zaterdag 31 december 2022

Niets is wat het lijkt

 Als trouwe lezer van dit blog zult u ongetwijfeld de indruk hebben gekregen dat stoïcisme vooral draait om uw emotioneel en psychologisch welzijn. Dat is ook zo, maar dat neemt niet weg dat stoïcisme weldegelijk een compleet en allesomvattend filosofisch systeem is. In dit systeem wordt geen enkele filosofische vraag geschuwd of uit de weg gegaan. En daarbij zijn stoïcijnen zeker niet dogmatisch. Ze stonden en staan open voor nieuwe inzichten en veranderingen. Het stoïcisme is dan ook nooit een statisch systeem geweest. Het was en is altijd in beweging. In dit kader wil ik in het laatste stukje van dit jaar een voorzichtige poging doen tot een modern stoïcijnse theorie over de realiteit. Ik baseer me daarbij voor een belangrijk deel op de inzichten van de verlichtingsfilosofen Hume en Kant, en dat is niet zo vreemd want vooral die laatste heeft zich laten beïnvloeden door de stoïcijnse leer.

Er zijn twee manieren waarop filosofen proberen grip op de werkelijkheid te krijgen: het empirisme en het rationalisme. Empiristen denken dat alles wat wij weten op de één of andere manier gebaseerd is op een waarneming of is afgeleid van een waarneming. Rationalisten denken dat op zijn minst een deel van onze kennis niet voortkomt uit waarneming maar uit denken, uit het gebruik van ons verstand, onze ratio. Het klassieke stoïcisme hechtte belang aan beide ingangen tot een theorie van de werkelijkheid. Jammer genoeg lopen beide systemen tegen onoverkomelijke problemen op.

Zo merkt de verlichtingsfilosoof Kant op dat hij van de Schotse filosoof Hume geleerd heeft dat we wanneer we grip op de werkelijkheid proberen te krijgen het gebruik van ons verstand onvermijdelijk leidt tot tegenstrijdigheden en impasses. Hij stelt dat het principieel onmogelijk is om de werkelijkheid alleen door redeneren te kunnen begrijpen. Elke redenering van welke aard dan ook moet ergens beginnen. Zo’n redenering moet niet alleen premissen hebben maar ook bepaalde procedureregels. Die premissen en regels kunnen niet door de redenering zelf worden bevestigd. Dan zou het een cirkelredenering worden, en die gaan nergens over. De redenering zou dan als vanzelfsprekend beschouwen wat hij probeert te bevestigen. Dus dat zou niet werken. Dat betekent dat elke redenering, elk bewijs, elke wiskundige afleiding of logische demonstratie onvermijdelijk uit moet gaan van premissen en regels die niet worden gerechtvaardigd. U zou nu kunnen zeggen dat ook die premissen en regels voortkomen uit de conclusie van een eerdere redenering. Maar ook die eerdere redenering is weer voortgekomen uit eigen onbewezen premissen en procedureregels. We zijn terechtgekomen in een oneindige regressie. Het is onmogelijk om te belanden bij een zichzelf bevestigende redenering. U zou met de empiristen kunnen zeggen dat die redeneringen uiteindelijk hun grond vinden in een rechtstreekse waarneming of ervaring. De gehanteerde premissen en procedureregels zijn dan niet waar omdat ze de uitkomst van een andere redenering zijn, maar omdat ze op het rechtstreeks ervaren van de werkelijkheid berusten. 

Dit werpt dan weer de vraag op wat die ervaring voor iets is. Kant stelt dat ook de ervaring net zomin als het verstand in staat is om ons kennis over een onafhankelijke werkelijkheid te verschaffen. Het is onmogelijk om de congruentie van onze zintuiglijke waarnemingen met externe objecten te bevestigen. Het hele idee dat onze interne zintuiglijke waarnemingen in wezen zouden overeenstemmen met van ons onafhankelijke externe objecten is zelfs onsamenhangend en onbegrijpelijk. We kunnen ons geen enkele voorstelling maken van externe objecten onafhankelijk van de beperkte categorieën van onze ervaring en denken. Die categorieën zijn immers volledig afhankelijk van ons als individueel subject. Ook het empirisme biedt dus geen enkele grondslag om de werkelijkheid te leren kennen.

Dit is allemaal wel heel abstract. Laat ik het met een voorbeeld uit de zoölogie proberen te verduidelijken. Vleermuizen beschikken over een aan ons mensen vreemd zintuig. Ze navigeren door middel van echolocatie en vangen zo hun prooien. Mensen kunnen zich de zintuiglijke ervaring van echolocatie onmogelijk voorstellen en beschikken al evenmin over het verstandelijk voorstellingsvermogen waarmee ze zich een beeld van de werkelijkheid aan de hand van echo’s kunnen indenken. Het beeld van de werkelijkheid dat uw zintuigen u voorschotelen is volledig afhankelijk van de beperkingen van uw waarnemingsvermogen en ook van de beperkingen van het voorstellingsvermogen van uw brein. Uw wereldbeeld is dan ook behoorlijk anders dan het beeld van de gemiddelde vleermuis. Kant wil ons duidelijk maken dat het wereldbeeld dat we hebben onmogelijk volledig in overeenstemming kan zijn met de werkelijkheid. Dit voorbeeld dekt misschien niet helemaal wat Kant bedoelde, maar kan u toch een beetje een gevoel geven van welke kant zijn redenering op gaat.

De meeste mensen zijn natuurlijke empiristen en nemen aan dat externe objecten onafhankelijk van ons bestaan, en min of meer zijn zoals wij ze waarnemen, en dat ze zich eveneens in een onafhankelijk van ons bestaande ruimte en tijd bevinden. Op grond van het bovenstaande besefte Kant echter dat dit onmogelijk juist kan zijn. Geen van de manieren waarover wij beschikken om externe objecten waar te nemen, gezicht, geluid, gevoel, smaak en geur, kan onafhankelijk van onze zintuigen en zenuwstelsel bestaan. Ook alle manieren waarover wij beschikken om over externe objecten te denken zijn volledig afhankelijk van de manier waarop ons brein is ingericht. Net zomin als we kunnen kijken zonder onze ogen kunnen we ons een voorstelling maken zonder hersenen. Als we van ons besef van een extern object alles aftrekken wat van de zintuigen en het denken afhankelijk is houden we op zijn best het besef over van een ‘iets’ waaraan we helemaal geen waarneembare of voorstelbare eigenschappen kunnen verbinden. Een dergelijk metafysisch ‘iets’ kan per definitie nooit in onze ervaring opduiken. Toch moeten dergelijke metafysische objecten weldegelijk als bron van onze ervaringen bestaan. Ons gebrekkige besef van de werkelijkheid komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het heeft wel degelijk een basis in de realiteit.

Dit betekent dat het door ons gezond verstand ingegeven wereldbeeld onmogelijk kan kloppen. Dat geldt dus ook voor wetenschappelijke kennis. Wetenschappelijke kennis heeft meestal de vorm A veroorzaakt B. Oftewel er bestaat een causaal verband tussen gebeurtenis A en zijn gevolg B. Hume toonde echter aan dat een causaal verband niet alleen onwaarneembaar is, maar ook onmogelijk logisch kan worden afgeleid uit iets waarneembaars. Als we zeggen A veroorzaakt B dan bedoelen we niet alleen dat gebeurtenis A gevolgd wordt door gebeurtenis B. Nee we bedoelen dat gebeurtenis B plaatsvindt omdat gebeurtenis A heeft plaatsgevonden. We kunnen echter niets anders dan die twee gebeurtenissen waarnemen. De tussenliggende derde in de vorm van een noodzakelijk verband tussen die twee kunnen we niet zien. We kunnen niet beweren dat dat verband wel moet bestaan omdat alle keren dat gebeurtenis A plaatsvond ook B gebeurde. Hoe vaak we ook hebben geconstateerd dat A gevolgd wordt door B, het is nooit noodzakelijk waar dat na A een B komt. Zolang we niet alle mogelijke gebeurtenissen in het universum en in de tijd hebben waargenomen kunnen we onmogelijk zeker zijn van welk oorzakelijk verband dan ook. Onze opvatting van causaliteit heeft dan ook geen toereikende empirische grondslag en al evenmin een toereikende logische basis.

