zondag 27 november 2022

Andere schoenen

 We zijn geneigd onze eigen gevoelens te rechtvaardigen, maar geen begrip te hebben voor die van anderen. We denken doorgaans dat wij het bij het rechte eind hebben en dat het de anderen zijn die fout zitten. We zijn er zeker van dat wij het recht hebben om terug te slaan, omdat het de anderen zijn die verkeerd handelen en gewoon niet deugen. Ze doen niet alleen verkeerde dingen ze hebben gewoon een slecht karakter. Ondertussen zijn we er blind voor dat die anderen de werkelijkheid niet op dezelfde manier zullen zien als wij. Zij zullen denken dat hun daden gerechtvaardigd zijn en dat wat wij doen het gevolg is van ons slechte karakter.


Toch houden we stug vast  aan onze eigen ingekleurde versie van de waarheid en zijn ervan overtuigd dat dat een objectieve weergave van de werkelijkheid is. Dat zou kunnen, maar het is natuurlijk maar de vraag of dat wel altijd klopt. Zo onfeilbaar zijn we nu ook weer niet. Die andere mensen, u weet wel die lui die niet deugen, hebben een eigen kijk op de werkelijkheid en zijn er zelf net zo goed van overtuigd dat hun versie beter is dan uw in hun ogen vertekende beeld van diezelfde werkelijkheid. Zo heeft iedereen zijn eigen waarheid. Maar hoe moet je omgaan met wat door psychologen wel de ‘fundamentele attributiefout’ wordt genoemd?


Laten we het probleem eens op z’n stoïcijns rationeel analyseren. Stel dat iemand u onheus heeft bejegend. De eerste stap van de analyse is dan om te onderzoeken wat die persoon ertoe heeft gebracht om zich te gedragen zoals hij heeft gedaan. Ga eens in de schoenen van die ander staan en probeer te achterhalen wat voor hem belangrijk is. Dwing uzelf om het perspectief van uw opponent serieus te onderzoeken. Ook al keurt u zijn handelen af, het is toch de moeite waard om te weten waarom hij doet wat hij doet. Door het perspectief van de ander te onderzoeken kunt u voorkomen dat u emotioneel zo gebonden raakt aan uw eigen oordeel dat u wel kwaad moet worden. Het kan helpen om een bij u opkomende driftbui in de kiem te smoren.


Begrijp me niet verkeerd. De stoïcijnen willen niet dat u het eens wordt met het standpunt van uw opponent, maar alleen dat u hem de gelegenheid geeft zijn punt te maken. De volgende stap van de analyse is een onderzoek naar uw eigen waarden. Wat vindt u van de situatie. Vindt u andere dingen belangrijk dan uw opponent of deelt u misschien wel zijn waarden? Past hij uw gedeelde waarden verkeerd toe? Heeft u het zelf wel bij het rechte eind? Als u daar redelijk van overtuigd bent dan lijkt het erop dat die ander een fout begaat. Moet u boos worden op iemand die een vergissing maakt of moet u juist medelijden met hem hebben? Wordt u boos als uw kind een rekenfout maakt? Uw opponent lijkt zijn gedrag te hebben gebaseerd op een verkeerd waardeoordeel. Moet dat uw woede opwekken of juist uw medelijden?


Bedenk vervolgens dat ook u wel eens een verkeerd waardeoordeel hebt gemaakt. U kunt zich ongetwijfeld situaties herinneren waarbij u er heilig van overtuigd was in uw gelijk te staan terwijl achteraf bleek dat dat toch niet het geval was. U lijdt aan vergelijkbare misvattingen. Moet u uw opponent fouten aanrekenen die u vroeger zelf ook hebt gemaakt en die u in de toekomst ongetwijfeld weer zal maken? Mensen zijn nu eenmaal feilbare wezens. U hebt geleerd van de fouten die u in het verleden hebt gemaakt. Geef ook uw opponent de kans om van zijn fouten te leren. Reken het hem niet te zwaar aan en wees een beetje barmhartig voor uzelf en ook voor die ander.


Stoïcijnen zijn er van overtuigd dat niemand opzettelijk fouten maakt. Iedereen denkt altijd goede redenen te hebben voor zijn gedrag. Dit zou u moeten aanzetten tot een barmhartige houding tegenover de misstappen van de anderen. Als u telkens woedend reageert wanneer iemand niet doet wat u van hem verwacht, dan maakt u het voor beide partijen zo goed als onmogelijk om nader tot elkaar te komen. U onthoudt uw opponent van de mogelijkheid om zich te verbeteren en u sluit het uit dat ook u het bij het verkeerde eind zou kunnen hebben.


zaterdag 26 november 2022

14.2 Virtuoos handelen

 Herinnert u zich nog dat u in de vorige blog een lijstje met uw belangrijkste waarden, of deugden zoals de stoïcijnen het noemen, gemaakt hebt. Als het goed is gaat u dat lijstje de komende tijd regelmatig aanpassen en bijstellen. Kijk er nu nog eens naar. Bent u tevreden met wat u ziet? Is dit voor het moment de best denkbare weergave van waar u in het leven voor staat? Als u tevreden bent over uw stoïcijnse deugdenlijstje wordt het nu tijd om te gaan kijken wat dat voor uw handelen betekent. Een virtuoos leven betekent immers dat u bij alles wat u onderneemt in de eerste plaats kijkt of dat past binnen de normen die u aan uzelf hebt opgelegd. Alles wat u doet, al de doelen die u uzelf stelt moeten op de één of andere manier te relateren zijn aan uw waarden. Is dat nu al zo? Of heeft u nog allerlei activiteiten die eigenlijk niet binnen uw waardenlijstje passen? Zo ja, dan is er werk aan de winkel.

Als u de lessen uit deze blog ter harte heeft genomen dan leeft u meer in het hier en nu, bent u zich bewust van de ‘maakbaarheid’ van uw emoties en hecht u aan uw virtuositeit en rationele vermogens. U laat uw handelen niet meer volledig beheersen door automatische gedachtentreinen en automatische gevoelens. Als dat zo is dan wordt het hoog tijd om nog meer richting aan uw leven te geven en bewust uw deugden de basis te laten vormen van uw handelen. De meeste mensen zijn ontzettend druk met het najagen van allerlei doelen en dromen, maar denken daarbij niet of nauwelijks na of die dromen ook passen binnen de waarden die ze aanhangen. Ze zijn vooral bezig met het zoveel mogelijk vermijden van negatieve emoties en het vergaren van allerlei consumptiegoederen waarvan ze menen dat die hen gelukkiger zullen maken. Dergelijke activiteiten hebben de neiging om alle beschikbare tijd in beslag te nemen. Het leiden van een leven conform de eigen deugden wordt daardoor op de lange baan geschoven. En dat is jammer, want dat is nou net het enige wat wel tot een virtuoos en gelukkig leven leidt. Het gaat er immers niet om wat voor rol u speelt. Het gaat er niet om of u een zakenman in een duur maatpak bent of een bedelaar in vodden. Nee voor een stoïcijn ligt de waarde van een persoon in zijn karakter, in zijn virtuositeit. Uw virtuositeit staat los van de rol die u al dan niet toevallig moet spelen. Voor een goed en gelukkig leven is het cruciaal om zo virtuoos mogelijk te worden.

