zaterdag 26 augustus 2023

21.4 Eerste hulp bij somberheid

 Een vorm van verdriet die tegenwoordig wel een epidemie lijkt te zijn geworden is somberheid. Talloze mensen leiden aan één of andere vorm van deze negatieve emotie die kan variëren van een zware depressie tot onbestemde gevoelens van onbehagen. Somberheid is een emotie die de kansen om uw talenten en mogelijkheden te ontplooien ernstig beperkt. En zelfontplooiing is nu juist iets waar stoïcijnen zich bij uitstek op horen te richten. Stoïcisme is natuurlijk geen wondermiddel, en het is maar zeer de vraag of het u van een serieuze depressie kan genezen. Daar zijn psychiaters en medicamenten voor nodig. Maar toch heeft het ook op dat soort zwaardere obstakels weldegelijk een antwoord.

Het is natuurlijk niet zo dat alles zo maar weer in orde komt als u een paar stoïcijnse boeken leest en wat van de in dit boek beschreven oefeningen uitvoert. Zo werkt het nu eenmaal niet. Het stoïcisme werkt alleen voor mensen die ermee aan de slag gaan en er over blijven lezen en nadenken. Ook in de antieke tijd werd al beseft dat alleen aandachtige herhaling in staat was een langzame maar wel gestage verandering in gedrag en gemoedsbeweging te bewerkstelligen. Stoïcijnse filosofie is dus geen Haarlemmerolie maar helpt uiteindelijk wel.

Als u vatbaar bent voor gevoelens van somberheid of zelfs depressie is het van het grootste belang om uzelf en uw psychische conditie continu in de gaten te houden. Een kleine verandering in uw gemoedstoestand kan immers al leiden tot een nieuwe crisis. Als er iets is waar het stoïcisme de nadruk op legt dan is het wel op het constant alert zijn op uw eigen reacties en het permanent kritisch kijken naar de wijze waarop u op de wereld reageert. ‘Wat gebeurt er nu echt? Hoe interpreteer ik dat en vooral wat voel ik daarbij?’, zijn typische vragen die een stoïcijn zich telkens weer stelt. De stoïcijnen hebben dan ook een heel scala aan technieken waarmee u uw conditie in de gaten kunt houden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan oefeningen als de emotiecheck, het turven van passies, de bladeren in een beek meditatie en de bodyscan. Door deze stoïcijnse gerichtheid op het heden (vergeet de ‘hic et nunc’ oefening niet) kunt een nieuwe aanval zien aankomen en misschien zelfs in de kiem smoren.

Depressieve mensen zijn zich vaak, net als een stoïcijn, sterk bewust van zichzelf. Daar stopt de overeenkomst echter al meteen. Het verschil tussen een lijder aan depressies en een stoïcijn ligt vooral in het negatieve zelfbeeld dat door een depressie wordt opgeroepen. Als u aan somberheid lijdt, kunt u nooit voldoen aan de hoge eisen die u aan uzelf stelt. U piekert eindeloos over mislukkingen in het verleden, wat weer nieuwe echte of vermeende mislukkingen in het heden tot gevolg heeft. Ook de wereld zal zich nooit aan uw eisen van perfectie kunnen aanpassen. En hoe goed ze ook hun best doen, ook de mensen om u heen kunnen niet aan uw verwachtingen voldoen. Daarmee loopt u het levensgrote risico dat uw geliefden zich van u af zullen keren. Wat u dan alleen maar weer bevestigt in uw sombere zelfbeeld. Kortom, u komt in een vicieuze cirkel terecht waarbij uw beeld van uzelf en de wereld om u heen steeds negatiever wordt.

Het stoïcijnse onderscheid tussen de dingen waar u controle over hebt, zoals uw meningen, gevoelens en intenties, en de dingen waar u geen controle over hebt, zoals de externe wereld en andere mensen, kan helpen die vicieuze cirkel te doorbreken. De overtuiging dat u niet verantwoordelijk bent voor het overgrote deel van de dingen die er om u heen en met u gebeuren kan een gevoel van opluchting geven. Over uw bedoelingen hebt u macht, over de resultaten van uw inspanningen gaat de wereld en hebt u geen macht. Laat het universum, en daarbij horen ook andere mensen, doen wat ze moeten doen en beperk uzelf tot de dingen waar u wel invloed op hebt: uw intenties, uw meningen en uw gevoelens. Zodra u dat gaat beseffen heeft u al een belangrijke stap op weg naar een verbetering gezet.