Deze argumentatie is extreem, maar wel degelijk geldig. Kant besefte dat het ontbreken van een causaal verband ook betekent dat het bestaan van een empirische wereld onmogelijk is. Of het nu gaat om de wereld van onze waarnemingen, ons gezond verstand of om de wereld van de wetenschap die wereld zou onmogelijk zijn zonder het bestaan van oorzakelijkheid. Onze volledige wetenschappelijke kennis is gebaseerd op het veronderstelde bestaan van allerlei causale natuurwetten. Volgens deze redenering zouden natuurwetten dus helemaal niet aantoonbaar zijn.

Naast ‘oorzakelijkheid’ zitten de begrippen ‘ruimte’ en ‘tijd’ met precies dezelfde problemen. Door zijn oneindigheid kan niets oneindigs binnen de grenzen van het menselijk waarnemingsvermogen liggen. De oneindige tIjd noch de oneindige ruimte zoals we ons die voorstellen met ons gezond verstand en de Newtoniaanse natuurkunde kunnen worden waargenomen. Het bestaan van een eenvormige onbegrensde tijd die zich zowel voorwaarts als terug in de eeuwigheid uitstrekt, en een eenvormige ruimte die zich oneindig in drie dimensies uitstrekt kan onmogelijk door menselijke waarneming worden vastgesteld. En al evenmin zouden ze kunnen worden afgeleid uit iets wat we wel zouden kunnen waarnemen of ondergaan.

Al onze kennis lijkt nu op losse schroeven te staan. Voordat u denkt dat die filosofen nu echt volledig gek geworden zijn moet ik u geruststellen door te zeggen dat ze echt wel wisten dat er zoiets als de werkelijkheid bestaat. Ondanks hun eigen onweerlegbare redeneringen weten ze dat de wereld er wel is. Het staat buiten kijf dat de wetenschap ons aantoonbaar de meeste en meest praktische kennis schenkt waarover de mensheid ooit heeft beschikt. Het zou onzinnig zijn om dat te ontkennen. We weten dat we in een wereld van ruimte en tijd leven, waarin gebeurtenissen causaal verband met elkaar houden en nauwkeurig voorspeld kunnen worden aan de hand van natuurwetten. Maar ondertussen heeft Hume wel aangetoond dat deze kennis onmogelijk gebaseerd kan zijn op enige combinatie van waarnemingen en logica. Dat betekent dat de werkelijkheid kenmerken moet hebben die noch empirisch noch logisch vastgesteld kunnen worden. Dat roept dan natuurlijk de vraag op wat dat dan wel voor kenmerken moeten zijn als zowel waarneming als logica uitgesloten zijn.

In dit verband stelt Kant vast dat de aard van de wereld zoals wij die ervaren afhangt van de aard van het instrumentarium waarmee die ervaring tot stand komt. Het onvermijdelijke gevolg daarvan is dat de wereld zoals die zich aan ons voordoet niet de werkelijke wereld is. Wat wij ervaren kan dus onmogelijk echt zijn. Het kan niet de intrinsieke werkelijkheid zelf zijn. Het is een door ons gemaakt model in ons hoofd en niets anders.

De meeste eigenschappen die onze ervaringen bezitten zijn toevallig: een waargenomen object is van een bepaald materiaal, heeft een bepaalde kleur, een zekere omvang, en wat het al niet meer aan eigenschappen kan hebben. Er zijn echter bepaalde kenmerken waarvan we van te voren weten dat een object ze moet bezitten om waargenomen te kunnen worden. We kunnen geen object ervaren zonder waar te nemen dat het iets is en zonder dat het in een causale relatie kan staan met andere objecten. Verder moet het een plaats innemen in de driedimensionale ruimte en in de één dimensionale tijd. Dit zijn geen eigenschappen van de werkelijkheid die we leren kennen uit onze eigen ervaring, het zijn eigenschappen die we van te voren weten. Het zijn zaken die aan elke mogelijke ervaring voorafgaan. Het zijn voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat er van ervaring sprake kan zijn.

Als menselijke wezens beschikken we over een lichaam dat is voorzien van een bepaald zintuiglijk en mentaal instrumentarium door middel waarvan we ervaringen kunnen hebben. Alleen wat dit instrumentarium aan ons overdraagt is een voor ons mogelijke ervaring. De grenzen van onze ervaringen worden dus bepaald door het instrumentarium waarover we beschikken. Wat ons instrumentarium niet aan ons kan overdragen kan dus geen ervaring zijn. Let wel: dit is iets anders dan de bewering dat iets wat ons instrumentarium niet kan overdragen niet kan bestaan. Buiten de wereld van alle mogelijke ervaringen bestaat er een onafhankelijke werkelijkheid die op de één of andere manier de oorzaak is van onze ervaringen. Onze kennis over de werkelijkheid bestaat uit: empirische waarnemingen, rationele redeneringen en de vormen waarin die kennis aan ons wordt doorgegeven. Die vormen omvatten in elk geval het begrip object, ruimte, tijd en causale relaties. Dit zijn de structurele kenmerken van elke mogelijke ervaring.

Fysieke identiteit, een plaats in de ruimte, een plaats in de tijd en het vermogen om causale wisselwerkingen aan te gaan zijn geen eigenschappen die we aan de ervaring ontlenen en het zijn ook geen begrippen van rationele redeneringen. Het zijn kenmerken van de ervaring als zodanig, zonder welke ervaring onmogelijk is. Het is weldegelijk een vorm van kennis. Naast empirische waarneembaarheid en logische consistentie moet dit aanwezig zijn om de werkelijkheid te kunnen kennen. Het is de vorm waarin alle mogelijke ervaring noodzakelijk vervat moet zijn. Het geeft de grenzen aan waarbinnen onze ervaring en kennis zich moet bewegen. Wat buiten die beperkingen valt kan onmogelijk ervaring of kennis voor ons zijn. Dat betekent niet dat buiten die beperkingen niets bestaat, maar alleen dat we niet over het instrumentarium beschikken om ervan op de hoogte te raken. Eigenlijk weten we ook wel dat dat zo is. De verbijsterende resultaten van de algemene en speciale relativiteitstheorie en de quantummechanica tonen aan dat de werkelijkheid niet overeenstemt met de wereld van ons gezond verstand. Dit leidt tot de schokkende maar onontkoombare conclusie dat er buiten onze ervaring een metafysische werkelijkheid moet bestaan die wij niet kennen en misschien ook wel nooit zullen kunnen kennen. 





zaterdag 24 december 2022

14.5b Een stoïcijn is ‘unstoppable’

 “Epictetus: ’Kan iemand je dwingen om iets te doen wat je niet wilt?’

Leerling: ‘Ja, natuurlijk! Als iemand me met de dood of iets anders bedreigt dan kan hij me laten doen wat hij maar wil.’
Epictetus: ‘Wat als de dood of geweld je koud zouden laten? Zou je je dan nog tot iets laten dwingen?’
Leerling: ‘Nee, dan niet meer.’
Epictetus: ‘Is het al dan niet verachten van dood en geweld iets waar je controle over hebt, of controleert die ander dat?’
Leerling: ‘Alleen ik zelf heb daar controle over.” (Epictetus, Colleges IV-1)

Epictetus is hier in gesprek met één van zijn studenten. Net als de meesten van ons denkt de student dat andere mensen ons kunnen dwingen om dingen te doen die we eigenlijk helemaal niet willen doen. Maar Epictetus vertelt de student dat dat helemaal niet klopt.

Toen we klein waren werd ons al gezegd dat we dingen moesten doen die we eigenlijk niet wilden doen. Het waren vooral dingen die we onzinnig en vervelend vonden. Maar als we niet braaf en gehoorzaam waren werden we gestraft. Hoewel de meeste ouders en scholen zullen zeggen dat ze hun kinderen zo willen opvoeden dat ze sterk en onafhankelijk worden, is de opvoeding die ze in werkelijkheid geven daar volledig mee in tegenspraak. Als volwassenen hebben die kinderen van hun ouders en school geleerd dat het beter is om gehoorzaam en volgzaam te zijn. Zelfs als er niet één of andere autoriteit op je vingers staat te kijken hebben de meesten van ons de neiging om toch maar aan de veilige kant te blijven en te doen wat je denkt dat de meeste mensen zouden willen dat je deed.

