vrijdag 29 mei 2020

EEN LEVEN IN HARMONIE MET DE NATUUR


De titel van deze blog klinkt u waarschijnlijk heel milieubewust en misschien zelfs wat zweverig in de oren. Hoewel een stoïcijn zeker sympathie zal hebben voor de bescherming van natuur en milieu is dit toch niet wat ze met een leven in harmonie met de natuur bedoelen. Zoals u zich uit eerdere blogs waarschijnlijk wel zult herinneren proberen stoïcijnen hun leven zo in te richten dat ze zich bij alles wat ze ondernemen laten leiden door hun belangrijkste levenswaarden. Zo’n leven dat uitsluitend is gericht op de dingen die u echt belangrijk vindt, op uw eigen persoonlijke lijstje met levenswaarden, is volgens de stoïcijnen gericht op virtuositeit. Maar voor een werkelijk virtuoos leven is meer nodig dan het navolgen van uw deugdenlijstje. U moet dat wel op een verstandige, rationele manier doen. Voor virtuositeit hebt u dus niet alleen een lijstje met persoonlijke deugden nodig, maar ook uw verstand. U moet weten wat voor u wel en niet redelijk en haalbaar is. Pas als ook dat goed tot u is doorgedrongen kunt u werkelijk virtuoos leven.

Dat is wat de stoïcijnen werkelijk bedoelen met een leven in harmonie met de natuur. Om een virtuoos leven te kunnen leiden moet u volgens de stoïcijnen niet alleen inzicht krijgen in de aard van de wereld en uw eigen rol daarin, maar ook in de aard van de menselijke natuur en de aard van uw eigen persoonlijkheid. Alleen dan kunt u een leven in harmonie met de natuur leiden. Daarmee bedoelen de stoïcijnen een leven in overeenstemming met zowel de universele natuur, de meer specifiek menselijke natuur als uw persoonlijke individuele natuur.

Het gaat er hierbij dus om te leven volgens de algemene menselijke natuur en volgens uw eigen specifieke individuele natuur. Volgens datgene wat wezenlijk is voor de mens in het algemeen en voor u als persoon in het bijzonder. U moet zo goed mogelijk (zo deugdelijk of virtuoos mogelijk) volgens die natuur proberen te leven. Een leerling stoïcijn moet dus aan de ene kant de natuur bestuderen om er achter te komen hoe de dingen in deze wereld werken en hoe de menselijke aard in elkaar steekt. En aan de andere kant moet hij bij zich zelf te raden gaan. Hij moet er achter zien te komen wat voor iemand hij eigenlijk is. Wat zijn de waarden waar naar hij wil leven. Waar liggen zijn sterke punten en waar liggen zijn zwakheden?

Als leerling stoïcijn moet u dus een natuuronderzoeker worden die de aard van het universum bestudeert. U moet weten wat wel en niet mogelijk is. De wereld legt u nu eenmaal bepaalde beperkingen op. De wereldvrede kan wel hoog op uw lijstje met na te streven waarden staan. U zult realistisch genoeg moeten zijn om te beseffen dat uw eigen bijdrage daar aan slechts heel beperkt zal moeten blijven. U zult de fysieke en de menselijke mogelijkheden en beperkingen moeten leren kennen. Maar u moet ook bij uzelf te raden gaan. Waar liggen uw talenten en waar liggen uw beperkingen, waar bent u goed in en waar kunt u maar beter niet aan beginnen omdat het u niet zo ligt? Wat zijn de waarden die u wilt volgen? Wat voor consequenties heeft dat voor uw plannen? U moet zich zelf dus niet alleen afvragen wie u eigenlijk bent, maar ook wat u kunt en hoe de wereld om u heen in elkaar steekt. Pas als u weet wat en wie u bent, kunt u er aan beginnen uw virtuositeit te ontwikkelen. De stoïcijnse politicus Cato vergeleek het met het rijpen van een vrucht. Een virtuoos mens is iemand die gerijpt is en er in slaagt zijn persoonlijke potentie waar te maken. Het is iemand die zijn meest wezenlijke zelf weet te realiseren, of om het populair te zeggen iemand die helemaal zichzelf is. Als u uw eigen beperkingen onvoldoende kent loopt u al gauw het risico tegen windmolens te strijden of erger nog met molentjes rond te lopen.


maandag 25 mei 2020

VIRTUOSITEIT ALS LEVENSDOEL


Uit eerdere blogs zult u waarschijnlijk de indruk hebben gekregen dat stoïcijnen er van uit gaan dat de zin van ons leven ligt in het creëren van een duurzaam geluksgevoel. Ik heb u daarmee bewust een beetje op het verkeerde been gezet. Het gaat hen helemaal niet om het leiden van een gelukkig leven, maar om het leiden van een goed leven. En dat is in stoïcijnse ogen heel iets anders dan alleen maar gelukkig zijn. Dat wat wij tegenwoordig geluk noemen is volgens de stoïcijnen niet meer dan een ‘bijverschijnsel’ van het leiden van een ‘goed leven’. Het is gewoon een ‘onbedoeld’, maar wel prettig, gevolg van een goed leven.

Het stoïcijnse levensdoel is dus niet gelukkig worden, maar het leiden van een ‘goed leven’. Om dat te kunnen doen onderzoeken de stoïcijnen de menselijke natuur. Een goed leven is in hun ogen namelijk een leven dat aansluit op het wezen van de menselijke natuur. Door een zo ‘natuurlijk’ mogelijk mens te worden kunt u een voor een mens goed en daarmee ook gelukkig leven krijgen. Ongelukkig worden we vooral door ons te verzetten tegen onze eigen natuur.

Om dit ‘goede leven’ te ontdekken moeten we, volgens de stoïcijnen, een studie maken van wat naar hun mening de meest typerende menselijke eigenschap is: het menselijk denkvermogen. Het menselijk denkvermogen, de rede of ratio zoals de stoïcijnen het noemden, is datgene wat mensen bijzonder maakt. Het maakt het wezen van de menselijke soort uit en is daarmee een essentieel ingrediënt voor een goed leven. Maar wat bedoelen ze met die ratio? De stoïcijnen definiëren de rede of ratio als het menselijk vermogen om zich bewust te zijn van zichzelf en de wereld en het vermogen om daar over na te denken. Een goed en gelukkig leven is alleen mogelijk door een juist gebruik van die ratio te maken. Door redelijk na te denken handel je in overeenstemming met je ware menselijke natuur.

U zult het waarschijnlijk niet zo maar met de stoïcijnen eens zijn. Mensen zijn immers meer dan alleen hun vermogen tot nadenken. Het zijn juist de gevoelens en emoties die een mensenleven spannend en de moeite waard maken. Stoïcijnen hebben op dit punt een behoorlijk slechte pers, maar ook de oude stoïcijnen beseften dondersgoed dat gevoelens belangrijk zijn en bij het leven horen. Emoties spelen ook voor stoïcijnen een belangrijke rol in een goed en prettig leven, maar sommige emoties dragen daar nu eenmaal niet aan bij. Integendeel zelfs heel wat emoties maken juist dat u zich ellendig en onplezierig voelt. Gevoelens als boosheid, angst en verdriet dragen nou niet bepaald bij aan uw geluksgevoel. Ze maken u misschien wel temperamentvol, maar of u daar nu zo blij mee moet zijn?

Dit soort vervelende gevoelens, die de stoïcijnen zoals we zagen de passies noemden, willen de stoïcijnen zo veel mogelijk beperken. Volgens hen worden mensen dan ook alleen gelukkig als zij in hun emoties een orde weten te vinden die hen altijd op het pad leidt die hun ratio hun aanraadt. Dit kan worden bereikt door bepaalde karaktertrekken of levensdeugden te ontwikkelen. Deze karaktertrekken leiden niet alleen tot een prettiger leven, maar hebben ook tot gevolg dat u een goed en zinvol leven leidt. Als je over deze waarden en karaktertrekken beschikte kunt u een prettig en deugdzaam leven leiden.

Deugdzaam dat klinkt heel braaf en stichtelijk, maar dat is weer zo’n vertaling van een Grieks woord die niet echt de lading dekt. Het gaat de stoïcijnen bij het woord ‘deugdzaam’ niet om de vraag wat u tot een moreel goed mens maakt, maar om iets heel anders. De stoïcijnen waren geïnteresseerd in een veel bredere kwestie en niet alleen in wat wij tegenwoordig deugdzaam, moreel en ethisch gewenst gedrag zouden noemen. Wanneer zij zich afvragen wat het goede voor een mens is willen zij weten wat het doel is van het menselijke leven. Waarin vindt een mensenleven zijn ultieme vervulling?