De stoïcijnse doctrine dat u uw gevoelens zelf kunt kiezen, dat u door te denken wat u wilt ook kunt voelen wat u wilt, is voor sombere en depressieve mensen moeilijk te verteren. U herinnert zich waarschijnlijk nog wel het onderscheid tussen de pre-emoties van uw reptielenbrein die pas met de instemming van uw mensenbrein tot echte emoties worden. Het zijn uw gedachten, meningen en overtuigingen die uiteindelijk gaan bepalen of u instemt met de pre-emoties die uw reptielenbrein u voorschotelt. U denkt waarschijnlijk dat somberheid iets is wat u overkomt, het is een ziekte, een soort besmetting waar u niets tegenin te brengen hebt. Dat klopt echter niet, het zijn toch echt uw eigen gedachten die bepalen hoe u zich voelt en uw gedachten hebt u zelf in de hand. Met uw gedachten en overtuigingen kunt u uw gevoelens leren beheersen. Dat is allesbehalve makkelijk, maar niet onmogelijk.

De tegengiftechniek zou u hierbij kunnen helpen. Als u somber bent, zou u bijvoorbeeld kunnen proberen vrolijkere gedachten te hebben. U zou misschien hardop of in gedachten een vrolijk deuntje kunnen neuriën. Ik besef dat dat wel heel makkelijk klinkt en dat een dergelijke nep vrolijkheid enorm geforceerd over moet komen. Toch is het de moeite waard om het eens te proberen. Uw reptielenbrein is enorm sterk, maar heeft ze niet allemaal op een rijtje. Het is, bij wijze van spreken, het wat achterlijke neefje van uw mensenbrein. Door uw gezicht in een glimlach te dwingen en door geforceerd rustige en positieve gedachten te koesteren brengt u uw reptielenbrein in verwarring. Het kan het niet rijmen dat u glimlacht terwijl u zich rot voelt en uw reptielenbrein zal de afgifte van ‘somberheidshormonen’ doen afnemen. Met dit soort geforceerde oefeningetjes kunt u langzaam maar zeker uw sombere gedachten en daarmee uw sombere gevoelens terugdringen. Het is geen wondermiddel en helpt ook niet snel, maar het helpt wel. De hier beschreven variant van de tegengiftechniek werkt natuurlijk niet alleen bij somberheid maar kan ook bij de andere passies gebruikt worden.

Een ander aspect van het stoïcisme dat zou kunnen helpen is de gerichtheid op gemoedsrust. Het bereiken van gemoedsrust is één van de belangrijkste doelen van deze filosofie en dat is precies wat ook sombere en depressieve mensen wanhopig proberen te bereiken. Een stoïcijn probeert dit, zoals we hierboven zagen, te verwezenlijken door alert te zijn op negatieve emoties en die in de kiem te smoren en door iedere positieve emotie te koesteren. Een stoïcijn probeert alles wat er uit een prettig gevoel te halen valt er ook echt uit te persen. Klinkt behoorlijk hedonistisch, niet waar? En dat voor een filosofie die bekendstaat om zijn strengheid en somberheid.

Nog een aspect van het stoïcisme dat bij somberheid kan helpen is de techniek om tegenspoed bewust te gebruiken als een karakter oefening. Marcus Aurelius zei het zo:

“Het leven heeft meer weg van een partijtje worstelen dan van dansen. Je moet altijd bedacht zijn op een onverwachte aanval en stevig in je schoenen staan.” (Marcus Aurelius, Meditaties, boek VII, hoofdstuk 61)

Het stoïcisme beschouwt het leven als een trainingspartner bij het worstelen. Zo iemand wil je niet verslaan, maar probeert je wel sterker te maken. Hij haalt allerlei onverwachte trucjes met je uit om je te trainen en beter te maken. Kortom om je karakter te vormen. Door tegenslagen als een training te gaan zien, worden ze misschien wel minder moeilijk te dragen. De staf van Hermes verandert zo iedere tegenslag in een gouden kans om uw karakter te stalen.

