uw gezichtspunt verschijnt. Het is zinloos om te proberen boven dit gezichtspunt uit te komen en de wereld te kennen zoals die is, onafhankelijk van elke mogelijke voorstelling.


zaterdag 18 november 2023

23.1 Stoïcisme en religie

 LES 23

NATUUR

DE STOÏCIJNSE GOD



Geloven stoïcijnen in een god? Het antwoord op die vraag hangt af van wat voor god u in gedachten hebt. Het kosmisch mysterie van de natuurwetten, of de lange man met een baard die u gedragsregels voorschrijft. Stoïcijnen geloven niet in een strenge wetgever met een witte baard die vanaf zijn wolk bepaalt wat wij moeten denken van zaken als politiek, seks, gender, mode en verboden voedsel. Een boze man in de hemel die overstuur raakt als vrouwen een korte rok dragen of hun haren laten zien, als mensen van hetzelfde geslacht seks met elkaar hebben, als een tiener masturbeert, als je alcohol drinkt, varkensvlees eet of de zondagsrust verstoort. Er zijn bibliotheken volgeschreven met boeken waarin precies wordt uitgelegd hoe u moet leven en denken. Dit is de god van ketterverbrandingen, kruistochten en jihads.

Zo is het christendom verantwoordelijk geweest voor een groot aantal grove misdaden als de inquisitie, kruistochten, kindermishandeling en de uitroeiing en onderdrukking van inheemse culturen. De stelling dat al die misdrijven voortvloeien uit een verkeerde interpretatie van de leer gaat niet op. Duizenden jaren lang is deze ‘religie van liefde’ de bron geweest van onmetelijk veel leed en zelfs een heel metaforische lezing van de bijbel kan er niet omheen dat dit heilige boek tot heel wat gruweldaden oproept. Het valt niet vol te houden dat deze religie al die tijd op zo’n manier verdraaid is dat het niet een enkele maal, maar talloze keren tot allerlei gruwelijkheden heeft geleid. Dit geldt niet alleen voor het christendom ook de andere grote religieuze systemen staan borg voor hun eigen rijtje aan onverdraagzaamheid, uitroeiing en onderdrukking.

Gelovigen verwijzen vaak naar de mysteriën van het universum en de beperkingen van het menselijke begripsvermogen om het bestaan van een god te bewijzen. De wetenschap kan de Big Bang en het ontstaan van het leven niet verklaren, dus moet er wel een god bestaan! We kunnen de oerknal niet verklaren en opeens moeten vrouwen hun haar bedekt houden, mogen ze geen bikini’s dragen en zijn echtscheiding en varkensvlees verboden. Er bestaat geen enkel rationeel verband tussen die dingen en bovendien zijn ze vaak ook nog eens innerlijk tegenstrijdig. Hoe dieper de mysteriën van het universum hoe onwaarschijnlijker het is dat hetgeen daarvoor verantwoordelijk is ook maar iets geeft om kledingvoorschriften of seksuele gedragingen.

Het verband tussen de kosmische mysteriën en de strenge wetgever wordt doorgaans gelegd door één of ander heilig boek op te voeren. Een door de schepper persoonlijk geschreven boek dat vol staat met regeltjes over tempelrituelen, kledingvoorschriften en voedseltaboes. De schepper van ruimte en tijd vond het blijkbaar nodig om al die moeite te doen voor allerlei onbenulligheden. Al die heilige boeken bestaan uit mythen en regels die onze voorouders hebben verzonnen om sociale normen en politieke structuren te legitimeren. Regels die ongetwijfeld duizenden jaren lang van nut zijn geweest om de sociale orde te handhaven, maar daar hebben we tegenwoordig een prima functionerend seculier systeem van wetgeving voor.

Toch heeft ook het stoïcisme een godsbegrip. De stoïcijnse god is geen man met een baard. Je zou hun god net zo goed natuur kunnen noemen, en dat doen de stoïcijnen dan ook regelmatig. Het is hoe zij het grootste en ontzagwekkende raadsel van het universum noemen. Het mysterie van de kosmos. Het antwoord op vragen als: waarom is er iets en niet niets, waarom zijn de natuurwetten zoals ze zijn, wat is bewustzijn en waar komt dat vandaan? Stoïcijnen kennen het antwoord op deze vragen niet en geven er de naam god, universum of natuur aan. De meest fundamentele eigenschap van deze mysterieuze god is dat er niets concreets over te zeggen valt. Dit is de god van de stoïcijnen.