Virtuoos handelen in overeenstemming met uw eigen lijstje van deugden is niet makkelijk. In plaats van de vertrouwde buiten u staande doelen als een hoger inkomen, een groot (vrienden) netwerk, een mooie partner en steeds meer luxe producten na te streven, gaat u zich nu richten op de intrinsieke doelen van uw deugden. Daarmee verlaat u uw comfortzone en betreedt u een spannend nieuw gebied. Een gebied waarin u uw handelen gaat richten op de dingen waar u controle over hebt. U zult er achter komen dat het handelen conform dergelijke intrinsieke doelen heel wat minder stress en negatieve emoties met zich meebrengt dan het najagen van de traditionele externe doelen. Dit betekent overigens niet dat u uw traditionele doelen voortaan links moet laten liggen. U gaat er gewoon minder waarde aan hechten omdat u tegelijkertijd andere belangrijkere intrinsieke doelen nastreeft. U legt de prioriteit niet langer bij het bereiken van een extern doel, maar bij de manier waarop u dat doel nastreeft. Het gaat er nu niet om of u uw doel ook echt haalt, maar of u uw best gedaan hebt om dat op een virtuoze manier te doen. Dat kan u heel wat frustraties schelen. Zelfs een ogenschijnlijke mislukking kan zo een succes worden. Misschien slaagt u dan wel niet in het behalen van uw externe doel, maar daar ging het u helemaal niet om. Het ging er immers om virtuoos te handelen en dat is u wel gelukt.

Neem het volgende voorbeeld. U probeert uw verslaafde vriend van zijn nicotineverslaving af te helpen. U stimuleert hem naar een stop met roken cursus te gaan, probeert hem af te leiden op momenten dat hij het moeilijk heeft en steunt hem op elke denkbare manier. Maar helaas hoe u ook uw best doet, u blijft hem betrappen terwijl hij stiekem een peuk opsteekt. U zult zich behoorlijk gefrustreerd voelen als u zich alleen op het extrinsieke doel, stoppen met roken, gericht had. Als u zich vooral op het intrinsieke doel, uw best doen om uw vriend van het roken af te helpen, gericht had zou u daar heel wat minder last van hebben gehad. U heeft immers uw best gedaan en dat is precies wat u van plan was. U heeft zich virtuoos gedragen en daarmee bereikt wat u wilde bereiken. Dat uw vriend nog steeds rookt doet er niet aan af dat u alles gedaan hebt wat redelijkerwijs van u verwacht mocht worden om hem van zijn verslaving af te helpen. Ondanks dat hij nog steeds niet van de sigaretten af kan blijven bent u toch geslaagd in uw opzet.

Door te leren het doel van uw handelingen in de eerste plaats op virtuositeit te richten en pas in de tweede plaats op de uitkomst kunt u zichzelf heel wat frustraties besparen. De kans om de gewenste uitkomst te behalen wordt er echt niet groter of kleiner door als u zich zorgen maakt of het u wel zal lukken om te slagen in uw opzet. Integendeel, u loopt het risico dat uw zenuwen en angsten u parten gaan spelen. U legt uw gemoedsrust in de handen van anderen en het lot en kunt zich daardoor minder goed concentreren op wat u aan het doen bent. Door u te richten op de manier waarop u iets aanpakt, door te proberen de dingen deugdelijk en dus virtuoos aan te pakken, kiest u voor een manier van handelen waar u de volledige controle over hebt. En dat is precies wat u nodig hebt om een gelukkig mens te kunnen worden.



donderdag 24 november 2022

Stoïcijnse deugden

In eerdere blogs hebt u gezien dat de stoïcijnen willen dat u uw leven inricht aan de hand van deugden. Maar wat zijn deugden eigenlijk voor dingen? Het zijn de standaarden waaraan u uw eigen handelen afmeet. Het geeft richting aan de dingen die u onderneemt. Deugden moeten goed onderscheiden worden van doelen. Doelen zijn extern en gaan over iets wat al dan niet bereikt kan worden door de dingen die u doet. Iets waar u mee klaar kunt komen. Iets wat af kan zijn. Ze zijn het gevolg van de dingen die u onderneemt. Bijvoorbeeld het bereiken van uw ideale gewicht door een dieet te volgen, of het halen van een diploma door een studie te volgen. Deugden zijn intern en gaan over de manier waarop u iets doet. Het zijn karaktereigenschappen. Niet iets wat u in de toekomst bereikt, maar iets dat in het hier en nu gebeurt. Het gaat dan niet meer om het bereiken van een bepaald gewicht, het behalen van een diploma of het krijgen van een promotie, maar om dingen als het leiden van een gezond leven, het zijn van een goede vriend of zelfontplooiing.

Neem een deugd als het zijn van een goede partner. Dat is niet iets dat ophoudt met het een keer meenemen van een cadeautje of het zeggen van een paar lieve woordjes. Het gaat om de zorg en aandacht die u uw partner iedere dag weer schenkt. Het is een stabiele karaktereigenschap, die uw hele leven deel blijft uitmaken van uw persoonlijkheid. Dergelijke karaktereigenschappen bepalen de manier waarop u tegen de wereld aankijkt. Ze bepalen hoe u in de wereld staat, welke doelen u nastreeft en hoe u dat dan doet. Die karaktereigenschappen werden in de oudheid deugden genoemd. Ze onderscheidden destijds vier hoofddeugden: wijsheid, matigheid, rechtvaardigheid en moed. Aan die vier hoofddeugden konden volgens hen alle andere deugden worden opgehangen. De stoïcijnen volgden hun collega’s en gebruikten deze vier zogenaamde kardinale deugden als de basis van hun eigen deugdensysteem.