Soms gebeurt er iets onverwachts waardoor u van slag raakt. Een dergelijke donderslag bij heldere hemel kan iemand die gevoelig is voor somberheid een flinke terugslag bezorgen. Voor dergelijke situaties helpt de stoïcijnse techniek die wel de ‘premeditatio malorum’, letterlijk ‘het slechte zien’ wordt genoemd. Het idee daarachter is, zoals we zagen, dat u zich regelmatig voorstelt dat er iets helemaal fout gaat. Door deze vorm van negatieve visualisatie een aantal malen te doen gaat u zich als vanzelf realiseren dat het voorgestelde scenario misschien wel wat minder erg is dan het op het eerste gezicht lijkt. U doet deze oefening bovendien onder het voorbehoud dat u zich realiseert dat u beschikt over de benodigde innerlijke veerkracht om met de situatie om te gaan. Een ‘erge’ gebeurtenis wordt een stuk minder erg als u er op voorbereid bent.

U kunt deze oefening het best met kleine ergernissen beginnen. Bijvoorbeeld met een lange rij voor de kassa op een moment dat u eigenlijk ontzettend veel haast hebt. Maar de oefening kan u ook voorbereiden op akeligere gebeurtenissen zoals de dood van een geliefde of zelfs uw eigen dood. Dat klinkt een depressief persoon misschien wel wat erg morbide in de oren. Ik voel me al somber, waarom moet ik me dan opzettelijk het ‘allerergste’ voor de geest gaan halen? Simpelweg omdat het helpt. Door u regelmatig een vervelende situatie in te beelden vermindert uw angst voor die situatie en bereidt u zich mentaal voor op een crisis. U bent er minder bang voor en bovendien ook nog eens beter tegen opgewassen. Daarnaast heeft de ‘premeditatio malorum’ ook nog een vrolijkere kant. Ze versterkt uw waardering voor de keren dat het allemaal wel goed gaat. Voor de keren dat u wel succes hebt en niet angstig of somber wordt.

Soms staan we onszelf in de weg. We willen ons leven wel verbeteren en weten zelfs waar we naartoe willen en hoe we dat zouden kunnen doen, maar toch kunnen we ons daar op de één of andere manier niet toe zetten. Somberheid en zelfs depressies houden ons tegen om een beter en prettiger leven te leiden. Stoïcisme wil mensen een andere manier bieden om tegen het leven aan te kijken. Het wil uw perspectief op uzelf en de wereld veranderen. Zo’n perspectiefwisseling maakt dat u zich beter staande kunt houden. Het stoïcisme biedt vaardigheden die u daarbij kunnen helpen. Vaardigheden die niet alleen van nut zijn voor sombere mensen, maar voor ons allemaal. Iedereen zal immers geconfronteerd worden met tegenslagen en moeilijkheden. Het is de moeite waard om ook bij sombere gevoelens eens een blik op het Stoïcisme te werpen.


dinsdag 15 augustus 2023

21.3a Stoïcijnse technieken om verdriet te verzachten

In de vorige paragraaf zagen we dat verdriet een moeilijke en vervelende passie is. De stoïcijnen zouden de stoïcijnen niet zijn als ze daar niet een paar praktische oplossingen voor hadden gevonden. Een wondermiddel bestaat niet, maar elke hulp is welkom. De hierboven beschreven ‘premeditatio malorum’ en de negatieve visualisatie zijn de belangrijkste technieken om verdriet niet te hard aan te laten komen. Bij deze technieken neemt u zo nu en dan de tijd om u te realiseren dat de personen en dingen waar u van houdt niet onkwetsbaar zijn. Ongelukken gebeuren nu eenmaal, spullen kunnen breken, mensen kunnen ziek worden en overlijden. Het onverwachte van een verlies of een ongeluk maakt het verdriet doorgaans nog een stuk intenser. Door de ‘premeditatio malorum’ regelmatig uit te voeren bent u er in elk geval een klein beetje op voorbereid. Bovendien zult u zich door deze techniek beter bewust worden van de waarde van uw bezittingen en, belangrijker, van de contacten met uw geliefden.