Epictetus probeert zijn student duidelijk te maken dat hij afstand moet nemen van zijn aangeleerde twijfels en angsten. De student moet de levenslange indoctrinatie om braaf te zijn van zich afschudden. Het is een extreem voorbeeld, maar Epictetus gebruikt vaak nogal extreme voorbeelden met dood en geweld als hij wil dat iets goed overkomt. Wat onder extreme omstandigheden geldt, zal in een normale situatie zeker ook gelden.

“Epictetus: ‘Kan iemand je dwingen om naar iets te verlangen dat je niet wilt hebben?’
Leerling: ‘Niemand kan dat.’
Epictetus: ‘Of kan iemand je dwingen om ergens een bepaalde mening over te hebben of om iets te willen?’
Leerling: ‘Nee dat ook niet. Maar hij kan me wel tegenhouden in wat ik wil doen.’
Epictetus: ‘Als je iets wilt dat intern aan je wezen is, waar je controle over hebt, hoe zou hij je dan kunnen tegenhouden?’
Leerling: ‘Helemaal niet.’
Epictetus: 'Hoe kom je er dan bij dat je vrij kunt zijn als je je zinnen zet op iets wat extern aan je is?” (Epictetus, Colleges IV-1)

U beperkt uw vrijheid vaak meer dan nodig is. Bijvoorbeeld door iets te willen wat extern aan u is. Iets wat niet in uw macht, maar in de macht van een ander ligt. U wilt dan iets waar u helemaal geen controle over hebt. In plaats van u op uzelf te richten, richt u zich dan op anderen. U maakt uzelf afhankelijk van anderen of erger nog van Vrouwe Fortuna. Richt u uitsluitend op de dingen waar u volledige controle over hebt. Richt u op wat u voelt, wilt en doet, laat al het andere buiten beschouwing. Daar heeft u geen controle over. Waarom zou u uzelf zo beperken? Wat houdt u tegen? Wie of wat zou u kunnen stoppen? Als u een bepaald persoon wilt zijn, als u iets wilt bereiken, waarom begint u daar dan niet meteen aan? Probeer op uw eigen persoonlijke manier een wijze te worden en begin daar direct mee. U heeft tenslotte maar één moment tot uw beschikking en dat is het nu. Het verleden is voorbij en de toekomst moet nog komen. U weet wat in uw macht ligt en wat niet. Ga dus koppig door met te worden wat en wie u wilt zijn. Begin er nu mee. Niets en niemand kan u immers tegen houden. U bent werkelijk ‘unstoppable’.


donderdag 22 december 2022

14.5a Het driestappenplan van Epictetus

Alles wat u onderneemt doet u inmiddels onder het stoïcijnse voorbehoud, maar houd uzelf goed in de gaten. Als u merkt dat u toch geërgerd raakt of verdrietig wordt, omdat er iets niet gaat zoals u het zou willen hebben, wees dan gewaarschuwd. Dat betekent dat u zich het ‘amor fati’ nog niet volledig eigen hebt gemaakt. U wilt nog steeds dat de wereld zich aanpast aan uw verlangens en angsten. Besef dat voor een stoïcijn het leiden van een virtuoos leven het belangrijkste levensdoel is, maar dat in elk leven kleine tegenslagen, maar ook grote rampen op de loer liggen. Om beter met tegenslagen om te kunnen gaan leerde Epictetus zijn leerlingen een driestappenplan. Een stappenplan dat ze niet alleen uit hun hoofd moesten leren, maar zich volledig eigen moesten maken. Zo eigen dat het bij wat voor tegenslag dan ook als eerste in hun geest naar boven zou komen. Het gaat om de volgende stappen:

  1. Stap 1: Vertel uzelf dat u het al verwachtte
    De negatieve emotie die door een tegenslag wordt opgewekt komt voor een belangrijk deel door de schok dat er iets mis gaat. Iets dat u van te voren ziet aankomen is nog steeds vervelend maar komt minder hard aan. Door bij alles wat u onderneemt na te denken over wat er mis zou kunnen gaan, bent u al een beetje voorbereid op een mogelijke tegenslag. Maar het zijn natuurlijk niet alleen uw ondernemingen waarbij er iets mis kan gaan. Op ieder moment in uw leven ligt er wel ergens een tegenslag op de loer. De negatieve visualisatie en de in de vorige blog behandelde ‘premeditatio malorum’ oefeningen zijn bedoeld om u op alle mogelijke tegenspoed en rampen voor te bereiden. Door regelmatig stil te staan bij de dingen die fout kunnen gaan, zult u nooit meer voor verrassingen komen te staan. U zult altijd kunnen zeggen dat iets niet onverwacht kwam.

  2. Stap 2: Vertel uzelf dat het onbelangrijk is
    Sommige dingen hebt u onder controle en sommige dingen niet. Alleen de dingen die u onder controle hebt, zoals uw wil en uw oordeelsvermogen, helpen bij een virtuoos leven. De dingen waar we geen controle over hebben, zoals gezondheid en tegenslag, zijn onbelangrijk. Ze zijn extern aan uw wezen en spelen geen rol bij een gelukkig, virtuoos leven. Vraag u dus af of de onfortuinlijke gebeurtenis intern is. Hebt u er controle over, of is het iets externs waar u geen controle over hebt? Als het iets externs is, is het onbelangrijk en speelt het geen rol in een gelukkig, virtuoos leven.

  3. Stap 3: Vertel uzelf dat het voorbestemd was
    Vraag u af wat de oorzaak van de rampspoed is. Hoe komt het dat u door tegenslag getroffen wordt? De wet van oorzaak en gevolg ligt ten grondslag aan uw ellende. De wetten van het universum, de natuur zelf heeft de tegenslag veroorzaakt. De gebeurtenis was onvermijdelijk het waren de natuurwetten die het hebben veroorzaakt. En daaronder valt ook het gedrag van andere mensen. Want ook daar heeft u geen invloed op. Een ander doet wat hij moet doen en daar kunt u niets aan veranderen. Het stoïcijns determinisme vertelt u dan ook dat de grote ramp net als de kleine tegenslag onvermijdelijk is. Het enige wat u kunt doen is het accepteren. Sterker nog het stoïcijnse ‘amor fati’ vertelt u dat u uw lot moet liefhebben.

Als u uzelf kunt vertellen dat de gebeurtenissen niet onverwacht kwamen, dat ze onbelangrijk zijn voor uw geluk en dat ze niet te voorkomen waren kunt u bij iedere tegenspoed uw rust en gelijkmoedigheid bewaren. Dit zal natuurlijk niet makkelijk zijn en zeker in het begin zult u vaak de fout in gaan en kwaad worden als u iets niet lukt. Blijf het echter steeds weer proberen en langzaam maar zeker zult u merken dat u beter opgewassen bent tegen tegenslagen. U zult merken dat u veel minder snel uit uw evenwicht bent te halen en, het belangrijkste, u zult zich een stuk prettiger gaan voelen. En misschien zelfs wel het gevoel gaan krijgen dat niets en niemand u kan tegenhouden. Maar daarover meer in de volgende blog.

woensdag 21 december 2022

14.4d Een oefening om u voor te bereiden op het ergste

Een groot deel van het rotgevoel van een tegenslag ligt erin dat ongelukken vaak onverwacht komen. Het heeft daarom nut om u alvast voor te bereiden op de ellende die u mogelijk te wachten staat. De stoïcijnen hebben daar een krachtige en zeer effectieve oefening voor. Het is wel een nogal vervelende oefening, maar ja ik heb u nooit wijsgemaakt dat het beoefenen van stoïcisme alleen maar gezellig en leuk zou zijn. Bij deze oefening is het de bedoeling dat u zich gaat inbeelden dat uw ergste angsten werkelijkheid worden. Dit betekent niet dat stoïcijnen u in een notoire zwartkijker willen veranderen. Stoïcijnen zijn geen pessimisten, maar realisten. Ze weten dat het leven nu eenmaal wel eens anders loopt dan u had gehoopt en willen dat u daar mentaal op voorbereid bent. 