Voor de oude stoïcijnen ging het in het leven dus in de eerste plaats om de deugden die u bezat en niet om de doelen die u had bereikt. U bent zich er misschien niet van bewust, maar u hebt ongetwijfeld een aantal deugden die een belangrijke rol in uw leven spelen. Misschien dat uw leven op dit moment vooral nog in het teken staat van het behalen van doelen, maar dat neemt niet weg dat onbewust ook deugden een rol spelen. Het is nuttig om eens te kijken wat voor deugden voor u van belang zijn.

Oefening: Een onderzoek naar uw waarden en deugden

Met deze oefening gaan we onderzoeken wat de achterliggende deugden zijn, die bepalen wat u met uw leven doet. Wat zijn de dingen die voor u echt belangrijk zijn? Wat vindt u fijn en waar loopt u warm voor? Waar wordt u koud van en wat vreest u het meest? Om daar achter te komen ga ik u vragen om een zelfonderzoek uit te voeren. Een onderzoek waarbij u zichzelf een aantal vragen gaat stellen en niet zomaar tevreden bent met het voor de hand liggende antwoord. U gaat doorvragen tot u uiteindelijk de onderliggende levensdeugd waar het bij u om draait hebt gevonden.

Stel u bij alles wat u doet eens de vraag: waarom doe ik dit eigenlijk? U staat iedere ochtend voor dag en dauw en met de nodige tegenzin op om naar uw werk te vertrekken. Waarom doet u dat? Om geld te verdienen. Maar waarom wilt u geld verdienen? Om uw gezin te onderhouden. Maar waarom wilt u uw gezin onderhouden? Om een goede partner en ouder te zijn. Met die laatste vraag bent u eindelijk bij de achterliggende deugd aangeland. Het is niet langer een extern doel waarmee u klaar kunt komen. Het is nooit af, het is iets waar u steeds mee bezig moet zijn.

Het kan heel verhelderend zijn om op deze manier te onderzoeken wat de deugden zijn die in uw leven een belangrijke rol spelen. Probeer eens een lijstje te maken met de redenen waarom u de dingen doet die u doet. U vindt dan de waarden die voor u van belang zijn. Probeer die waarden zo concreet mogelijk te maken. Welke karaktereigenschap/deugd hoort er bij? Let er op dat u geen sociaal wenselijk lijstje maakt. Het moeten de deugden zijn die voor u belangrijk zijn en niet de deugden die de maatschappij, uw kerk of uw gezin u oplegt. Om u een beetje op weg te helpen volgen hier een paar vragen die u aan uzelf kunt stellen.

  • Hoe zou u herinnerd willen worden als u nu zou komen te overlijden?

  • Wat voor persoon zou u willen zijn?

  • Wat zou u gaan doen als u geen enkele verplichting meer had en kon doen wat u zelf wilde doen?

  • Wie zijn uw helden? Wat bewondert u het meest aan hen?

  • Wat is het belangrijkste in uw leven? Waarvoor leeft u?

Kijk ook eens naar de rollen die u in dit leven speelt. U vervult allerlei functies en zet daarbij waarschijnlijk ook verschillende petten op. Zo bent u misschien een (hopelijk) liefhebbende partner, een ouder voor uw kinderen, een werknemer voor uw baas en een speler voor uw voetbalclub. Wat betekenen al deze rollen voor uw waarden? Brengt een bepaalde rol ook een specifieke waarde met zich mee? Uw rol als partner en ouder brengt misschien wel waarden als liefde en zorgzaamheid met zich mee. Uw rol als werknemer waarden als loyaliteit en ijver. Zijn er overlappen? Spelen sommige waarden een rol bij verschillende van uw maatschappelijke rollen? Als dat het geval is heeft u een goede kans dat het daarbij echt om één van uw kernwaarden gaat. Maak een lijstje met uw belangrijkste rollen en beschrijf de daarbij behorende deugden. U kunt hierbij onderstaand voorbeeld gebruiken.


ROL

DEUGDEN

Werknemer

Loyaliteit, ijver, punctualiteit, eerlijkheid, …

Ouder

Liefhebbend, consequent, geduldig, …

Vriend (in)

Loyaal, eerlijk, solidair, …

Partner

Liefhebbend, loyaal, tolerant, …




Een andere insteek die u kan helpen uw waarden duidelijk te maken is uw houding tegenover het volgende lijstje met deugden. Wat vindt u van die deugden? Welke zijn voor u belangrijker? Kunt u aan de hand van de voorbeelden een lijstje met de voor u belangrijkste deugden maken? Zit er een rangorde in? U kunt er zelf waarschijnlijk nog wel een aantal aan toevoegen. We beginnen met de vier hoofddeugden uit de oudheid. Er werd gedacht dat alle andere deugden op de één of andere manier onder deze vier konden worden geschaard.

  • Moed: dapperheid, edelmoedigheid, doorzettingsvermogen, waardigheid, plichtsbetrachting, ernst, durf, loyaliteit, betrouwbaarheid, standvastigheid, onverstoorbaarheid.

  • Rechtvaardigheid: eerlijkheid, altruïsme, empathie, integriteit, tolerantie, onpartijdigheid, vergevingsgezindheid, menselijkheid, beminnelijkheid, vriendelijkheid, hoffelijkheid.

  • Matigheid: zelfbeheersing, soberheid, eenvoud, beheersing, kalmte, ijver, gezondheid, gemoedsrust, stabiliteit, bescheidenheid, voorzichtigheid, soberheid.

  • Wijsheid: rationaliteit, eruditie, verstand, ervaring, intelligentie, humor, nieuwsgierigheid, creativiteit, scherpzinnigheid, beschaafdheid, tolerantie, redelijkheid, openheid.

Als u ook dit nog een beetje moeilijk vindt zou u kunnen beginnen met het maken van een preferentielijstje. Neem in dit lijstje niet alleen de dingen op die u waardeert, maar ook de dingen die u juist tegen elke prijs wil vermijden. Ook de zaken waar u het bangst voor bent zeggen immers iets over uw karakter en de door u gewaardeerde deugden. Begin uw lijstje met de dingen die u voor geen prijs zou willen missen. U houdt van uw partner en kinderen, die staan vast bovenaan uw lijstje van te prefereren zaken. Ook uw huis en uw auto zijn u lief, al staan die weer een trede lager. Uw banksaldo is ook niet onbelangrijk, ook al vindt u sommige van de dingen die voor dat geld gekocht kunnen worden leuker dan uw banksaldo zelf. Uw mooie glimmende bolide is u echt wel €40.000 waard, maar uw dochter zou u voor geen enkele prijs inruilen. Armoede en het kapot gaan van uw laptop vallen dan weer in de categorie van dingen die u liever buiten de deur zou houden. Het wordt echter pas echt vervelend als u met ziekte en dood geconfronteerd wordt. Die vallen absoluut in de laagste categorie van uw preferentielijstje. Vervolgens kunt u aan de hand van dit lijstje bekijken wat voor deugden en waarden voor u belangrijk zijn.

