zaterdag 23 april 2022

RATIONALITEIT ALS HET GOEDE

 In de vorige blog hebben we het over het  ‘oikeiosis’ proces gehad. De ‘oikeiosis’ is daarmee een proces dat onlosmakelijk verbonden is met het je ontwikkelen tot een beter mens. ‘Oikeiosis’ staat gelijk aan het worden van een volwaardig lid van de menselijke soort. Stapsgewijs krijg je dan de volgende redenering:

1. Het is eigen aan ieder menselijk wezen (M) om na te streven wat goed is voor zijn welzijn.

2. Om zijn welzijn te bevorderen moet M het proces van ‘oikeiosis’ doorlopen.

3. Het is dus in het belang van iedere M om een proces van ‘oikeiosis’ te doorlopen.

4. Om aan een ‘oikeiosis’ proces deel te kunnen nemen moet M de aard van de werkelijkheid en in het bijzonder de menselijke natuur begrijpen, en beseffen dat die natuur waardegeladen is.

5. M moet in harmonie met die waardegeladen menselijke natuur willen leven.

6. Om in overeenstemming met de waardegeladen menselijke natuur te kunnen leven en daarmee een proces van ‘oikeiosis’ te volgen moet M alleen instemmen met rationele uitspraken over die natuur.

7. Het is dus in het belang van iedere M om alleen in te stemmen met rationele uitspraken.

8. Om dat mogelijk te maken moet M er mee instemmen dat rationaliteit het enige ware goede is.

9. Ieder menselijk wezen moet daarom tot de conclusie komen dat rationaliteit het enig ware goede voor hem is.

Dit verklaart Cicero’s uitspraak dat aan het eind van het ‘oikeiosis’ proces de wijze een volkomen rationeel  leven in harmonie met de natuur leidt. De stoïcijnse wijze begrijpt de waardegeladen natuur volledig in al zijn  complexiteit en ziet de verbanden die die natuur heeft met de menselijke aard. Hij beseft dat zijn eigen rationele natuur deel uitmaakt van de alomvattende rationele natuur van het universum in zijn geheel. De wijze leeft volgens het ritme van het universum en voelt zichzelf verenigt met dat universum.

Proposities 4, 5 en 9 vormen de kern van het stoïcisme. HIer stellen de stoïcijnen dat een mens om voortgang te kunnen boeken in een proces van ‘oikeiosis’ de waardegeladen aard van het universum moet leren kennen en in overeenstemming met die aard moet willen leven. Dit moet ieder menselijk wezen er uiteindelijk toe brengen dat hij erkent dat rationaliteit het enig ware ‘goede’ is. Deze proposities zijn contra intuÏtief, maar dat neemt niet weg dat ze weldegelijk uit algemeen aanvaarde proposities voortvloeien.

De redenering geeft in grote lijnen het grote stoïcijnse programma weer. Een enorm veeleisend programma met vele sub programmaś en parallele lijnen, maar wel allemaal gericht op het grote programma van de ‘oikeiosis’. Propositie 1. van de redenering creëert een stevig fundament van het bouwsel. Het is een natuurlijk feit dat ieder menselijke wezen vanaf zijn geboorte streeft naar het maximaliseren van wat hij als goed voor zichzelf beschouwt. De stoÏcijnen  wisten ook wel dat lang niet iedereen daar altijd even goed in slaagt. Veel mensen beseffen niet wat werkelijk in hun belang is en maken fouten bij hun streven naar het maximaliseren van hun eigen welzijn. Dat zijn dan echter geen fouten in de menselijke natuur, maar fouten in hun rationaliteit. Als mensen er niet in slagen om het ‘goede’ te doen is er sprake van een gebrek in hun feitenkennis of in hun vermogen tot goed redeneren. Het is hun feitenkennis of rationaliteit die tekort schiet. Dat valt hen te verwijten, maar is in principe reparabel.

Proposities 4 en 5 zijn al wat controversiëler. Hier stellen de stoïcijnen dat ieder mens om zichzelf te kunnen realiseren als mens de natuur moet bestuderen en bereid moet zijn om een leven te leiden conform de zo ontdekte aard van die natuur. Dit betekent dat u moet aanvaarden dat de wereld is zoals hij is en dat het ook rationeel is om de dingen te accepteren zoals ze zijn. Dat is iets anders dan de traditionele betekenis van ‘stoïcijns’ waarbij mensen ‘stoïcijns’ worden genoemd als ze tegenslag tandenknarsend maar onbewogen weten te incasseren. Het is niet zo dat een stoïcijn de wereld ziet als een tranendal waar je je met een ‘stiff upper lip’ doorheen moet zien te worstelen. Integendeel het universum is niet slecht en stom, maar juist goed en rationeel. Het is iets wat je met vreugde in al zijn aspecten moet doorleven.

Laten we eens een voorbeeld bij de hand nemen. Stel u moet een vliegtuig halen voor een heel belangrijk sollicitatiegesprek in een ver land. U bent  ruim van tevoren op een trein naar Schiphol gestapt. Zo ver van tevoren dat u nog alle tijd zou moeten hebben om nog wat taxfree te shoppen in het winkelcentrum. Vlak voor u station Schiphol binnenrijdt komt uw trein met een enorm gepiep van remmen in de tunnel tot stilstand. Na een poosje roept de machinist om dat er een rem is vastgelopen en dat er pas weer verder gereden kan worden als één en ander gerepareerd is. De tijd tikt door en na een uur begint het tot u door te dringen dat u uw vliegtuig niet meer gaat halen. U mist niet alleen uw vliegtuig maar ook een kans op die fantastische carrièrestap waar u al zo lang van droomt. Er is een bepaalde stand van zaken in de wereld ontstaan die uw plannen lijkt te dwarsbomen. U kunt nu op twee manieren reageren. U kunt kwaad worden en de conducteur de huid vol schelden en bij uw medepassagiers klagen over de belabberde staat van de Nederlandse spoorwegen. Of u kunt de wereld accepteren zoals hij nu eenmaal is. Het stoïcijnse antwoord is duidelijk. Het ligt in uw macht om één van de twee reacties te kiezen en een stoïcijn zal zeker kiezen voor de richting die hem het meeste geluk zal opleveren. Cicero verwoordde het zo:

