zaterdag 23 april 2022

RATIONALITEIT ALS HET GOEDE

 In de vorige blog hebben we het over het  ‘oikeiosis’ proces gehad. De ‘oikeiosis’ is daarmee een proces dat onlosmakelijk verbonden is met het je ontwikkelen tot een beter mens. ‘Oikeiosis’ staat gelijk aan het worden van een volwaardig lid van de menselijke soort. Stapsgewijs krijg je dan de volgende redenering:

1. Het is eigen aan ieder menselijk wezen (M) om na te streven wat goed is voor zijn welzijn.

2. Om zijn welzijn te bevorderen moet M het proces van ‘oikeiosis’ doorlopen.

3. Het is dus in het belang van iedere M om een proces van ‘oikeiosis’ te doorlopen.

4. Om aan een ‘oikeiosis’ proces deel te kunnen nemen moet M de aard van de werkelijkheid en in het bijzonder de menselijke natuur begrijpen, en beseffen dat die natuur waardegeladen is.

5. M moet in harmonie met die waardegeladen menselijke natuur willen leven.

6. Om in overeenstemming met de waardegeladen menselijke natuur te kunnen leven en daarmee een proces van ‘oikeiosis’ te volgen moet M alleen instemmen met rationele uitspraken over die natuur.

7. Het is dus in het belang van iedere M om alleen in te stemmen met rationele uitspraken.

8. Om dat mogelijk te maken moet M er mee instemmen dat rationaliteit het enige ware goede is.

9. Ieder menselijk wezen moet daarom tot de conclusie komen dat rationaliteit het enig ware goede voor hem is.

Dit verklaart Cicero’s uitspraak dat aan het eind van het ‘oikeiosis’ proces de wijze een volkomen rationeel  leven in harmonie met de natuur leidt. De stoïcijnse wijze begrijpt de waardegeladen natuur volledig in al zijn  complexiteit en ziet de verbanden die die natuur heeft met de menselijke aard. Hij beseft dat zijn eigen rationele natuur deel uitmaakt van de alomvattende rationele natuur van het universum in zijn geheel. De wijze leeft volgens het ritme van het universum en voelt zichzelf verenigt met dat universum.

Proposities 4, 5 en 9 vormen de kern van het stoïcisme. HIer stellen de stoïcijnen dat een mens om voortgang te kunnen boeken in een proces van ‘oikeiosis’ de waardegeladen aard van het universum moet leren kennen en in overeenstemming met die aard moet willen leven. Dit moet ieder menselijk wezen er uiteindelijk toe brengen dat hij erkent dat rationaliteit het enig ware ‘goede’ is. Deze proposities zijn contra intuÏtief, maar dat neemt niet weg dat ze weldegelijk uit algemeen aanvaarde proposities voortvloeien.

De redenering geeft in grote lijnen het grote stoïcijnse programma weer. Een enorm veeleisend programma met vele sub programmaś en parallele lijnen, maar wel allemaal gericht op het grote programma van de ‘oikeiosis’. Propositie 1. van de redenering creëert een stevig fundament van het bouwsel. Het is een natuurlijk feit dat ieder menselijke wezen vanaf zijn geboorte streeft naar het maximaliseren van wat hij als goed voor zichzelf beschouwt. De stoÏcijnen  wisten ook wel dat lang niet iedereen daar altijd even goed in slaagt. Veel mensen beseffen niet wat werkelijk in hun belang is en maken fouten bij hun streven naar het maximaliseren van hun eigen welzijn. Dat zijn dan echter geen fouten in de menselijke natuur, maar fouten in hun rationaliteit. Als mensen er niet in slagen om het ‘goede’ te doen is er sprake van een gebrek in hun feitenkennis of in hun vermogen tot goed redeneren. Het is hun feitenkennis of rationaliteit die tekort schiet. Dat valt hen te verwijten, maar is in principe reparabel.