U hoeft uw lijstje met deugden niet in één keer klaar te hebben. Pak uw lijstje er zo nu en dan weer even bij en kijk of u een nieuwe deugd wil toevoegen of iets aan uw deugdenlijstje wilt aanpassen. Het is niet meer dan normaal dat u niet direct een duidelijk beeld hebt van de dingen die belangrijk voor u zijn. Het is zelfs waarschijnlijk dat uw lijstje in de loop van de tijd en mogelijk ook door het lezen van dit boek zal veranderen.


zondag 20 november 2022

Medelijden of mededogen

 De stoïcijnen hebben het niet zo op medelijden. Stoïcijnen verkiezen mededogen boven medelijden. Maar wat is het verschil? De twee lijken synoniem. Er bestaat echter weldegelijk een verschil tussen mededogen en medelijden, een verschil tussen meeleven en inleven. Het gaat alle twee over emotie, maar bij mededogen ben je begaan met het lot van de ander, terwijl je bij medelijden het gevoel van de ander meevoelt. Je lijdt letterlijk mee met het verdriet van de ander. Stoïcijnen zeggen dat medelijden subjectief en makkelijk te manipuleren is. Denk maar aan inzamelacties vol met beelden en foto’s van zielige kindjes en diertjes. Ook is medelijden eenkennig en situatieafhankelijk. Medelijden voor mensen die je kent is veel sterker dan medelijden voor grote aantallen onbekende mensen aan de andere kant van de wereld. Mededogen is daarentegen een stuk objectiever. Het is gebaseerd op een weloverwogen oordeel over de situatie van de ander. Doordat mededogen voortkomt uit rationele overwegingen kan het makkelijker meer omvattend zijn dan medelijden. Mededogen kan je hebben met mensen die je niet kent, maar waarvan je je kunt voorstellen dat ze onder moeilijke omstandigheden leven.

Medelijden kan je ook met jezelf hebben. Het alom tegenwoordige zelfmedelijden:  ‘Ach en wee, wat ben ik toch zielig’. Mededogen heb je bij gebeurtenissen die je niet rechtstreeks raken. Iets wat verder van je afstaat kan je evenwichtiger beoordelen, waardoor je minder van slag raakt. Stoïcijnen willen dat je gevoelens van medelijden zoveel mogelijk vermijdt. Dat klinkt hard maar proberen medelijden om te zetten in mededogen is niet ongevoelig, het is alleen redelijker.


Maar erger dan medelijden is zelfmedelijden. Je moet als stoïcijn leren gelijkmoedigheid te bewaren tegenover alles wat je niet volledig in je macht hebt. Probeer afstand te nemen van je eigen problemen. ‘Shit happens’ en overkomt niet alleen jou. Misschien denk je wel dat je uniek bent in je verdriet, maar je bent heus niet de enige die zo zielig is. Je hoeft niet hard voor jezelf te zijn, je mag best toegeeflijk zijn en mededogen met jezelf hebben, maar hou er mee op te denken dat je de enige bent en dat het voor jou veel erger is dan voor al die andere mensen. Door je aan te leren afstand te nemen van je natuurlijke en directe emotionele reacties kun je verstandiger reageren op de tegenslagen die jou en anderen treffen. Wees mededogend maar niet medelijdend.


zaterdag 19 november 2022

Wat te doen?

 Een stoïcijn trekt zich dus niet terug uit de maatschappij om zo een gevoel van rust en sereniteit te kunnen verwerven. Nee een stoïcijn staat midden in het dagelijkse tumult en doet volop mee. Hij moet ondanks alle chaos en tegenwerking proberen mee te werken aan een gelukkigere en rechtvaardigere maatschappij. Het is de kunst van de discipline van het juiste handelen in combinatie met de discipline van het juiste oordeel en het juiste verlangen die ervoor moet zorgen dat de stoïcijn zich ook dan rustig en sereen kan voelen. En geloof me dat is een hele toer.

Maar waaruit bestaat dat juiste handelen nu? Als ijverig leerling stoïcijn heeft u geleerd dat het enige dat we in onze macht hebben betrekking heeft op ons oordeelsvermogen, op wat we voelen en op wat we willen. Dat is allemaal nogal zweverig en esoterisch en speelt zich vooral af op het geestelijk vlak. Er zit weinig actie in. Met de ‘topos’ van het juiste handelen wordt het allemaal wat concreter. Het gaat tenslotte over handelen over het doen van dingen. Het gaat hier over de stoïcijn in actie. Maar bij nader onderzoek zal blijken dat zelfs dit ‘topos’ zich vooral in uw binnenwereld afspeelt. Het stoïcisme wil dat u zich vooral druk maakt over de dingen waar u macht over hebt, waar u invloed op kunt uitoefenen. En dat zijn nu net de dingen die zich in uw hoofd afspelen. Alles wat daarbuiten gebeurt is grotendeels afhankelijk van toevalligheden en anderen.

De discipline van het juiste handelen heeft dan ook vooral te maken met het hebben van een juiste wil. Het gaat er niet zo zeer om de juiste dingen ook echt te doen, maar meer om de juiste dingen te willen doen. Of u uw wil ook ten uitvoer kunt brengen en daadwerkelijk tot handelen kunt overgaan is nu eenmaal afhankelijk van de wereld buiten u. Als u een rondje wilt gaan wandelen, maar door een overvaller bent vastgebonden op uw stoel, dan kunt u willen wat u wilt maar van wandelen zal niet veel komen. Als u de nieuwe Einstein wilt worden, maar geen wiskundeknobbel hebt, dan kunt u nog zo graag een geniaal natuurkundige willen worden, maar dan zal u dat nooit lukken. De universele en uw persoonlijke natuur stellen grenzen aan wat mogelijk is. Stoïcijnen worden geacht hun grenzen te kennen en er bij alles wat ze willen gaan ondernemen rekening mee te houden.