Het antwoord van de stoïcijnen is simpel. Omdat het altijd goed is om in harmonie met de natuur te leven, en de wijze dat ook wil en kan, heeft hij het geluk altijd binnen handbereik. Daardoor is het leven van een wijze altijd gelukkig. (Cicero; Gesprekken in Tusculum; boek 5-82)

De keuze is aan u. De wereld heeft u niet opgedragen om boos en ongelukkig te zijn. Het heeft u verteld dat uw trein niet op tijd op Schiphol zal aankomen, meer niet. Als u daaraan het oordeel verbindt dat dit frustrerend is en dat de stand van zaken in het universum u niet bevalt, dan komt dat omdat u aan iets waarde verbindt waar dat niet thuishoort. U hecht waarde aan iets dat buiten uw sfeer van invloed ligt. Dat is irrationeel en maakt u alleen maar ongelukkig. Zonder enige hoop op succes gaat u woedend tekeer en verlangt u tevergeefs van de wereld dat die een koers vaart die u beter bevalt. Kortom u heeft de controle over uw geluk opgeofferd aan een overbodige en zinloze emotionele oprisping.

Dat klinkt redelijk, niet waar? Als er iets in uw wereld gebeurt waar u niet op zat te wachten maar waar u ook helemaal niets aan kunt veranderen dan lijkt de stoïcijnse keuze om één en ander bedaard te accepteren de meest verstandige. Redelijk ja, maar is het ook menselijk? U zult wel denken: allemaal leuk en aardig die rationele redeneringen van de stoïcijnen, maar ik ben een mens van vlees en bloed en geen mr. Spock. Het is volkomen normaal om kwaad en verdrietig te worden als je hoop en verwachtingen door de realiteit de grond in worden geboord. Vooral als die specifieke realiteit het gevolg is van stompzinnig of kwaadaardig gedrag van andere mensen. En wat als je kind door zo’n realiteit komt te overlijden, moet je als stoïcijn dan ook zo onbewogen blijven? Moet je dat als stoïcijnse ouder dan ook zo maar accepteren en zonder verdriet verder gaan met je leven? Ik wist dat mijn kind sterfelijk was, zoals Epictetus het zegt. De stoïcijnen zijn minder onmenselijk dan zo op het eerste gezicht lijkt. Ze hebben hier een antwoord op, maar dat moet wachten tot een volgende blog.


zaterdag 16 april 2022

NATUURLIJK IS ALTIJD 'GOED'

 Als trouwe lezer van deze blog zult u ondertussen wel vertrouwd zijn met de stoïcijnse stelling dat een leven in harmonie met de natuur ook een in moreel opzicht goed leven is. Maar wat bedoelen die stoïcijnen als ze zeggen dat ‘een leven in harmonie met de natuur’ vanzelf tot een virtuoos leven leidt? Dat lijkt helemaal niet logisch. Als u de natuur onderzoekt komt u dingen tegen als krachten, deeltjes en natuurwetten. Hoe zou de Tweede wet van de thermodynamica u iets over ‘het goede leven’ kunnen vertellen?  De fysische natuur is waardeneutraal. Het zegt iets over hoe de wereld is, niet over hoe het zou moeten zijn. Het lijkt onmogelijk om uit empirische feiten waardeoordelen af te leiden. De meeste moderne filosofen zijn daarom van mening dat je niet kunt beredeneren wat ‘goed’ en ‘slecht’ is. “you can’t get an ought from an is’ zoals Hume het stelde. Het zou onmogelijk zijn om morele conclusies uit feitelijke beweringen af te leiden. Ethische overtuigingen zouden berusten op niet-rationele voorkeuren. Dat lijkt bevestigd te worden doordat van cultuur tot cultuur verschilt wat mensen wel en niet ethisch vinden. Over abortus, vegetarisme, godslastering, homoseksualiteit, seks en wat al niet meer, lijken de verschillende culturen het niet met elkaar eens te zijn. Bovendien verschilt het beeld van goed en kwaad  binnen die culturen zelf ook nog eens van periode tot periode. Het lijkt er dus op dat er een strikt onderscheid gemaakt moet worden tussen ethische uitspraken en empirische beweringen.

Moderne filosofen nemen Hume hierin heel serieus en vragen zich af wat een ethische uitspraak nou eigenlijk is als het los staat van empirische of logische uitspraken. Sommigen komen zelfs tot de conclusie dat de uitspraak ‘x is slecht’ niets anders is dan de stelling ‘x is tegen de regels’, of ‘x staat me niet aan’ of zelfs ‘x, hé bah!’. Dit maakt ethiek simpelweg tot een kwestie van gewoonte of smaak. Biedt de rede ons dan helemaal geen middelen om de overtuiging ‘de Holocaust was slecht’ te onderscheiden van uitspraken als ‘ik vind de Holocaust niet leuk” of ‘mijn cultuur keurt de Holocaust af’? 

In een poging om deze onverteerbare conclusie te ontlopen hangen veel mensen hun ethiek daarom op aan de geboden van een hogere macht. Dat is nu precies het nut van een godsdienst, zeggen die mensen. Toch heeft Plato deze stelling al ver voor het ontstaan van de grote monotheïstische godsdiensten de grond in geboord. In zijn dialoog de ‘Euthyphro’  laat hij Socrates de vraag onderzoeken of iets nu goed is omdat de goden het ons opdragen, of gebieden de goden ons bepaalde dingen omdat die dingen goed zijn? Als het eerste het geval is en de goden geen reden voor hun geboden hebben, waarom zou je ze dan serieus nemen? Als de goden je de opdracht geven om kinderen te offeren is die daad daarmee dan opeens goed geworden? ‘Maar dat zouden ze nooit doen’, zouden ze kunnen tegenwerpen. Als dat zo is waarom dan naar de goden luisteren als je ook rechtstreeks naar de redenen zelf kunt kijken? (In de christelijke, islamitische en joodse heilige boeken beveelt god trouwens met de nodige regelmaat om kinderen te martelen en vermoorden).