Een andere techniek bestemd voor bij het overlijden van een geliefde, die nu misschien wat afgezaagd over komt maar in de oudheid nog nieuw en revolutionair was, is het zich afvragen of de verloren geliefde gewild zou hebben dat u over hem of haar zou blijven treuren. In plaats van te blijven treuren, kunt u zich beter de goede tijden die u samen heeft doorgebracht herinneren. Of u voorstellen hoe het zou zijn geweest als uw overleden geliefde nooit in uw leven zou zijn geweest. U heeft tenslotte een periode van elkaar kunnen genieten. Dat plezier had niet kunnen bestaan zonder het verdriet dat u nu voelt. Eenzelfde redenering kunt u gebruiken voor een scheiding. Het verbreken van een relatie kan heel verdrietig zijn (of een enorme opluchting natuurlijk), maar dat neemt niet weg dat u samen ook gelukkigere tijden heeft gekend. Herinner u vooral die goede tijden, slechte tijden zijn er al genoeg.

Maar niet alleen uw eigen verdriet kan er voor zorgen dat u zich ellendig voelt. Wij mensen hebben de neiging om het verdriet van anderen op onze schouders te nemen. Sympathiek misschien, maar noch uzelf noch uw medemens schiet er iets mee op. Epictetus waarschuwde zijn leerlingen er dan ook voor om ervoor te waken dat zij niet het verdriet van anderen overnemen. Hij raadt ze aan om wel te sympathiseren met het leed van anderen en zo nodig zelfs te doen alsof ze, letterlijk, met ze mee voelen, maar in elk geval te voorkomen dat leed ook echt mee te voelen.

“Pas op dat je je niet laat meeslepen als je iemand ziet huilen van verdriet omdat zijn kind in het buitenland woont of omdat hij zijn geld is kwijtgeraakt. Houd jezelf voor dat die ander niet verdrietig is door de gebeurtenis zelf (anderen zijn er immers niet verdrietig over), maar door zijn mening over die gebeurtenis. Toch moet je wel doen alsof je met hem meeleeft en je kunt zelfs met hem mee huilen als het zo uitkomt, maar zorg er voor dat je van binnen niet huilt.” (Epictetus, Handboekje 16)

Dat klinkt nogal hardvochtig en zelfs een beetje onecht. ‘Als je niet meevoelt met het leed van uw vrienden, wat is vriendschap dan nog waard?’, zou u zich kunnen afvragen. Epictetus zou zo’n reactie belachelijk hebben gevonden. Je helpt een zieke vriend toch ook niet door expres zelf ook besmet te raken? Je vriend heeft niets aan je als je zelf ook ziek bent. Je moet proberen hem beter te maken, niet zelf ook ziek worden. Hetzelfde geldt voor een negatieve emotie. Als uw vriend verdrietig is, moet u juist uw best doen om hem van dat verdriet af te helpen. Als het nodig is dat u daarbij doet alsof u ook verdrietig bent, dan is dat natuurlijk prima. Door zelf ook besmet te raken met zijn verdriet schieten noch u, noch uw vriend iets op.

Seneca weet als geen ander dat het ontzettend moeilijk is om jezelf tot de conclusie te brengen dat het verlies van een geliefde tot de indifferente dingen behoort, waar je geen volledige macht over hebt. Hij vertelt dat hij zelf ontroostbaar was toen zijn jongere vriend Serenus onverwacht kwam te overlijden. HIj geeft toe dat zijn verdriet zo overweldigend was dat het allesbehalve gepast was. Om dat te voorkomen raadt hij zijn lezers aan om voorbereid te zijn op de dood. De jeugd van zijn vriend was geen enkele garantie dat hij langer in leven zou blijven dan hij zelf. Verder zegt hij dat de dood geen werkelijk kwaad is. Het is neutraal, goed noch kwaad en maakt ook nog eens een einde aan al het lijden. Verlies is natuurlijk. Alles is vergankelijk, niets is bedoeld voor de eeuwigheid. De dood is dan misschien wel het einde van het lichaam, maar de herinneringen en daden van de geliefde blijven bestaan en blijven een bron van een zeker melancholiek geluk voor de nabestaanden.