Het stoïcisme wordt daarmee een seculiere filosofie. Ze geloven niet in een persoonlijke god, gaan niet naar tempels en voeren geen riten of rituelen uit. Toch is het een heel positief en actief wereldbeeld dat zich kenmerkt door een systeem van waarden en niet door een verzet tegen religies. Veel van die waarden lijken verdacht veel op de regels en wetten van de religies. Dat is niet zo verwonderlijk omdat de belangrijkste menselijke waarden een biologische oorsprong hebben. Het gaat dus om waarden die we als mensen toch al gemeen hebben. Anders dan religies beweren stoïcijnen niet dat ze het monopolie op goedheid en wijsheid hebben. Ze denken niet dat ethiek en wijsheid op een zeker moment op een bepaalde plek bij een heel specifieke persoon of volksstam uit de hemel zijn neergedaald, maar beschouwen ethiek en wijsheid als het natuurlijk erfgoed van alle mensen.

Net als de meeste religies koestert het stoïcisme waarden als rechtvaardigheid, moed, wijsheid en zelfbeheersing, vrijheid en gelijkheid. Dit zijn basiswaarden die in alle tijden in alle samenlevingen een belangrijke rol hebben gespeeld. Ze hebben een evolutionaire oorsprong en zijn onontbeerlijk om in groepen te kunnen samenwerken. Van een stoïcijn wordt gevraagd om bij zichzelf te rade te gaan en te onderzoeken welke waarden of onderdelen van waarden hem het best liggen. Door een grondig zelfonderzoek kiezen ze een set bij hen passende waarden. Door volgens die gepersonifieerde waarden te leven kunnen ze een virtuoos leven leiden. En virtuositeit is, zoals we zagen, het doel van een leven als stoïcijn.

Zoals alle morele codes is ook het stoïcijnse waardensysteem een ideaal om na te streven en slechts uiterst zelden een maatschappelijke realiteit. Het stoïcisme legt de ethische lat behoorlijk hoog en verwacht van iedere stoïcijn dat hij of zij alles in het werk stelt om zich aan zijn zelfgekozen waarden te houden. Maar het weet ook wel dat het voor de meeste mensen gewoon niet haalbaar is om altijd aan zo’n veeleisende code te voldoen. Toch is volgens hen alleen al het streven naar een ideaal voldoende om een leven zinvol te maken.

Elke religie, ideologie en levensfilosofie heeft zijn schaduwkanten. Ook het stoïcisme. Het is dan ook van het grootste belang om u dat te realiseren en u niet te verschuilen achter de naïeve geruststelling dat het u niet zal overkomen. De seculiere levensfilosofie van het stoïcisme heeft in elk geval wel het voordeel dat het niet bang is voor zijn eigen schaduw en in principe bereid is zich aan te passen en te leren van zijn eigen fouten. Als u gelooft in een u door een hogere macht gegeven waarheid, kunt u het uzelf niet toestaan om fouten te erkennen, want dat zou uw hele verhaal onderuit halen. Als u echter gelooft in een zoektocht naar de waarheid door feilbare mensen, is het toegeven van blunders een inherent onderdeel van het spel. Het stoïcisme is zo’n levensfilosofie die niet bang is voor zijn eigen fouten en die bereid is daarvan te leren en zich te ontwikkelen.

woensdag 15 november 2023

Stoïcijns determinisme en het onzekerheidsprincipe van Heisenberg


Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg lijkt belangrijke implicaties voor het gematigd determinisme van de stoïcijnen te hebben. Determinisme is het idee dat de toekomstige toestand van een systeem volledig bepaald is door de huidige toestand en de natuurwetten. Met andere woorden, als je de precieze positie en snelheid van alle deeltjes in het universum kent, zou je theoretisch in staat moeten zijn om alles wat er in de toekomst zal gebeuren, nauwkeurig te voorspellen.

Het onzekerheidsprincipe stelt echter dat er inherent beperkingen zijn aan hoe nauwkeurig we gelijktijdig de positie en de impuls (massa vermenigvuldigd met snelheid) van een deeltje kunnen meten. Dit betekent dat op kwantumniveau, op het niveau van subatomaire deeltjes, er intrinsieke grenzen zijn aan onze mogelijkheid om bepaalde informatie te verkrijgen. Het is niet zozeer een beperking van onze meetapparatuur, maar een fundamentele beperking in de aard van de kwantumwereld.