De stoïcijnen lijken het fundamentele principe dat uit feiten geen waarden kunnen worden afgeleid te ontkennen. Dit doen ze alleen al met hun stelling dat een leven in harmonie met de natuur gelijkstaat met een goed en virtuoos leven. Stoïcijnen ontkennen Hume’s principe echter niet, ze gaan nog een stap verder en komen met een behoorlijk radicale stelling. In hun ogen is het universum helemaal niet waardeneutraal. Zij zeggen dat het universum goed is zoals het is. Het universum is een geordend doelgericht systeem dat we moeten proberen te begrijpen om een virtuoos leven te leiden.

De stoïcijnen zien het universum als een bewust en in zekere zin doelgericht wezen. Een wezen dat ze zelfs ‘Zeus’ of  ‘god’ noemen. U moet daarbij niet denken aan de traditionele antropomorfe godheid van de reguliere religies. Volgens Cicero zei Chrysippus dat de natuur bewust is en dat de natuur daarom gelijk staat aan ‘god’. Het universum wordt daarmee rationeel, doelgericht en normatief. Hoe de wereld zou moeten zijn wordt dan gedefinieerd door hoe de wereld daadwerkelijk is. Het is aan ons kleine bewuste wezentjes om te onderzoeken hoe het grote bewuste wezen van het universum de dingen geregeld heeft. Als we daar zo goed en kwaad als het gaat achter zijn, is het aan ons om ons te schikken naar de perfecte rationele orde van het universum. Het heeft geen zin om je er tegen te verzetten, de wereld is zoals hij is en zoals het is, is het goed. In feite lijken de stoïcijnen hier te zeggen dat er niet zoiets als moraal bestaat. Als alles goed is zoals het is dan bestaat ‘het kwaad’ dus niet. U zult zich nu wel afvragen wat u daar mee opschiet. In feite lijken de stoïcijnen nog een graadje erger dan de postmoderne cultuurrelativistische filosofen van vandaag de dag. In plaats van te zeggen dat de Holocaust slecht was omdat we nu eenmaal in een cultuur leven die het uitroeien van bevolkingsgroepen niet ok vindt, zeggen de stoïcijnen dat de Holocaust ok was omdat alles wat er is ‘goed’ is. Allesbehalve bevredigend.

De stoïcijnse bewering dat de wereld goed is zoals hij is, lijkt misschien toch niet zo’n heel geweldige basis voor een ethisch systeem. Dat zou tenslotte ook betekenen dat verschrikkingen als de Holocaust ‘goed’ zouden zijn. De eerder beschreven stoïcijnse leer van de ‘oikeiosis’ maakt dit toch een beetje anders. Bij nadere beschouwing zijn feiten en rede helemaal niet zo’n slechte basis voor een enigszins aanvaardbaar ethisch systeem. Het is tenslotte een feitelijke vaststelling dat mensen liever prettige dingen ervaren dan vervelende dingen, en dat mensen liever in een gemeenschap leven dan als Robinson Crusoë op een onbewoond eiland. Het is een natuurlijk feit dat mensen voor hun overleven afhankelijk zijn van andere mensen. Ons welzijn is afhankelijk van wat andere mensen doen, zoals hulp bieden als we in nood zijn en ons niet zonder reden kwaad berokkenen.

Deze feiten maken alles op slag anders. Reciprociteit is ook zo’n natuurlijk feit waar u onmogelijk omheen kunt. Zodra u stelt dat een ander u geen kwaad mag berokkenen, kunt u niet langer volhouden dat u zelf die ander wel kwaad mag berokkenen. Als u met een ander een rationele discussie aangaat over uw welzijn kunt u niet meer volhouden dat alleen uw belang geldt en niet de belangen van die ander. U neemt geen uitzonderingspositie in het universum in. Elke discussie waarin u uw welzijn boven dat van de ander stelt is irrationeel. Als u natuurlijke feiten als eigenbelang en groepsvorming combineert met de inwisselbaarheid van gezichtspunten komt u bij de kern van elke ethiek. De beroemde Gulden Regel die in allerlei variaties zegt: ‘alles wat gij niet wilt wat u geschiedt doe dat ook de ander niet’. Versies van deze ethische leefregel zijn niet alleen te vinden in het christendom, maar ook in de islam, het jodendom, het boeddhisme, het hindoeïsme, het confucianisme en bij alle andere religieuze en ethische stelsels. U vindt dit fundamentele ethische beginsel zelfs terug bij de vermaning waarmee kleine kinderen tot de orde worden geroepen: ‘Hoe zou jij het vinden als ze dat ook bij jou zouden doen?’.

Eigenbelang, gemeenschapszin en wederkerigheid zijn ingebakken menselijke eigenschappen. Het zijn feiten over de natuur van de mens. Deze feitelijke stellingen zijn onafhankelijk van godsdienst, tijdsperiode, gewoonte of smaak. Mensen zijn bewuste rationeel denkende wezens voortgebracht door de evolutie met kwetsbare en naar energie hunkerende lichamen. Gedreven door pijn en lust prikkels proberen ze letsel en honger te voorkomen. Om de rede te kunnen beoefenen moeten bewuste wezens als mensen een lichaam en een gemeenschap hebben. Dit maakt dat eigenbelang en gemeenschapszin onlosmakelijk deel uitmaken van de menselijke rede. En uit eigenbelang en gemeenschapszin vloeit als vanzelf datgene wat wij ethiek noemen voort. Ethiek ontstaat als vanzelf op het moment dat sociaal levende en hun eigenbelang nastrevende wezens op onpartijdige manier omgaan met botsenden belangen en verlangens binnen de groep. Een ethiek die zich via het proces van ‘oikeiosis’ steeds verder ontwikkelt en de kring van mensen en wezens die onder de gemeenschap vallen weet uit te breiden. 