Voor de stoïcijnen had deugdzaamheid niets te maken met braaf, netjes en fatsoenlijk. De term stond bij hen voor een optimale mentale toestand. Een toestand van geestelijk welbevinden en intellectuele scherpte. Dit soort deugdzaamheid is het enige wat ons echt geluk kan garanderen. Dingen als geld, succes en roem zijn misschien wel leuk, maar hebben niets te maken met een gelukkig leven. Er is volgens de stoïcijnen absoluut niets mis mee en ze kunnen wel degelijk deel uitmaken van een goed leven, maar ze staan los van uw geluksgevoel. Het obsessioneel nastreven van rijkdom, roem en succes is doorgaans zelfs slecht voor uw mentaal welbevinden en leidt alleen maar tot stress en negatieve gevoelens. Het zijn juist uw deugden of eigenlijk uw levenswaarden die bepalen hoe u uw externe doelen nastreeft en hoe u zich daarbij voelt.

Alles draait voor een stoïcijn dan ook om de deugd, ‘areté’ in het Grieks of ‘virtus’ zoals de Romeinen dat noemden. Het woord ‘areté’ of ‘virtus’ heeft in de Oudheid echter wel een heel andere betekenis dan de moderne deugdzaamheid. Het heeft helemaal niets te maken met onze associatie met braaf en kuis. Zelfs dingen en gebruiksvoorwerpen konden deugdzaam zijn, ‘virtus’ bezitten. Een goed stuk gereedschap dat geschikt is voor zijn werk, of een mooi en sterk werkpaard konden net zo goed deugdzaam zijn als een mens. Een deugdzaam mens is voor een stoïcijn een mens die goed functioneert, die gelukkig is en zich volledig heeft weten te ontplooien.

U moet bij het woord ‘deugd’ dus helemaal niet denken aan netjes en braaf (de stoïcijnen waren allesbehalve braaf), maar eerder aan ‘virtuoos’. Virtuoos betekent volgens de Van Dale meesterschap, iets technisch volmaakt beheersen. Kortom de technieken en waarden van een bepaalde kunst of vaardigheid perfect onder de knie hebben. Je kunt een virtuoos violist zijn, een virtuoos danser of een virtuoos schermer. Stoïcijnse virtuositeit is vooral op de praktijk van het leven gericht. Een stoïcijn streeft er naar om een virtuoos leven te leiden. Hij wil een expert in de levenskunst zijn en daardoor een gelukkig leven leiden. Iemand die alles wat hij in zijn leven onderneemt volgens de waarden die hij zich zelf gesteld heeft uitvoert. Een stoïcijn tracht zijn leven zo in te richten dat hij voldoet aan zijn eigen standaarden. Het gaat er voor een stoïcijn om dat een mens zich onder de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk ontplooit in de richting die hij voor zich zelf heeft uitgestippeld. Hij moet woekeren met zijn kansen en talenten om een zo volledig mogelijk mens worden.


donderdag 21 mei 2020

PASSIES EN STOÏCIJNSE GRIJZE MUIZEN


De titel van deze paragraaf klinkt u waarschijnlijk niet al te aantrekkelijk in de oren. Een leven als een grijze muis. Is dat wat de stoïcijnen me proberen aan te smeren? De stoïcijnen wordt inderdaad vaak emotieloosheid verweten, maar er is geen stoïcijn die dingen als vrolijkheid, enthousiasme of zelfs genot fundamenteel zou veroordelen. De stoïcijnen hebben eigenlijk alleen problemen met vervelende negatieve emoties. Dat is wat ze met passies bedoelen. Passie zoals in de Matthäuspassion over het lijden van Jezus. Passie dus in de betekenis van lijden, een heftige en onaangename gemoedstoestand en niet in de betekenis van iets waar je je totaal voor inzet of helemaal door laat meevoeren. Een stoïcijn kan dus best een passie voor zijn filosofie hebben en tegelijkertijd proberen zich van zijn passies (negatieve emoties) te ontdoen. En zelfs die passies willen ze niet helemaal uitroeien. Het gaat ze erom te leren ze zo veel mogelijk te voorkomen en als dat niet lukt te accepteren.

Maar wat zijn de negatieve emoties of passies nu eigenlijk voor een stoïcijn? Het gaat de stoïcijnen vooral om ontspoorde verlangens, en om overdreven en onnodige angsten. Ook vervelende emoties zijn natuurlijk en het hoort bij het mens zijn om zo nu en dan angstig, boos of verdrietig te zijn. We hebben echter veel vaker last van die akelige gevoelens dan nodig is. Volgens de stoïcijnse filosoof Chrysippus, berusten de meeste van dergelijke negatieve emoties op denkfouten. Iemand ziet iets gebeuren, en wordt daar bang, boos of opgewonden van. Zijn gemoedsrust wordt verstoord en hij is niet tevreden meer met de stand van zaken, er moet iets gebeuren. Die ontevreden onrust leidt tot allerlei vervelende emoties. Hij voelt zich rot over wat er gebeurt. Hij zegt dus eigenlijk dat er iets anders had moeten gebeuren. De wereld had anders in elkaar moeten zitten.

Volgens de stoïcijnen kunnen wij dergelijke negatieve emoties tegengaan door na te gaan hoe de vervelende situatie ontstaan is. Als je goed kijkt naar de oorzaak van de gebeurtenis kom je er eigenlijk altijd achter dat je er niets aan kon doen dat iets op die vervelende manier gebeurde. Dan zie je dat dat wat er gebeurt eigenlijk onvermijdelijk was. Of dat een gebeurtenis die aanvankelijk heel belangrijk leek, bij nader inzien eigenlijk niet zo heel veel voorstelt. En over een gebeurtenis waar je toch niets aan kon doen, of een gebeurtenis die nergens over gaat kan je volgens Chrysippus onmogelijk boos of verdrietig zijn. Zodra je door krijgt dat de meeste van je vervelende gevoelens eigenlijk nergens op slaan, krijg je grip op een groot deel van je passies en ben je al een heel eind op weg om ze de baas te worden.

Dit klinkt waarschijnlijk nogal abstract, daarom eerst een voorbeeld. Stel dat ik zit te wachten op een vriendin met wie ik om acht uur heb afgesproken. Het is kwart over acht en ik word wat ongeduldig. Om half negen ben ik narrig, en om negen uur ben ik zelfs kwaad en ongerust. Ik beeld me van alles in. “Hoorde ik daarnet niet een sirene? Ze heeft misschien wel een ongeluk gehad en is gewond geraakt of nog iets ergers”. Ik word ongerust en zelfs een beetje bang. Of ik ga me inbeelden dat ze iemand anders is tegengekomen die ze kennelijk interessanter vindt dan onze afspraak. Ik begin me te ergeren en wordt kwaad. “Die slet staat natuurlijk weer te flirten met één of andere vent”. Om half tien gaat mijn telefoon en bezorgd, of zwaar geïrriteerd neem ik op. Het is mijn vriendin die me vertelt dat ze een lekke band heeft gehad en nu zo snel mogelijk naar mij toekomt. Welke emoties mij dan ook bespelen, mijn kwaadheid en ongerustheid zijn in één klap verdwenen. Het enige wat ik dus nodig had om van mijn passies (negatieve emoties) af te komen was kennelijk meer informatie. Was het dan wel zo zinvol om die kwaadheid en ongerustheid toe te laten? Ik heb geleden onder een vervelende emotie, die achteraf volkomen overbodig blijkt te zijn. Dit scenario geldt voor heel veel vervelende negatieve emoties. Veel van onze passies zijn dus het gevolg van onvoldoende kennis over de situatie. De stoïcijnen vinden dan ook dat je je in de eerste plaats aan de feiten moet houden. Zolang je niet zeker weet wat er aan de hand is, moet je er geen emotioneel oordeel over hebben. Je kunt je oordeel beter nog even uitstellen. Later is er nog tijd genoeg om je rottig te voelen.

Een aantal lezers zal opmerken dat die stoïcijnen zich er zo wel heel makkelijk vanaf maken. Ze slaan een heel belangrijke stap in het emotionele proces over. U, als kritische lezer, stelt terecht dat het één ding is om alles te weten, maar dat dit nog niet hetzelfde is als alles zomaar accepteren. Iets weten en iets accepteren zijn voor de meeste mensen twee totaal verschillende dingen. Terug naar ons eerdere voorbeeld. Ik kan prima beredeneren dat het onwaarschijnlijk is dat het te laat zijn van mijn vriendin het gevolg is van een ongeluk, moedwil of vergeetachtigheid, maar dat verandert mijn emoties nog niet. Mijn boosheid en ongerustheid komt gewoon opzetten ongeacht de bewuste logische gedachte dat er misschien niets aan de hand is. Dat ik weet dat er ook gewoon niets aan de hand zou kunnen zijn, betekent nog niet dat ik dat ook echt accepteer en de vervelende gevoelens van boosheid en ongerustheid kwijt ben.