Dit impliceert dat, zelfs als we alle mogelijke informatie over de toestand van een deeltje op een gegeven moment zouden hebben, er nog steeds inherente onzekerheden zijn over de toekomstige evolutie van dat deeltje. Het onzekerheidsprincipe werpt twijfel op het strikte determinisme op het kwantumniveau en heeft geleid tot een heroverweging van traditionele opvattingen over voorspelbaarheid in de natuurkunde. Het suggereert dat er intrinsieke limieten zijn aan hoe nauwkeurig we de toekomst van kwantumsystemen kunnen voorspellen.

Betekent dit het einde van het determinisme? Nee, het heeft echter wel de traditionele, strikte vorm van determinisme zoals voorgesteld in klassieke mechanica en in de Newtoniaanse fysica uitgedaagd. In de kwantummechanica, waar het onzekerheidsprincipe van toepassing is, lijkt het determinisme beperkt te zijn door inherente probabilistische aspecten. Het suggereert dat, zelfs als we de begintoestand van een systeem nauwkeurig kennen, er grenzen zijn aan hoe precies we de toekomstige toestand kunnen voorspellen, vooral op het niveau van subatomaire deeltjes. Er zijn interpretaties van de kwantummechanica, zoals de Kopenhaagse interpretatie, die stellen dat het onmogelijk is om de exacte eigenschappen van een deeltje vast te stellen totdat deze wordt gemeten, en zelfs dan kunnen we alleen probabilistische voorspellingen doen over de resultaten van de meting. Andere interpretaties, zoals de veel-werelden interpretatie, bieden alternatieve manieren om met deze probabilistische aspecten om te gaan zonder het traditionele determinisme volledig op te geven.

In het algemeen heeft het onzekerheidsprincipe wel degelijk geleid tot diepgaande discussies over de aard van de realiteit op kwantumniveau en heeft het de traditionele opvattingen over determinisme en voorspelbaarheid uitgedaagd.

Hoe zit het nu met het determinisme? Op macroscopisch niveau gedragen stoffelijke objecten zich nog steeds netjes volgens de natuurwetten. De probabilistische wetten van de kwantummechanica op microniveau middelen zichzelf uit op macroniveau, waarbij de deterministische natuurwetten weer in beeld komen. Omdat menselijke wezens macroscopische stoffelijke objecten zijn, kunnen we er nog steeds vanuit gaan dat het determinisme voor een belangrijk deel nog steeds op mensen van toepassing blijft. Dit zou betekenen dat menselijk gedrag in principe nog steeds voorspelbaar blijft, Op subatomair niveau bestaat de willekeur van het onzekerheidsprincipe vermoedelijk wel, maar op het niveau van dingen ter grootte van menselijke lichamen zijn de causale wetten nog steeds volledig van toepassing. Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg lijkt dus geen bedreiging te vormen voor het gematigd determinisme van de stoïcijnen.

dinsdag 14 november 2023

Het recept voor een gelukkig leven: gematigd determinisme


Staat alles al van tevoren vast? Volgt de wereld de onverbiddelijke natuurwetten van oorzaak en gevolg en heb je zelf helemaal niets in te brengen? Je hebt ongetwijfeld het gevoel dat je over een vrije wil beschikt. Je doet in elk geval een deel van de dingen met een bepaalde bedoeling. In een dergelijk teleologisch model worden daarom sommige gebeurtenissen in termen van bedoelingen en doelen verklaard. Het voelt alsof je zelf bepaalt wat je wel of niet doet. Je bent verantwoordelijk voor je beslissingen. Naast dit teleologische model bestaat ook het causale model. In dit model wordt elke gebeurtenis veroorzaakt door de wereld die aan die gebeurtenis voorafgaat. Deterministen leiden de noodzaak van elke gebeurtenis af uit de natuurwetten. Elke gebeurtenis heeft een eraan voorafgaande oorzaak. Volgens de strikt deterministen gebeurt daardoor alles wat er gebeurt noodzakelijkerwijs. Skinner en Freud waren strikt deterministen.

