vrijdag 23 november 2018

BLACK FRIDAY EN DE STOÏCIJNEN



Black Friday is een naar Europa overgewaaide Amerikaanse traditie. Een massa mensen die ’s nachts voor de deur van een winkel staan te wachten om bij de opening vechtend naar binnen te stormen met de bedoeling om zo snel mogelijk zo veel mogelijk goedkope spullen te pakken te krijgen. Mensen die ruzie maken en elkaar omver duwen om toch maar die laatste spotgoedkope aanbieding te kunnen bemachtigen. Het zijn de typische Black Friday beelden die we zien op het nieuws. Massaconsumptie ten top. Het doel: de consument moet kopen, kopen, kopen. Of hij die spullen nu nodig heeft of niet.

Als het milieu in de media komt, gaat het meestal over groene energie, plasticvervuiling, mobiliteit en dergelijken. Maar daarmee wordt de essentie van het probleem over het hoofd gezien: we consumeren veel. Te veel. Tegenwoordig zijn spullen zo goedkoop dat we aan het massa consumeren zijn geslagen. Maar die overconsumptie nekt het milieu. Denk maar aan het gebruik van fossiele brandstoffen voor de productie, het verslindende water- en grondstoffenverbruik, het wereldwijde transport en wat al niet meer. Daarnaast staat kwantiteit steeds meer boven kwaliteit, en worden spullen gemaakt met een opzettelijke korte levensduur. En vergeet ook de vaak onrechtvaardige arbeidsomstandigheden waaronder al die goedkope hebbedingen gemaakt worden niet.

Het is duidelijk we hebben een op een zo hoog mogelijk consumptieniveau gericht systeem. Het valt daarbij niet te ontkennen dat het bedrijfsleven profiteert van het telkens in de markt zetten van nieuwe producten, het aanjagen van de consumptie, de hebzucht en de statusdrang van mogelijke klanten en het zo geraffineerd mogelijk verleiden van consumenten om deze te prikkelen om meer te begeren en aan te schaffen. Aandeelhouders en andere grote investeerders verlangen een aantrekkelijk rendement op de door hen geïnvesteerde gelden. Het management streeft naar hogere salarissen en bonussen en de werknemers zoeken werkzekerheid en voldoende beloning. Een heel leger aan hoog opgeleide, goed getrainde en zwaar betaalde lobbyisten van het bedrijfsleven bestookt onze overheden om het beleid en de wetgeving in de door hen gewenste richting om te buigen. Ook de overheid zelf heeft belang bij het in stand houden van een zo hoog mogelijk consumptieniveau. De afdrachten in de vorm van winstbelasting, inkomstenbelasting, sociale lasten en btw heffingen zijn immers nodig om de overheid te kunnen financieren.

Eigenlijk iedereen in onze samenleving heeft belang bij het systeem van steeds maar groeiende productie en consumptie. De huidige consumptiemaatschappij is dus niet een soort mysterieuze samenzwering van het grootkapitaal die zich over de ruggen van een uitgebuite en onschuldige massa verrijkt. U bent geen weerloos slachtoffer van hogere en ondefinieerbare machten. Natuurlijk u wordt onder druk gezet met reclame en andere subtiele verleidingstechnieken, maar het blijft uw eigen stoïcijnse verantwoordelijkheid om uw consumptieve keuzes te maken. U wordt niet met een mes op de keel gedwongen goederen aan te schaffen. U bent niet een machteloze speelbal in de handen van het bedrijfsleven dat naar hogere aandelenkoersen en winsten, persoonlijke financiële rijkdom en ongelimiteerde weelde streeft.

Een stoïcijn zal de hierboven omschreven stand van zaken met een zekere distantie proberen te bekijken. Hij zal daarom proberen de samenleving waarin hij leeft en eventuele misstanden en tekortkomingen in het bestaande maatschappelijke, economische en politieke stelsel zo objectief mogelijk te analyseren. Een stoïcijn zal zich dan ook serieus moeten afvragen of onze moderne consumptieve levensstijl wel leidt tot een goed, virtuoos en gelukkig leven. Het is een levensstijl die u waarschijnlijk volledig verinnerlijkt hebt. Het is alles wat u kent en het is zo vertrouwd, maar brengt het wel het welzijn en geluk dat alle mensen op aarde zoeken? Leidt het streven naar een als maar stijgende economische groei, een hoger niveau van consumptie en een toenemende materiële welvaart wel tot een virtuozer leven? Een rationeel en objectief redenerend stoïcijn zal tot de conclusie moeten komen dat een virtuoos mens er geen genoegen mee kan nemen door het leven te gaan als niets meer dan consumptie vee.