Er gebeurt iets wat u belet te doen wat u van plan was, of er ontstaat een situatie die u juist liever had willen voorkomen. U kunt die akelige toestand met gelijkmoedigheid tegemoet treden en proberen er het beste van te maken of u begint te schoppen en schreeuwen. In beide gevallen gebeurt er hetzelfde, maar in het eerste geval bespaart u zichzelf een heleboel ellende. De hier, nogal kort door de bocht, omschreven oefening wil u helpen om voor de prettigere reactie te kiezen. De stoïcijnen noemen deze oefening de ‘premeditatio malorum’. Deze premeditatie is jammer genoeg geen toverstokje waarmee u altijd kunt voorkomen dat u zich rot gaat voelen als het misloopt.

 

Toch heeft de ‘premeditatio’ een aantal duidelijke voordelen boven de gebruikelijke donderslag bij heldere hemel waar de gemiddelde rasoptimist aan wordt blootgesteld. Om te beginnen schakelt u het verrassingselement van het ongeluk uit. Daarnaast verdient het altijd de voorkeur om u op het moment dat het onvermijdelijk is geworden dat het misgaat te realiseren dat ook ellende neutraal is. Alles wat niet met uw virtuositeit te maken heeft dient u als onbelangrijk te beschouwen. De situatie is onwenselijk en u had hem liever vermeden als dat had gekund, maar als rechtgeaard stoïcijn weet u dat u door van streek te raken niets oplost. Sterker nog u gaat zich gegarandeerd nog ellendiger voelen als u aan de tegenslag ook nog eens een hele lading zelfverwijten gaat toevoegen. Daarnaast zult u als u van streek bent heel wat meer moeite hebben om adequaat te reageren op de toestand waar u in terecht bent gekomen. Uw gevoel van malaise vertroebelt uw geest en belet u om helder te denken en te doen wat onder de omstandigheden redelijk is. U bent zo verward dat u niet langer kunt doen wat redelijkerwijs in uw belang is.


U kunt voorzichtig beginnen door iedere keer als u geconfronteerd wordt met het ongeluk of de pech van een ander bij uzelf te zeggen: ‘Dat had ook mij kunnen overkomen’. Als u dat een poosje gedaan hebt kunt u overschakelen op de echte oefening. U gaat zich zo realistisch en levendig mogelijk voorstellen dat u zelf iets akeligs overkomt. Het maakt niet uit dat dit u een wat ongemakkelijk gevoel geeft, dat is zelfs de bedoeling. Door deze oefening een aantal malen te herhalen zult u merken dat dat gevoel van onbehagen langzaam maar zeker minder wordt. U herhaalt de oefening meerdere malen en meerdere dagen achter elkaar. Op een gegeven moment zal de oefening u zelfs gaan vervelen. Dan hebt u uw doel bereikt en is het moment aangebroken om een andere tegenslag uit te kiezen om mee aan de slag te gaan. In de moderne psychologie wordt dit wel ‘imaginaire exposure’ genoemd. Deze voorbereiding op mogelijke toekomstige ellende kan u helpen om uw mentale evenwicht te bewaren als alles misloopt.


Deze stoïcijnse techniek is niet geheel zonder gevaar, en ik moet toegeven dat ook uw schrijver gevoelig is voor dit gevaar. Door al dat doemdenken loopt u het reële risico dat u uzelf allerlei angsten aanpraat en een rasechte pessimist wordt. Verlammende angsten en depressies liggen daarbij op de loer. Het glas is altijd half leeg in plaats van half vol. Het zijn uw karakter en sociale omgeving die uw gevoeligheid voor dit gevaar bepalen. Het is dan ook verstandig om niet direct met een al te emotioneel beladen situatie te beginnen. Stel u eerst een kleine relatief onbetekenende tegenslag voor. Als dat u goed afgaat kunt u overstappen op grotere problemen. Door zo stapje voor stapje van totaal onbelangrijke tegenslagen naar steeds ernstigere gebeurtenissen op te klimmen willen de stoïcijnen u voorbereiden op een serieuze crisis. Ze weten ook wel dat hun methode niet perfect is en dat het onwaarschijnlijk is dat u ooit volledig immuun zult worden voor tegenslagen. Maar dat hoeft ook niet. Het is al een goed begin als u minder snel overstuur raakt bij de kleinere tegenslagen. De techniek van de ‘premaeditatio malorum’ kan u daarbij van dienst zijn. Hoop op het beste, maar bereid u voor op het ergste.


zondag 18 december 2022

14.4c Handelen onder voorbehoud: De oefening

U zou voortaan bij alles wat u onderneemt een onderscheid kunnen gaan maken tussen wat u in de externe wereld wilt bereiken, uw bedoeling, en wat u voor uzelf wilt bereiken, uw doel. In uw interne wereld wilt u uw best doen om uw externe doel te bereiken en niets anders. Het is uw interne doel om alles in het werk te stellen wat redelijkerwijs in uw vermogen ligt om uw externe bedoeling te bereiken. Besef daarbij dat u over het bereiken van uw externe bedoeling maar een heel beperkte invloed kunt uitoefenen, terwijl u over uw interne doel een absolute en onfeilbare controle hebt.

Beschrijf in uw dagboek een activiteit die niet zo uitpakte als u had verwacht en gehoopt. Was u verrast door het uiteindelijke resultaat? Had u de andere uitkomst kunnen voorzien als u er beter over had nagedacht? Had u het anders kunnen aanpakken? Was er een compromis mogelijk, een alternatief dat hoewel niet ideaal toch aanvaardbaar was? Hoe zou het er hebben uitgezien als u een scheiding had aangebracht tussen uw bedoeling en uw doel. Als u in de toekomst een soortgelijke activiteit wilt uitvoeren, pakt u het dan anders aan? Houd u dan meer rekening met eventualiteiten die uw plannen in de war kunnen schoppen?

Kies nu drie of vier activiteiten die u heeft gepland voor de komende weken. Bedenk hoe u kunt proberen die activiteiten 'onder voorbehoud' uit te voeren. Denk niet alleen over wat u wilt bereiken, wat uw bedoeling is, maar ook hoe u het wilt gaan doen. Wat zou er kunnen gebeuren waardoor uw bedoelingen worden gedwarsboomd? Benadruk dat het vooral uw doel is om uw best te doen. Dat is iets waar u controle over hebt. Het is echter maar de vraag of u ook zult bereiken wat u wilt bereiken. Daar heeft u geen (volledige) controle over. Als u deze taken eenmaal hebt uitgevoerd, beschrijf dan in uw dagboek hoe goed of slecht het gegaan is. Gingen de zaken zoals u had verwacht? Lukte het u om 'onder voorbehoud' te handelen? Heeft u er voordeel van gehad?

Tijdens de voorbereiding van uw dag in uw ochtendmeditatie kunt u zich alvast de mogelijkheid van tegenslag en tegenwerking voor de geest halen. Natuurlijk ook een stoïcijn heeft liever dat alles gladjes en volgens planning verloopt, maar hij houdt altijd in zijn achterhoofd de mogelijkheid open dat de uitkomst van zijn handelen niet het gewenste resultaat oplevert. Alleen de intentie waarmee hij iets doet ligt wel volledig in zijn macht. Een stoïcijn probeert dan ook goedgemutst en ethisch verantwoord in overeenkomst met de natuur te handelen. Zeg dus voortaan in uw ochtendmeditatie: ‘ik wil x, y en z gaan doen, maar ik doe het onder voorwaarde dat niets mij belemmert om het ook echt uit te voeren’. Bedenk allerlei dingen die aan uw plannen in de weg kunnen staan en zeg tegen uzelf dat u die tegenslagen gelijkmoedig zult accepteren als ze ook echt gebeuren. Het gaat erom dat je je best doet. Doe uw best en laat verder gebeuren wat er gebeurt.