De sprong van een droge logische wereld naar een persoon die die logica ook echt voelt is natuurlijk wat al te makkelijk gemaakt. De stoïcijnse denkers wisten dit en hielden rekening met de niet altijd logische werking van het brein. Het stoïcisme schenkt aandacht aan de psychologische aspecten van de menselijke emoties. Het ging ze om het vinden van een manier om je leven zo in te richten dat je zo min mogelijk last hebt van de passies. Wat kan je doen om je brein zo te sturen dat die vervelende emoties wegblijven? Om dat voor elkaar te krijgen hebben de stoïcijnen een heel scala aan technieken en oefeningen ontwikkeld. Oefeningen die bedoeld waren om een zo prettig mogelijk leven te kunnen leiden. Helaas zijn de meeste stoïcijnse technieken in de loop der tijd verloren gegaan. Er bestaat niet zoiets als een handboek met stoïcijnse technieken voor een gelukkig leven. Toch valt er nog veel af te leiden uit de teksten die we nog wel hebben en door deze teksten te combineren met de moderne psychologische inzichten valt er nog heel veel te achterhalen. In dit blog zult u een dan ook een groot aantal van deze uit de Oudheid ‘opgegraven’ en zorgvuldig ‘afgestofte’ technieken tegenkomen.

woensdag 20 mei 2020

STOÏCISME KORT DOOR DE BOCHT


Stoïcisme was één van de belangrijkste filosofiescholen uit de Oudheid. Het heeft niet alleen een enorme invloed gehad op de moderne filosofie, maar zelfs op veel christelijke doctrines. Het was een manier om in het leven te staan: een echte levenskunst. Toch vindt u daar, als u er een woordenboek op naslaat weinig van terug. U leest dan vooral termen als ‘gelijkmoedig, onverstoorbaar en zelfs gevoelloos’. Hoewel daar een kern van waarheid in schuilt zou u makkelijk de indruk kunnen krijgen dat het stoïcisme vooral gaat over het moedig ondergaan van allerlei tegenslag en het onderdrukken van gevoelens. Niets is echter minder waar. Het stoïcisme is alles behalve een harde filosofie voor ‘die hards’ en frontsoldaten. Het is juist een heel vriendelijke, milde en zelfs liefdevolle levenskunst.

De stoïcijnse levenskunst heeft dus weinig te maken met de betekenis die het woordenboek aan het woord ‘stoïcijns’ verbindt. In werkelijkheid is het stoïcisme een filosofische school die rond 300 voor Christus door ene Zeno van Citium is gesticht. Deze Zeno gaf les in de schaduw van een overdekte markt in Athene. Een dergelijke markt werd in het Grieks een stoa genoemd, vandaar dus de naam stoïcisme. De lessen werden niet voor niets op de markt gehouden. Ze waren openbaar en iedereen die dat wilde kon aanschuiven om te luisteren naar wat Zeno zoal te vertellen had. De stoïcijnen waren niet de enige die filosofielessen aanboden. Er waren in die periode veel verschillende filosofiescholen in Athene. Zo had je de Academie van Plato, het Lyceum van Aristoteles en het besloten landgoed van Epicurus. Dit waren echte privé scholen waar je als particulier niet zo maar terecht kon. De school van Zeno was anders hij gaf zijn lessen in het openbaar en iedereen die dat wilde kon ze volgen.

Zeno werd immens populair en al snel trokken zijn lessen grote groepen mensen. Zijn opvolgers Cleanthes en Chrisyppus zetten de traditie voort. Er zijn aanwijzingen dat stoïcijnen tot ver in de eerste eeuw voor Christus les gaven in dezelfde overdekte markt in Athene. Dat duurde tot de opkomst van het Romeinse rijk. In die periode verplaatste het centrum van de stoïcijnse filosofie zich van Athene naar het nieuwe centrum van de destijds bekende wereld: Rome. De Romeinen waren wel gecharmeerd van de stoïcijnse levenskunst. Prominente Romeinen als Cicero en Scipio namen les bij stoïcijnse filosofen en maakten vertalingen in het Latijn van hun Griekse boeken. Het stoïcisme kwam nu echt in de mode en het werd zelfs de heersende filosofie bij de Romeinse elite. Stoïcijnse filosofen als Seneca, Musonius Rufus en Epictetus werden beroemd en in de tweede eeuw na Christus zat er met Marcus Aurelius zelfs een stoïcijn op de keizerstroon.

Het stoïcisme behandelt iedereen gelijk en sprak daardoor mensen van over het hele Romeinse rijk en uit alle lagen van de bevolking aan. Zo kwam Seneca uit Spanje, de westkant van het rijk, en Diogenes van Babylon uit, hoe kan het ook anders, Babylon in het oostelijke puntje van de Romeinse wereld. Tegelijkertijd stond Epictetus als voormalige slaaf, helemaal onder aan de maatschappelijke ladder, terwijl zijn leerling Marcus Aurelius als keizer op de bovenste trede van die ladder stond. Wat maakte deze filosofie nu zo aantrekkelijk voor zulke geografisch en maatschappelijk uiteenlopende mensen?

Dit destijds zo populaire stoïcisme was meer dan wat we tegenwoordig een filosofisch systeem zouden noemen. Zeker het had net als elke filosofie een mening over dingen als de aard van de werkelijkheid, de basis van goed en kwaad en de mogelijkheid of onmogelijkheid van ware kennis. Het stoïcisme is echter meer dan alleen dat: het is een levenskunst. Naast traditionele onderwerpen als ontologie, logica, epistemologie, fysica en ethiek gaat het stoïcisme vooral over de manier waarop je het best kunt leven. Het had heel eigen ideeën over de beste manier om een gelukkig en zinvol leven te kunnen leiden. Het propageerde een levenskunst die veel Romeinen aansprak en die tegenwoordig nog net zo actueel is als tweeduizend jaar geleden.

Een levenskunst die trouwens wel een solide basis in de filosofische theorie heeft. De stoïcijnse filosofie is systematisch en zit logisch behoorlijk goed in elkaar. Zo zijn stoïcijnen materialisten die er van overtuigd zijn dat alles, ook emoties en gedachten, uiteindelijk tot materie kan worden herleid. De werkelijkheid bestaat voor hen uit een onlosmakelijk met elkaar verbonden mengsel van materie en energie. Daarmee heeft het stoïcijnse materialisme wel iets weg van het E=mc2 van Einstein.

Stoïcijnen geloven niet in een door zielen, god of goden bewoonde spirituele wereld. Toch blijft het daar niet bij en zijn ze niet alleen materialisten maar ook pantheïsten. Dat betekent dat ze er ook van overtuigd zijn dat al die materie zich bewust is van zijn eigen bestaan. Het universum is oneindig groter en ingewikkelder dan wij kleine mensjes. Als wij ons al bewust zijn van onze omgeving en ons bestaan hoe kan het dan anders dat iets zo immens niet ook een vorm van bewustzijn heeft? Alleen al door het bestaan van zoiets als een mens, een zelfbewust wezen dat nu eenmaal deel uitmaakt van de werkelijkheid, wordt de ogenschijnlijk zo dode materie toch weer een levend en denkend ding. De mens als bewustzijn van het universum. En zelfs het bestaan van andere bewuste wezens wordt niet helemaal uitgesloten. Eigenlijk dus een wel heel spiritueel soort van materialisme.

Deze stoïcijnse metafysica vormde de basis voor hun levenskunst. Stoïcijnen zien het als een soort morele plicht om door zichzelf te ontplooien en ontwikkelen hun eigen ‘bewustzijn’ en daarmee dus eigenlijk ook het bewustzijn van het universum te vergroten. Iemand die dit doet leidt een, zoals de stoïcijnen dat noemen, virtuoos leven. Zo’n virtuoos leven leidt dan ook nog eens vol automatisch tot een gelukkig leven. Iemand die zichzelf ontplooit leert namelijk dat de werkelijkheid uiteenvalt in twee delen: een deel waar je invloed op hebt en een deel waar je niets aan kunt doen. Alleen de dingen waar je echt invloed op hebt zijn voor een stoïcijn waardevol. Ze denken daarbij dan vooral aan je eigen wil, meningen en oordelen, eigenlijk aan alles wat zich in je binnenwereld afspeelt. Als je je ongelukkig en ellendig voelt heb je dat onderscheid niet goed gemaakt. Je hebt te veel waarde gehecht aan iets waar je geen invloed op hebt. Het gaat dan meestal om iets externs, om dingen als geld en je reputatie. Als je dit onderscheid goed maakt en je vooral richt op de dingen waar je wel invloed op hebt kun je volgens de stoïcijnen onder alle omstandigheden een gelukkig leven leiden.