Dit klinkt een stuk zachtaardiger en vriendelijker dan wat u waarschijnlijk van een stoïcijn had verwacht. Seneca deed zijn uiterste best om in de roerige en verdrietige tijden waarin hij leefde voor zichzelf een basis van kalmte en gemoedsrust te creëren. Hij mag rijk en machtig zijn geweest, maar zijn leven en dat van zijn geliefden hing constant aan een zijden draad. Verbanningen, gedwongen zelfmoord, terdoodveroordelingen, permanente oorlogen, ziektes, onteigeningen, een levensgevaarlijk leven aan het hof van Nero; Seneca’s bestaan was allesbehalve rustig. Zijn geschriften zijn dan ook niet alleen bedoeld om anderen te ondersteunen. Nee, ze waren ook voor zichzelf bedoeld. Hij schreef zijn eigen zelfhulp en troost boeken en had ze nodig ook. Seneca was een filosofisch raadsman. Maar in zijn brieven geeft hij dikwijls toe dat hij net zoveel dokter als patiënt is. Het is daarom misschien een goed idee om zijn geschriften er eens op na te slaan als u zich verdrietig voelt. Seneca geeft geen enkele garantie maar zijn ideeën helpen allicht een beetje.


maandag 14 augustus 2023

21.3 Stoïcijnse tranen, eerste hulp bij verdriet

 Verdriet is een ondersoort van de hoofdemotie psychische pijn en valt bij de stoïcijnse vier B’s dus onder de bedroefdheid. Het is het gevoel dat u iets slechts is overkomen. Iedereen weet het: echte stoïcijnen huilen niet. Ze zijn de meesters van de ‘stiff upper lip' en ondergaan alles flegmatisch en onbewogen. Althans dat denken de meeste mensen, en dat is niet zo gek want verdriet is een passie die doorgaans het gevolg is van een verlies van iets waar we geen volledige controle over hebben. En alles waar een stoïcijn niet de volledige controle over kan uitoefenen is in principe onbelangrijk. Het bewijst dat er buiten onze macht iets is wat ons gegijzeld houdt. Geliefden, bezittingen, huizen en wat niet meer zijn allemaal voorbeelden van zaken waar we wel graag onbelemmerd over zouden willen beschikken, maar waar we geen werkelijke invloed op hebben. Dat betekent dat stoïcijnen vinden dat het verlies ervan ons niet volledig in de ellende zou mogen storten. Verdriet is volgens de stoïcijnen dan ook een teken dat we te veel waarde hechten aan iets of iemand waar we geen controle over hebben.

Alles wat we niet volledig in onze macht hebben is onbelangrijk en ons verdriet niet waard. Dit lijkt het keiharde officiële stoïcijnse standpunt. Maar dat is voor een ‘normaal’ mens toch zeker veel te hardvochtig en ongevoelig? Niemand kiest er immers voor om een ongeluk te krijgen, bestolen te worden, zijn geliefden te zien lijden of zelfs te zien sterven. We willen vrij over onze bezittingen kunnen beschikken, en willen dat onze geliefden vrolijk en gezond in ons gezelschap blijven. Als de stoïcijnen ons nu zouden willen wijsmaken dat onze geliefden onbelangrijk zouden moeten zijn, en dat hun pijn en verlies ons geen verdriet zou mogen doen omdat we hun bestaan niet volledig in onze macht hebben, dan betekent dat toch dat we nooit echt om ze gegeven hebben? Hoe zouden we ooit het verlies van een geliefde als iets onverschilligs kunnen beschouwen? Natuurlijk, de dood van iemand die u niet kent zal u ongetwijfeld veel minder verdriet doen dan het overlijden van uw partner. Maar is het stoïcisme werkelijk zo’n harde filosofie dat we niet echt om onze geliefden mogen geven, dat we ze als onbelangrijk zouden moeten afschrijven?