Dat betekent natuurlijk niet dat mensen altijd ethisch handelen. Het betekent wel dat ethisch handelen rationeel is en dat mensen die ‘slechte’ dingen doen, zich vooral vergissen in wat verstandig is om te doen. Mensen kunnen gewoon irrationeel zijn en zich vergissen in, of waanbeelden hebben over de feitelijke situatie. Ze kunnen redeneerfouten maken en uit het oog verliezen wat voor hen het zwaarst weegt en wat ze moeten doen om hun belangrijkste doelen als bewust, rationeel wezen te verwezenlijken. Mensen moeten leren om rationele ethische besluiten te nemen. De Holocaust wordt zo een kwestie van slecht denkwerk, een kwestie van irrationele mensen die een waanbeeld nastreven met verschrikkelijke gevolgen voor hun medemensen.

Irrationaliteit is in stoïcijnse ogen dus de bron van alle ‘kwaad’. Mensen zijn rationele wezens en het kan hen verweten worden als ze die rationaliteit verwerpen of slecht gebruiken. Het is voor een mens een natuurlijke plicht om zich zo redelijk mogelijk te gedragen. HIer komt de stoïcijnse doctrine van de ‘oikeiosis’ om de hoek kijken. ‘Oikeiosis’ wordt door hen omschreven als een proces van morele rijping waarbij een leerling stoïcijn leert te onderscheiden en accepteren wat in zijn macht ligt en wat daarbuiten staat. Wat tot zijn wezen behoort en wat niet. Er bestaat geen goed Nederlands woord voor het Griekse begrip ‘oikeiosis’. ‘Oikos’ betekent iets wat op ons woord gezin of huishouden lijkt, en omvat alles wat daartoe behoort, niet alleen de directe familie maar ook de slaven, de huisdieren, planten en grond. De stoïcijnen gebruiken deze term om het proces aan te duiden waarbij u leert wat uw werkelijke plaats in de wereld is. Wat uw echte thuis is.

Diogenes Laërtius omschreef het als volgt:

De stoïcijnen zeggen dat de eerste impuls van een levend wezen gericht is op zelfbehoud. De natuur zorgt ervoor dat we onszelf het dierbaarst zijn. In het eerste deel van zijn boek ‘Doeleinden’ schrijft Chrysippus: ‘het dierbaarst voor elk levend wezen is het eigen bestaan en zijn bewustzijn daarvan’. Het zou immers raar zijn als de natuur het levende wezen zich van zichzelf zou laten vervreemden of dat de natuur het door hem gecreëerde wezen geen liefde voor zichzelf zou laten kennen. Je kunt wel concluderen dat de natuur alle levende wezens heeft uitgerust met zelfliefde, waardoor het alles wat schadelijk voor hem is afstoot en alles wat goed voor hem is nastreeft. De stoïcijnen tonen daarmee aan dat de mensen die zeggen dat de eerste impuls gericht is op het ervaren van genot ongelijk hebben. Ze zeggen dat plezier een bijkomstigheid is die de natuur gebruikt om het voortbestaan te bevorderen, (Diogenes Laërtius; boek VII, paragraaf 85)

De stoïcijnen wijzen er op dat ieder mens al als baby een niet aangeleerde instinctmatige drang tot zelfbehoud heeft. Kleine kinderen missen de vaardigheden om over het ‘goede’ na te denken, toch is het duidelijk dat ze streven naar wat goed is voor hun voortbestaan. Deze aangeboren drang tot zelfbehoud is niet minder natuurlijk en niet minder noodzakelijk dan een natuurwet als de Tweede wet van de thermodynamica. Van kleins afaan streven mensen dus naar wat goed voor hen is en die streving heeft niets te maken met cultuur of conventies. Het is een natuurwet. Het is een ‘is’ die een ‘ought’ impliceert. Kleine kinderen kunnen nog niet redeneren, ze zijn potentieel rationeel, een soortement van proto-rationeel. maar dan ook niet meer dan dat. De natuur heeft hen uitgerust met een impuls om na te streven wat waarde voor hen heeft en te ontlopen van schadelijk voor hen is.. De stoïcijnen beschouwen deze universele impuls tot zelfbehoud als een natuurlijke aangeboren waardeoordeel over wat ‘goed’ is. Een waardeoordeel dat niet is aangeleerd, los staat van conventies en dat daarom een ‘is’ is die een ‘ought’ impliceert.

Deze natuurlijke impuls tot zelfbehoud vormt voor de stoïcijnen de basis van hun ethiek. Tijdens de  lichamelijke en geestelijke groei van het kind ontplooit zich het proces van de ‘oikeiosis’. Een proces waarbij het kind zich eerst bewust wordt van de waarde van zijn vader en moeder. Nadat het kind zich bewust is geworden van het belang van zijn gezin verbreedt zijn besef zich stapje voor stapje van zijn familie naar zijn buren, gemeenschap, land en uiteindelijk naar de mensheid als geheel.  De stoïcijnse filosoof Hierocles beschreef dit proces aan de hand van elkaar omvattende concentrische cirkels. Eerst is het kind zich alleen bewust van de waarde van de kleine cirkel van zijn gezin, maar langzaam maar zeker gaat het waardebesef een grotere cirkel omvatten. In een natuurlijk groeiproces leert het kind het belang van andere mensen te erkennen. Een belang dat zich uit in natuurlijke gevoelens van genegenheid. De boeddhistische term ‘metta’ geeft een treffende omschrijving van deze stoïcijnse vriendelijke en welwillende houding tegenover de ander.

Iedere expansie van deze cirkel van welwillende genegenheid is een stap verder in het ‘oikeiosis’ proces. Het is een proces dat ieder menselijk wezen zou moeten willen volbrengen. Het is het summum van stoïcijnse virtuositeit. Niet dat dat betekent dat iedereen het volledig zal weten te volbrengen. De weg zelf is zelfs belangrijker dan het einddoel. Het proces van ‘oikeiosis’ eindigt pas bij de wijze die geleerd heeft om waarde te hechten aan alle bewuste wezens in het heelal. Aan het einde van het proces is de wijze een echte kosmopoliet geworden, een ware bewoner van de kosmos.