Daar bent u nog niet echt veel mee opgeschoten. Wat moet ik dan wel willen om tot het juiste handelen te kunnen komen? Wat voor soort activiteiten vinden de stoïcijnen goed en virtuoos? De juiste handelingen zijn voor de stoïcijnen de handelingen die zijn gericht op het verkrijgen van de onbelangrijke maar wel wenselijke en natuurlijke dingen. Het gaat hen dus in de eerste plaats om handelingen die natuurlijk zijn voor de menselijke soort in het algemeen en voor u als menselijk individu met al uw eigenaardigheden in het bijzonder. Zoiets simpels als naar de bakker gaan om een brood te kopen kan zo voor een stoïcijn al een juiste en virtuoze handeling worden. Het gaat dus om alle handelingen die voor een mens natuurlijk zijn. Het eerste wat dan naar voren komt is de natuurlijke drang tot overleven. Alle handelingen die op het overleven van het individu zijn gericht zijn natuurlijk. Dit natuurlijk egoïsme is ook rationeel. Zoals u zich zult herinneren is de natuur rationeel ingericht. Handelingen ten behoeve van het eigen overleven zijn dan ook natuurlijk en rationeel. Marcus Aurelius zei het zo:

“Voor een redelijk wezen zijn een natuurlijke handeling en een redelijke handeling hetzelfde. “(Marcus Aurelius, Dagboeken VII-11)

Als het daar bij zou blijven zou je al gauw teruggeworpen worden tot een soort sociaal Darwinisme: stoïcisme als ‘survival of the fittest’. Handelen volgens zijn natuurlijke overlevingsdrang maakt een mens echter niet tot alleen maar een egoïstisch en asociaal wezen. Mensen zijn meer dan hun drang tot voortbestaan. Een ander in het oog springend aspect van de menselijke soort is immers zijn sociale aard. De natuur heeft van de mens een sociaal dier gemaakt met de daarbij behorende morele neigingen om in een groep te kunnen leven. Uit onderzoek naar apen valt af te leiden dat de mens evolutionair zo succesvol is geweest dankzij vergaande vormen van samenwerking. Wat goed is voor de instandhouding van de groep wordt door mensen net als door de meeste andere primaten als goed ervaren. We worden door biologische mechanismen gedreven in de richting van duurzame samenwerking binnen een groep. Moraal komt niet van buiten ons, maar zit in ons. Het is dus absoluut natuurlijk om uw sociale neigingen na te volgen. Deze sociale instincten maken deel uit van uw natuurlijke menselijke aard.

Naast de drang tot overleven en de neiging om in groepen te leven heeft de mens echter nog een andere opvallende eigenschap: zijn intellect. Door gebruik te maken van uw intellect bent u niet langer een willoos slachtoffer van uw drang tot overleven en uw sociale neigingen. U heeft de keuze om al dan niet aan die instincten toe te geven. U kunt uw neigingen en impulsen op de rationele pijnbank leggen voor er mee akkoord te gaan en ze dus zo nodig negeren. Dit gaat zelfs zo ver dat u de sterke drang tot overleven opzij kunt zetten en er voor kunt kiezen uzelf voor de één of andere nobele zaak op te offeren.

Jammer genoeg komen de meeste mensen er niet of nauwelijks aan toe om hun neigingen door hun intellect te laten controleren. Ze gebruiken hun intellect alleen maar om een betere en efficiëntere manier te bedenken om die neigingen te kunnen botvieren. Het zou de wereld er een stuk prettiger op maken als iedereen er mee zou beginnen om de redelijkheid van een neiging vast te stellen voor er aan toe te geven. Van u als leerling stoïcijn wordt echter verwacht dat u zich bij iedere neiging tot handelen afvraagt of het onder de huidige omstandigheden wel zo’n goed idee is om aan die neiging toe te geven. Om te bepalen of een bepaalde neiging tot handelen ook als een juiste handeling kan worden aangemerkt kunt u de neiging aan de volgende test onderwerpen:

  1. Gaat het om een natuurlijke neiging? Heeft het te maken met uw drang tot overleven of met uw sociale neigingen?

  2. Zo ja. Heeft het te maken met iets waar u volledige invloed op hebt: uw gedachten, verlangens of uw wil tot handelen? Zo nee, gaat het dan misschien om iets waar u gedeeltelijk invloed op zou kunnen hebben?

  3. Zo ja. Gaat het dan om iets wat binnen uw persoonlijke mogelijkheden ligt? Bent u fysiek en geestelijk in staat om het te volbrengen?

  4. Zo ja. Doorstaat de neiging tot handelen de rationele toets van uw verstand? Leidt de neiging werkelijk tot uw overleven of tot een verbetering van uw omstandigheden en van uw (sociale) omgeving? Zo niet, dan kunt u misschien maar beter van de voorgenomen handeling afzien.

Met dit derde topos (discipline) van het juiste handelen leert u dus wat een stoïcijn moet doen. Dit topos vloeit voort uit de ethiek en vertegenwoordigt de klassieke deugd van de rechtvaardigheid. De leerling stoïcijn moet nu leren de juiste dingen te doen voor zichzelf, de gemeenschap en de mensheid in zijn geheel. Hij moet zich terdege realiseren dat het hierbij gaat om de intentie en niet om het eindresultaat. Hoe hij ook zijn best doet de universele natuur, waaronder ook tegenwerking door medemensen valt, kan altijd roet in het eten gooien. Als, alle goede bedoelingen ten spijt, het beoogde resultaat van het handelen tegenvalt mag een leerling zich daardoor niet uit het veld laten slaan. Zijn verlangen (uit het eerste topos) was er immers op basis van zijn beste oordeelsvermogen (uit het tweede topos) op gericht om te doen wat redelijkerwijs in zijn vermogen lag (het derde topos) en niet op het bereiken van een bepaald resultaat. De universele natuur kan de gewilde handelingen zelfs totaal onmogelijk gemaakt hebben. Maar daar gaat het een stoïcijn niet om. Het gaat om de bedoeling, de wil om iets te doen, niet om de handeling zelf of het resultaat.


donderdag 17 november 2022

Stoïcisme en religie

Geloven stoïcijnen in een god? Het antwoord op die vraag hangt af van welke god u in gedachten hebt. Het kosmisch mysterie van de natuurwetten of de lange man met een baard die u gedragsregels voorschrijft. Stoïcijnen geloven niet in een strenge wetgever met een witte baard die vanaf zijn wolk bepaalt wat wij moeten denken van zaken als politiek, seks, gender, mode en voedsel. Een boze man in de hemel die overstuur raakt als vrouwen een korte rok dragen of hun haren laten zien, als mannen seks met elkaar hebben, als een tiener masturbeert, als je alcohol drinkt, varkensvlees eet of de zondagsrust verstoort. Er zijn bibliotheken volgeschreven met boeken waarin precies wordt uitgelegd hoe u moet leven en denken. Dit is de god van ketterverbrandingen, kruistochten en jihads.