Er bestaan ook zoiets als gematigd deterministen. Dit zijn figuren als de stoïcijnen, Augustinus, Hobbes en Spinoza. Volgens de gematigd deterministen ben je soms even vrij in wat je doet of laat. Zo is volgens de stoïcijnen iemand pas echt gelukkig als hij vrij is. Je kunt zelfs altijd vrij en volkomen gelukkig zijn. Niet door te proberen te krijgen wat je wilt hebben, maar door te willen wat je krijgt. Je brengt je leven dan in overeenstemming met de natuur of de wereldwil. Nietzsche noemde dit ‘Amor fati’, heb je lot lief. Veel mensen zijn ongelukkig omdat ze niet kunnen krijgen wat ze hebben willen. Dat kan tegenwoordig haast niet anders. In onze materialistische consumptiemaatschappij worden we overspoeld met boodschappen en reclames vol plezier en spullen waar we niet buiten zouden kunnen. Je moet haast wel gaan geloven wat ze je vertellen over wat je allemaal wel niet moet doen en hebben om aantrekkelijk, geliefd, intelligent en cool te zijn. Zo breng je het grootste deel van je leven door met een brandend verlangen naar van alles en nog wat. Niet echt een goede basis voor een gelukkig leven.

Net als veel oosterse filosofen wisten de stoïcijnen dat een vrij en gelukkig leven mogelijk is door rustig met de rivier mee te stromen. Ze wisten dat een dergelijke vredigheid niet eenvoudig te bereiken valt. Het vergt levenslang oefenen en werken om dat voor elkaar te krijgen. Betekent dit dat je een leven van inactiviteit en passiviteit moet leiden? Nee, stoïcijnen zijn behoorlijk actieve personen, maar ze weten wanneer je in actie moet komen en wanneer je de wereld zijn natuurlijke loop moet laten gaan. Dat is het recept voor een gelukkig leven.

zaterdag 11 november 2023

22.7 Tenslotte

 De voorloper van de stoïcijnen, Heraclitus, zei het al: ‘Je kunt geen twee keer in dezelfde rivier baden’. Alles verandert constant, niets is blijvend. U kunt de uithoeken van het universum, uw eigen lichaam en uw eigen geest onderzoeken, maar u zult nooit iets tegenkomen dat eeuwig stabiel blijft. Veel mensen geloven ten onrechte dat er een eeuwige essentie bestaat en dat ze, als ze die weten te vinden, eindelijk gelukkig zullen worden. Ze geloven heilig in de sprookjes van de vorige paragraaf en zoeken verbeten naar een eeuwige essentie om hun leven compleet te maken. Die eeuwige essentie wordt soms god genoemd, de natie, de ware liefde, of zelfs je authentieke zelf. Hoe meer mensen zich hechten en zich verbinden aan het vinden van die essentie, hoe ongelukkiger en teleurgestelder ze zullen worden.

De sprookjes over een eeuwige essentie mogen dan aan onze eigen geest ontsproten verzinsels zijn, er is geen reden tot wanhoop. De wereld is er nog steeds. U kunt dan wel geen rol spelen in één van die fantasie sprookjes, maar uw bewustzijn is er weldegelijk. Daar kunt u niet om heen. De grote vraag wordt dan niet langer waar de zin van het leven ligt, maar hoe u een goed en virtuoos leven kunt leiden. Als u alle verzonnen sprookjes opgeeft, kunt u de werkelijkheid veel helderder zien dan voorheen. En als u de waarheid ziet van uzelf en de wereld kan niets u meer ongelukkig maken. U bent een echte stoïcijnse wijze geworden. Maar ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

De stoïcijnen meenden dat mensen vrij moeten zijn om werkelijk gelukkig te kunnen worden. Dat lijkt niet te rijmen met hun determinisme, maar ze hadden een slimme manier bedacht om de menselijke vrijheid te redden. Ze maakten daarvoor onderscheid tussen een buitenwereld en een binnenwereld. De buitenwereld is onderworpen aan de wet van oorzaak en gevolg en daardoor volledig gedetermineerd. Maar de binnenwereld van het menselijk bewustzijn is volkomen vrij. Die vrijheid maakt het mogelijk om altijd en onder alle omstandigheden gelukkig te zijn. Niet door aldoor maar te proberen te verkrijgen wat u wilt, maar door u bewust te zijn van wat er gebeurt en alleen te willen wat u krijgt voorgeschoteld.