De stoïcijnen vinden dat je om een gelukkig leven te leiden je leven aan de hand van waarden en deugden moet inrichten. Levenswaarden zijn trouwens wel iets anders dan levensdoelen. Levenswaarden zijn de standaarden waaraan een stoïcijn zijn handelen afmeet. Het geeft richting aan de dingen die hij onderneemt. Waarden moeten goed onderscheiden worden van doelen. Doelen zijn extern en gaan over iets wat al dan niet bereikt kan worden door de dingen die je doet. Iets waar je mee klaar kunt komen. Iets wat af kan zijn. Waarden zijn intern en gaan over de manier waarop je iets doet. Het zijn karaktereigenschappen. Niet iets wat je in de toekomst met hard werken kunt bereiken, maar iets dat in het hier en nu gebeurt. Het gaat dan bijvoorbeeld niet meer om het bereiken van een bepaald gewicht of het behalen van een diploma, maar om het leiden van een gezond leven of om het uzelf ontwikkelen.

De stoïcijnen zijn zich er trouwens wel van bewust dat alleen een theoretisch begrip onvoldoende is om gelukkig te worden. Het besef van het verschil tussen de dingen waar je invloed op hebt en de dingen waar je geen invloed op kunt uitoefenen moet helemaal tot je wezen zijn doorgedrongen om het gewenste effect te kunnen bewerkstelligen. De stoïcijnse filosofen hebben dan ook een heel scala aan technieken en oefeningen ontwikkelt om hun leerlingen daarbij te helpen. Ze zijn trouwens wel zo eerlijk om er bij te vertellen dat alleen een perfecte wijze de vereiste totale beheersing kan bereiken en een dergelijke wijze is volgens de stoïcijnen net zo zeldzaam als een Ethiopische feniks. Tsja, die oude stoïcijnen wisten zelf ook wel dat een dergelijk fabeldier niet bestond. Dat het beoogde eindstation niet of heel moeilijk te bereiken valt neemt natuurlijk niet weg dat zelfs een gebrekkige beheersing van het stoïcisme je leven al een stuk aangenamer en zinvoller kan maken. Het stoïcisme is dan ook nog steeds een heel actuele levenskunst, die zijn nut nog lang niet heeft verloren.

maandag 18 mei 2020

DE BELOFTE VAN DE FILOSOFIE


Als je een hedendaags filosoof naar het doel van het leven vraagt, haalt hij zijn schouders op en trekt een vies gezicht. Filosofie is tegenwoordig een volledig theoretische bezigheid geworden. Zo’n tweeduizend jaar geleden was dat wel anders. Iedere filosoof was het er over eens dat het leiden van een gelukkig en geslaagd leven het echte doel van filosoferen was. De volgende vraag was dan natuurlijk hoe je een gelukkig en geslaagd leven moest leiden. De antieke filosofiescholen hadden allemaal een ander antwoord op die vraag, maar waren het er wel over eens dat dat nu net de belangrijkste vraag van de filosofie was. Een goed en gelukkig leven daar ging het om in de filosofie. Volgens de oude Grieken is de werkelijke zin van ons leven dus niet iets esoterisch of hoogdravends, maar gewoon het zoeken en vooral vinden van levensgeluk. De stoïcijnen vormen daar geen uitzondering op. Ze beweerden zelfs dat hun levensfilosofie de beste garantie voor geluk was die je maar kon krijgen.

Maar waarom zou u een levensfilosofie nodig hebben voor een gelukkig en geslaagd leven? We zijn nog nooit zo gelukkig geweest. Volgens allerlei ‘geluksonderzoekers’ hoeven we ons eigenlijk helemaal geen zorgen te maken over ons geluk. We zijn volgens die onderzoekers bijna allemaal al ontzettend gelukkig en tevreden. Maar klopt dat eigenlijk wel? In dergelijke onderzoeken en ook in de alledaagse betekenis van het woord wordt geluk gewoonlijk aan een aantal basisfactoren afgemeten. Zo wordt gezondheid meestal gezien als een noodzakelijk element voor een gelukkig leven. Daarnaast spelen materiële omstandigheden, inkomen en sociale status een belangrijke rol. In die traditionele opvatting over geluk komt ook het hebben van een relatie en een vriendenkring als belangrijk naar voren. Dit zijn allemaal gunstige uiterlijke omstandigheden die traditioneel van belang zijn om een gelukkig leven te kunnen leiden. Het lijkt wel snor te zitten met onze welvaart, gezondheid en sociale contacten. Maar voelen we ons ook echt zo gelukkig en tevreden als al die onderzoekers ons willen doen geloven?

Wat die onderzoekers ook mogen beweren, veel mensen lijken niet echt tevreden te zijn met hun leven. Er zijn nog nooit zoveel antidepressiva en kalmeringsmiddelen voorgeschreven als in de laatste tien jaar. Iedereen lijkt het druk te hebben en zich gestrest te voelen. Op papier zijn we nog nooit zo gelukkig geweest, maar blijkbaar voelen we dat toch niet echt zo. Doen we maar alsof we ons gelukkig voelen, omdat we ons schamen om te zeggen dat we ons eigenlijk klote voelen? We hebben tenslotte alles wat je volgens de onderzoekers nodig hebt om gelukkig te zijn: huis, auto, vakanties, een goed betaalde baan en een leuk gezinnetje. Het kan dan toch niet anders dan dat we gelukkig zijn? Maar waar komt dat wijdverbreide gevoel van stress en onbehagen dan vandaan? Heeft het misschien iets te maken met de onechtheid van het geluk dat ons tegenwoordig wordt voorgeschoteld door de media, bordkartonnen vakantieparken en de altijd vrolijk lachende gezinnetjes en opa’s en oma’s uit de reclame? Een schijnwereld vol met blije baby’s en vitale oudjes. Zonder de wrange realiteit van poepluiers, doorwaakte nachten, overuren, irritante collega’s, files, eenzaamheid en allerlei kwaaltjes. Ligt hier het bewijs van de ontoereikendheid van de middelen waarmee we gelukkig denken te worden?

Volgens de stoïcijnen is het een vergissing om te denken dat geluk afhankelijk is van materiële bezittingen, sociale netwerken en het doen van leuke dingen. Ze weten dat het onmogelijk is om je altijd en onder alle omstandigheden prettig te voelen. De permanente aanwezigheid van een goede stemming en de permanente afwezigheid van lichamelijke en psychische pijn is onbereikbaar. De aan- of afwezigheid van dingen die je een prettig gevoel geven, zoals goede vrienden en veel geld, is onbelangrijk. Volgens hen spelen deze dingen zelfs helemaal geen rol bij het verkrijgen van een stabiel geluksgevoel.

Het gaat hierbij volgens hen namelijk om factoren die niet per definitie en onder alle omstandigheden een gunstig effect op ons geluk hebben. Verkeerde vrienden kunnen u op het slechte pad brengen, rijkdom kan ook gebruikt worden voor het bevredigen van een drugs- of alcoholverslaving, lekker eten leidt tot obesitas en lichamelijke gezondheid en kracht kan gebruikt worden voor het plegen van overvallen. Zo is er voor al deze traditionele geluksfactoren wel een donkere kant te vinden. De stoïcijnen denken dat het tragisch is dat we ons zo sterk vergissen in de middelen om gelukkig te worden. Het streven naar geluk wordt steeds weer ondermijnt door onze eigen onwetendheid. Wie in zijn leven heen en weer geslingerd wordt tussen hoop en twijfel, uitbundigheid en verveling, begeerte en ontmoediging, verspilt zijn leven zonder ooit echt gelukkig te zijn. Geluk is volgens hen een geestestoestand, een innerlijke staat die niet ligt in gunstige externe omstandigheden en de vervulling van oneindig veel verlangens.