 


zaterdag 9 april 2022

10.4 Stoïcijns fatalisme

Bij lezing van de vorige paragraaf en de titel van deze paragraaf zult u wel denken: wat een ouderwetse fatalistische instelling die past toch helemaal niet bij het leven van de hedendaagse dynamische mens. Misschien dat een slaaf in de oudheid en een middeleeuwse boer zonder noemenswaardige invloed op het verloop van hun leven troost konden vinden in dit concept, maar voor het moderne leven lijkt het totaal ongeschikt. Als u er wat dieper op ingaat zou dat nog wel eens kunnen meevallen. Het ‘amor fati’ valt misschien wat beter te verteren als u bedenkt dat u, waarschijnlijk zonder het te weten, nu al voor een groot deel fatalistisch bent. U bent ongetwijfeld fatalistisch over het verleden. Ieder weldenkend mens zal er mee instemmen dat wat hij ook doet en hoe hij ook zijn best doet geen enkele van zijn handelingen er in zal slagen het verleden te veranderen. We zijn volkomen fatalistisch over de dingen die gebeurd zijn. Gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer.

Hetzelfde geldt echter ook voor het hier en nu. Alles wat er op dit exacte moment gebeurt wordt veroorzaakt door gebeurtenissen uit het verleden. Over wat ons op precies dat enige kleine moment in de eeuwigheid dat wij leven en waar we ons van bewust zijn overkomt hebben we geen invloed meer. Het is het gevolg van al die momenten die er aan vooraf zijn gegaan en waar we het al over eens waren dat we er geen invloed op kunnen uitoefenen. Misschien dat de dingen die u nu doet over een paar seconden, uren, dagen of jaren effect hebben, maar aan dit ene moment kan het niets meer veranderen.

Maar zelfs op uw toekomst heeft u maar heel weinig invloed. Er kunnen zoveel dingen gebeuren die uw prachtige plannen en uw noeste inspanningen dwarsbomen. Tegenslag is nu eenmaal onontkoombaar. Het kan ook wel eens meezitten, maar ook mazzeltjes liggen doorgaans buiten uw sfeer van invloed. Het enige wat u kunt doen is in het hier en nu uw best doen en uitvoeren wat redelijkerwijs zou kunnen bijdragen aan het bereiken van uw toekomstplannen. Behalve dit hele kleine beetje invloed heeft u verder geen enkele controle over de vraag of u uw doelen ook echt zult halen.

Zo heeft het dus geen enkele zin om u zorgen te maken over het verleden en al evenmin over het heden of de toekomst. U kunt natuurlijk wel lering trekken uit het verleden en u voorbereiden op de toekomst. Daar is niets mis mee. Stoïcijnen proberen echter vooral binnen de grenzen van hun mogelijkheden in het hier en nu ‘virtuoos’ te handelen. Oefen daarom de stoïcijnse acceptatie (apatheia) door u er aan te herinneren dat het verleden niet meer veranderd kan worden en dat de toekomst ongewis is en zich zomaar tegen uw plannen zou kunnen keren. Stoïcijnen willen alleen de dingen die echt binnen hun sfeer van invloed liggen. Wat betekent dat ze willen uitblinken in karakter en handelen en alles accepteren wat buiten hun controle ligt.

Zoals we eerder zagen denken stoïcijnen ook nog dat u helemaal niet echt gelukkig wordt door te verkrijgen waar u naar verlangt. De hedonistische adaptatie staat er immers garant voor dat er telkens weer nieuwe verlangens opduiken. U kunt alleen gelukkig worden door te leren tevreden te zijn met het leven dat u nu leidt. Dat scheelt u een hoop overbodige inspanningen en tegenslagen. Ik weet het waarde ‘prokopton’, dit gaat in tegen alles wat uw ouders, scholen, managementgoeroes, andere zelfhulpboeken en economen u proberen wijs te maken. Volgens hen moet u ambitieus zijn en uw uiterste best doen om vooruit te komen. Maar als u er voor blijft kiezen om steeds nieuwe wensen en verlangens na te jagen zult u zich het grootste deel van uw leven ontevreden en ongelukkig voelen. Zoals we eerder zagen leidt de hedonistische adaptatie er al gauw toe dat eenmaal bevredigde verlangens gaan vervelen en vervangen worden door weer nieuwe verlangens. De eerste tijd bent u in de wolken en kunt u niet van uw nieuwe speeltje afblijven, maar na een paar dagen of hooguit weken bent u eraan gewend en is het alweer gewoon geworden. De hoogste tijd voor een nieuw verlangen.

U hebt dus twee mogelijkheden: of u verzet zich vanuit de stompzinnige illusie dat u de wereld kunt controleren en dat al uw wensen in vervulling komen, of u laat u net als de hond van Zeno meevoeren met de realiteit van het lot, geniet van het uitzicht en pik onderweg zo hier en daar nog iets leuks mee. Want dit is de volgende stap, het gaat erom dat u niet alleen accepteert wat de wereld u brengt, maar dat u zelfs leert te genieten van wat er gebeurt. Hoe moeilijk het soms ook kan zijn, dit is de echte stoïcijnse ‘amor fati’. Seneca zei het zo: ‘wie het verlangen en de hoop laat varen wordt tevreden met wat het lot hem brengt en is nergens meer bang voor’. Ook Epictetus raadde zijn leerlingen aan om de dingen die het leven hen voorschotelde met enthousiasme te aanvaarden.