Een stoïcijn kan zijn ethische verplichtingen niet beperken tot zijn gezin en directe naasten. Stoïcijnen zijn kosmopolieten die het welzijn van ieder huidig en toekomstig rationeel denkend wezen voor ogen zouden moeten houden. Dit betekent dat zijn ethische verantwoordelijkheden en verplichtingen in tijd en ruimte behoorlijk moeten worden opgerekt. Deze verplichtingen en verantwoordelijkheden strekken zich dan ook niet alleen uit over de minderbedeelden van nu, maar ook over toekomstige generaties. Het ‘na ons de zondvloed’ kan nooit de lijfspreuk van een stoïcijn worden. U zult er rekening mee moeten houden dat u morele verplichtingen hebt tegenover huidige vaak in honger en armoede levende bevolkingsgroepen, tegenover toekomstige generaties en tegenover de natuurlijke leefomgeving waarin zij een bestaan moeten zien op te bouwen.

De huidige vormen van productie en consumptie zijn onhoudbaar. Ze staan niet alleen het persoonlijk geluk en welzijn in de weg, maar vormen ook een bedreiging voor de mensheid als geheel. Het kiezen voor een andere eenvoudigere en rustigere levensstijl ligt voor een stoïcijn dan ook voor de hand en een hype als ‘black Friday’ past daar absoluut niet in.


maandag 5 november 2018

EEN STOÏCIJNSE ‘ELEVATOR PITCH’


Laats vroeg iemand me om nu eens in een paar woorden te vertellen wat dat stoïcisme van mij nou eigenlijk inhoudt. Na een kwartier aan het woord te zijn geweest begon het eindelijke tot me door te dringen dat dit niet toch niet helemaal was waar om gevraagd was. Ik realiseerde me dat ik eigenlijk helemaal niet goed wist hoe ik het stoïcisme kort onder woorden moest brengen. Wat ik nodig had was een zogenaamde ‘elevator pitch’, een kort verhaaltje van niet langer dan twee minuten waarin ik de stoïcijnse levenskunst aan een toevallige voorbijganger zou kunnen uitleggen. Ik gebruik u, waarde lezer, nu even als proefkonijn en val u lastig met mijn poging een ‘elevator pitch’ over het stoïcisme te maken.

Stoïcisme was één van de belangrijkste filosofiescholen uit de Oudheid. Het heeft niet alleen een enorme invloed gehad op de moderne filosofie, maar zelfs op veel christelijke doctrines. Toch vindt u daar, als u er een woordenboek op naslaat weinig van terug. U leest dan vooral termen als ‘gelijkmoedig, onverstoorbaar en zelfs gevoelloos’. Hoewel daar een kern van waarheid in zit zou u makkelijk de indruk kunnen krijgen dat het stoïcisme vooral gaat over het moedig ondergaan van allerlei tegenslag en het onderdrukken van gevoelens. Niets is echter minder waar. Het stoïcisme is alles behalve een harde filosofie voor ‘die hards’ en frontsoldaten. Het is juist heel vriendelijk en zelfs liefdevol.

In werkelijkheid is het stoïcisme een filosofische school die rond 300 voor Christus door ene Zeno van Citium is gesticht. Deze Zeno gaf les in een overdekte markt in Athene. Een dergelijke markt werd in het Grieks een stoa genoemd, vandaar dus de naam stoïcisme. De lessen werden niet voor niets op de markt gehouden. Ze waren openbaar en iedereen die dat wilde kon aanschuiven om te luisteren naar wat Zeno zo al te vertellen had. Er waren in die periode veel verschillende filosofiescholen in Athene. Zo had je de Academie van Plato, het Lyceum van Aristoteles en het besloten landgoed van Epicurus. Dit waren echter privé scholen waar je als particulier niet zo maar, zonder te betalen, terecht kon. De school van Zeno was anders, zijn vaste leerlingen bezorgde hem ongetwijfeld een inkomen, maar ook zonder geld kon je zijn lessen volgen.

Zeno werd immens populair en al snel trokken zijn lessen grote groepen mensen. Zijn opvolgers Cleanthes en Chrisyppos zetten de traditie voort. Er zijn aanwijzingen dat stoïcijnen tot ver in de eerste eeuw voor Christus les gaven op dezelfde overdekte markt in Athene. Dat duurde tot de opkomst van het Romeinse rijk en het centrum van de stoïcijnse filosofie verplaatste zich van Athene naar het nieuwe centrum van de destijds bekende wereld: Rome. De Romeinen waren wel gecharmeerd van de stoïcijnse levenskunst. Prominente Romeinen als Cicero en Scipio namen les bij stoïcijnse filosofen en maakten vertalingen in het Latijn van hun Griekse boeken. Het stoïcisme kwam nu echt in de mode en het werd de heersende filosofie bij de Romeinse elite. Stoïcijnse filosofen als Seneca, Musonius en Epictetus werden beroemd en in de tweede eeuw na Christus zat er met Marcus Aurelius zelfs een stoïcijn op de keizerstroon.

Het stoïcisme behandelt iedereen gelijk en sprak daardoor mensen van over het hele Romeinse rijk en uit alle lagen van de bevolking aan. Zo kwam Seneca uit Spanje, de westkant van het rijk, en Diogenes van Babylon uit, hoe kan het ook anders, Babylon in het oostelijke puntje van de Romeinse wereld. En zo stond de stoïcijnse leraar Epictetus een voormalige slaaf, helemaal onder aan de maatschappelijke ladder, terwijl zijn leerling Marcus Aurelius als keizer op de bovenste trede van die ladder stond. Wat maakte deze filosofie nu zo aantrekkelijk voor zulke geografisch en maatschappelijk uiteenlopende mensen?