Zo is het christendom verantwoordelijk geweest voor een groot aantal grove misdaden als de inquisitie, kruistochten, kindermishandeling en de uitroeiing en onderdrukking van inheemse culturen. De stelling dat al die misdrijven voortvloeien uit een verkeerde interpretatie van de leer gaat niet op. Duizenden jaren lang is deze ‘religie van liefde’ de bron geweest van onmetelijk veel leed en zelfs een heel metaforische lezing van de bijbel kan er niet omheen dat dit heilige boek tot heel wat gruweldaden oproept. Het valt niet vol te houden dat deze religie al die tijd op zo’n manier verdraaid is dat het niet een enkele maal, maar talloze keren tot allerlei gruweldaden heeft geleid. Dit geldt niet alleen voor het christendom ook de andere grote religieuze systemen staan borg voor hun eigen rijtje aan onverdraagzaamheid, uitroeiing en onderdrukking.

Gelovigen verwijzen vaak naar de mysteriën van het universum en de beperkingen van het menselijke begripsvermogen om het bestaan van een god te bewijzen. De wetenschap kan de Big Bang en het ontstaan van het leven niet verklaren, dus moet er wel een god bestaan! We kunnen de oerknal niet verklaren en opeens moeten vrouwen hun haar bedekt houden, mogen ze geen bikini’s dragen en zijn echtscheiding en varkensvlees verboden. Er bestaat geen enkel rationeel verband tussen die dingen en bovendien zijn ze ook nog eens tegenstrijdig. Hoe dieper de mysteriën van het universum hoe onwaarschijnlijker het is dat hetgeen daarvoor verantwoordelijk is ook maar iets geeft om kledingvoorschriften of seksuele gedragingen.

Het verband tussen de kosmische mysteriën en de strenge wetgever wordt doorgaans gelegd door één of ander heilig boek op te voeren. Een door de schepper persoonlijk geschreven boek dat vol staat met regeltjes over tempelrituelen, kledingvoorschriften en voedseltaboes. De schepper van ruimte en tijd vond het blijkbaar nodig om al die moeite te doen voor allerlei onbenulligheden. Al die heilige boeken bestaan uit mythen en regels die onze voorouders hebben verzonnen om sociale normen en politieke structuren te legitimeren. Regels die ongetwijfeld duizenden jaren lang van nut zijn geweest om de sociale orde te handhaven, maar daar hebben we tegenwoordig een prima functionerend seculier systeem van wetgeving voor.

Toch heeft ook het stoïcisme een godsbegrip. De stoïcijnse god is geen man met een baard. Je zou hun god net zo goed natuur kunnen noemen en dat doen de stoïcijnen dan ook regelmatig. Het is hoe zij het grootste en ontzagwekkende raadsel van het universum noemen. Het mysterie van de kosmos. Het antwoord op vragen als: waarom is er iets en niet niets, waarom zijn de natuurwetten zoals ze zijn, wat is bewustzijn en waar komt dat vandaan? Stoïcijnen kennen het antwoord op deze vragen niet en geven er de naam god, universum of natuur aan. De meest fundamentele eigenschap van deze mysterieuze god is dat er niets concreets over te zeggen valt. Dit is de god van de stoïcijnen.

Het stoïcisme wordt daarmee een seculiere filosofie. Ze geloven niet in een persoonlijke god, gaan niet naar tempels en voeren geen riten of rituelen uit. Toch is het een heel positief en actief wereldbeeld dat zich kenmerkt door een systeem van waarden en niet door een verzet tegen religies. Veel van die waarden lijken verdacht veel op de regels en wetten van de religies. Dat is niet zo verwonderlijk omdat de belangrijkste menselijke waarden een biologische oorsprong hebben. Het gaat dus om waarden die we als mensen toch al gemeen hebben. Anders dan religies beweren stoïcijnen niet dat ze het monopolie op goedheid en wijsheid hebben. Ze denken niet dat ethiek en wijsheid op een zeker moment op een bepaalde plek bij een heel specifieke persoon of volksstam uit de hemel zijn neergedaald, maat beschouwen ethiek en wijsheid als het natuurlijk erfgoed van alle mensen.

Net als de meeste religies koestert het stoïcisme waarden als rechtvaardigheid, moed, wijsheid en zelfbeheersing, vrijheid en gelijkheid. Dit zijn basiswaarden die in alle tijden in alle samenlevingen een belangrijke rol hebben gespeeld. Ze hebben een evolutionaire oorsprong en zijn onontbeerlijk om in groepen te kunnen samenwerken. Van een stoïcijn wordt gevraagd om bij zichzelf te rade te gaan en te onderzoeken welke waarden of onderdelen van waarden hem het best liggen. Door een grondig zelfonderzoek kiezen ze een set bij hen passende waarden. Door volgens die gepersonifieerde waarden te leven kunnen ze een virtuoos leven leiden. En virtuositeit is, zoals we zagen, het doel van een leven als stoïcijn.

Zoals alle morele codes is ook het stoïcijnse waardensysteem een ideaal om na te streven en slechts uiterst zelden een maatschappelijke realiteit. Het stoïcisme legt de ethische lat behoorlijk hoog en verwacht van iedere stoïcijn dat hij of zij alles in het werk stelt om zich aan zijn zelfgekozen waarden te houden. Maar het weet ook wel dat het voor de meeste mensen gewoon niet haalbaar is om altijd aan zo’n veeleisende code te voldoen. Toch is volgens hen alleen al het streven naar een ideaal voldoende om een leven zinvol te maken.

Elke religie, ideologie en levensfilosofie heeft zijn schaduwkanten. Ook het stoïcisme. Het is dan ook van het grootste belang om u dat te realiseren en u niet te verschuilen achter de naïeve geruststelling dat het u niet zal overkomen. De seculiere levensfilosofie van het stoïcisme heeft in elk geval wel het voordeel dat het niet bang is voor zijn eigen schaduw en in principe bereid is zich aan te passen en te leren van zijn eigen fouten. Als u gelooft in een u door een hogere macht gegeven waarheid kunt u het uzelf niet toestaan om fouten te erkennen, want dat zou uw hele verhaal onderuit halen. Als u echter gelooft in een zoektocht naar de waarheid door feilbare mensen, is het toegeven van blunders een inherent onderdeel van het spel.