Het gaat er dan om dat je je wil in overeenstemming brengt met de ‘wereldwil’. Dat is wat we hierboven in navolging van Nietzsche al ‘amor fati’ (het liefhebben van je lot) hadden genoemd. In het sprookje van onze materialistische consumptiemaatschappij is het een deugd om nooit tevreden te zijn met wat je krijgt. U wordt onafgebroken geïndoctrineerd met de gedachte dat u tekort komt en dat u van alles moet willen en moet ondernemen om die tekortkomingen op te heffen. Dit eeuwige verlangen staat er volgens de stoïcijnen juist aan in de weg om vrij en gelukkig te worden. De stoïcijnen raden u aan om u met de stroom mee te laten drijven en tevreden te zijn met wat er zoal met u mee drijft.

U moet niet alleen accepteren wat de ‘wereldwil’, het noodlot, de voorzienigheid of hoe u het ook zou willen noemen, u voorschotelt. Nee, u moet zelfs tevreden zijn met alles wat op uw pad komt. De techniek van de ‘Staf van Hermes’, stelt u immers in staat om alles in uw voordeel aan te passen. Aanvaard alles wat er gebeurt, laat de grote verhalen over zingeving voor wat ze zijn en wees u bewust van de werkelijkheid van de ‘wereldwil’. In de volgende les gaan we wat dieper in op die ‘wereldwil’, die je ook wel de stoïcijnse god zou kunnen noemen.


donderdag 9 november 2023

De positie van de mens in het universum

 Het stoïcisme biedt een diepgaand perspectief op de connectie tussen de mens en het universum. Deze filosofie benadrukt het idee van een kosmische samenhang en de rol van het individu binnen dit grotere geheel. Centraal in het stoïcisme staat het streven naar gemoedsrust, in lijn met de natuurlijke orde van het universum. De relatie tussen de mens en het universum in het stoïcisme wordt gevormd door verschillende fundamentele concepten.


  1. Sympatheia (Kosmische harmonie): De term 'sympatheia' komt voort uit het Griekse woord 'συμπάθεια' (sympatheia), dat 'medegevoel' of 'medelijden' kan betekenen. Echter, in de stoïcijnse filosofie heeft “sympatheia” een bredere betekenis, gerelateerd aan de onderlinge harmonie en eenheid van het universum. Voor stoïcijnen betekent “sympatheia” dat alles in het universum onderling verbonden is en dat gebeurtenissen en entiteiten elkaar beïnvloeden. Dit idee benadrukt het principe van de universele samenhang, waarbij alles dat gebeurt invloed heeft op het geheel. Het betekent dat iemands acties en gedrag niet geïsoleerd zijn, maar in plaats daarvan deel uitmaken van een groter geheel. Dit begrip moedigt stoïcijnen aan om zich aan te passen aan en in overeenstemming te leven met de natuurlijke loop der dingen, en om een gevoel van verbondenheid en empathie te cultiveren met alle aspecten van het universum.

  2. Determinisme: Stoïcijnen geloven in wetenschappelijk determinisme, waarbij ze stellen dat alles in het universum beheerst wordt door de wet van oorzaak en gevolg. Hoewel individuen controle hebben over hun reacties op gebeurtenissen, geloven ze ook in het concept van "fatum" of voorbestemming, waarbij de meeste gebeurtenissen plaatsvinden volgens een natuurlijke door causale natuurwetten beheerste orde. Op bijna niets van wat er gebeurt kan een mens daadwerkelijk invloed uitoefenen. Alleen op hun reactie op die gebeurtenissen hebben mensen enige invloed. Het accepteren van dit “fatum” is essentieel voor gemoedsrust en innerlijke vrede.

  3. Logos (de universele rede): In het stoïcisme wordt logos gezien als een kracht die de aard van de realiteit bepaalt en het menselijk begrip van die realiteit begeleidt. Het stoïcisme benadrukt de rol van de logos, de universele rede of het universele bewustzijn dat het universum beheerst. De logos vertegenwoordigt de natuurlijke wetten die de wereld leiden. Het wordt beschouwd als de inherente logica en redelijkheid die aanwezig is in de natuurlijke wereld. Het omvat de natuurlijke wetten en patronen die de werking van het universum bepalen. Dit aspect van logos moedigt individuen aan om in overeenstemming te leven met deze natuurlijke orde, om het te accepteren en te begrijpen, en zichzelf in harmonie te brengen met de fundamentele principes van het universum. Mensen worden aangemoedigd om in overeenstemming te leven met de logos, door hun eigen rede en virtuositeit te cultiveren.