Ze wisten dat zonder de juiste geesteshouding al deze factoren geen enkele gunstige invloed hebben op het geluksgevoel. Als u depressief bent hebt u niets aan vrienden, gezondheid, een groot landhuis en alle comfort van de wereld. Als u daarentegen een rustige geestestoestand kunt bewaren kunt u ook als u arm of ziek bent een gelukkig mens zijn. Onze westerse samenleving is vanuit materieel oogpunt bezien hoog ontwikkeld, maar dit geeft geen enkele garantie voor een werkelijk gelukkig leven. Onder het glanzende oppervlak van onze materiële welvaart ligt een wereld van mentale onrust en stress. Hieruit blijkt wel hoe groot de invloed van de geest is op uw innerlijk welzijn.

Dat is allemaal mooi en aardig en er zit misschien wel iets van waarheid in, maar waarom zou u nu juist stoïcijn willen worden? Stoïcisme is een moeilijke en veeleisende levensfilosofie en heeft eerlijk gezegd een vrij slechte pers. Veel mensen, en daaronder zitten zelfs beroepsfilosofen, denken dat het vooral een filosofie voor moeilijke tijden is. Een filosofie die ‘diehards’ moet helpen het hoofd boven water te houden in tijden van crisis. De eigenschappen die in het normale spraakgebruik aan een stoïcijn worden toegedicht zijn dan ook helemaal niet zo aantrekkelijk. Volgens het woordenboek is een stoïcijn iemand die leed en pijn onverstoord en zonder klagen draagt. Dat lijkt een nogal harde en sombere levenshouding. Helemaal niet leuk en gezellig en zeker niet geschikt voor het dagelijks leven in een welvarend land. Is er naast al dat leed nog ruimte voor plezier? Als u het woordenboek mag geloven niet. Dus ja, waarom zou u de moeite nemen om u in een veeleisende filosofie als het stoïcisme te verdiepen?

Ik zou deze levensfilosofie toch niet meteen opzij leggen, als misschien leuk voor een commando op weg naar het slagveld, maar niets voor het dagelijks leven van de gemiddelde mens. Het stoïcisme heeft zeker ook een antwoord op extreme situaties, maar gaat toch vooral over het gewone leven. Het is wel stevige kost die u op alles wil voorbereiden, ook op ellende en rampspoed. Toch is deze filosofie in de eerste plaats bedoeld om houvast te bieden in een doodnormaal leven, met gewone alledaagse problemen. Het is een filosofie voor iedereen. Uiterlijkheden spelen een ondergeschikte rol. Het maakt niet uit of u hoog- of laag opgeleid bent, rijk of arm, gezond of ziek. Stoïcijnen willen u vooral leren de mogelijkheden die uw leven u biedt zoveel mogelijk te benutten. Ze willen u helpen u zo volledig mogelijk te ontplooien. Volgens de stoïcijnen bent u altijd en onder alle omstandigheden in staat om een moreel hoogstaand en gelukkig leven te leiden. Het stoïcisme wil u een alomvattende levensleer bieden. Een leidraad voor een mensenleven. Absoluut de moeite waard om eens wat van dichterbij te bekijken.

vrijdag 15 mei 2020

STOÏCIJNSE MINDFULNESS


De aan het boeddhisme ontleende mindfulness is in. Er worden boeken over vol geschreven en er bestaan talloze cursussen om u te leren in aandacht te leven. Veel van die boeken en cursussen zijn bedoeld om er voor te zorgen dat u beter met stress kunt omgaan, zodat u een nog productiever lid van de samenleving kunt worden. Ze claimen allemaal dat ze u kunnen leren een prettiger leven te leiden.

Een prettig gevoel is niet het enige belang van een leven in het hier en nu, van een leven in mindfulness. Wat wij tegenwoordig mindfulness noemen, noemden de Griekse stoïcijnen ‘prosochê’. Volgens de stoïcijnen betekent mindfulness dat u bewuster bent van de dingen die u aan het doen bent. Door u bewuster te zijn van wat u denkt en doet bent u ook bewuster bezig met de vraag of u zich voldoende op virtuositeit richt. Dus ook of u wel de dingen doet en denkt die u ook echt wilt doen en denken. Alles wat u doet moet u doen omdat u het ook echt wilt en niet alleen omdat anderen dat van u verwachten.

Een gelukkig en goed leven kan alleen in het heden beleefd worden. Daarom moet u proberen zich zoveel mogelijk bewust te zijn van dit moment. Hoe zelfbewuster u bent en hoe minder u zich door dagdromen en verwachtingen laat meevoeren hoe meer u kunt genieten van uw leven. Zonder stoïcijnse mindfulness loopt u het levensgrote risico een groot deel van uw leven te verdromen of bezig te zijn aan het verwachtingspatroon van de maatschappij te voldoen. Epictetus zei het zo:

“Wanneer je je oplettendheid even laat verslappen, denk dan niet dat je die zomaar weer kunt terugwinnen, maar bedenk dat je door de onoplettendheid van vandaag er ook later slechter aan toe zult zijn. Het begint er mee (en dat is het gevaarlijkst) dat je er aan went om niet op te letten, vervolgens wordt het een gewoonte om het opletten steeds uit te stellen. Zo wen je er aan je welzijn, je evenwichtigheid en je leven en handelen in overeenstemming met de natuur steeds maar uit te stellen. {…}. ‘Vandaag wil ik spelen.’ Wat houd je tegen om dat oplettend te doen? “Nu wil ik zingen.” Wat verhindert je om dat oplettend te doen? Er is toch geen enkel deel van het leven waarin oplettendheid niet op zijn plaats is? Of zul je iets soms slechter doen als je oplettend bent en beter als je niet oplet?” (Epictetus, Colleges 4-12)

Het gaat Epictetus er vooral om dat u weet wat u doet en ook waarom u het doet. In veel van de oefeningen die u tijdens deze cursus gedaan hebt wordt van u gevraagd u bewust te worden van de dingen die er binnen in uw geest gebeuren. Oefeningen als de ‘body scan’, de ‘pneuma-meditatie’ en de ‘emotiecheck’ zijn hier speciaal voor bedoeld. U zult daarbij wel gemerkt hebben dat u behept bent met wat de boeddhisten zo beeldend een apenbrein noemen. Uw gedachten en gevoelens springen door de bomen als een groep spelende aapjes. Uw brein houdt er niet van om rustig in een hoekje te zitten. Als u even nergens bewust aan denkt verzint het van alles en nog wat om zich mee bezig te houden. Gedachten die u vervolgens ongemerkt ook weer met allerlei ongewenste emoties weten op te schepen. Veel van die gedachten gaan nergens over en zijn totaal overbodig voor uw welzijn. Bovendien zijn ze vaak ook nog repetitief, u heeft ze al eens eerder gedacht. Uw brein vindt het blijkbaar makkelijker om in herhalingen te vallen dan om iets origineels te verzinnen.

De stoïcijnse leraren wilden dat hun leerlingen zich bewust werden van dergelijke gedachtentreinen, om vervolgens een stapje achteruit te kunnen doen en te bedenken of ze wel in die trein willen stappen. Meestal is het een spooktrein zonder bestemming die u niets anders biedt dan een zinloze en vermoeiende rit. Waarom zou u als u zich nu toch bewust bent van dit soort overbodige gedachten niet gewoon beslissen er niet in mee te gaan? Uw leven wordt er eenvoudiger door en het bespaart u een hoop tijd en energie. U houdt tijd over om u te concentreren op de dingen die u echt wilt doen.


dinsdag 12 mei 2020

IEDERE EMOTIE IS NOG GEEN PASSIE


Stoïcisme en emotie lijkt voor velen een contradictio in terminis. Een stoïcijn is toch die persoon (meestal een man) die verbeten probeert al zijn emoties weg te drukken? Een verknipt figuur uit een grijs verleden die niet snapt dat emoties deel uitmaken van het menselijk bestaan. Sterker nog gevoelens zijn juist de reden dat het bestaan de moeite waard is. Angst en verdriet, maar ook plezier en lust kruiden het leven. Zonder emoties verander je in een robot, een wandelende denkmachine. Wie wil er nu een leven als dooie diender? Wie wil er nou een leven als stoïcijn?