zaterdag 12 november 2022

14.1 De stoïcijn in actie

DEEL IV STOÏCIJNSE DAADKRACHT LES 14 DE STOÏCIJN IN ACTIE

 Als een leerling eenmaal geleerd heeft waar hij controle over heeft en hoe hij de gebeurtenissen in de wereld het best kan beoordelen, en als hij eenmaal beseft dat hij zijn verlangens en angsten onder controle kan hebben, wordt het tijd om in actie te komen. Met de ‘topoi’ van het juiste oordeel en het juiste verlangen kan de stoïcijn in opleiding een soort van rudimentaire sereniteit veroveren, maar dat is niet genoeg. Een stoïcijn zit niet in een klooster of in de tuin van Epicurus, hij staat midden in het leven. Er wordt van hem verwacht dat hij naar vermogen zijn bijdrage aan de maatschappij levert. Een maatschappij die vol zit met vervelende, egoïstische, agressieve en domme mensen. De discipline van de juiste handeling moet hem leren hoe hij dat het best kan doen, zonder die moeizaam verworven sereniteit onmiddellijk weer kwijt te raken. Marcus Aurelius verwoordde het als volgt:

“Vertel jezelf iedere nieuwe dag: Vandaag zal ik allerlei mensen ontmoeten, de bemoeial, de ondankbare, de gulzigaard, de bedrieger, de afgunstige, de egoïst. Ze zijn zo omdat zij niet goed hebben leren oordelen en niet weten wat goed voor hen is. Maar ik heb dat wel geleerd en weet wat het onderscheid tussen goed en kwaad is. Bovendien heb ik de natuur van de slechte mens doorgrond en ontdekt dat wij eigenlijk hetzelfde zijn, niet omdat wij van hetzelfde bloed en hetzelfde zaad zijn, maar omdat wij allebei het vermogen tot redelijk denken en oordelen hebben. Ik kan door geen van hen gekwetst worden, want wat lelijk is, raakt mij niet. Ik kan niet boos worden op mijn naaste of hem haten, want wij moeten samenwerken, zoals de voeten, de handen, de oogleden en de tanden dat doen. Daarom is het in strijd met de Natuur om elkaar tegen te werken, ons aan elkaar te ergeren of een afkeer van elkaar te hebben.” (Marcus Aurelius, Meditaties, Boek II-1).

Komt u vast heel bekend voor, niet waar? Ook u bent omringt met ondankbare, domme, egoïstische en vervelende mensen die maar niet begrijpen wat ze moeten doen en hoe ze dat moeten doen. Toch heeft u Marcus dan, net als ik toen ik het voor het eerst las trouwens, niet goed begrepen. Hij richt zich niet tot die vervelende mensen om ze te bekritiseren. Hij richt zich tot zichzelf. Hij spoort zichzelf aan om alle mensen ongeacht hun gedrag op een virtuoze manier tegemoet te treden. De stoïcijnen willen niet dat u uw buren lief heeft of dat u uw vijand uw andere wang toekeert. Ze willen dat u zich gaat realiseren dat zowel uw buren als uw vijanden onderdeel van dezelfde universele van zichzelf bewuste natuur zijn. Ze willen dat u beseft dat u afhankelijk bent van en onlosmakelijk verbonden bent met de rest van de mensheid. Een vriendelijke en welwillende opstelling tegenover uw medemens is in de ogen van een stoïcijn dus hetzelfde als een vriendelijke opstelling tegenover uzelf. U moet niet aardig tegen uw medemens zijn omdat die op u lijkt, nee u moet aardig zijn omdat hij u is.

Dat betekent voor u als leerling stoïcijn dat u moet leren om ook de mensen waar u een hekel aan hebt op een vriendelijke en aardige manier te bejegenen. En dan dus niet uit een soort christelijk gevoel van naastenliefde, maar doordat u beseft in hetzelfde schuitje te zitten als die akelige ander. We delen allemaal dezelfde fundamentele menselijke natuur en maken deel uit van dezelfde universele natuur. Hierdoor delen we ook het vermogen tot rationeel denken. Ongeacht de vraag hoe we daar gebruik van maken. De discipline van handelen moet de leerling leren om virtuoos om te gaan met alle mensen, ook de moeilijke. Ook dit is weer niet een makkelijk taak. In tegenstelling tot het gangbare beeld van de kille afstandelijke stoïcijn, is een stoïcijn dus juist een heel vriendelijk en warme persoonlijkheid.

Een bijkomend gevolg hiervan is dat er voor een stoïcijn geen echt slechte mensen bestaan. Het kwaad bestaat niet. Er zijn alleen maar mensen die ziek zijn of in verwarring zijn over wat nu werkelijk hun welzijn bevordert. Mensen die hun reptielenbrein achterna lopen en daarmee hun hersenschors en vermogen tot rationeel nadenken verwaarlozen. Deze mensen moeten niet bestraft en uitgesloten worden, maar genezen en onderricht. Misschien dat ze daarvoor tijdelijk geïsoleerd en uit de maatschappij moeten worden gehaald, maar het gaat er in de eerste plaats toch om ze te helpen een beter mens te worden. Het klinkt nogal soft, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een dergelijke aanpak van criminaliteit inderdaad de minste recidive met zich meebrengt en de grootste kans heeft om van de crimineel een braaf burger te maken. Deze softe stoïcijnse aanpak blijkt nu net de beste bescherming van u, uw naasten en de maatschappij te zijn.




zaterdag 5 november 2022

Stoïcijnse tranen

 Iedereen weet het: echte stoïcijnen huilen niet. Ze zijn de meesters van de ‘stiff upperlip’ en ondergaan alles flegmatisch en onbewogen. Althans dat denken de meeste mensen, en dat is niet zo gek want verdriet is een passie die doorgaans het gevolg is van een verlies van iets waar we geen volledige controle over hebben. En alles waar een stoïcijn niet de volledige controle over kan uitoefenen is in principe onbelangrijk. Het bewijst dat er buiten onze macht iets is wat ons gegijzeld houdt. Geliefden, bezittingen, huizen en wat niet meer zijn allemaal voorbeelden van zaken waar we wel graag onbelemmerd over zouden willen beschikken, maar waar we geen werkelijke invloed op hebben. Dat betekent dat stoïcijnen vinden dat het verlies ervan ons niet volledig in de ellende zou mogen storten. Verdriet is volgens de stoïcijnen dan ook een teken dat we te veel waarde hechten aan iets of iemand waar we geen controle over hebben.