Het blijft echter niet bij het handelen onder voorbehoud en het accepteren dat de wereld zich niet altijd ontwikkelt zoals u dat het liefst zou zien. U moet niet alleen uw maximale inspanning leveren om uw doelen te verwezenlijken, maar wanneer de dingen vervolgens anders lopen dan u had gehoopt, moet u dat lot zelfs omarmen. U moet uw lot liefhebben. U moet het onvermijdelijke liefhebben en zelfs willen dat het niet anders gebeurt dan dat het gebeurt. Het ‘amor fati’ uit een eerdere les. ‘Amor fati’ zoals niet de stoïcijnen maar Nietzsche het noemde. Nietzsche geeft echter prachtig weer wat de stoïcijnen bedoelden. Het is daarbij natuurlijk wel essentieel dat u het onderscheid maakt tussen de dingen waarop u invloed kunt uitoefenen en de dingen op welke u die invloed niet hebt. De dingen waar u geen invloed op hebt mogen u echter niet alleen niet van de wijs brengen, u moet ze zelfs met liefde aanvaarden. Aanvaarden als datgene wat de natuurwetten nu eenmaal voor u in petto hebben. De sterk door het stoïcisme beïnvloede Nederlandse filosoof Spinoza (1632-1677) zei het zo:

“Het is inmiddels wel duidelijk dat we niet beschikken over de absolute macht om dingen buiten ons aan te passen aan onze behoeften. Niettemin moeten we kalm de dingen ondergaan die ons overkomen en die ingaan tegen ons voordeel; als we ons ervan bewust zijn dat we onze plicht hebben gedaan en dat de macht waarover wij beschikken niet zover gaat dat wij die dingen hadden kunnen vermijden, en dat we een deel zijn van de Natuur, aan wier ordening wij zijn onderworpen. Als wij dat duidelijk en onderscheiden begrijpen, dan zal dát deel van ons dat begrijpen wordt genoemd en dat het beste deel van ons is, daarmee totaal tevreden gesteld zijn en het zal streven te volharden in deze voldoening.”

De stoïcijnse ‘amor fati’ betekent natuurlijk niet dat u de dingen die u overkomen zomaar passief en gelaten over u heen moet laten komen. Het ‘amor fati’ concept schrijft geen kritiekloze acceptatie voor van alles wat u doet en u overkomt. Het lot is niet iets dat zich alleen buiten u afspeelt. Het overkomt u, maar u hebt wel degelijk een keuze in de manier waarop u met het lot omgaat. Met die keuze kunt u iets, hoe weinig ook, aan dat lot veranderen.

zaterdag 17 december 2022

14.4b Doel en bedoeling

Als leerling stoïcijn moet u zich er in oefenen om alles wat u onderneemt ‘onder voorbehoud’ te doen. De wereld zit vol met vervelende trucjes en onverwachte gebeurtenissen die u dwars zitten en belemmeren in uw plannen. U moet daarbij een duidelijke scheiding aanbrengen tussen het doel van wat u onderneemt en de bedoeling van wat u onderneemt. De bedoeling van uw activiteit is het beoogde eindresultaat. Of u dat resultaat ook daadwerkelijk gaat bereiken is nog maar de vraag en niet volledig afhankelijk van uw inspanningen. Het doel van uw activiteit is dat u uw best doet om de bedoeling te realiseren. Zoals we eerder zagen moet u uw doelen internaliseren. Door een onderscheid te maken tussen de bedoeling van uw handelingen en het doel van uw handelingen kunt u dus altijd slagen in het doel van wat u doet. Of u wel of niet uw best doet heeft u immers volledig in eigen hand.

Door afstand te nemen van de bedoeling van uw handelingen en u meer te concentreren op de manier waarop u ze onderneemt kunt u de frustraties van een mislukking voorkomen. Als het uw doel was uw best te doen en dat is ook wat u hebt gedaan, dan kunt u alleen nog maar slagen in uw opzet. Wat ook de uitkomst van uw handeling mag zijn, u heeft uw doel bereikt. Dat het resultaat misschien niet helemaal (of helemaal niet) conform uw bedoelingen was doet daar niets aan af. Stoïcijnen moeten dan ook leren onder voorbehoud te handelen. Ze doen hun best (hun uiterste best zelfs) om iets voor elkaar te krijgen, maar zijn niet bang om zo nodig compromissen te sluiten en raken niet gefrustreerd als hun handelingen uiteindelijk toch niet het beoogde effect hebben.

Zoals ik het hier beschrijf lijkt het wel alsof het bij het handelen onder voorbehoud vooral om de grote levensbeslissingen gaat, maar dat is natuurlijk niet zo. Stoïcisme gaat vooral om de gewone kleine dingen van alledag. Zelfs als hij naar de winkel gaat om een pak melk te halen doet een stoïcijn dat onder voorbehoud. De winkel kan gesloten zijn, de melk kan op zijn, hij kan een lekke band krijgen of door een bus overreden worden. Het enige wat een stoïcijn zich dus echt voorneemt is dat hij zijn best gaat doen om dat pak melk te halen. Meestal zal dat geen enkel probleem zijn, maar de wereld kan een enkele keer heel andere ideeën hebben.

Dat stoïcijnen de nadruk leggen op het accepteren van externe dingen en alleen onder voorbehoud handelen betekent niet dat ze alles maar passief over zich heen laten komen. Het tegendeel is waar. Veel beroemde stoïcijnen staan juist bekend om hun activisme in de wereld. Het handelen onder voorbehoud betekent dat stoïcijnen de buitenwereld accepteren zoals hij is. Ze zeggen bij alles wat ze doen tegen zichzelf: ‘ik ga dit of dat doen, onder voorwaarde dat niets mij belemmert’.

Stoïcijnen maken grootse plannen en stellen zichzelf, binnen de kaders van hun deugdenlijstje, ambitieuze doelen. Deze zijn van de onbelangrijke onverschillige zaken het meest nastrevenswaardig. Ook de stoïcijnse keizer Marcus Aurelius zegt dat de juiste manier om om te gaan met de wereld het 'onder voorbehoud' hebben van nastrevenswaardige bedoelingen is. En als u dan ondanks al uw inspanningen toch niet krijgt wat u had nagestreefd, zult u zich onmiddellijk op een creatieve en verantwoorde manier aan de nieuwe situatie aanpassen. U zoekt een alternatief, sluit een compromis, of ziet helemaal van uw bedoelingen af. U gebruikt uw tegenslag als grondslag voor nieuwe plannen. Marcus zei het zo:

“Als ons ‘hegemonikon’ goed functioneert dan maakt hij gebruik van alles wat voorhanden is. Hij is immers volkomen vrij en kan alles wat op zijn weg komt gebruiken. Hij zet alle omstandigheden om in iets wat voor hem van nut is. Zoals een vuur alles verteert wat er in geworpen wordt. Een kaarsvlammetje kan makkelijk gedoofd worden, maar wat in een laaiend vuur wordt geworpen dient als brandstof en doet het vuur alleen maar hoger oplaaien”. (Marcus Aurelius, Dagboeken IV-1)

Inderdaad, zoals Marcus zegt, moeten we in ons vermogen om om te gaan met nieuwe ontwikkelingen, vooral na een teleurstelling of mislukking, niet als een 'kaarsvlammetje', maar als een 'laaiend vuur' zijn.


zaterdag 10 december 2022

14.4a De wereld is niet zwart-wit, maar grijs

Hoe meer u probeert volgens uw persoonlijk waardenlijstje te leven, hoe meer u zult merken dat die principes elkaar nog wel eens willen bijten. Een stap in de goede richting voor de ene deugd zou zo maar in strijd kunnen blijken te zijn met een andere deugd. De stoïcijnen hadden een in theorie goed op elkaar afgestemd deugdensysteem opgebouwd, maar wisten ook wel dat de praktijk weerbarstig is. De leraar van Epictetus, de stoïcijnse filosoof Musonius Rufus, stond bekend om zijn praktische inslag. Hij gaf zijn leerlingen werkelijk overal advies over. Adviezen die destijds trouwens vaak als behoorlijk controversieel werden aangemerkt. Zo vond hij dat slaven de gelijken waren van hun meesters en dat vrouwen in niets onder deden voor mannen. Vrouwen moesten volgens Musonius dan ook hetzelfde onderwijs als mannen krijgen. Maar hij gaf ook adviezen over banale dingen zoals het knippen van je haar (alleen weghalen wat in de weg zit), de inrichting van je huis (elegante maar vooral degelijke en efficiënte meubels), seks (leuk maar niet erg belangrijk en alleen met wederzijdse instemming) en voeding, (gezond, makkelijk verkrijgbaar en makkelijk te bereiden en het liefst vegetarisch).