Iedereen die zo denkt heeft het stoïcisme toch niet helemaal begrepen. Dat valt trouwens best te begrijpen. Het stoïcijnse emotie-begrip zit behoorlijk ingewikkeld in elkaar. In tegenstelling tot wat de meeste mensen menen willen stoïcijnen helemaal niet dat u uw natuurlijke sentimenten onderdrukt. Ook stoïcijnen vinden dat gevoelens het leven een stuk interessanter maken. Stoïcijnse filosofen probeerden juist de oorsprong van onze sentimenten te achterhalen. Ze kwamen daarbij tot de scherpzinnige conclusie dat een emotie eigenlijk een waardeoordeel is over een gebeurtenis in de wereld. Een roofdier als een tijger boezemt ons angst in, omdat we denken dat dit dier ons wel eens als een prooi zou kunnen beschouwen. Een mooi exemplaar van het andere geslacht (of hetzelfde dat maakte de stoïcijnen niets uit) wekt lustgevoelens op, omdat we denken dat het wel eens een goede sekspartner zou kunnen zijn. Een feestje met uw vrienden maakt u blij, omdat u het prettig vindt om bij een groep gelijkgestemde soortgenoten te zijn. Met alles wat u voelt geeft u dus expliciet of impliciet een oordeel over de waarde die u er aan hecht.

Maar een oordeel, en dus ook een waardeoordeel, kan fout zijn. In benevelde toestand kunt u er van overtuigd zijn dat er een roze olifant door de kamer paradeert, maar u ziet het verkeerd. In werkelijkheid is het uw wat corpulente tante Toos die op u af loopt. Maar niet alleen uw feitelijk oordeel was verkeerd, ook uw waardeoordeel ging de mist in. U vond het abusievelijk wel amusant dat er een roze olifant op u af waggelde, maar onder normale omstandigheden had een dergelijke nadering van tante Toos u zeker angst ingeboezemd. Zo ziet u dat de stoïcijnen het nog niet zo gek hadden bekeken met hun conclusie dat onze gevoelens het resultaat van een waardeoordeel zijn.

Stoïcijnen menen dat waardeoordelen net zo verkeerd kunnen uitpakken als gewone oordelen. Door goed naar de feiten te kijken en u aan te wennen om bewust na te denken over wat u nu werkelijk overkomt kunt u uw waardeoordelen trefzekerder maken. U kunt uzelf aanleren om niet langer bang te zijn voor dieptes als u weet dat er een stevige reling tussen u en de afgrond staat. Net zo goed kunt u uzelf aanleren dat een muisje of een spin geen reëel gevaar voor u opleveren. De stoïcijnen denken dat u door uw waardeoordelen aan te passen uzelf heel wat vervelende emoties kunt besparen. Emoties die overbodig zijn en die u kunt missen als kiespijn.

Een verkeerd waardeoordeel noemen de stoïcijnen een ‘passie’ of in het Grieks een ‘patheia’. Een kloppend waardeoordeel wordt een ‘eupatheia’ genoemd. De ‘patheiai’ of passies zijn dus verkeerde en irrationele oordelen. Het zijn overdreven reacties die niet door het filter van onze rationele vermogens zijn gegaan. Het zijn klakkeloos door ons geaccepteerde reacties op externe gebeurtenissen. Ze zijn het gevolg van een vertekend beeld van de werkelijkheid en leiden tot ‘foute’ emoties.

Het kan niet genoeg benadrukt worden dat stoïcisme niets te maken heeft met het onderdrukken van emoties (ik blijf u er dan ook tot vervelends aan toe mee lastig vallen). In tegendeel de ‘eupatheiai’ moeten juist gestimuleerd worden. Het zijn alleen de verkeerde waardeoordelen, de passies, die u belemmeren en u zich rot doen voelen die voorkomen moeten worden. Let wel voorkomen niet onderdrukt. De akelige passies moeten zo veel mogelijk vervangen worden door de prettigere gevoelens: de ‘eupatheiai’.

Dit betekent dat voor een stoïcijn vervelende emoties als angst en verdriet onder bepaalde omstandigheden weldegelijk gepast kunnen zijn. Als u tot het rationele waardeoordeel komt dat een bepaalde onprettige emotie gepast is, moet u dan ook niet gaan proberen die te onderdrukken. Hoe meer u zo’n gevoel probeert weg te drukken hoe meer hinder u er van zult ondervinden. U moet de aanwezigheid ervan accepteren. Het hoort er nu eenmaal bij om soms angstig of verdrietig te zijn. Niet alle ‘eupatheiai’ (passende waardeoordelen) zijn dus prettig, maar alle ‘patheiai’ zijn het wel. Waarom zou u uzelf benadelen en niet net als de stoïcijnen proberen uw waardeoordelen te perfectioneren.


maandag 11 mei 2020

NOG MEER REMEDIES TEGEN BOOSHEID


Zoals u gezien hebt is boosheid bij uitstek een passie die u van uw vermogen tot rationeel nadenken beroofd. Het kan u in een irrationele roes brengen waarin u de meest verschrikkelijke dingen kunt uithalen. Volgens de stoïcijnen is het misschien wel de gevaarlijkste passie van het hele palet aan negatieve emoties. Alle andere emoties hebben nog een positieve kant. Er zijn omstandigheden waaronder die emoties terecht zijn en dus ook geen passie zijn, alleen boosheid is altijd en onder alle omstandigheden verkeerd. Seneca heeft er zelfs een hele serie boeken over geschreven. In één van die boeken beschrijft hij de in de vorige blog behandelde tegengiftechniek:

Vecht tegen jezelf en overwin je woede, want als je dat niet lukt overwint ze jou. Je boekt al een overwinning als je haar weet te onderdrukken. Onderdruk haar symptomen en isoleer haar zoveel mogelijk. Dat wordt niet makkelijk en zal heel wat moeite kosten want ze wil zich juist zoveel mogelijk uiten. Ze wil je ogen laten vlammen en je gezicht laten verkrampen. Zodra het haar lukt om naar buiten te treden, weet ze je te overmeesteren. Ze moet diep worden weggestopt om te voorkomen dat ze de controle overneemt. Probeer al haar symptomen met het tegendeel te bestrijden. Ontspan je gezicht en glimlach, ga zachter praten en beweeg rustig. Hierdoor past je innerlijk zich langzaam aan je uiterlijk aan. (Seneca; Over de woede; Boek 3; hoofdstuk 13)

De stoïcijnen weten dat het normaalgesproken geen goed idee is om een eenmaal losgebarsten passie met geweld te onderdrukken. Voor de boosheid maken ze echter een uitzondering. De negatieve gevolgen van deze uitermate agressieve emotie zijn te ernstig. Ze hebben dan ook een hele lijst aan strategieën om te voorkomen dat u boos wordt.

· ‘Voorkomen is beter dan genezen’. Het is altijd een goede strategie om het gezelschap van irritante mensen zoveel mogelijk te vermijden. Tegelijkertijd kunt u proberen situaties waar u van weet dat ze u kwaad maken te ontlopen.
· Bedenk dat u als u hongerig of moe bent veel sneller boos wordt dan onder normale omstandigheden. Hetzelfde geldt als u door allerlei tegenslag al een beetje geïrriteerd bent. Probeer dan des te harder om moeilijke situaties te ontlopen of rust eerst even uit.
· ‘Een gewaarschuwd mens telt voor twee’. Jammer genoeg kunt u potentieel tot woede aanleiding gevende situaties niet altijd vermijden. Probeer u er dan met de ‘premeditatio malorum’ techniek zo goed mogelijk op voor te bereiden. Stel u het ergste dat er fout kan gaan voor en train in gedachten alvast een strategie om daar mee om te gaan.
· ‘Doe alsof uw neus bloed’. In de vorige blog hadden we het over de drie stappen die een emotie doorloopt. Het is natuurlijk altijd het beste om direct bij de eerste tekenen van boosheid in te grijpen. Pas direct de tegengiftechniek toe.
· ‘Ken uzelf’. Om dat te kunnen doen moet u uw eigen persoonlijke symptomen van een opkomende boosheid goed kennen. Een plotseling opvlammende woedeaanval valt moeilijker te beheersen. Boosheid mag nooit onverwacht komen.
· ‘Stel uit tot morgen’. Als u de kans krijgt kunt u proberen uw reactie uit te stellen. Probeer uw reptielenbrein af te leiden door een paar keer tot tien te tellen, door rustig door uw buik te gaan ademen of door een blokje om te gaan.
· ‘Lach in uw vuistje’. Spot, in het bijzonder zelfspot, wil ook nog wel eens helpen. Relativeer het belang van uw persoon en uw handelen. Zo belangrijk als uw woede u wil doen geloven dat u bent, bent u echt niet.