De connectie tussen de mens en het universum in het stoïcisme ligt dus in het begrip van de universele harmonie, het aanvaarden van de natuurlijke orde en het streven naar virtuositeit. Door in harmonie te leven met de kosmische principes en de eigen plaats binnen dit grotere geheel te begrijpen, streefden stoïcijnen naar een gemoedsrust die niet afhankelijk was van externe omstandigheden.


Hoewel deze filosofie meer dan twee millennia oud is, blijft de boodschap van verbondenheid met het universum en het nastreven van innerlijke vrede en deugd nog steeds relevant voor velen in de moderne wereld. Het stoïcisme biedt een tijdloos perspectief op de relatie tussen de mens en het universum, en inspireert tot een leven in overeenstemming met de natuurlijke orde van de wereld.



zaterdag 4 november 2023

22.6 Bewustzijn als sleutel

 Wie ben ik? Wat moet ik doen? Wat is de zin van mijn leven? Vragen die na het lezen van de vorige paragraaf ongetwijfeld bij u op zullen zijn gekomen. U bent niet de enige. Deze vragen worden al sinds mensenheugenis gesteld. De wereld en onze kennis over die wereld veranderen constant. Ook onze pogingen om dergelijke existentiële vragen van een min of meer passend antwoord te voorzien zijn aan een permanente verandering onderhevig. Als mensen op zoek gaan naar de zin van het leven komt er meestal een soort van verhaal tevoorschijn. Een sprookje dat verklaart hoe het universum in elkaar steekt en wat onze rol in dat kosmische drama is. Religieuze sprookjes compleet met bovennatuurlijke wezens, slechteriken, helden en een climax met een goede afloop. Politieke sprookjes die u proberen wijs te maken dat uw land het belangrijkste en geweldigste is wat er ooit heeft bestaan. Liberale en economische verhaaltjes die u vertellen dat u een vrij en zelfstandig individu bent dat naar maximale consumptie streeft. Wetenschappelijke sprookjes die de wereld verbeelden met grafieken, tabellen en ingewikkelde berekeningen.

De meeste van die sprookjes zitten vol met gaten, inconsistenties en zijn soms zelfs ronduit onzinnig. Mensen geloven vaak in meerdere met elkaar tegenstrijdige verhalen. Neem de gemiddelde Trump aanhanger, die heilig gelooft in het bestaan van de christelijke god, een vurig lid is van de National Rifle Association en tegelijkertijd een gezonde afkeer heeft van elke vorm van ziektekostenverzekering voor de minder bedeelden. Die Jezus van hem was toch echt ietsje enthousiaster over het bijstaan van de armen dan over het recht om met dodelijke vuurwapens rond te mogen lopen. Het zijn onverenigbare sprookjes, maar mensen lijken er niet de minste moeite mee te hebben om heilig te geloven in wezenlijk inconsequente ideeën. Alleen de wetenschappelijke verhalen doen oprecht hun best om consistent te blijven.

Ook het moderne liberale sprookje dat tegenwoordig overal verteld wordt en zelfs wereldwijd de overhand lijkt te krijgen is allesbehalve consistent. Het klinkt verleidelijk de mens als autonoom, creatief en vooral vrij wezen. Die vrije keuzes en creativiteit zijn nog altijd het resultaat van miljarden neuronen die biochemische signalen met elkaar uitwisselen. U wordt opgeroepen om voor uzelf op te komen en zo uw eigen zelf te realiseren, maar dat ‘zelf’ en die vrijheid zijn hersenschimmen uit oeroude sprookjes. Het is, zoals we zagen, maar de vraag of die zo geroemde en belangrijke ‘vrije wil’ bestaat. U hebt natuurlijk wel degelijk een ‘wil’, u hebt verlangens en hebt soms de kans om die verlangens werkelijkheid te maken. Als u met ‘vrije wil’ de mogelijkheid bedoelt om te doen wat u wilt dan hebt u inderdaad een vrije wil. Maar als u met ‘vrije wil’ de mogelijkheid bedoelt om ook te willen wat u wilt dan hebt u geen vrije wil.