“Bedenk dat je een speler bent in het toneelstuk van een ander. Wil de schrijver dat je een korte rol speelt? Speel dan een korte rol. Wil hij dat je een lange rol speelt? Speel dan een lange rol. Moet je een bedelaar spelen, speel die rol dan met verve. Hetzelfde geldt voor een rol als gehandicapte, koning of gewoon burger.” (Epictetus, Handboekje 17)


Oefening: Het sereniteitsgebed

Eén van de belangrijkste manieren waarop de stoïcijnen hun sereniteit wisten te behouden was door hun tactiek van acceptatie. Epictetus vatte het zo samen:

“Probeer niet de dingen te laten gebeuren zoals jij dat wilt, maar wil de dingen zoals ze ook gebeuren en je leven zal vanzelf gaan.” (Epictetus, Handboekje hoofdstuk 8))

Dit betekent niet dat je jezelf passief overgeeft aan wat er gebeurt. De stoïcijnse acceptatie of ‘apatheia’ is niets anders dan het erkennen dat sommige dingen nu eenmaal buiten je controle liggen. Als er iets vervelends gebeurt dat buiten je controle ligt kun je dat maar beter gewoon accepteren. Dat betekent natuurlijk niet dat je niet je best doet om de situatie in je voordeel om te buigen. Want dat is immers iets wat je wel onder controle hebt. Je accepteert de feiten zoals ze zijn, maar je geeft niet op. Het beroemde sereniteitsgebed van de AA (anonieme alcoholisten) geeft een prima samenvatting van deze stoïcijnse doctrine:

Geef me de kracht om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen.
Geef me de moed om te doen wat ik kan.
En geef me de wijsheid om het verschil te kennen.

Leer deze mantra uit uw hoofd en herhaal hem regelmatig totdat hij automatisch in uw hoofd komt op momenten dat u zich door de omstandigheden overdonderd voelt.


U zult misschien denken dat deze ‘apatheia’ stoïcijnen tot ongemotiveerde zoutzakken zonder enige ambitie maakt. Ze zijn tevreden met wat ze hebben, waarom zouden ze zich dan inspannen om iets van hun leven te maken? Stoïcijnen geven inderdaad niets om succes, rijkdom of roem en zullen dat soort dingen nooit bewust najagen. In de ogen van de moderne mens maakt dit hen tot ambitieloze zonderlingen. Maar hun schijnbare gebrek aan ambitie betekent niet dat ze stilzitten en niets bereiken. Seneca was een beroemd filosoof, toneelschrijver, wetenschapper en staatsman en misschien wel één van de rijkste mensen ooit (naar huidige maatstaven zou zijn vermogen veel van de moderne miljardairs doen verbleken), Marcus Aurelius was één van de succesvolste Romeinse keizers en Epictetus leidde een prima lopende eliteschool. Ondanks hun gebrek aan moderne ambitie kunnen stoïcijnen weldegelijk heel wat teweeg brengen.


zaterdag 2 april 2022

10.3 Amor fati en de staf van Hermes

 U begint nu door te krijgen dat de dingen die echt belangrijk zijn voor uw virtuositeit en geluk nu net die dingen zijn waar u de volledige controle over hebt. Het is niet makkelijk om die controle ook echt te verkrijgen en vast te houden, maar het is wel iets dat in principe volledig in uw macht ligt. Tegelijkertijd krijgt u door dat al het andere onbelangrijk is voor uw geluk. U zult er zo tot uw verbazing achter komen dat alles buiten u zelf, alles uit de externe wereld eigenlijk geen rol speelt in een gelukkig leven. Misschien wist u dat ook al wel een beetje en was het u al opgevallen dat de mensen die het gelukkigst lijken te zijn helemaal niet lijken te geven om materiële rijkdom en zelfs hun gezondheidstoestand lijkt niet of nauwelijks van invloed te zijn op hun geluksniveau. Het zijn vaak mensen met een vrolijk en tevreden karakter die zelfs wanneer alles ze tegenzit nog best gelukkig lijken te zijn.

Zodra u zich begint te realiseren dat we de dingen die in onze wereld gebeuren, met inbegrip van de manier waarop andere mensen handelen, niet onder controle hebben, komt u in het bezit van een prachtig geschenk. Vanaf dat moment kunt u alles doen met een soort sereniteit, een hernieuwde gemoedsrust en een gevoel van zelfvertrouwen. U doet dit door te handelen 'onder voorbehoud'. U wilt iets doen en gaat ook echt uw best doen om het te doen, maar bedenkt er wel bij dat u nooit zeker kunt zijn van het eindresultaat. Het handelen onder voorbehoud is het equivalent van het internaliseren van uw doelen uit een vorige les. U neemt zich voor om uw best te doen om iets te bereiken, maar weet niet zeker of u ook zult slagen. Er kan immers van alles tussen komen. U verinnerlijkt uw plannen en handelt onder voorbehoud. Seneca zegt hierover:

“Het is het veiligst om Fortuna zo min mogelijk uit te dagen, houd haar altijd in gedachten maar vertrouw haar in niets. Dus: 'Ik zal op reis gaan, tenzij er iets gebeurt', en 'Ik zal praetor (rechter) worden tenzij iets mij tegenhoudt' en 'mijn bedrijf zal succesvol zijn, tenzij er iets tussenkomt’. Dat is waarom we zeggen dat er bij een wijs man niets tegen zijn verwachtingen in gebeurt.” (Seneca, Over geestelijke rust 13,2-3,)

Twee andere citaten illustreren eenzelfde aanpak:

“Zij [de stoïcijnen] zeggen dat er niets gebeurt met de wijze, dat in strijd is met zijn neiging of zijn wil of zijn voornemen, omdat hij alles doet met een zekere reserve, zodat niets dat hij niet zou willen onverwacht kan komen.” (Stobaeus 2.115.5-9)

“De wijze doet elke handeling onder het voorbehoud: 'ik zal het doen als er niets gebeurt dat me tegenhoudt'. Daarom zeggen we dat bij hem alles lukt en dat er voor hem niets onverwachts gebeurt: omdat hij altijd in zijn achterhoofd houdt dat het mogelijk is dat er iets tussen kan komen.” (Seneca, Over het goede 4.34.4)

Maar moeten we dan zo maar alles wat ons overkomt accepteren? Moeten we bij een tegenslag onze plannen meteen laten varen en zeggen dat we toch al onder voorbehoud handelden? Maakt dat een stoïcijn niet tot een doetje die alles maar over zich heen laat komen? Een fatalist die zielig in een hoekje blijft zitten om de slagen van het lot te incasseren. Dat zou u kunnen denken, maar toch waren stoïcijnen allesbehalve passieve figuren die over zich heen lieten lopen. Het waren politici, zakenlui, opstandige en controversiële critici die midden in de maatschappij stonden en zich niet zomaar opzij lieten zetten. Ze lieten zich niet door een enkele tegenslag uit het veld slaan. Ook een moderne stoïcijn zal actie ondernemen om de dingen die hem na aan het hart liggen te veranderen. Hoe valt dat met het accepteren van alles wat er gebeurt te rijmen?