Alles wat we niet volledig in onze macht hebben is onbelangrijk en ons verdriet niet waard. Dit lijkt het keiharde officiële stoïcijnse standpunt. Maar dat is voor een ‘normaal’ mens toch zeker veel te hardvochtig en ongevoelig? NIemand kiest er immers voor om een ongeluk te krijgen, bestolen te worden, zijn geliefden te zien lijden of zelfs te zien sterven. We willen vrij over onze bezittingen kunnen beschikken, en willen dat onze geliefden vrolijk en gezond in ons gezelschap blijven. Als de stoïcijnen ons nu zouden willen wijsmaken dat onze geliefden onbelangrijk zouden moeten zijn en dat hun pijn en verlies ons geen verdriet zou mogen doen omdat we hun bestaan niet volledig in onze macht hebben, dan betekent dat toch dat we nooit echt om ze gegeven hebben? Hoe zouden we ooit het verlies van een geliefde als iets onverschilligs kunnen beschouwen? Natuurlijk de dood van iemand die u niet kent zal u ongetwijfeld veel minder verdriet doen dan het overlijden van uw partner. Maar is het stoïcisme werkelijk zo’n harde filosofie dat we niet echt om onze geliefden mogen geven, dat we ze als onbelangrijk zouden moeten afschrijven?

De stoïcijnse wijze zou inderdaad onbewogen blijven onder het verlies van een geliefde. Een wijze is doordrongen van de gedachte dat het enig werkelijk verdrietige gelegen is in het maken van foutieve waardeoordelen. Een verlichte wijze is perfect en maakt nooit een verkeerd waardeoordeel. Een dergelijk persoon hoeft niet getroost te worden, want hij kent geen verdriet. Maar de stoïcijnen geloofden zelf niet eens in het bestaan van zo’n mythisch figuur als hun eigen wijze. Hoe kan een normale sterveling omgaan met zo’ n enorme passie als verdriet? De stoïcijnen hadden daar gelukkig wel wat ideeën over.

Chrysippus dacht ons te kunnen helpen door er nog maar eens op te wijzen dat ons verdriet net als elke andere emotie het resultaat is van een waardeoordeel. Maar daar schiet je natuurlijk niet zo heel veel mee op. Het is nogal wat om iemand ervan te overtuigen dat zijn verdriet het gevolg is van het falen van zijn eigen oordeelsvermogen. Weinig kans dat dat veel zal helpen. Seneca doet een betere poging. Hij heeft heel wat troostschriften geschreven waarin hij mensen die een pijnlijk verlies geleden hebben weer op de been probeert te krijgen. Hij schrijft dat hij het helemaal niet eens is met mensen die zeggen dat je geen verdriet mag hebben. Een dergelijke mens kan volgens hem helemaal niet bestaan. Een gemis en het daaraan verbonden verdriet is natuurlijk en alleen daarom al ook voor een stoïcijn aanvaardbaar. Alleen het excessieve, irrationele verdriet moet bestreden worden. Het ‘normale’ verdriet is natuurlijk en moet als zodanig geaccepteerd worden.

De eerste stap is dus het aanvaarden van het verlies en het bijbehorende verdriet. Seneca verwacht absoluut niet dat je niet verdrietig bent en niet rouwt. Voor een normaal mens is dat onmogelijk. Zelfs een wijze zal huilen bij het verlies van een geliefde. De pre-emotie van het verdriet is immers onvermijdelijk. Het is het natuurlijke antwoord van het lichaam op een verlies. Seneca schrijft zelfs dat een wijze sneller huilt dan de meeste gewone mensen. Als wijze weet hij immers dat ook de pre-emotie van het verdriet natuurlijk en onvermijdelijk is. Het is helemaal niet nodig om je daar tegen te verzetten en je tranen te verbijten.

Een gevoel van emotionele kalmte komt pas later op het moment dat je een waardeoordeel aan de droevige gebeurtenis verbindt. Maar ook dan zijn tranen van verdriet niet ondenkbaar. Het waardeoordeel dat je iets droevigs is overkomen is immers juist. Op het moment dat je terugdenkt aan de fijne momenten en gesprekken die je met je geliefde gedeeld hebt komen de tranen als vanzelf weer terug. Seneca zegt dat je je ook voor deze tranen niet hoeft te schamen, onderdruk ze niet omdat je in het gezelschap van andere mensen bent laat ze gewoon komen. De goede emotie slaat pas om in een passie op het moment dat je je verdriet koestert en je tranen dwangmatig probeert op te wekken. Het probleem zit hem in het overmatig, irrationeel en zelfs theatraal uiten van verdriet. Het is het excessieve irrationele verdriet dat met een passend waardeoordeel voorkomen moet worden.

Seneca weet als geen ander dat het ontzettend moeilijk is om jezelf tot de conclusie te brengen dat het verlies van een geliefde tot de indifferente dingen behoort, waar je geen volledige macht over hebt. Hij vertelt dat hij zelf ontroostbaar was toen zijn jongere vriend Serenus onverwacht kwam te overlijden. HIj geeft toe dat zijn verdriet zo overweldigend was dat het allesbehalve gepast was. Om dat te voorkomen raadt hij zijn lezers aan om voorbereid te zijn op de dood. De jeugd van zijn vriend was geen enkele garantie dat hij langer in leven zou blijven dan hij zelf. Verder zegt hij dat de dood geen werkelijk kwaad is. Het is neutraal goed, noch kwaad en maakt ook nog eens een einde aan al het lijden. Verlies is natuurlijk. Alles is vergankelijk niets is bedoeld voor de eeuwigheid. De dood is dan misschien wel het einde van het lichaam, maar de herinneringen en daden van de geliefde blijven bestaan en blijven een bron van een zeker melancholiek geluk voor de nabestaanden.

Dit klinkt een stuk zachtaardiger en vriendelijker dan wat u waarschijnlijk van een stoïcijn had verwacht. Seneca deed zijn uiterste best om in de roerige en verdrietige tijden waarin hij leefde voor zichzelf een basis van kalmte en gemoedsrust te creëren. Hij mag rijk en machtig zijn geweest maar zijn leven en dat van zijn geliefden hing constant aan een zijden draad. Verbanningen, gedwongen zelfmoord, terdoodveroordelingen, permanente oorlogen, ziektes, onteigeningen, een levensgevaarlijk leven aan het hof van Nero; Seneca’s bestaan was allesbehalve rustig. Zijn geschriften zijn dan ook niet alleen bedoeld om anderen te ondersteunen. Nee, ze waren ook voor zichzelf bedoeld. Hij schreef zijn eigen zelfhulp en troost boeken en had ze nodig ook. Seneca was een filosofisch raadsman. Maar in zijn brieven geeft hij dikwijls toe dat hij net zoveel dokter als patiënt is. Het is daarom misschien een goed idee om zijn geschriften er eens op na te slaan als u zich verdrietig voelt. Seneca geeft geen enkele garantie maar zijn ideeën helpen allicht een beetje.