Als u zich seksueel aangetrokken voelt tot vrouwen dan hebt u inderdaad de mogelijkheid om al dan niet relaties met vrouwen aan te gaan, maar u hebt niet de mogelijkheid om u tot mannen aangetrokken te voelen. U kunt besluiten uw seksuele impulsen te onderdrukken, maar u kunt niet besluiten om ze te laten verdwijnen. Misschien dat u uit culturele of religieuze overwegingen besluit om van seksuele handelingen af te zien. Maar ook uw neiging om al dan niet religieuze gevoelens te hebben, kunt u niet in het niets laten oplossen. Dat vloeit voort uit allerlei culturele en genetische factoren, maar het is geen kwestie van vrije wil. Wat opgaat voor uw seksuele verlangens gaat op voor al uw verlangens en gevoelens.

Sta eens even stil bij de volgende gedachte die bij u opkomt. Waar komt die vandaan? Hebt u er zelf voor gekozen om die gedachte te hebben en hebt u hem toen pas gedacht? Natuurlijk niet. Tijdens deze cursus bent u er langzaam maar zeker achter gekomen dat u maar heel weinig zelf in de hand hebt. Eerst ontdekte u dat u de buitenwereld niet naar uw hand kunt zetten. Het is tenslotte niet aan u om te bepalen of het wel of niet gaat regenen. In een volgende fase besefte u dat u ook wat er in en met uw lichaam gebeurt niet in uw macht hebt. U kunt zelf niet bepalen of u ziek wordt of bepalen hoe hoog uw bloeddruk is. Vervolgens ontdekte u dat u zelfs uw eigen hersenen niet volledig onder controle hebt. U bepaalt niet wanneer uw neuronen vuren of wanneer bepaalde hormonen in uw bloedbaan worden losgelaten. Ook uw pre-emoties en daarmee uw eigen verlangens en afkeren hebt u niet onder controle. Het enige wat u wel zelf kunt controleren is uw reactie op die verlangens. Door de controle over die reactie kunt u desgewenst voorkomen dat een pre-emotie uitloopt op een echte grootschalige emotie.

Het besef dat u maar heel weinig zaken zelf in de hand hebt kan u helpen om wat minder obsessief met uw gevoelens en verlangens om te gaan. U hebt dan misschien wel geen ‘vrije wil’ in de traditionele betekenis, maar u kunt wel ontsnappen aan de tirannie van uw gevoelens en verlangens. Veel mensen hechten zoveel belang aan hun gevoelens dat ze de hele wereld aan die gevoelens proberen aan te passen. Ze willen carrière maken, bouwen fabrieken, destabiliseren het ecosysteem en beginnen oorlogen. De gemiddelde mens beseft niet dat al die eeuwige verlangens niets met hun ‘vrije wil’ te maken hebben maar het gevolg zijn van culturele en biochemische processen. U doet er verstandiger aan om niet iedere fantasie na te jagen, maar om u bezig te houden met het doorgronden van uw denken en bewustzijn.

Om uw bewustzijn echt te doorgronden zult u niet alleen moeten gaan beseffen dat er geen ‘vrije wil’ bestaat, maar ook dat er geen continu en blijvend ‘zelf’ is. Dat ‘zelf’ is een verzinsel dat de biochemische processen in uw hersenen telkens weer fabriceren en herschrijven. Er zit een verteller in uw hoofd die u vertelt wie u bent, waar u vandaan komt, wat er nu gebeurt en waar u naar toe gaat. Die innerlijke verteller vertelt u lang niet altijd de waarheid en heeft het regelmatig mis. Het creëert uw persoonlijke sprookje met favoriete trauma’s en dierbare momenten. Het probeert u te beschermen en maakt dingen mooier of soms ook lelijker dan ze zijn. Een sprookje dat vaak bar weinig overeenkomsten met de werkelijkheid vertoont.

Als u uzelf wilt leren kennen, moet u afstand leren nemen van uw persoonlijke ‘fantasie zelf’. Uw innerlijke verhaal is maar zelden eerlijk en geeft vooral een ideaal beeld. Kijk naar wat er echt in uw lichaam en uw bewustzijn gebeurt. Dan zult u verlangens, emoties en gedachten zien opkomen en weer verdwijnen zonder duidelijke redenen en zonder dat er een ‘zelf’ is die ze oproept of verjaagt. Realiseer u dat u niet die warboel van verlangens, emoties en gedachten bent die u ervaart en al helemaal niet dat aangeharkte en opgeleukte verhaaltje dat uw innerlijke verteller u achteraf voorschotelt. U ervaart ze, maar beheerst ze niet. U bent er niet de baas over en het is niet wat u bent. Het enige wat er van u overblijft is uw bewustzijn. Dat is wat u uiteindelijk bent. Meer is er niet.