De meeste mensen proberen rijk, gezond, populair en machtig te worden. Ze verlangen intens naar mooie en dure spullen, een aantrekkelijke partner en lekker eten. Tegelijkertijd zijn ze bang om ziek te worden, hun baan te verliezen of bedrogen te worden door die mooie partner. Als de werkelijkheid zich tegen hun verlangens keert en hun ergste angsten uitkomen worden ze kwaad en verdrietig. Ze verspillen hun energie aan ach en wee roepen over feiten waar ze toch niets meer aan kunnen veranderen.

In de ogen van de stoïcijnen gaat dit allemaal om onbelangrijke dingen die geen enkele rol spelen bij het verkrijgen van een virtuoos leven. Het is misschien wel rationeel en natuurlijk om te proberen ze te verkrijgen en zelfs om er je best voor te doen, maar het gaat wel om dingen waar we geen of nauwelijks controle over hebben. Dus om dingen die de potentie hebben om ons ons behoorlijk ellendig te laten voelen als we er niet in zouden slagen ze te veroveren of te vermijden. Als je niet krijgt waar je intens naar verlangt voel je je ellendig. Als je vervalt in de dingen die je tot elke prijs probeert te vermijden voel je je zo mogelijk nog ellendiger. Een volkomen onnodig gevoel, dat maar beter vermeden kan worden. De stoïcijnen hadden daar een aantal bijzonder effectieve technieken voor. Zoals bijvoorbeeld de techniek van de ‘amor fati’.

Eén van de belangrijkste eigenschappen van een mens is zijn wilskracht, zijn discipline, kortom zijn vermogen om beslissingen te nemen. Dat is tenminste wat ons verteld wordt en wat we denken te ervaren. Alles wat u tot nog toe bereikt hebt is tenslotte het resultaat van hard werken en het goed inzetten van uw wilskracht. Eigenlijk verwachten we ook dat de wereld ons beloont voor onze inspanningen. Als we maar hard genoeg ons best doen dan krijgen we wel wat we willen. We krijgen die goede baan, die mooie partner en die leuke kinderen. Sterker nog als we maar goed genoeg ons best doen vinden we zelfs dat we recht op een leuk en succesvol leven hebben. Dat is het beeld waarmee onze scholen, Hollywood, de managementgoeroes en de jongens van de reclame ons maar blijven indoctrineren.

We leven in een wereld van winnaars, verliezers bestaan niet. Deze cultuur van wilskracht, hard werken en ambitie maakt het zo verdomd moeilijk om te accepteren dat de werkelijkheid niet zo in elkaar steekt. Sterker nog in onze wereld van ‘jonge’, dynamische en vooral ambitieuze mensen is het ondenkbaar en zelfs een taboe om te verkondigen dat het zo niet werkt. Als u maar hard genoeg uw best doet dan gaat alles u toch voor de wind? Het voelt zwak en u voelt zich een enorme loser als de dingen niet zo lopen als u wilt. Als u mislukt is dat uw eigen schuld. U hebt gewoon niet hard genoeg uw best gedaan.

De stoïcijnse psycholoog en grondlegger van de cognitieve gedragstherapie Albert Ellis noemde dit ‘musturbation’. De foutieve en schadelijke overtuiging dat de dingen moeten (must) gaan zoals u wilt dat ze gaan. Een overtuiging net zo onproductief als echte masturbatie. Het voelt lekker, maar het brengt niets voort. In tegenstelling tot masturbatie is ‘musturbation’ echter niet leuk en wel schadelijk voor uw gezondheid. ‘Musturbation’ weerhoudt u ervan om de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Het geeft u een fata morgana van de wereld die telkens weer tot nieuwe teleurstellingen aanleiding geeft. Het ergste is dat u niet met de werkelijkheid aan de slag gaat zoals die echt is. Of die nu leuk is of juist heel vervelend.

U hebt niet overal aanleg voor, hoe hard u ook uw best doet. Er gebeuren nu eenmaal vervelende dingen, het is niet altijd zonnig, soms regent en stormt het, ongelukken en ziektes kunnen iedereen overkomen, mensen kunnen nu eenmaal grof en soms zelfs kwaadaardig zijn. Kortom: ‘shit happens’. Het is zinloos om u hiertegen te verzetten. Dat kost alleen maar energie en levert een hoop ergernis en verdriet op, zonder dat er ook maar iets in de wereld door verandert. De enige remedie hiertegen is acceptatie of te wel ‘amor fati’. De Yoda van de klassieke wereld Epictetus zei het als volgt: ‘probeer niet alles volgens je wil te laten gebeuren, maar laat het gebeuren zoals het komt’. De stoïcijnen noemden dit de kunst van ‘apatheia’, de kunst van berusting en acceptatie. De Romeinse dichter Horatio schreef: ‘feras non culpes quod vitari non potest’, ‘wat niet genezen kan worden, moet doorstaan worden’.

De titel van deze paragraaf ‘amor fati’ is eigenlijk afkomstig van Nietzsche: ‘heb datgene lief wat noodzakelijk is’ was zijn motto en dat zou zomaar ook het motto van de stoïcijnen geweest kunnen zijn. Het begint ermee dat u accepteert wat het noodlot op uw pad brengt. U hoeft het niet meteen leuk te vinden, maar u zal het er wel mee moeten doen. De werkelijkheid is het materiaal waar u mee aan de slag moet of u het nu wilt of niet. Zeno gebruikte een metafoor om dit te beschrijven. Je bent als een aan een kar vastgebonden hond. Je wordt meegetrokken waar die kar ook naar toe gaat. Je kunt je verzetten en naar links of naar rechts trekken of je hakken in het zand zetten, maar meegesleurd wordt je uiteindelijk toch. Die hond zou het een stuk prettiger hebben als hij in plaats van zich te verzetten met de kar mee zou gaan lopen. Misschien komen er onderweg nog wel wat interessante dingen langs.