Doe al het mogelijke om uzelf onder controle te houden en als u dat ondanks al uw inspanningen toch niet lukt kunt u misschien beter weglopen. U hoeft de confrontatie niet altijd aan te gaan. Soms is het beter om de boel op zijn beloop te laten. Laat het zitten, of stel het uit. Dat betekent niet dat u over u heen moet laten lopen, maar een uitgestelde rationeel doordachte reactie is gewoon een stuk effectiever dan een woedende uitval.

zaterdag 9 mei 2020

EEN STOÏCIJNS TEGENGIF VOOR GIFKIKKERS


U zult vast wel eens geërgerd of boos zijn, dat is een heel menselijke en zeer wijdverbreide emotie. Misschien bent u ook wel één van die mensen die denken dat het goed is om zo nu en dan even flink stoom af te blazen en je woede te laten gaan. De stoïcijnen denken daar heel anders over. Het maakt niet uit of het om terechte boosheid gaat of niet, in stoïcijnse ogen is woede altijd iets slechts. Het lijkt misschien wel even prettig om van je hart geen moordkuil te maken, maar de bijverschijnselen van een woedeaanval kunnen behoorlijk onaangenaam zijn. Seneca zegt zelfs dat woede een vorm van tijdelijke waanzin is. Zodra de woede u in uw ban krijgt is het gedaan met de redelijkheid. U zegt en doet allerlei dingen die u bij uw volle verstand nooit zou hebben gezegd of gedaan. Dingen waar u achteraf spijt van hebt en die een eeuwigheid duren om weer goed te maken. Voor een stoïcijn is woede dan ook een passie die kosten wat kost voorkomen moet worden. De stoïcijnen zouden de stoïcijnen niet zijn als ze niet een aantal effectieve technieken zouden hebben ontwikkeld waarmee u uw woede kunt beteugelen.

Net als bij alle andere emoties komt ook woede in drie stappen op. Het begint met een indruk uit de externe wereld waarvan uw reptielenbrein denkt dat het een goede aanleiding is om eens flink uit uw slof te schieten. Dit wordt in de neurologie wel de prereflexieve fase genoemd. In die fase denkt u nog niet na, maar reageert uw lichaam reflexmatig. U heeft hier geen enkele invloed op, het is iets onvermijdelijks waar u niets aan kunt doen. Zo zijn mensen nu eenmaal gebouwd. Bij de tweede stap krijgt u even kort de kans om na te denken (de cognitieve fase). Uw mensenbrein wordt zich bewust van de indruk uit de buitenwereld en de daar door uw reptielenbrein alvast opgeplakte pre-emotie. Dit is het moment dat u de kans krijgt om al dan niet in te stemmen met de u voorgestelde emotie. Tenslotte gaat u in de laatste fase tot handelen over. U beslist dat uw woede volkomen terecht is en laat alle remmen los. Als u het tot deze stap laat komen verliest u uw zelfbeheersing en kunt u alleen nog maar hopen dat u niets onherstelbaars aanricht.

De tweede stap is dus het moment waarop moet worden ingegrepen. Zodra u zich bewust wordt van de pre-emotie hebt een kort moment de kans om te voorkomen dat één en ander uitloopt op een volgroeide passie. Dit is letterlijke de enige kans die u krijgt om uw woede in te tomen. En nogmaals woede hoe gerechtvaardigd ook is altijd slecht. De zogenoemde ‘tegengiftechniek’ is één van de methoden die de stoïcijnen inzetten om een opkomende driftbui in de kiem te smoren. Bij deze techniek moet u zodra u de eerste symptomen van een woedeaanval voelt aankomen direct aan een tegenovergestelde emotie denken. Bijvoorbeeld aan vriendelijkheid of blijheid. Hoe moeilijk dat ook lijkt te zijn. Trek een vrolijk en vriendelijk gezicht op het moment dat uw gezicht normaal gesproken in een verkrampte grimas zou staan. Ga rustiger door uw buik ademhalen en probeer daarmee uw hartslag wat omlaag te brengen. Ga zachter praten en langzamer bewegen. Uit recent psychologisch onderzoek blijkt dat uw opgewonden en boze reptielenbrein er danig van in de war raakt als u een vriendelijk gezicht trekt terwijl u zich eigenlijk kwaad voelt. De productie van adrenaline wordt daardoor afgeremd en mogelijk zelfs helemaal stopgezet. Uw woede komt niet echt van de grond. Bovendien reageren ook andere mensen rustiger op iemand die zich, al is het maar uiterlijk, kalm en rustig gedraagt. Het aanpassen van uw gezichtsuitdrukking en uw gedrag werkt de-escalerend zowel voor u zelf als voor uw omgeving. Met deze simpele ‘tegengiftechniek’ slaagt u erin uw woede in de knop te smoren. Deze techniek werkt trouwens ook prima bij andere emoties zoals angst en verdriet. Een rustige buikademhaling helpt zelfs bij een paniekaanval en een glimlach al is het een glimlach als een boer met kiespijn helpt tegen verdrietige gevoelens. De stoïcijnse tegengif techniek is dan ook een uitstekende remedie voor gifkikkers.


donderdag 7 mei 2020

NO PAIN NO GAIN


Een stoïcijn klaagt niet over het lot dat hem treft. Hij verdraagt wat verdragen moet worden. Hij weet immers dat het geen zin heeft om zich druk te maken over iets wat buiten zijn macht ligt, iets wat hij toch niets meer aan kan veranderen. Maar het blijft niet bij het accepteren van wat u overkomt en het proberen daar een les uit te trekken. Het gaat een stoïcijn er ook om dat u dat rottige gevoel ,dat u bekruipt bij de obstakels die het leven op uw pad brengt, helemaal niet meer krijgt. Om dat voor elkaar te krijgen moet u proberen op een andere manier tegen obstakels aan te kijken. Ik weet waarde lezer, dat klinkt te mooi om waar te zijn en is dat natuurlijk ook. Maar dat neemt niet weg dat er wel degelijk stoïcijnse technieken bestaan die er voor kunnen zorgen dat u niet bij iedere tegenslag uit uw doen raakt.

Het gaat er daarbij vooral om dat u probeert uw houding te veranderen. Een tegenslag is niet langer iets vervelends dat u liever niet was overkomen, het is een kans. De staf van Hermes uit de vorige blog gaat namelijk over meer dan acceptatie en ontplooiing. De staf wil dat u gaat uitkijken naar uw volgende uitdaging. In plaats van een uitdaging te beschouwen als een last of een te overwinnen hindernis moet u juist blij zijn met uw volgende uitdaging. U moet het gaan zien als een nieuwe mogelijkheid om te groeien. Seneca vergeleek het met een trainingssessie in de sportschool.

Als worstelaars aan hun conditie werken kiezen ze de sterkste tegenstanders uit en vragen hen om hun uiterste best te doen. Ze nemen het voor lief dat ze daarbij een paar pijnlijke klappen oplopen. [..] Zonder tegenstander verliezen ze hun kracht. […] Mensen moeten leren om niet bang te zijn voor zware en moeilijke opgaven. Ze moeten leren niet te klagen over hun lot maar te accepteren wat hen overkomt en dat in iets goeds te veranderen. Het gaat niet om wat je draagt, maar om hoe je het draagt. (Seneca; Over de voorzienigheid; hoofdstuk 2)

Zo’n verandering van houding gaat natuurlijk niet vanzelf. Iets wat u vandaag nog angst in boezemt verandert niet zomaar in iets waar u gretig naar uitkijkt. Stoïcijnen hebben het één en ander te zeggen dat u daarbij zou kunnen helpen. Zo raden ze u aan om de volgende keer dat u weer eens ergens tegenaan loopt te bedenken waarom u de uitdaging aan zou willen gaan? Is het iets wat voor u belangrijk is? Is het wel iets wat voor u al die moeite en frustraties waard is? Zo niet, dan is het misschien een goed idee om de dingen gewoon op zijn beloop te laten. Waarom zou u zich druk maken om iets wat u bij nader inzien eigenlijk helemaal niet zo belangrijk vindt. Uw tijd is te kostbaar om op alle slakken zout te leggen.