De stoïcijnse wijze zou inderdaad onbewogen blijven onder het verlies van een geliefde. Een wijze is doordrongen van de gedachte dat het enig werkelijk verdrietige gelegen is in het maken van foutieve waardeoordelen. Een verlichte wijze is perfect en maakt nooit een verkeerd waardeoordeel. Een dergelijk persoon hoeft niet getroost te worden, want hij kent geen verdriet. Maar de stoïcijnen geloofden zelf niet eens in het bestaan van zo’n mythisch figuur als hun eigen wijze. En sommige stoïcijnse filosofen beweerden dat verdriet als natuurlijke pre-emotie ook voor een wijze een passende emotie kan zijn. Hoe moet een normale sterveling dan omgaan met zo’ n enorme passie als verdriet? De stoïcijnen hadden daar gelukkig wel wat ideeën over.

Chrysippus dacht ons te kunnen helpen door er nog maar eens op te wijzen dat ons verdriet net als elke andere emotie het resultaat is van een waardeoordeel. Maar daar schiet je natuurlijk niet zo heel veel mee op. Het is nogal wat om iemand ervan te overtuigen dat zijn verdriet het gevolg is van het falen van zijn eigen oordeelsvermogen. Weinig kans dat dat veel zal helpen. Seneca doet een betere poging. Hij heeft heel wat troostschriften geschreven waarin hij mensen die een pijnlijk verlies geleden hebben weer op de been probeert te krijgen. Hij schrijft dat hij het helemaal niet eens is met mensen die zeggen dat je geen verdriet mag hebben. Een dergelijke mens kan volgens hem helemaal niet bestaan. Een gemis en het daaraan verbonden verdriet is natuurlijk en alleen daarom al ook voor een stoïcijn aanvaardbaar. Alleen het excessieve, irrationele verdriet moet bestreden worden. Het ‘normale’ verdriet is natuurlijk en moet als zodanig geaccepteerd worden.

Als u denkt dat een stoïcijn nooit verdrietig is, dan heeft u het dus mis. Er bestaan geen technieken die kunnen voorkomen dat u zo nu en dan bedroefd zult zijn. Verdriet is de pre-emotie die uw reptielenbrein aan een verlies verbindt. Het is onvermijdelijk en onder bepaalde omstandigheden ook helemaal niet irrationeel om verdrietig te zijn. In zijn troostbrief aan zijn vriend Polybius die treurde om de dood van zijn broer, zei Seneca het zo:

“De natuur eist een bepaalde hoeveelheid verdriet van ons, wat daar bovenuit gaat is ijdelheid. Ik zal je dan ook nooit vragen om helemaal niet verdrietig te zijn. Ik weet wel dat er mensen zijn die eerder een harde dan een virtuoze levenswijze aanhangen. Deze mensen zeggen dat een wijze nooit verdriet zal voelen. Maar dit soort mensen weet niet waar ze het over hebben. Ze hebben nooit een echt verdrietige situatie meegemaakt, anders zouden ze wel anders praten en gemerkt hebben dat het verdriet hen dan ook tegen hun wil meesleurt. De rede kan ons verdriet beperken door alles wat overbodig en teveel is tegen te gaan, maar kan verdriet niet helemaal verdrijven.” (Seneca, Troostschrift voor Polybius XVIII)


De eerste stap is dus het aanvaarden van het verlies en het bijbehorende verdriet. Seneca verwacht absoluut niet dat je niet verdrietig bent en niet rouwt. Voor een normaal mens is dat onmogelijk. Zelfs een wijze zal huilen bij het verlies van een geliefde. De pre-emotie van het verdriet is immers onvermijdelijk. Het is het natuurlijke antwoord van het lichaam op een verlies. Seneca schrijft zelfs dat een wijze sneller huilt dan de meeste gewone mensen. Als wijze weet hij immers dat ook de pre-emotie van het verdriet natuurlijk en onvermijdelijk is. Het is helemaal niet nodig om je daar tegen te verzetten en je tranen te verbijten.

Een gevoel van emotionele kalmte komt pas later op het moment dat je een waardeoordeel aan de droevige gebeurtenis verbindt. Maar ook dan zijn tranen van verdriet niet ondenkbaar. Het waardeoordeel dat je iets droevigs is overkomen is immers juist. Op het moment dat je terugdenkt aan de fijne momenten en gesprekken die je met je geliefde gedeeld hebt komen de tranen als vanzelf weer terug. Seneca zegt dat je je ook voor deze tranen niet hoeft te schamen, onderdruk ze niet omdat je in het gezelschap van andere mensen bent, laat ze gewoon komen. De goede emotie slaat pas om in een passie op het moment dat je je verdriet koestert en je tranen dwangmatig probeert op te wekken. Het probleem zit hem in het overmatig, irrationeel en zelfs theatraal uiten van verdriet. Het is het excessieve irrationele verdriet dat met een passend waardeoordeel voorkomen moet worden.