Musonius vond dus dat je je niet te druk moest maken om de voor je virtuositeit onbelangrijke maar verder wel wenselijke doelen. Volgens hem is het prima om je er mee bezig te houden, maar je moet er niet al te veel energie in steken. Daar wordt je maar onnodig moe van. Niet alles is zo belangrijk als het zich laat aanzien. Een flinke dosis relativeringsvermogen is voor een stoïcijn onmisbaar. Musonius bracht zijn leerlingen bij dat de wereld zelden zwart-wit is, maar meestal grijs. Dat geldt zelfs voor levensdoelen en waarden. Ook stoïcijnse principes botsen soms en u zult merken dat het vaak nodig is om compromissen te sluiten. Stel bijvoorbeeld dat u zich, met Musonius in gedachten, hebt voorgenomen om alleen nog maar eenvoudig en makkelijk verkrijgbaar voedsel te zullen eten. Uw partner wil echter uw trouwdag vieren met een romantisch etentje in een exclusief restaurant. U kunt er donder op zeggen dat wat u daar voorgeschoteld krijgt niet eenvoudig en makkelijk verkrijgbaar zal zijn. Moet u nu stug vasthouden aan uw principes en het romantisch etentje botweg van de hand wijzen? Een stoïcijn zou u voor gek verklaren als u dat deed. Dit is bij uitstek een moment om een compromis te sluiten tussen uw voedingsprincipes en de deugd van het zijn van een liefhebbende partner.

De stoïcijnse ethiek is vooral redelijk. Een stoïcijn weet dat het niet altijd en overal mogelijk is om aan al uw waarden en principes vast te houden. Sterker nog het is vaak zelfs onredelijk en absoluut niet virtuoos om dat altijd te willen doen. Musonius hamerde er telkens weer op dat het er niet alleen om gaat wat u doet, maar ook en vooral om de karaktereigenschappen die u nodig hebt om in de dynamische en ingewikkelde maatschappij waarin u leeft het hoofd boven water te houden. Er bestaan geen eenvoudige regels die u vertellen wat u wel en niet moet doen. Het leven is simpelweg te moeilijk om er altijd zeker van te zijn dat u op de juiste manier handelt. Het is onvermijdelijk dat u fouten en vergissingen zult maken. Alleen de wijze weet altijd de juiste keuzes te maken, maar u bent nog lang geen wijze en zult er, net als iedereen, vermoedelijk wel nooit één worden.

U wordt aan alle kanten voor moeilijke soms zelfs onmogelijke ethische keuzes gesteld. U moet u kleden en u moet eten, maar waar komen die kleren en dat voedsel vandaan? Worden er mensen uitgebuit voor de kleding die ik draag, hoe zit het met het milieu en draag ik onbewust bij aan dierenleed, wat doet mijn bank met het geld dat ik op mijn rekening heb staan? Het stoïcisme helpt u met het verwerven van de karaktereigenschappen die nodig zijn om dergelijke belangenconflicten te kunnen hanteren. Het eist geen volmaakt gedrag en geeft geen onfeilbare antwoorden, maar het leert u hoe u dit soort en andere dilemma's op een redelijke en efficiënte manier kunt aanpakken. Volgens Musonius komt u er niet onder uit. U zult zo goed als altijd compromissen moeten sluiten. Absolute antwoorden zijn voor dwazen, alleen die denken dat er altijd een duidelijke keuze bestaat tussen goed en kwaad, tussen heiligen en monsters. De wereld is niet zwart-wit en het is dom en zelfs gevaarlijk om te denken dat dat wel zo is.

Het is dus dwaas om te denken dat de wereld uit goed en kwaad bestaat. Mensen zijn nooit helemaal goed of helemaal slecht (zelfs u niet) en ook vervelende gebeurtenissen willen nog wel eens een goede kant hebben. Of zoals Cruijff het zei: ‘ieder nadeel heb ze voordeel’. Het is al evenmin verstandig om er altijd maar van uit te gaan dat het geluk aan uw zijde staat. Het lijkt tegenwoordig wel alsof positivisme een soort heilige plicht is. De televisie en zelfhulpboeken staan er vol mee: als je er in gelooft en je best doet, kun je alles bereiken wat je maar wilt. Het is een gigantische leugen waar iedereen tegenwoordig in lijkt te geloven. Het is niet waar. Er zijn nu eenmaal ziektes waar u aan dood gaat, er zijn opleidingen die boven uw niveau liggen, de meeste topsporters winnen nooit de Olympische Spelen, van krantenjongen tot miljonair is een mythe en nee u kunt niet dat perfecte en gelukkige leven leiden door alleen maar positief te zijn. Het enige wat u met dergelijk ongepast optimisme bereikt is dat u zich, als de dingen niet lopen zoals gehoopt en verwacht, schuldig gaat voelen. Ben ik wel positief genoeg geweest, heb ik wel goed genoeg mijn best gedaan? Ik heb vast in mijn achterhoofd nog een beetje getwijfeld waardoor alles fout is gegaan. De stoïcijnen moeten niets hebben van dit soort verzinsels over het als je maar hard genoeg je best doet binnen handbereik hebben van het perfecte leven. Vals optimisme dat alleen maar tot frustraties en teleurstellingen kan leiden. Een stoïcijn is geen optimist, maar al evenmin een pessimist, hij is vooral een realist.

U kunt nu eenmaal niet verwachten dat de wereld zich zonder morren aan al uw wensen en grillen zal aanpassen. U heeft fysieke en geestelijke beperkingen, er zijn domme en verdwaasde mensen en er zijn grenzen aan de kansen die u krijgt. De wereld is zoals ze is, u daar druk over maken is verspilde moeite. Kies uw doelen zorgvuldig uit. Bekijk of ze haalbaar zijn en of ze niet alleen in uw belang, maar ook in het belang van de mensheid zijn. Als stoïcijn moet u haalbare, zinnige en rechtvaardige doelstellingen kiezen. Als u uw doelen duidelijk hebt, ga er dan vol enthousiasme mee aan de slag, maar houd steeds in uw achterhoofd dat het anders kan lopen dan u hoopt. Het zal ongetwijfeld wel eens gebeuren dat u achterhaald wordt door de feiten en soms moet u daardoor compromissen sluiten. Het gaat er echter om dat u uw best doet, dat is uw hoofddoel al het andere is ongewis en ligt in handen van de natuur.

Overdreven optimisme en geloof in uzelf geeft weldegelijk een kick, maar die kick staat niet in verhouding tot de teleurstelling als blijkt dat de wereld zich niet aan uw positieve verwachtingen houdt. Een mens raakt immers heel makkelijk van streek als de dingen niet gaan zoals hij wil dat ze gaan. Als u er alles aan gedaan hebt om uw werk voor het weekend af te krijgen, maar een uur voordat u naar huis wil gaan komt uw baas met een hele stapel dossiers binnen lopen, of u wilde vandaag de slaapkamer van uw dochter geschilderd hebben, maar de kleur verf die ze per se wil hebben is op, dan loopt u een enorme kans u behoorlijk gefrustreerd te voelen. Een onaangename emotie die u eigenlijk niet wil voelen. Een stoïcijn zou geen echte stoïcijn zijn als hij niet zou proberen iets te bedenken om die vervelende emotie te voorkomen. Het zal u dan ook niet verbazen dat ze speciaal voor dit soort situaties een levenstechniek hebben ontworpen. Dat is de techniek van het handelen onder voorbehoud of in ouderwets maar mooi Nederlands ‘ijs en weder dienende’. U heeft er al eerder kennis mee gemaakt en het is een variant op de eerder besproken techniek van het internaliseren van wat u wilt bereiken.


woensdag 7 december 2022

‘ELK SPEELT ZIJN ROL EN KRIJGT ZIJN DEEL’

 Hoofdstuk 17 van het Handboekje van Epictetus

Bedenk dat je een speler bent in het toneelstuk van een ander. Wil de schrijver dat je een korte rol speelt? Speel dan een korte rol. Wil hij dat je een lange rol speelt? Speel dan een lange rol. Moet je een bedelaar spelen, speel die rol dan met verve. Hetzelfde geldt voor een rol als gehandicapte, koning of gewoon burger.