Dit zo populaire stoïcisme was meer dan wat we tegenwoordig een filosofisch systeem zouden noemen. Zeker het had net als elke filosofie een mening over dingen als de aard van de werkelijkheid, de basis van goed en kwaad en de mogelijkheid of onmogelijkheid van ware kennis. Het stoïcisme is echter meer dan alleen dat: het is een levenskunst. Naast traditionele onderwerpen als ontologie, logica, epistemologie, fysica en ethiek gaat het stoïcisme vooral over de manier waarop je je leven het best kunt leiden. Het had heel eigen ideeën over de beste manier om een gelukkig en zinvol leven te kunnen leiden. Het propageerde een levenskunst die veel Romeinen aansprak en die tegenwoordig nog net zo actueel is als tweeduizend jaar geleden.

Een levenskunst die trouwens wel een solide basis in de filosofie heeft. De stoïcijnse filosofie is systematisch en zit goed in elkaar. Zo zijn stoïcijnen materialisten die er van overtuigd zijn dat alles, ook emoties en gedachten, uiteindelijk tot materie kan worden herleid. De werkelijkheid bestaat voor hen uit materie en energie. Stoïcijnen geloven niet in een door zielen, god of goden bewoonde spirituele wereld. Toch blijft het daar niet bij en zijn ze niet alleen materialisten maar ook pantheïsten. Dat betekent dat ze er ook van overtuigd zijn dat al dat bestaande zich bewust is van zijn eigen bestaan. Alleen al door het bestaan van mensen, die nu eenmaal deel uitmaken van de werkelijkheid, wordt de ogenschijnlijk zo dode materie een levend en denkend ding. Eigenlijk een wel heel spiritueel materialisme dus.

Deze stoïcijnse metafysica vormde de basis voor hun levenskunst. Stoïcijnen zien het als een soort morele plicht om door zichzelf te ontplooien en ontwikkelen hun eigen ‘bewustzijn’ en daarmee dus eigenlijk ook het bewustzijn van het universum te vergroten. Iemand die dit doet leidt een, zoals de stoïcijnen dat noemen, virtuoos leven. Zo’n virtuoos leven leidt dan ook nog eens vol automatisch tot een gelukkig leven. Iemand die zichzelf ontplooit leert namelijk dat de werkelijkheid uiteenvalt in twee delen: een deel waar je invloed op hebt en een deel waar je niets aan kunt doen. Alleen de dingen waar je echt invloed op hebt zijn voor een stoïcijn waardevol. Ze denken daarbij dan vooral aan je eigen wil, meningen en oordelen, eigenlijk aan alles wat zich in je binnenwereld afspeelt. Als je je ongelukkig en ellendig voelt heb je dat onderscheid niet goed gemaakt. Je hebt te veel waarde gehecht aan iets waar je geen invloed op hebt. Het gaat dan meestal om iets externs, om dingen als geld en je reputatie. Als je dit onderscheid goed maakt en je vooral richt op de dingen waar je wel invloed op hebt kun je volgens de stoïcijnen een gelukkig leven leiden.

Ze zijn zich er trouwens wel van bewust dat alleen een theoretisch begrip onvoldoende is om gelukkig te worden. Het besef van het verschil tussen de dingen waar je invloed op hebt en de dingen waar je geen invloed op kunt uitoefenen moet helemaal tot je wezen zijn doorgedrongen om het gewenste effect te kunnen bewerkstelligen. De stoïcijnse filosofen hebben dan ook een heel scala aan technieken en oefeningen ontwikkeld om hun leerlingen daarbij te helpen. Ze zijn trouwens wel zo eerlijk om er bij te vertellen dat alleen een perfecte wijze de vereiste totale beheersing kan bereiken en een dergelijke wijze is volgens de stoïcijnen net zo zeldzaam als een Ethiopische feniks. Tsja de oude stoïcijnen wisten zelf ook wel dat een dergelijk fabeldier niet bestond. Dat neemt natuurlijk niet weg dat zelfs een gebrekkige beheersing van het stoïcisme je leven al een stuk aangenamer en zinvoller kan maken. Het stoïcisme is dan ook nog steeds een heel actuele levenskunst, die zijn nut nog lang niet heeft verloren.

Hm, ik ben bang dat dit al te lang is voor twee minuten en dan heb ik het nog niet eens gehad over de sociale kant van de stoa, de stoïcijnse ideeën over vrijheid en gelijkheid en al helemaal niet over het stoïcijnse rationalisme en realisme. O ja, de stoïcijnse mindfulness is ook nog niet aan bod geweest. Ik vrees dat mijn ‘elevator pitch’ nu al mislukt is. Misschien dat ik u in de toekomst nog een keer moet gaan lastig vallen met een nieuwe poging.