Maar ‘amor fati’ gaat verder dan alleen maar accepteren wat u overkomt. Zoals u weet zijn externe gebeurtenissen onbelangrijk voor een virtuoos leven. Dat betekent echter niet dat u er koud en ongeïnteresseerd tegenover hoeft te staan. Sommige externe gebeurtenissen vallen te prefereren boven andere, maar ook de minder prettige gebeurtenissen en dingen kunnen met een zekere vreugde worden verwelkomd. Een stoïcijn wil in overeenstemming met de universele natuur leven en zal dan ook alles wat die universele natuur op zijn pad brengt blijmoedig aanvaarden. Hij zal ze niet alleen aanvaarden, maar zal zelfs willen dat ze gebeuren. Ze zijn immers afkomstig van de universele natuur en onontkoombaar. En dat geldt, hoe gek het ook klinkt, ook voor de vervelendste dingen.

Het blijft normaal om er de voorkeur aan te geven dat de dingen op een voor u gunstige manier verlopen. Ook als stoïcijn moet u daarom zeker uw uiterste best blijven doen om de dingen, ijs en weder dienende, uw kant te laten opvallen. U mag het zich echter niet aantrekken als dat niet altijd, of misschien zelfs nooit, lukt. U moet accepteren dat u het verleden niet kunt veranderen en dat u over de toekomst hoe u ook uw best doet maar een heel beperkte invloed kunt uitoefenen. Die acceptatie is al moeilijk genoeg, maar de stoïcijnen gaan zelfs nog een stap verder en verwachten met hun ‘amor fati’ van hun leerlingen niets minder dan dat ze van de slechte dingen die hen overkomen houden. Om de ronduit slechte dingen die er zo nu en dan met u, andere mensen en de wereld gebeuren ook echt te willen is andere koek. De techniek van de staf van Hermes kan u hierbij helpen.


Oefening: De staf van Hermes

Probeer vanaf nu iedere tegenslag, ieder obstakel dat u belemmert bij het bereiken van uw doelen, te beschouwen als een kans. U moet obstakels en tegenslagen gaan zien als een mogelijkheid om uw karakter te trainen. De staf van Hermes is een methode die de stoïcijnen aanraden om te helpen een vervelende situatie minder vervelend te laten worden. Volgens een mythe kon de god Hermes door met zijn staf voorwerpen aan te raken die voorwerpen in goud veranderen. Een techniek waar de alchemisten eeuwenlang tevergeefs naar gezocht hebben, maar die al eerder door de stoïcijnen was ontdekt. Alles wat u als stoïcijn onderneemt, onderneemt u onder de voorwaarde dat er niets tussenkomt. Het zogenaamde stoïcijnse voorbehoud. Maar de stoïcijnen gingen zelfs nog een stap verder. Ze zagen in ieder obstakel een mogelijkheid om hun virtuositeit te oefenen. Ze veranderden een tegenslag op die manier in een kans.

U heeft een belangrijke afspraak, maar er staat een lange file waardoor u te laat komt. U stapte in uw auto om naar de afspraak te gaan, maar had daar al van te voren het voorbehoud bij gemaakt dat niets u zou belemmeren om ook echt op tijd te komen. U had zich er alleen maar aan verbonden om uw best te doen om op tijd op de afspraak te verschijnen. U bent ruim op tijd vertrokken en heeft de fileberichten gecontroleerd, maar er is een vrachtwagen geschaard en u komt toch nog in een onverwachte file terecht. Er zit geen beweging in de lange rij auto’s voor u. Geen twijfel mogelijk, u zult te laat komen. Ondanks die tegenslag bent u er dus gewoon in geslaagd om te bereiken wat u wilde, namelijk uw best doen om op tijd te komen. Niets aan de hand dus, maar nu doet zich zelfs nog een andere gelegenheid voor om te bewijzen dat u een echte stoïcijn aan het worden bent.

De file biedt u namelijk de mogelijkheid om andere stoïcijnse vaardigheden te oefenen. De file is iets wat buiten uw controle ligt, er is dus geen enkele reden om u druk te maken over de vertraging die u oploopt. Het obstakel van de file is zelfs een prachtige gelegenheid om uw stoïcijnse gelijkmoedigheid te trainen. U kunt laten zien dat u geen slaaf van uw verlangens bent en dat de dingen waar u geen controle over hebt u koud laten. De vertraging doet u niets u blijft geduldig wachten tot de file zich weer oplost en hebt in die tijd ook nog eens uw stoïcijnse vaardigheden geoefend. Hoe vaker u uw gelijkmoedigheid kunt trainen hoe sterker die karaktereigenschap wordt. De staf van Hermes heeft de tegenslag zo in een gouden kans om u te bewijzen veranderd.


U kunt zich zelfs verbeelden dat het universum expres allerlei uitdagingen op uw pad brengt om u zo de gelegenheid te geven om te kunnen groeien. Sommige stoïcijnen dachten dit trouwens echt. In hun ogen is het universum een bewustzijn, een deel van dat bewustzijn is het eerder genoemde ‘hegemonikon’ van de mens. Dit bewuste universum wil dat het menselijk ‘hegemonikon’ zich ontplooit en perfectioneert en biedt het daarom allerlei problemen en levenslessen aan. Door te leren daar op een virtuoze manier mee om te gaan perfectioneert een individu zijn eigen zelfbewustzijn (hegemonikon) en daarmee, indirect, ook het bewustzijn van het universum zelf. Dit gaat mij te ver, maar misschien dat het u wel kan helpen om allerlei tegenslag beter te kunnen aanvaarden. Hoe u hier ook in staat het neemt niet weg dat de staf van Hermes u kan helpen een vervelende situatie een beetje nut te geven en zo minder vervelend te maken. De staf van Hermes verandert zo alles wat u op uw levenspad tegenkomt in puur goud.