Epictetus’ leerlingen waren echte rijkeluiszoontjes. Er werd van hen verwacht dat ze ambitieus waren en na hun opleiding op zoek gingen naar een goede en eervolle baan. Het was destijds, net als tegenwoordig, extreem belangrijk om succes te hebben en te slagen in het leven. Carrière, sociale status en welvaart waren in hun ogen alles waar het om draaide.

Epictetus vond dit de grootst mogelijke onzin en liet dat merken ook. Hij gebruikt daarbij vaak het voorbeeld van toneelspelers. Omdat ze ongetwijfeld vaak het theater bezochten was dat iets waar zijn leerlingen mee vertrouwd waren. Al die zogenaamd belangrijke baantjes en eervolle functies waren in Epictetus’ ogen niet meer dan toneelspel. Een rol die je toevallig toegeworpen kreeg. Hij wilde dat zijn leerlingen er goed van doordrongen waren dat ze een rol speelden en dat dat belangrijke ambt niet de kern vormde van wie ze echt waren. Ze mochten zich onder geen beding gaan identificeren met die rol en moesten zich goed realiseren dat het enige wat echt van belang is, hun virtuositeit, hun karakter en menselijke waardigheid is.

Epictetus lijkt hier verder ook nog het fatalisme te propageren. Je moet de rol spelen die het noodlot je toespeelt. U zult misschien denken dat een ouderwetse fatalistische instelling helemaal niet bij het leven van de moderne dynamische mens past. Misschien dat een slaaf in de Oudheid en een Middeleeuwse boer zonder noemenswaardige invloed op het verloop van hun leven troost konden vinden in dit concept, maar voor het moderne leven lijkt het totaal ongeschikt. Als u er wat dieper op ingaat zou dat nog wel eens kunnen meevallen. Het stoïcijnse ‘amor fati’ valt misschien wat beter te verteren als u bedenkt dat u nu al fatalistisch bent over het verleden. Ieder weldenkend mens zal er mee instemmen dat wat hij ook doet en hoe hij ook zijn best doet geen enkele van zijn handelingen er in zal slagen het verleden te veranderen. We zijn volkomen fatalistisch over de dingen die gebeurd zijn. Gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer.

Hetzelfde geldt echter ook voor het hier en nu. Alles wat er op dit exacte moment gebeurt wordt veroorzaakt door gebeurtenissen uit het verleden. Over wat ons op precies dat enige kleine moment in de eeuwigheid dat wij leven en waar we ons van bewust zijn overkomt hebben we geen invloed meer. Het is het gevolg van al die momenten die er aan vooraf zijn gegaan en waar we het over eens zijn dat we er geen invloed op kunnen uitoefenen. Wat er nu gebeurt is het gevolg van het verleden. Een verleden waar u niets meer aan kunt veranderen. Misschien dat de dingen die u nu doet over een paar seconden, uren, dagen of jaren effect hebben, maar aan dit ene moment kan het niets meer veranderen.

Maar ook op uw toekomst heeft u maar heel weinig invloed. Er kunnen zoveel dingen gebeuren die uw prachtige plannen en uw noeste inspanningen dwarsbomen. Het enige wat u kunt doen is in het hier en nu uw best doen en uitvoeren wat redelijkerwijs zou kunnen bijdragen aan het bereiken van uw doelstellingen. Behalve dit heeft u verder geen enkele controle over de vraag of u uw doelen ook echt zult halen.

Zo heeft het dus geen enkele zin om u zorgen te maken over het verleden en al evenmin over het heden of de toekomst. U kunt natuurlijk wel lering trekken uit het verleden en u voorbereiden op de toekomst. Stoïcijnen proberen in het hier en nu ‘virtuoos’ te handelen, voor zover dat binnen hun mogelijkheden ligt. Beoefen daarom de stoïcijnse berusting (apatheia) door u er aan te herinneren dat het verleden niet meer veranderd kan worden en dat de toekomst ongewis is en zich zomaar tegen uw plannen zou kunnen keren. Stoïcijnen willen alleen de dingen die binnen hun sfeer van invloed liggen. Wat betekent dat ze willen uitblinken in karakter en handelen en alles accepteren wat buiten hun controle ligt.

U hebt dus twee mogelijkheden: of u verzet zich vanuit de stompzinnige illusie dat u de wereld kunt controleren en dat al uw wensen in vervullingen komen, of u laat u net als de hond van Zeno meevoeren met de realiteit van het lot, geniet van het uitzicht en pikt onderweg zo hier en daar nog iets leuks mee. Want dit is de volgende stap dat u niet alleen accepteert wat de wereld u brengt, maar dat u zelfs leert te genieten van wat er gebeurt. Hoe moeilijk het soms ook kan zijn, dit is de echte stoïcijnse ‘amor fati’. Seneca zei het zo: ‘wie het verlangen en de hoop laat varen wordt tevreden met wat het lot hem brengt en is nergens meer bang voor’. Ook Epictetus raadde zijn leerlingen aan om de dingen die het leven hen voorschotelde met enthousiasme te aanvaarden.


maandag 5 december 2022

Lichamelijk ongemak opzoeken

 Lichamelijk ongemak als pijn, vermoeidheid of honger kan leiden tot emotionele onevenwichtigheid. Het is allesbehalve makkelijk om rustig te blijven als je je niet OK voelt. Als u lichaam belast wordt staat ook uw geest onder spanning. De stoïcijnen wisten dat lichaam en geest nauw met elkaar verbonden zijn. Lichaam en geest beïnvloeden elkaar zowel ten goede als ten kwade. Als u onrustig bent voelt u zich ook lichamelijk onprettig en als u lichamelijke problemen hebt is het moeilijk rustig te blijven.


Het stoïcisme is voor een belangrijk deel gericht op het trainen van uw geest. Er wordt van een stoïcijn verwacht dat hij of zij nauwkeurig nadenkt over wat belangrijk is, over wat je beter kan ontwijken en over wat een goed leven nu eigenlijk inhoudt. Maar stoïcisme is niet alleen een theoretische aangelegenheid, het gaat vooral om wat u doet. Piano spelen leer je niet uit een boek, maar door het te doen. En ook het stoïcisme leer je alleen door het toe te passen. De stoïcijnen kenden naast hun theoretische technieken dan ook een groot aantal praktische oefeningen.


Zo raden ze u bijvoorbeeld aan om u voor te bereiden op de slagen van het lot door zo nu en dan allerlei vormen van ongemak op te zoeken. Ga eens met uw zomerjas de winterkou in, zet de verwarming een paar graden lager, sla dat heerlijke glas rode wijn eens een keer over, slaap eens in een slaapzak op de grond in plaats van in uw heerlijk zacht bed of vast eens een dagje. Maar waarom zou u zichzelf vrijwillig aan dergelijke ongemakken blootstellen? Stoïcijnen doen niet aan zelfkastijding, het gaat hen absoluut alleen om een gematigde zelfontzegging. Dit doen ze om zich erin te oefenen niet te snel uit balans te raken als er in het echte leven dingen mislopen. Het gaat erom het karakter zo te vormen en stalen dat tegenslagen makkelijker te dragen zijn. U leert dat u heel goed in staat bent om ontberingen te ondergaan zonder meteen uit uw evenwicht te raken. Probeer uw comfortzone op een rustige en voorzichtige manier een beetje uit te breiden. Onderzoek welk soort lichamelijk ongemak bij u geestelijke spanningen oplevert en ga juist daarmee aan de slag. Bent u een koukleum zet uw thermostaat dan net iets lager dan de temperatuur waarbij u zich prettig voelt. Bent u kleinzerig en neemt u bij ieder pijntje een aspirientje, stel het moment van de pijnstilling dan eens een uurtje uit. Bedenk dat het stoïcisme niet van u verlangt dat u aan zelfkwelling doet en een sober en ascetisch leven leidt. U oefent zich voor slechtere tijden, maar mag verder een redelijk comfortabel leven leiden. Pas dus op dat u uw training niet overdrijft. Dat is nergens voor nodig.


