zaterdag 23 februari 2013

WISHFUL THINKING?

De filosofie van de afgelopen eeuwen staat wel erg ver af van de filosofie in de Griekse en Romeinse tijd. Vandaag de dag wordt filosofie vooral onderwezen als een puur theoretisch vak. Leerlingen krijgen de theorie van een oude of moderne filosoof voorgeschoteld en worden vervolgens met een proefwerk of een scriptie getest of ze zich die kennis voldoende hebben ingeprent. In de antieke tijd was filosofie een veel praktischere aangelegenheid.Van een leerling werd meer dan alleen een intellectuele prestatie verwacht. Van hem (slechts zelden een haar) werd verwacht dat hij zich een geheel nieuwe manier van leven zou aanleren. Een manier van leven die hem een gelukkig en voorspoedig leven moest garanderen.

Volgens Socrates bestaat er een rechtstreeks verband tussen de filosofie die iemand aanhangt en zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid. Hoe je de wereld ziet en wat je denkt dat belangrijk in je leven is bepaalt hoe je je voelt. Socrates spoorde zijn leerlingen aan om zich om hun 'ziel' te bekommeren. Het ging hem niet alleen om de theorie, maar ook om hoe zijn leerlingen zich voelden, om hoe ze in het leven stonden en om wat ze met hun leven deden. Antieke filosofie ging dus heel wat verder dan alleen het bestuderen van theoretische modellen.

Socrates. en met hem de meeste latere Griekse en Romeinse filosofen, ging uit van de optimistische vooronderstelling dat we in staat zijn onszelf te genezen. Door onze meningen en manier van kijken te veranderen kunnen we ook onze emoties aanpassen en kunnen we gelukkiger worden. We hoeven niet te knielen voor de priesters van één of andere religie, of ons uit te strekken op de divan van Freud, evenmin hoeven we naar de apotheek te rennen voor de allernieuwste anti-deppresiva. Nee het vermogen om een gelukkig leven te leiden ligt in onszelf. We zijn alleen vergeten dat dat vermogen in ons zit en daarom zoeken we de oplossing in allerlei externe middeltjes.

Maar is dit niet een al te optimistische inschatting van het menselijk denkvermogen? Zijn we echt in staat om met ons vermogen tot redelijk denken onze emoties te beïnvloeden? Veel moderne psychologen en neurowetenschappers wijzen ons er telkens weer op dat ons hele doen en laten bepaald wordt door onze genen en door de toevallige chemische samenstelling in onze hersenen. Onze besluiten worden vooral onbewust genomen en de menselijke rationaliteit heeft geen of hooguit een verwaarloosbare invloed op onze emoties. We zijn materiële wezens in een materiële wereld en net als alle andere materiële dingen zijn we onderworpen aan de natuurwetten. Volgens  deze wetenschappers hebben we geen vrije wil en kunnen we onze gebruikelijke manier van denken en handelen niet veranderen. We zijn gedoemd om dezelfde fouten telkens opnieuw te maken. Als je de pech hebt aanleg te hebben voor depressies of stress rest alleen nog maar een materiële oplossing. Je kunt hooguit proberen met chemicaliën de chemische disbalans in je hersenen te neutraliseren. Een materiële oplossing voor een materieel probleem.

Er zijn echter steeds meer psychologen en neurologen die denken dat Socrates en zijn opvolgers toch gelijk hadden. Er lijkt hoe langer hoe meer  bewijs te komen voor de stelling dat we door ons denken te veranderen ook onze emoties veranderen. Neurowetenshappers noemen dit 'cognitive reappraissel'. Volgens hen hebben we dan misschien wel geen directe controle over onze emoties, maar kunnen we in de loop der tijd onze ingesleten emotionele reacties veranderen. Het duurt een paar maanden, maar door consequent een andere rationele boodschap aan onze hersenen te sturen verandert ook de neurochemische situatie in ons brein en daarmee onze semi-automatische emoties.

Daarnaast blijkt uit studies naar de zogenaamde 'cognitieve gedragstherapie' dat deze, op de uitgangspunten van de stoïcijnse filosofie gebaseerde, psychotherapie bij depressiviteit en paniekaanvallen een genezingspercentage van ongeveer 70% weet te bewerkstelligen. Met dit percentage verslaat de antieke filosofie ruimschoots onze moderne anti-depressiva. Als we volledig materieel gedetermineerd zouden zijn, zou dit niet mogelijk zijn.

Veel hedendaagse psychologen en neurologen denken dat we twee manieren van denken hebben. Een denksysteem dat snel, onbewust en volautomatisch reageert op alles wat ons overkomt en zich daarbij vooral richt op vaste ingesleten gedragspatronen en gewoontes. En een ander denksysteem dat langzamer en rationeel reflecteert op wat er is gebeurd. Met dit bewuste reflectieve denksysteem, dat trouwens ook meer energie blijkt te kosten en daarom misschien minder populair is, kunnen we op den duur onze gewoontes en gedragspatronen aanpassen. Dit heeft tot gevolg dat ook ons onbewuste en automatische denksysteem anders gaat reageren en dat onze emotionele reacties anders worden.

De oude stoïcijnen zeiden al dat we ons niet kunnen verschuilen achter mooie theorieën. Filosofie is een dagelijkse mentale en vaak ook fysieke training die er toe moet leiden dat we op den duur van nature positieve emoties gaan ervaren. De ingesleten irrationele reactie op wat ons overkomt kan dan vervangen worden door een rationele en veel prettigere reactie. De oude Grieken en Romeinen waren zo gek nog niet toen ze hun kinderen niet alleen naar school stuurden om feitjes te leren, maar ook om een goede manier van leven te leren.