De stoïcijnen zeggen dus dat het onmogelijk is om verdriet volledig uit uw leven te bannen. Dat geldt eigenlijk voor elke emotie. Waar het de stoïcijnen om gaat is de vraag of een emotie onder de gegeven omstandigheden rationeel is. Zoals we in eerdere lessen zagen, denken stoïcijnen dat vervelende gevoelens gewoon bij het leven horen. Ze zijn onvermijdelijk en horen er bij. Maar dat neemt niet weg dat het wel mogelijk is om die vervelende emoties in te perken. Het gaat er om ervoor te zorgen dat een exces aan emoties (passies) wordt voorkomen. Dat geldt zeker ook voor verdriet. Er zijn tenslotte al genoeg redenen om verdrietig te worden. Het heeft wel degelijk zin om deze emotie een beetje binnen de perken te houden en ervoor te zorgen dat het niet uitgroeit tot een echte passie.


zaterdag 5 augustus 2023

21.2 Eerste hulp bij spijt

Spijt is de emotie waarbij u wenst dat u iets op een andere manier had aangepakt. Het valt dus onder de B van bedroefdheid, één van de vier stoïcijnse hoofdpassies. U verwijt uzelf hierbij dat u een fout hebt gemaakt of iets hebt nagelaten. U gaat er bij deze negatieve emotie vanuit dat u invloed op de uitkomst had kunnen uitoefen, dat u het anders had kunnen doen. Evolutionair gezien speelt spijt een rol bij het versterken van de groepsbinding. Door spijt te voelen en vooral te betonen nadat u iets ten nadele van de groep of een ander groepslid hebt gedaan, laat u zien er toch aan te hechten dat anderen u waarderen. Het is een poging om verstoting uit uw groep te voorkomen. U probeert de anderen voor u in te nemen en de zwaarte van eventuele represailles te verlichten.

Voor stoïcijnen is spijt een totale verspilling van emotionele energie. Het verleden is bij uitstek één van die dingen waar u geen enkele invloed meer op kunt uitoefenen. Het is dus iets dat u links kunt laten liggen. Maar helemaal onbelangrijk is het toch niet. U kunt er natuurlijk wel iets van leren, sterker nog een stoïcijn moet er zelfs van proberen te leren, maar u kunt er niets meer aan veranderen. Uw spijtgevoelens zijn daarom vrijwel geheel zinloos. Het verleden ligt buiten uw bereik. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de toekomst. Het enige moment in de immense zee van de tijd waar u invloed op kunt uitoefenen is het hier en nu. Als u uw best gedaan hebt dan is er geen enkele reden om spijt te hebben, maar ook als u echt iets te verwijten valt blijft het hebben van spijt nog steeds verspilde energie. U kunt u hooguit voornemen om voortaan beter uw best te zullen gaan doen. Spijt is een zinloze en totaal overbodige passie.

Wat uw situatie ook is, het beste wat u kunt doen is het resultaat van uw handelen gewoon accepteren. U kunt er toch niets meer aan doen. De stoïcijnse acceptatie en het stoïcijnse fatalisme kunnen u hierbij helpen. Ook de oefeningen van het afstand nemen, de panoramablik, de blik in de eeuwigheid en de staf van Hermes kunnen u van uw spijtgevoelens afhelpen. Dat betekent trouwens niet dat u maar gewoon in de situatie moet berusten. Stoïcijnen zijn geen fatalisten, integendeel. Als de uitkomst van uw handelingen u niet zint, moet u aan de slag om uit te zoeken wat u zou kunnen ondernemen om de schade te herstellen. Denk er daarbij wel aan dat u altijd onderscheid moet maken tussen uw interne doelen en de resultaten van uw inspanningen. Het gaat altijd alleen om uw bedoeling en uw inzet en niet om de externe resultaten, die u toch niet in uw macht hebt. U doet uw best, meer wordt er niet van u verwacht.