Uw aversie tegen lichamelijke ongemakken zorgt er voor dat u uw beheersing over uw gemoedsrust kwijt raakt. Uw stemmingen en gedachten gaan met u op de loop op het moment dat u zich niet prettig voelt. Train uzelf en rek uw comfortzone langzaam maar zeker een beetje op. Op het moment dat de wereld u dan confronteert met echte ontberingen weet u dat u in staat bent ze te doorstaan. U heeft zich als het ware getraind voor moeilijkere tijden. U hebt er ervaring mee en weet beter wat u moet doen om ze het hoofd te bieden. Met ongemak valt te leven. Bovendien ziet u dagelijks in het nieuws en om u heen dat ook anderen in staat zijn onder moeilijke omstandigheden te leven. Waarom zou u dat dan niet ook kunnen en waarom zou u jammeren en boos worden als het uw beurt is?


zaterdag 3 december 2022

14.3 Virtuoze doelen stellen

Zoals we het in de vorige blog formuleerden lijken externe doelen onbelangrijk voor een virtuoos leven. Dat is weliswaar zo, maar dat betekent niet dat u zich geen doelen moet stellen. Een doelloos, passief leven waarin u niets probeert te bereiken kan onmogelijk een virtuoos leven zijn. De stoïcijnen verwachten van hun leerlingen dat ze maatschappelijk actief zijn en bijdragen aan het welzijn van hun gemeenschap. U moet daarbij wel doelen kiezen die passen binnen de deugden die u voor uzelf hebt vastgesteld en die passen binnen uw persoonlijke talenten en mogelijkheden. Het moet daarbij dus gaan om doelen die u kunnen helpen om meer in overeenstemming met uw deugden en talenten te leven. Daarnaast moet u uw externe doelen internaliseren zoals hierboven beschreven. Dat betekent dus dat u externe doelen kiest die passen binnen uw deugdenlijstje en dat voor u bij het nastreven van die doelen niet het eindresultaat, maar uw intentie om uw best te doen om die doelen te halen voorop staat. Dat zorgt er dan meteen voor dat u in harmonie met uw eigen persoonlijke natuur leeft.


Oefening: Hoe consistent bent u eigenlijk?

Laten we meteen eens gaan kijken hoe consistent u bent in het handelen conform uw deugden. Het is een mooie kans om na te gaan welke deugden u een beetje verwaarloost. Pak het lijstje met uw deugden er maar weer eens bij en maak een tabel naar het onderstaande voorbeeld. Probeer zo concreet mogelijk te zijn en vertaal uw hoofddeugden zo nodig in kleinere meer precieze deugden. Geef vervolgens aan iedere deugd een cijfer tussen nul en tien. Als u heel consistent bent geweest geeft u de deugd een tien en als u de deugd vergeten bent geeft u een nul. Als u een deugd een onvoldoende geeft bedenk dan een paar dingen die u zou kunnen ondernemen om die deugd wat meer tot zijn recht te laten komen.

Hieronder een voorbeeld hoe een dergelijk schema er uit zou kunnen zien. Maak het net zo uitgebreid of kort als u nodig vindt. Denk daarbij in de eerste plaats aan makkelijk te realiseren acties. U moet het uzelf niet direct te moeilijk maken. Probeer dus niet te veel en zeker niet alles tegelijk te doen.


DEUGD

CIJFER

HANDELINGEN

Hoofddeugd:

Een sociaal en vriendelijk mens zijn

5

Zie de afgeleide deugden.

Afgeleide deugd:

Het zijn van een goede partner

5

  • Vaker vragen hoe hij/zij zich voelt.

  • Mee uit eten nemen.

  • Bewust tijd vrij maken om samen iets te ondernemen.

  • Vaker uw waardering en liefde laten blijken.

Milieubewust zijn

4

  • Vaker de auto laten staan.

  • Minder vlees eten.

  • De verwarming lager zetten.

  • LedLampen aanschaffen.

Een goede vriend zijn

7

  • Dit zit wel goed, geen actie nodig.








U heeft nu een aardig idee welke deugden bij u een beetje in het verdomhoekje zitten. Ze zullen niet allemaal even belangrijk zijn. U kunt er de voornaamste uitkiezen en kijken aan welke externe doelen u kunt werken om weer een beetje virtuozer te worden. Daarmee komen we aan het tweede deel van de oefening. Het verzinnen van heel concrete acties die u zou kunnen ondernemen om aan de versterking van uw deugden te werken. Met deze oefening kunt u zichzelf heel concrete externe doelen stellen die gericht zijn op het in kleine stapjes verwezenlijken van uw deugden. Let er wel op dat u niet te veel waarde gaat hechten aan die externe doelen. Die doelen zijn bij lange na niet zo belangrijk als de achterliggende deugd. Het gaat om de virtuositeit van het doel en de ondernomen actie en niet om het ook echt bereiken van uw externe doel.

Kies een aantal deugden uit waar u aan wilt gaan werken, bepaal de corresponderende hoofd- en tussendoelen en kies een paar eerste stapjes die u zou kunnen nemen. U zou voor uzelf een lijstje kunnen maken om u te helpen met het bereiken van uw doelen. onderstaande tabel. Daarvoor zou u deze tweede tabel kunnen gebruiken.


DEUGD

HOOFDDOEL

TUSSENDOEL

STAPJES














Door u steeds weer nieuwe externe doelen te stellen kunt u aan uw virtuositeit blijven werken. Uiterlijk lijkt dat nauwelijks te verschillen van wat de meeste, niet stoïcijnse, mensen doen. U houdt zich immers net als iedereen bezig met het behalen van uw externe doelen. Het zijn nu echter niet langer die doelen zelf die belangrijk voor u zijn, maar de achterliggende deugden.

Het u stellen van externe doelen helpt u dus bij het bereiken van virtuositeit. Vaak stellen we ons echter doelen die veel te ambitieus of vaag zijn. Als u dat doet komt u er al snel achter dat uw doel onhaalbaar is en raakt u ontmoedigd. Om dat te voorkomen moet u proberen uw externe doelen behapbaar te houden. U bent een professioneel bierdrinker en bankhanger en wilt wat aan uw conditie gaan doen. Laat u dan niet meeslepen door allerlei televisieprogramma’s waarin veel te dikke mensen in een half jaar tijd getransformeerd worden tot slanke sporthelden. Dat gaat u, zonder personal trainer en de druk van een camerateam naar alle waarschijnlijkheid niet lukken. Stel u, bijvoorbeeld, zelf eerst tot doel uw dagelijkse wandelingetje met de hond iets uit te breiden. Beperk u tot één of twee doelen tegelijkertijd en stel uzelf een duidelijk en heel haalbaar doel. Knip uw doelen op in kleine tussendoelen. Ga zo stap voor stap een beetje vooruit en probeer geen grote sprongen te maken. Ook kleine stapjes, zelfs in uw ogen belachelijk kleine stapjes, in de goede richting helpen al.

Neem het al dan niet halen van uw externe doelen niet te zwaar op. Het zijn maar externe doelen en dat zijn dingen die u onmogelijk volledig in de hand kunt hebben. Het gaat er helemaal niet om of u uw doelen haalt. Het gaat erom dat u aan uw deugden werkt. Het leiden van een virtuoos en gelukkig leven is tenslotte de echte reden dat u zichzelf doelen stelt.