donderdag 11 juli 2013

ZIJN STOÏCIJEN ECHT EMOTIELOZE ROBOTS?


Emoties worden vaak gezien als iets menselijks. Ieder mens wordt wel eens boos, blij of verliefd. Maar volgens de Stoa dragen emoties niet bij tot een gelukkig leven. Ze brengen de mens in de war en leiden hem juist weg van het geluk. Een emotie is namelijk een verkeerd oordeel over een bepaalde situatie of een bepaald ding. Wie zich door zijn emotie laat leiden, hecht een irrationele waarde aan zaken die eigenlijk onbelangrijk zijn.
Ja waarde lezer, ik kan me voorstellen dat dat allemaal niet al te vrolijk en aantrekkelijk klinkt. Emoties als liefde, vreugde, lust maar ook angst en spanning geven tenslotte kleur aan het leven. Een emotieloos leven zoals de Stoa lijkt aan te prijzen moet haast wel saai en kleurloos zijn. Emoties zoals wij die kennen zijn echter niet hetzelfde als de emoties waar de Stoa het over heeft. De Stoa heeft een heel eigen emotieleer die nogal afwijkt van wat tegenwoordig gebruikelijk is.
De menselijke ziel bestaat bij de Stoa uit slechts één deel die ze de ratio noemen. Vanuit de ratio komen alle impulsen tot handelen en denken. Hierin verschillen de Stoïcijnen van filosofen als Plato en Aristoteles die emoties als irrationele impulsen voorstelden. Een emotie was voor hen een impuls die los staat van de ratio en vaak tegenovergesteld is aan die ratio. Bij de Stoa is een emotie een bepaald soort streving of impuls die wel degelijk van de ratio afkomstig is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen rationele emoties, de ‘eupatheia’, en irrationele emoties de ‘patheia’. Met rationeel wordt bedoeld dat het een oordeel betreft dat vanuit de rede wordt gevormd, met irrationeel dat het niet aan de juiste norm van rationaliteit voldoet: het oordeel is onjuist. Een ‘patheia’ is dus een excessieve impuls omdat ze een oordeel vormt dat niet past bij de werkelijke situatie. Het is eigenlijk een denkfout, een vergissing.
De ‘patheia ‘worden gezien als iets slechts dat vermeden moet worden, het zijn excessieve rationele impulsen die het gevolg zijn van een vergissing. Het vellen van een oordeel is aan ons en dus is het hebben van emoties (zowel ‘patheia’ als ‘eupatheia’) ook onze verantwoordelijkheid en iets waarover we controle kunnen uitoefenen doordat een emotie niet meer is dan een bepaalde reactie op een impressie die zich aan ons voordoet. We zijn daarom volledig verantwoordelijk voor onze emoties en de handelingen die eruit volgen.
Naast de negatieve ‘patheia’ is er dus nog een andere categorie emoties. De ‘eupatheia zijn goede affectieve responsen. Deze zijn niet excessief en irrationeel, maar het zijn juiste rationele oordelen die in de gegeven situatie passend zijn. Dit betekent dat er geen slechte emoties zijn. Alleen slechte oordelen. Één en dezelfde emotie kan dan onder wisselende omstandigheden zowel een negatieve ‘patheia’ als een positieve ‘eupatheia’ zijn. Neem bijvoorbeeld de emotie angst: het is niet rationeel om bang te zijn voor het donker en een boeman onder je bed, deze angst is dus een ‘patheia’. Maar het zou dom en behoorlijk irrationeel zijn om niet bang te zijn voor een tijger die op je af komt stormen. Dezelfde emotie is hier dus een ‘eupatheia’.
Onder alle omstandigheden goed oordelen is nogal moeilijk, misschien zelfs onmogelijk. De zogenaamde Stoïsche wijze is een ideaal haast mythisch persoon die enkel juiste oordelen heeft. De wijze is verbonden met de Logos en kent daardoor de rationele orde die de wereld bestuurt. Het ontbreken van onjuiste oordelen houdt ook het ontbreken van negatieve emoties in. De wijze verkeert in een toestand van ‘apatheia’, een gemoedsrust die niet door negatieve emoties wordt verstoord. De Stoïsche wijze is vrij van ‘patheia’, maar is geen gevoelloos persoon omdat hij in plaats daarvan de ’eupatheia’ heeft. Het verschil is dat de wijze zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens, doordat zijn impulsen in de juiste mate overeenkomt met de waarde van het object, doordat zijn impulsen rationeel gedrag zijn en doordat hij over de aard van elk object het juiste oordeel vormt. Een Stoïcijn probeert het ideaal beeld van een wijze zo dicht mogelijk te benaderen. Een loffelijk streven dat misschien wel nooit behaald kan worden.