Als u hebt besloten dat het toch om iets belangrijk gaat dan kunt u er vervolgens eens bij stil staan wat er zou kunnen gebeuren als het helemaal mis zou lopen. U moet zich dus eigenlijk een ‘worst case’ scenario voor de geest halen. Wat betekent dat voor u? Is het allemaal doffe ellende, of zitten er toch nog aspecten aan waar u uw voordeel mee kunt halen? Wat doet het met uw karakter als het echt fout loopt? Is het misschien een goede gelegenheid om uw virtuositeit te trainen? Tenslotte kunt u zichzelf in gedachten bemoedigend toespreken: ‘Dit kan ik aan’, ‘zonder inspanning geen resultaat’ of ‘no pain no gain’. Het gaat er voor een stoïcijn tenslotte niet om wat je draagt, maar hoe je het draagt.


woensdag 6 mei 2020

TOVEREN MET DE STAF VAN HERMES


Het is weer eens zo’n dag: u staat op met hoofdpijn, onderweg naar het station krijgt u een lekke band waardoor u uw trein mist en eindelijk op kantoor merkt u dat u die belangrijke stukken die u mee naar huis had genomen vergeten bent in uw tas te stoppen. Alles gaat mis en dan begint uw collega ook nog eens te zeuren over een akkefietje met een klant. De kans is groot dat uw innerlijke barometer inmiddels op storm staat en dat u zich behoorlijk rottig voelt. Naar alle waarschijnlijk gaat u dat gevoel ook nog eens op anderen afreageren. In uw vertroebelde ogen zijn zij samen met het u ook altijd slecht gezinde lot de schuld van uw humeur. Dat u als stoïcijn weet dat het uw eigen oordeel over de gebeurtenissen is die er voor zorgt dat u zich ellendig voelt, maakt het er niet beter op.

Het is heel menselijk om uw ellende te wijten aan oorzaken buiten uw schuld. De stoïcijnen zijn zich er van bewust dat weten hoe iets zit iets heel anders is dan wat je er ook bij echt voelt. Hoe goed u de stoïcijnse theorie ook beheerst de praktijk is en blijft weerbarstig. Toch zijn het nooit de externe omstandigheden die bepalen hou u zich voelt. U bent het echt altijd zelf. Als het de omstandigheden zouden zijn die bepaalden hoe u zich voelt dan zou iedereen altijd op dezelfde manier reageren. En u weet zelf ook wel dat dat niet zo is. Iedereen reageert op zijn eigen manier op dezelfde tegenslag.

Stoïcijnen raden u aan om iedere tegenslag te beschouwen als een uitdaging, als een manier om uw karakter en virtuositeit te oefenen. Een tegenslag zou een bron van inspiratie moeten worden. Elk ongemak, elke kleine ergernis is een kans om u te verbeteren. Ze noemen dat wel de staf van Hermes. De god Hermes kon met zijn staf alles wat hij aanraakte in goud veranderen. Zo willen de stoïcijn dat u ieder obstakel omtovert tot een gouden kans om uw virtuositeit te trainen. Dat betekent niet dat u, zoals de meeste mensen wel lijken te denken, als stoïcijn alles wat u overkomt onaangedaan moet trotseren. Het gaat erom dat u moet leren van de manier waarop u het hebt aangepakt. Werkte uw aanpak? Zou u het een andere keer beter kunnen aanpakken? Hoe voelde u zich? Heeft dat gevoel u geholpen of zou u beter af zijn geweest zonder dat gevoel? Vragen die u kunnen helpen om te leren omgaan met de staf van Hermes en uzelf te verbeteren.

zaterdag 2 mei 2020

EEN RENAISSANCE VAN HET STOÏCISME


Als je het aantal volgers van dit blog als maatstaf neemt zou je het niet denken, maar er lijkt echt een soort wederopleving plaats te vinden van de antieke filosofie van het stoïcisme. Met de opkomst van het christendom lijkt er een einde te zijn gekomen aan het stoïcisme. Maar het stoïcisme is met het einde van het Romeinse Rijk niet zomaar van de aardbodem verdwenen. Al dan niet in het verborgene bleef deze filosofie door de eeuwen heen zijn aanhangers houden. Vooral Seneca bleef populair. Alleen al omdat hij in het Latijn schreef terwijl de geschriften van Epictetus en Marcus Aurelius in het Grieks waren geschreven. Een taal die in de Middeleeuwen zo goed als vergeten was geraakt.

Op de achtergrond bleef de stoïcijnse filosofie echter steeds invloed uitoefenen op de manier waarop zowel beroepsfilosofen als verborgen crypto-stoïcijnen hun leven inrichtten. In de moderne tijd lijkt daar echter een abrupt einde aan te zijn gekomen. Filosofie was nu echt een volledig theoretische bezigheid geworden, een vooral op de levenspraktijk gerichte filosofie als het stoïcisme werd daarom als volstrekt oninteressant aangemerkt. Het stoïcisme werd dan ook nauwelijks meer genoemd en het is tegenwoordig heel goed mogelijk om een studie filosofie met succes af te ronden zonder ook maar één stoïcijnse tekst te hebben gelezen.

Aan het eind van de twintigste en het begin van de eenentwintigste eeuw wordt er echter een kentering zichtbaar. Er ontstaat een groeiende belangstelling voor de stoïcijnse filosofische traditie. Vreemd genoeg kwam die hernieuwde belangstelling niet uit de filosofie maar uit de hoek van de psychologie. Het antieke stoïcisme wordt niet één op één overgenomen, maar past zich aan aan de moderne tijd en de nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zo zeer dat het weer een nieuwe levende filosofie is geworden en er zelfs een nieuwe naam voor is opgedoken: het moderne stoïcisme. Dit om verwarring met het neo-stoïcisme van met name de Nederlandse filosoof Justus Lipsius (1547-1606) te voorkomen.

Dit modern stoïcisme blijft wel een filosofie en levenskunst gebaseerd op het gedachtegoed van het antieke stoïcisme, maar neemt actief nieuwe inzichten in zijn leer op. Dit past trouwens uitstekend binnen de klassieke doctrine die er immers van uitging dat er geen vaste doctrine bestaat en dat de leer continue door nieuwe filosofen en wetenschappers moet worden aangepast. Op het moment dat eind twintigste-eeuw de Rationeel Emotieve Gedragstherapie (RET of RETB) van de psycholoog Albert Ellis in zwang raakt groeit ook de belangstelling voor het stoïcisme. Deze voorloper van de Cognitieve Gedragstherapie (CBT) van Aaron Beck was sterk beïnvloed door de oude filosofie van het stoïcisme. Eerder had het stoïcisme ook al invloed uitgeoefend op de psychotherapie van Paul DuBois en op de logotherapie van Viktor Frankl. Maar ook in de reguliere filosofie neemt, met mensen als Philippa Foot, Alasdair MacIntyre en Martha Nussbaum de belangstelling voor de deugdethiek en daarmee ook voor het stoïcisme toe.

Zoals gezegd baseert het modern stoïcisme zich weliswaar op de oude filosofie, maar wordt getracht deze aan te passen aan de hand van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het zijn vooral hedendaagse filosofen als Lawrence Becker, Massimo Pigliucci, Donald Robertson en in Nederland Miriam van Rijen die daar een bijdrage aan hebben geleverd. Lawrence Becker heeft in zijn boek “A New Stoïcism” een gedachte-experiment uitgevoerd waarmee hij probeert te achterhalen hoe het stoïcisme zich zou hebben ontwikkeld als het tweeduizend jaar lang een levend filosofisch systeem zou zijn gebleven. Hij komt daarbij tot de slotsom dat het stoïcisme zich met wat aanpassingen prima staande had kunnen houden in de moderne filosofische en wetenschappelijke ontwikkelingen. Met zijn boek “The Philosophy of Cognitive-Behavioural Therapy” heeft Donald Robertson de dwarsverbanden tussen stoïcijnse filosofie en cognitieve gedragstherapie duidelijk gemaakt.

Een van de belangrijkste verschillen tussen het klassieke stoïcisme en de moderne variant ziet op de manier waarop tegen het universum wordt aangekeken. Het klassieke stoïcisme ziet het universum als een welwillende bewuste en rationele entiteit die aan de hand van deterministische natuurwetten de loop van de geschiedenis bepaalt. Hoewel niet geheel onmogelijk is het moeilijk een dergelijke beeld van het universum met de moderne wetenschappelijke inzichten te verzoenen. Een ander verschil zit in het concept van de ideale stoïcijnse wijze. Volgens het klassieke stoïcisme zou alleen deze mythische wijze een werkelijke waardevol en gelukkig mens zijn. Alle andere mensen zouden als dwazen moeten worden aangemerkt. In de ogen van het modern stoïcisme is het ook voor gewone stervelingen mogelijk om in verschillende gradaties een waardevol en gelukkig leven te leiden.

Het moderne stoïcisme beleeft niet alleen in de filosofie en de psychotherapie een comeback ook in het publieke domein wint deze levenskunst aan invloed. Er bestaat een grote online gemeenschap en verschillende gerenommeerde filosofen onderhouden een blog of een podcast (zoals bijvoorbeeld: howtobeastoic en modernstoicism) Ook bestaan er een aantal stoïcijnse facebook groepen (bijvoorbeeld: Stoicism, en mijn eigen groep).