Proposities 4 en 5 zijn al wat controversiëler. Hier stellen de stoïcijnen dat ieder mens om zichzelf te kunnen realiseren als mens de natuur moet bestuderen en bereid moet zijn om een leven te leiden conform de zo ontdekte aard van die natuur. Dit betekent dat u moet aanvaarden dat de wereld is zoals hij is en dat het ook rationeel is om de dingen te accepteren zoals ze zijn. Dat is iets anders dan de traditionele betekenis van ‘stoïcijns’ waarbij mensen ‘stoïcijns’ worden genoemd als ze tegenslag tandenknarsend maar onbewogen weten te incasseren. Het is niet zo dat een stoïcijn de wereld ziet als een tranendal waar je je met een ‘stiff upper lip’ doorheen moet zien te worstelen. Integendeel het universum is niet slecht en stom, maar juist goed en rationeel. Het is iets wat je met vreugde in al zijn aspecten moet doorleven.

Laten we eens een voorbeeld bij de hand nemen. Stel u moet een vliegtuig halen voor een heel belangrijk sollicitatiegesprek in een ver land. U bent  ruim van tevoren op een trein naar Schiphol gestapt. Zo ver van tevoren dat u nog alle tijd zou moeten hebben om nog wat taxfree te shoppen in het winkelcentrum. Vlak voor u station Schiphol binnenrijdt komt uw trein met een enorm gepiep van remmen in de tunnel tot stilstand. Na een poosje roept de machinist om dat er een rem is vastgelopen en dat er pas weer verder gereden kan worden als één en ander gerepareerd is. De tijd tikt door en na een uur begint het tot u door te dringen dat u uw vliegtuig niet meer gaat halen. U mist niet alleen uw vliegtuig maar ook een kans op die fantastische carrièrestap waar u al zo lang van droomt. Er is een bepaalde stand van zaken in de wereld ontstaan die uw plannen lijkt te dwarsbomen. U kunt nu op twee manieren reageren. U kunt kwaad worden en de conducteur de huid vol schelden en bij uw medepassagiers klagen over de belabberde staat van de Nederlandse spoorwegen. Of u kunt de wereld accepteren zoals hij nu eenmaal is. Het stoïcijnse antwoord is duidelijk. Het ligt in uw macht om één van de twee reacties te kiezen en een stoïcijn zal zeker kiezen voor de richting die hem het meeste geluk zal opleveren. Cicero verwoordde het zo:

Het antwoord van de stoïcijnen is simpel. Omdat het altijd goed is om in harmonie met de natuur te leven, en de wijze dat ook wil en kan, heeft hij het geluk altijd binnen handbereik. Daardoor is het leven van een wijze altijd gelukkig. (Cicero; Gesprekken in Tusculum; boek 5-82)

De keuze is aan u. De wereld heeft u niet opgedragen om boos en ongelukkig te zijn. Het heeft u verteld dat uw trein niet op tijd op Schiphol zal aankomen, meer niet. Als u daaraan het oordeel verbindt dat dit frustrerend is en dat de stand van zaken in het universum u niet bevalt, dan komt dat omdat u aan iets waarde verbindt waar dat niet thuishoort. U hecht waarde aan iets dat buiten uw sfeer van invloed ligt. Dat is irrationeel en maakt u alleen maar ongelukkig. Zonder enige hoop op succes gaat u woedend tekeer en verlangt u tevergeefs van de wereld dat die een koers vaart die u beter bevalt. Kortom u heeft de controle over uw geluk opgeofferd aan een overbodige en zinloze emotionele oprisping.

Dat klinkt redelijk, niet waar? Als er iets in uw wereld gebeurt waar u niet op zat te wachten maar waar u ook helemaal niets aan kunt veranderen dan lijkt de stoïcijnse keuze om één en ander bedaard te accepteren de meest verstandige. Redelijk ja, maar is het ook menselijk? U zult wel denken: allemaal leuk en aardig die rationele redeneringen van de stoïcijnen, maar ik ben een mens van vlees en bloed en geen mr. Spock. Het is volkomen normaal om kwaad en verdrietig te worden als je hoop en verwachtingen door de realiteit de grond in worden geboord. Vooral als die specifieke realiteit het gevolg is van stompzinnig of kwaadaardig gedrag van andere mensen. En wat als je kind door zo’n realiteit komt te overlijden, moet je als stoïcijn dan ook zo onbewogen blijven? Moet je dat als stoïcijnse ouder dan ook zo maar accepteren en zonder verdriet verder gaan met je leven? Ik wist dat mijn kind sterfelijk was, zoals Epictetus het zegt. De stoïcijnen zijn minder onmenselijk dan zo op het eerste gezicht lijkt. Ze hebben hier een antwoord op, maar dat moet wachten tot een volgende blog.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten