zaterdag 30 september 2023

22.1 Schaduwen op de wand

 LES 22

STOÏCIJNSE SPIRITUALITEIT


22.1 Schaduwen op de wand

Wie zijn we? Waarom bestaan we? Waarom moeten wij, als een minuscuul deeltje van de eeuwigheid, een kort, doorgaans onaangenaam leven doorlopen? Wat is onze plaats in het grote geheel? Is er een plan, een bepaald doel? Of is alles volkomen zinloos en heeft het geen enkele betekenis? Ontwikkelt alles zich volgens blinde en volstrekt neutrale in de natuur verscholen krachten zonder enig gevoel? Eeuwige vragen waar de mensheid al sinds haar bestaan mee worstelt.

Waarom stellen we deze vragen? Waarom doen we aan wetenschap? Kennis en inzicht geeft ons natuurlijk meer controle over onze omgeving. We kunnen de toekomst beter voorspellen en kunnen machines bouwen die ons helpen te overleven in dit nogal ruwe universum. Maar dat is niet de enige en misschien zelfs niet de belangrijkste reden waarom we ons dergelijke vragen stellen. Mensen hebben een aangeboren innerlijke neiging om hun sterfelijkheid, hun oorsprong en hun wezen beter te leren kennen. Hoe en waarom dat zo gekomen is weten we niet. Tot nu toe hebben we geen stem gehad in onze eigen evolutie. We zijn geëvolueerd tot een rationeel wezen, geprogrammeerd om te overleven door problemen op te lossen. Dit vermogen tot rationeel nadenken geeft ons een enorm evolutionair voordeel. Een voordeel dat zo groot is dat er tijd en ruimte overblijft om onze ratio in te zetten voor andere dingen dan het vinden van voedsel of het ontsnappen aan een hongerige sabeltandtijger. Zo kunnen vragen gesteld worden naar het hoe en waarom van ons bestaan en het bestaan van het universum.

Daardoor weten we nu dat we zijn beland op een 4,5 miljard jaar oude planeet die rond zweeft in een 13,2 miljard jaar oud melkwegstelsel in een uitdijend 13,8 miljard jaar oud universum met een ongewisse toekomst. Wat moeten we met al die kennis? Helpt dat inzicht in de werking en het bestaan van dat onmetelijke universum ons om ons te verzoenen met de grandeur en tragiek van ons eigen bestaan? Hebben we er wat aan bij het beantwoorden van onze vragen over het menselijk verhaal?

Ondanks wat de meeste religies ons willen vertellen is het onaannemelijk dat dit immense universum speciaal voor ons is gemaakt. Religies komen elk met hun eigen pasklare antwoord op de eeuwige vragen. Zogenaamd gedicteerd door hun god of goden, maar in werkelijkheid opgeschreven door hun aanhangers. Antwoorden die verschillen naar plaats en cultuur en die met het verloop van de geschiedenis volop mee evolueren. Van een door geesten en demonen bewoonde platte Aarde, met heksenvervolgingen en onvolwaardige ongelovigen tot het humanitaire wetenschappelijke wereldbeeld van de moderne mens. Zelfs religies als het christendom zijn in de loop der eeuwen onherkenbaar veranderd. Zo zou de huidige paus in de Middeleeuwen, alleen al omdat hij niet in heksen gelooft, als ketter op de brandstapel zijn beland. Toch houden velen nog steeds vast aan de oude vertrouwde sprookjes en mythes van hun voorouders. Voortschrijding in menselijk inzicht gaat traag en er zijn lange periodes van achteruitgang. In de donkere Middeleeuwen ging veel van de inzichten en humaniteit die in de klassieke wereld was ontdekt weer verloren in de barbarij van het christelijke geloof.

Het idee dat het universum speciaal voor ons geschapen is, is wel een geruststellende en verleidelijke gedachte die hoop geeft in een wereld waarin alles om strijd, dood en verderf lijkt te draaien. Een stoïcijn kiest echter niet voor troost en hoop, maar voor wat aannemelijk en redelijk is. Al die religieuze mythen en verhalen, die allemaal anders zijn en veranderen al naargelang de tijd en cultuur, zijn allesbehalve aannemelijk. Een kennelijk doelloos, gewelddadig en vijandig universum maakt ons eigen bestaan niet opeens waardeloos en onbetekenend. Ook een niet speciaal voor ons gemaakt universum blijft ontzagwekkend, wonderlijk en waardevol. Het is juist onze rationaliteit die het mogelijk maakt om dat universum te leren kennen en onderzoeken. Alleen dat al is voldoende om zin te geven aan het menselijk bestaan.

Ook de stoïcijnen hebben een antwoord op de eeuwige vragen van het hoe en waarom van het universum en ons eigen bestaan. Een antwoord dat gelukkig heel wat minder dogmatisch is dan dat van de meeste religies. Een antwoord dat open staat voor en zelfs rekening houdt met veranderingen en nieuwe inzichten. Voor een stoïcijn is niets heilig. Geen enkel idee, geen enkele religie is onaantastbaar. Het verhaal van het universum en het verhaal van ons verleden en onze toekomst is niet af. Ook zonder dogma’s is dat verhaal niet gespeend van spiritualiteit en poëzie. Een spiritualiteit die niet alleen gericht is op het bevredigen van onze dromen en hoop, maar die gericht is op de werkelijke wereld. Een wereld die veel vreemder en fantastischer is dan de wildste religieuze dromen. Het stoïcisme staat dan ook open voor herziening en baseert zich op wetenschap en het beginsel van causaliteit. Alles heeft een oorzaak en alles in het universum verloopt volgens natuurlijke processen. Seneca verwoordt het in zijn boek ’Natuurverschijnselen’ als volgt:

“Er zal een tijd komen dat de dingen die we nu niet weten en die nog verborgen blijven, aan het licht gebracht zullen worden door het nauwkeurige onderzoek van latere generaties. Voor de bestudering van zulke belangrijke dingen is één mensenleven niet genoeg, zelfs al zou je je met niets anders dan de sterrenhemel bezighouden. Wat moeten we dan als we ons korte leven in een onevenwichtige verhouding verdelen tussen ernstige en onbenullige zaken? Daarom zullen veel kwesties pas door studie van een reeks aan generaties opgelost worden. Er zal een tijd komen dat onze nakomelingen zich verbazen dat wij zulke overduidelijke zaken niet geweten hebben”. (Natuurverschijnselen Boek VII, 25).

Het stoïcisme is de wetenschap vriendelijk gezind, maar kent wel degelijk een eigen spirituele metafysica. De moderne wetenschap zelf is echter ook een stuk spiritueler dan u misschien denkt. Zij leert ons dat de wereld van onze dagelijkse ervaring niet meer dan een schaduw van de echte werkelijkheid is. Kosmologie en kwantummechanica laten ons zien dat wat wij als de werkelijkheid zien misschien genoeg kennis geeft om te kunnen overleven, maar nauwelijks iets met de realiteit te maken heeft. We leven in een wereld vol illusies. Plato’s allegorie van de grot blijkt de huidige wetenschappelijke inzichten over wat als werkelijk en waar kan worden aangemerkt prima te verwoorden. Voor wie die schitterende vergelijking nog niet kent of een beetje vergeten is volgt hier een korte samenvatting.

In zijn boek ‘De Staat’ vertelt Plato bij monde van zijn held Socrates zijn beroemde allegorie. Hij wil daarmee laten zien dat de werkelijkheid zich onttrekt aan wat vanzelfsprekend lijkt en buiten het bereik ligt van wat onze directe zintuigen ons vertellen. Socrates vergelijkt daartoe onze beleving van de werkelijkheid met een groep gevangenen die al hun hele leven vastgebonden zitten in een grot. Het enige wat ze kunnen zien zijn bewegende schaduwen op een muur die wordt verlicht door een vuur dat zich achter hen bevindt. De schaduwen worden veroorzaakt door voorwerpen die voor het vuur langs worden gedragen. De gevangenen zien de schaduwen als hun enige werkelijkheid en geven zelfs namen aan de verschillende vormen die ze langs zien komen. Socrates zegt dat mensen net zulke gevangenen zijn die schaduwen als hun werkelijkheid beschouwen, maar dat er zo nu en dan onder hen een filosoof opstaat die zich van zijn boeien weet te bevrijden. Die filosoof ontsnapt, klimt naar boven en ziet het vuur en de voorwerpen zoals ze werkelijk zijn. Hij gaat zelfs nog verder naar boven en verlaat de grot. Hier wordt hij eerst verblind door het felle zonlicht, maar langzaam maar zeker lukt het hem, als zijn ogen aan het licht gewend raken, om de echte werkelijkheid te onderscheiden. Als onze filosoof terugkeert naar de gevangenen in de grot zullen er volgens Socrates twee dingen gebeuren. In de eerste plaats zal hij de schaduwen op de muur minder goed kunnen zien omdat zijn ogen niet meer aan het donker gewend zijn. Daardoor zullen zijn lotgenoten hem uitlachen en dom vinden. En in de tweede plaats zal hij de discussies van zijn medemensen over de schaduwen voortaan als onbelangrijk geneuzel zien. De onbelangrijke prioriteiten en de kortzichtigheid van de andere gevangenen zullen hem voortaan koud laten. Dat maakt hem wel eenzaam en levert het risico op dat de anderen hem als een afvallige en ongelovige zullen willen vervolgen.

Het is volgens Socrates, en de stoïcijnen zijn dat roerend met hem eens, de taak van de filosofie en wetenschap om te onderzoeken wat er achter de schaduwen steekt en om aan het licht te brengen wat niet verdwijnt als je je vooroordelen laat vallen. We zijn ons er niet van bewust dat we leven in een wereld van illusies, maar achter onze dagelijkse werkelijkheid ligt een onvoorstelbaar en fantastisch universum verscholen. De stoïcijnen gaan ervan uit dat de werkelijkheid rationeel in elkaar steekt en in principe met de rede te begrijpen valt. In hun ogen bestaat er geen transcendente wereld vol met goden en godinnen, maar bestaat er weldegelijk een ordenend principe. Een principe dat zij de natuur of de logos en soms zelfs God noemden. Het is geen persoonlijke god, maar wel het ordenende, rationele bewustzijn van het universum.


21.8 Tenslotte

 Er zijn natuurlijk heel wat meer negatieve emoties en vervelende gebeurtenissen die u uit uw evenwicht kunnen stoten dan hier in deze les behandeld worden. Het is nu eenmaal onmogelijk om voor elke situatie een pasklaar stoïcijns antwoord voor te bereiden. Gelukkig zijn de meeste stoïcijnse technieken geschikt voor meer dan één enkel probleem. De technieken vormen samen een Zwitsers legermes dat bij alle mogelijke tegenslagen kan worden ingezet. U zult wel gemerkt hebben dat het geen wondermiddeltjes zijn. Ze vergen een jarenlange praktijk en ze moeten echt een onderdeel van uw karakter zijn geworden voor u er volledig van kunt profiteren. Maar dat neemt niet weg dat ze ook voordat het zo ver is voor de nodige verlichting van uw passies kunnen zorgen. De weg naar een virtuoos en gelukkig leven vergt veel tijd en ontelbare kleine stapjes. Stoïcisme is natuurlijk meer dan alleen een pakket psychologische technieken om u te helpen u door het leven te slagen. Het is een volledig filosofisch systeem. In eerdere hoofdstukken bent u al de stoïcijnse psychologie en logica tegengekomen. In de volgende lessen gaan we de meer spirituele kant van het stoïcisme onderzoeken en gaan we op zoek naar de stoïcijnse antwoorden op de eeuwige vragen.

zaterdag 23 september 2023

21.7 Eerste hulp bij lichamelijke pijn

 Pijn is een signaal dat er iets mis is met uw lichaam. Het is een signaal van uw zenuwstelsel dat uw weefsels beschadigd zijn of beschadigd dreigen te raken. Dat maakt pijn van vitaal belang voor het goed kunnen blijven functioneren van uw lichaam. Zonder pijn zou u uw bestaan veelvuldig en onnodig in de waagschaal stellen. Er zijn drie soorten pijn: acute, chronische en stress pijn. Acute pijn is heftig en heeft een aanwijsbare oorzaak. Er is sprake van een onmiddellijke lichamelijke beschadiging. Chronische pijn duurt langer en heeft doorgaans geen direct aanwijsbare oorzaak. De oorzaak is moeilijk te herleiden en het heeft geen waarschuwingsfunctie meer. Eigenlijk is deze vorm van pijn dan ook overbodig. U kunt echter ook lichamelijke pijn hebben zonder dat er fysiek iets mis is. Dit is stress pijn, waarbij spanning of vermoeidheid pijn veroorzaken. Ook deze pijnvorm is doorgaans overbodig. U weet heus wel dat u gestrest of moe bent. U heeft geen pijn nodig om u dat te vertellen. Hoe dan ook, pijn is een onaangenaam en soms zelfs ondraaglijk gevoel. Een gevoel waar u het liefst zo snel mogelijk weer vanaf wilt.

De stoïcijnen beschouwen pijn eigenlijk niet als een emotie. Het is in hun ogen niets anders dan een waarschuwingssignaal dat een belangrijke functie heeft. Dat is bij acute pijn natuurlijk ook zo, maar dat neemt niet weg dat het een behoorlijk vervelend gevoel is, waar best een einde aan zou mogen komen op het moment dat de boodschap dat er een fysiek probleem bestaat is overgekomen. En chronische en stress pijn hebben al helemaal geen functie. Zeker bij deze twee vormen spelen emoties een belangrijke rol. Ondanks het feit dat stoïcijnen pijn niet zien als een te bestrijden passie, kunnen stoïcijnse technieken toch een rol spelen bij het bestrijden en leren accepteren van pijn gevoelens.

Het begint ermee dat u zich concentreert op het heden. Het verleden bestaat niet en ook de toekomst is er niet. U hebt alleen met het heden te maken. Fysiek lijden vindt nu plaats, niet in het verleden en ook niet in de toekomst. U hebt waarschijnlijk de gewoonte om uw pijn zo ver mogelijk weg te stoppen en te negeren. Jammer genoeg werkt dat niet, pijn is nogal opdringerig en heeft de neiging uw hele denken en doen te overheersen. Concentreer u dus op het heden, u kunt noch het verleden, noch de toekomst beheersen. Het heeft geen nut om erover te piekeren wanneer er een einde aan uw pijn zal komen, u kunt zich er beter op richten uw pijn te verduren zoals u die nu voelt.

Onderzoek en analyseer uw pijn, ontleed het in al zijn afzonderlijke gewaarwordingen. Wat is dit voor pijn? Steekt het, of is het branderig, zeurend of kloppend? Waar zit het? Kunt u de grenzen aanwijzen? Hoe intens is het? Is het altijd even hevig of wisselt het? Zo ja, hoe verandert het dan in de tijd? Stel u tenslotte de vraag wat het verband is tussen uw pijn en uw gedachten over uw pijn. Wat voor waardeoordelen verbindt u eraan?

Misschien komt u er dan achter dat uw pijn niet één enkele gewaarwording is, maar uit verschillende onderdelen bestaat. Wellicht zijn die losse onderdelen beter te verdragen dan de ervaring van alle bestanddelen samen. Dit geldt zowel voor echte fysieke pijn als voor emotionele pijn. Stoïcijnen ontleden vervelende indrukken om er zo beter mee om te kunnen gaan. Ze proberen daarbij niet te oordelen en hun pijn in neutrale termen te omschrijven. Dus niet: ‘ik heb zo’n verschrikkelijke pijn in mijn buik’, maar ‘er is op dit moment een pijngevoel in mijn buik’. Ook de ziekelijke stoïcijnse keizer Marcus Aurelius gebruikte deze ‘verdeel en heers’ techniek om beter met zijn pijn te kunnen omgaan.

Laat je niet overweldigen door het geheel van je gevoelens. Richt je niet op de pijn die je vermoedelijk nog zult krijgen, maar stel jezelf de vraag: Wat is er zo ondragelijk aan deze pijn? Je zult je dan schamen als je zegt dat het ondraaglijk is. Herinner je je eraan dat het niet de pijn uit het verleden of de pijn van de toekomst is waar je last van hebt, maar alleen de pijn in het hier en nu. Je zult er dan achter komen dat de pijn verschrompelt […]  en dat de pijn van dit geïsoleerde moment best te dragen valt. (Marcus Aurelius; Dagboeken; boek 8 hoofdstuk 36)

Marcus herinnert zich eraan dat het geen zin heeft om je de vele mogelijke negatieve uitkomsten van een vervelende situatie voor de geest te halen. We zijn niet zo goed in het voorspellen van wat ons te wachten staat en het risico bestaat dan ook dat u onnodig veel emotionele energie steekt in scenario’s die nooit zullen uitkomen. Op het moment dat de pijn werkelijkheid wordt, is het vroeg genoeg om hem te confronteren. Bedenk dat u heel wat minder broos bent dan u misschien denkt, en dat u de meeste negatieve uitkomsten best zult kunnen verdragen. Epictetus zegt dat u sterft op het moment dat de pijn te heftig wordt en dat alle andere pijn dus te verdragen valt. Daarbij wijst hij er op dat u er altijd nog voor kunt kiezen om zelf naar buiten te gaan als de kamer u te rokerig wordt. Hij doelt hiermee op de stoïcijnse euthanasie. Het is geen schande om ermee te stoppen als het u allemaal te veel wordt. Dat is misschien wel een wat schrale troost, maar het illustreert wel dat u misschien meer aan kunt dan u nu denkt.

Pijn is iets subjectiefs en iedereen heeft een andere pijngrens en beleeft zijn pijn op zijn eigen persoonlijke manier. Toch heeft het wel degelijk zin om te kijken hoe andere mensen met hun pijn omgaan. Als de pijn onvermijdelijk en actueel is, zoek dan naar voorbeelden van mensen die al eerder dezelfde pijn hebben verdragen. U bent zeker niet de enige die dit moet ondergaan. Velen zijn u voorgegaan en velen zullen u nog volgen. U kunt moed putten uit de ervaringen van anderen die eenzelfde pijn hebben overwonnen.

Ook meditatie en zelfhypnose kunnen een effectieve en natuurlijke manier zijn om pijnlijke sensaties te verlichten. Zowel meditatie als zelfhypnose zijn praktijken die de geestelijke focus en ontspanning bevorderen, en ze kunnen elkaar aanvullen. Het verminderen van pijn door meditatie en zelfhypnose spreekt niet alleen het lichaam, maar vooral ook de geest en de emoties aan. Het stelt u in staat om zelf de regie te nemen over uw pijnervaring en een gevoel van welzijn te cultiveren, zelfs in moeilijke tijden.

Bij meditatie draait het om het bewust richten van de aandacht en het loslaten van afleidingen. Door middel van ademhalingstechnieken en mindfulness kunnen mensen leren om pijnlijke sensaties te observeren zonder erdoor overweldigd te worden. Meditatie helpt bij het ontwikkelen van een kalme en accepterende houding ten opzichte van de pijn, waardoor de geest en het lichaam beter in staat zijn om ermee om te gaan. Er is pijn, maar u bent zoveel meer dan uw pijn. U heeft zelf de regie niet uw pijn. U leert dat de pijn die u kwelt grotendeels buiten uw macht ligt en daarom voor een stoïcijn niet echt van belang is.

Pijn is een lichamelijke sensatie, maar heeft ook een sterke emotionele component. Dat betekent dat u in elk geval over dat emotionele deel weldegelijk invloed kunt uitoefenen. Zelfhypnose kan worden gebruikt om die emotionele component aan te pakken. Zelfhypnose maakt gebruik van suggesties en visualisaties om de perceptie van pijn te beïnvloeden. Door een diep ontspannen toestand te bereiken, kunt u zichzelf suggereren dat u comfortabel en vrij van pijn bent. U zou u uw pijn bijvoorbeeld kunnen voorstellen als een gloeiende bol, een bol die u vervolgens oppakt en met een flinke worp in de zon gooit. Een dergelijke visualisatie kan helpen om de pijn te verminderen en een gevoel van welzijn te bevorderen. Zelfhypnose vereist oefening, maar kan een krachtig hulpmiddel zijn bij pijnbeheersing. Hieronder wordt een simpele zelfhypnose oefening gegeven die u kan helpen beter met uw pijn om te gaan.


Oefening: Zelfhypnose voor pijnverlichting

Hier is een korte oefening die u zou kunnen proberen om zelfhypnose te gebruiken voor pijnverlichting:

Stap 1: Ontspanning

Ga ergens zitten of liggen waar u comfortabel bent en niet gestoord wordt. Sluit uw ogen. Adem diep in en uit, en concentreer u op het loslaten van spanning in uw lichaam. Begin bij uw tenen en werk geleidelijk omhoog naar uw hoofd, ontspannend en loslatend terwijl u uw ademhaling rustig houdt.

Stap 2: Visualisatie

Visualiseer een plek die rust en ontspanning voorstelt. Dit kan een strand, een bos of een rustige tuin zijn. Stel u levendig de details van deze plek voor, inclusief de geluiden, geuren en texturen. Neem de tijd om uzelf daar te zien en voel de rust en ontspanning die het met zich meebrengt.

Stap 3: Opwekken van de hypnose

Stel u in gedachten een rustige en kalme stem voor om positieve suggesties aan uzelf te geven. Herhaal bijvoorbeeld zinnen als: "Ik ben kalm en ontspannen. Mijn lichaam geneest zichzelf. De pijn vervaagt langzaam." Herhaal deze suggesties verschillende keren en blijf uzelf eraan herinneren dat u de controle hebt over uw lichaam en uw pijn.

Stap 4: Focus op de pijn

Breng uw aandacht naar het gebied waar u pijn ervaart. Observeer de sensaties zonder oordeel of weerstand. Stel u voor dat u de pijn langzaam laat wegvloeien uit uw lichaam, alsof het smelt of oplost. Visualiseer het gebied als ontspannen en comfortabel.

Stap 5: Versterkende suggesties

Geef uzelf positieve suggesties om de pijn te verlichten. Herhaal bijvoorbeeld zinnen als: "Mijn lichaam is sterk en veerkrachtig. Ik voel me comfortabel en vrij van pijn. Elke ademhaling vult me met genezende energie." Herhaal deze zinnen en laat ze resoneren in uw geest terwijl u uzelf in een staat van diepe ontspanning houdt.

Stap 6: Ontwaken

Wanneer u klaar bent, neemt u langzaam een paar diepe ademhalingen en strek uw lichaam voorzichtig uit. Open uw ogen en neem even de tijd om te voelen hoe u zich voelt.

Houd er rekening mee dat zelfhypnose effectiever kan zijn naarmate u het vaker oefent. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te hebben en te onthouden dat zelfhypnose mogelijk niet voor iedereen even effectief is bij het verlichten van pijn. Raadpleeg natuurlijk altijd een medische professional voor een grondige diagnose en behandeling van aanhoudende pijnklachten.


Zowel meditatie als zelfhypnose kunnen u dus in staat stellen een zekere mate van controle over uw pijn te verkrijgen. Hoewel ze de oorzaak van de pijn niet altijd kunnen wegnemen, kunnen ze wel de manier waarop u ermee omgaat veranderen. Door regelmatige beoefening kunnen meditatie en zelfhypnose een waardevolle aanvulling worden op traditionele pijnbeheersingsmethoden, zoals medicatie en fysiotherapie.

Richt u op het heden en probeer uw pijn zo objectief en niet oordelend mogelijk te onderzoeken. Het opsplitsen van uw problemen in hun bestanddelen werkt verlichtend. Meditatie en zelfhypnose kunnen uw pijn verlichten en ook het voorbeeld van andere mensen kan u helpen om uw beproevingen beter te verdragen. Bedenk dat pijn iets is wat u in principe niet in uw macht hebt. Het gaat niet om de pijn zelf, maar om de manier waarop u ermee omgaat. Door uw mentale instelling tegenover pijn te veranderen kunt u uw draagkracht vergroten. Als u piekert over het onveranderbare verleden, of de onzekere toekomst, dan staat u onvermijdelijk leed te wachten, omdat u zich onnodig bezighoudt met dingen die niet in uw macht liggen. Zwak uw negatieve waardeoordelen over actuele pijn zoveel mogelijk af. Kap elke opwelling tot zelfbeklag over vroeger leed resoluut af. Stop er mee om u zorgen te maken over mogelijk toekomstig leed en jammer niet over het leed dat u nu overkomt. Dat klinkt hardvochtig, maar het helpt wel en daar gaat het om.


zaterdag 16 september 2023

21.6 Eerste hulp bij angst


Angst is het ADHD broertje van piekeren en zorgen. Eigenlijk zijn dat alleen in gradatie minder sterke angstgevoelens. Ze zijn als het ware wat minder druk en urgent dan de echte angstgevoelens die luidkeels om uw aandacht vragen. Angst is een evolutionair oude en belangrijke emotie die noodzakelijk is om gevaarlijke situaties te kunnen vermijden. Zodra uw reptielenbrein meent dat er gevaar dreigt wordt er een stoot adrenaline in uw bloed gepompt, gaan uw hartslag en bloeddruk omhoog en spannen uw spieren zich. Uw lichaam is klaar om te vluchten of vechten. U kunt er niet zonder om een aanstormende sabeltandtijger, of een, in deze tijd wat waarschijnlijkere, aanstormende vrachtwagen, op tijd te kunnen ontwijken.

Deze bangheid is één van de vier basisemoties van de stoïcijnen (de anderen zijn: emotionele pijn oftewel bedroefdheid, genot oftewel blijheid en verlangen oftewel begeerte). De stoïcijnen zagen in dat angst onder bepaalde omstandigheden gepast is en dan best een ‘eupatheia’ kan zijn om acute dreiging het hoofd te kunnen bieden. De ellende begint echter op het moment dat er helemaal geen acuut gevaar dreigt. Als u bang wordt van muizen, open ruimtes, mensenmassa’s of als u door stress een onbestemd angstgevoel hebt is er sprake van een bijzonder vervelende passie. Ook plankenkoorts, faalangst en meer van dat soort angsten zijn buitengewoon vervelend en kunnen uw functioneren nadelig beïnvloeden en uw leven bijzonder onaangenaam maken. Angst wordt in de woorden van de stoïcijnen dan de irrationele verwachting dat er iets vervelends gaat gebeuren of dat iets aangenaams niet verkregen kan worden. Tegenwoordig is de meeste angst allesbehalve rationeel en is het een akelige passie die uw plannen en levenskwaliteit heel negatief kan beïnvloeden. Kortom het is een emotie waar u doorgaans liever van af wilt.

Veel angsten worden aan de verkeerde dingen besteed. U bent bang voor wat uw collega’s, uw baas, uw vrienden van u denken. U bent bang om allerlei ernstige ziektes en gebreken op te lopen. U bent bang voor muizen, hoogtes of kleine ruimtes. U bent bang voor uw inkomen, huis en andere bezittingen. Een kenmerk van de meeste van deze angsten is dat u er geen noemenswaardige invloed op kunt uitoefenen. Dat betekent niet dat ze totaal onbelangrijk zijn en dat u kunt eten wat u wilt, dat u langs het randje van de afgrond kunt lopen en dat u uw huis en baan kunt laten versloffen. Het betekent wel dat ze onbelangrijk zijn voor een gelukkig en virtuoos leven. Dat is niet hetzelfde als dat ze niet van belang zouden zijn. Het zijn echter dingen waar u geen volledige controle over hebt en die dus niet nodig zijn voor een virtuoos leven. Wat voor een gelukkig en virtuoos leven wel van belang is en waar u wel wat aan kunt doen is het voldoende zorg aan uw gezondheid, uw relaties en bezittingen besteden. Daar draait het om en als u dat op orde hebt, hoeft u zich over de uitkomst van uw inspanningen niet druk meer te maken.

Een van Epictetus’ leerlingen was een in zijn tijd populaire muzikant. Het was een zanger die zichzelf op de citer begeleidde. Dit popidool uit de oudheid kreeg op een gegeven moment last van plankenkoorts en durfde tot wanhoop van zijn fans nauwelijks meer op te treden. Ten einde raad zocht hij hulp bij de filosoof Epictetus. Die zei dit tegen hem:

“Als ik iemand zie die bang is, vraag ik me altijd af: 'Wat wil hij nou eigenlijk?’ Dat moet wel iets zijn dat buiten zijn macht ligt, anders zou hij niet zo bang zijn. Als je in je eentje aan het repeteren bent, ben je niet bang en zing je prachtig, maar op het podium sta je doodsangsten uit. Het gaat je er dus niet alleen om dat je mooi kunt zingen en spelen. Je wilt ook applaus hebben en daar heb je nu net geen invloed op.” (Epictetus; Colleges; boek II; hoofdstuk 13)

De stoïcijnse tweedeling tussen de dingen waar we wel en geen macht over hebben komt natuurlijk ook hier weer tevoorschijn. De zanger verstaat zijn kunst en hij heeft zich goed voorbereid. Hij heeft alles gedaan wat in zijn macht ligt om een mooie voorstelling te geven. Er is geen enkele reden om bang te zijn. De angst moet dus wel veroorzaakt worden door de onderliggende vrees dat het publiek zijn optreden niet mooi zal vinden. Het enige wat hij daartegen kan doen heeft hij al gedaan: hij heeft gerepeteerd en zich naar zijn beste vermogen voorbereid. Er is geen enkele rationele reden om bang te zijn. Epictetus wil de muzikant laten zien dat hij een duidelijk onderscheid moet maken tussen de dingen waar hij zich wel druk over moeten maken (zijn repetities) en de dingen waar hij niets aan kan doen en zich geen zorgen over hoeft te maken (het applaus van het publiek).

Natuurlijk kan er ook als je goed voorbereid het podium op gaat iets mis gaan. De popidool van Epictetus kan een kikker in zijn keel krijgen, of er kan een snaar van zijn citer springen. Maar wat is nu eigenlijk het ergste wat er kan gebeuren. Een zaal met mensen die hem uitfluiten en boe roepen. Meer niet. Een groep mensen die het kennelijk nodig vinden om hun ongenoegen te uiten. Misschien vervelend, maar in stoïcijnse ogen nou niet direct een ramp. Als stoïcijnse zanger was hij er toch al niet op uit om de waardering van anderen te verkrijgen. Het enige wat hij echt wilde was zijn best doen om mooi te zingen en spelen.

Veel angsten lenen zich prima voor een rationele relativering. De zanger kan zich met de ‘premeditatio malorum’ oefening wel voorbereiden op een wereld waarin er nu eenmaal dingen fout lopen. En als het dan toch uit de hand dreigt te lopen en de angst zijn plek opeist, kan onze zanger met de stoïcijnse mantra tegen de angst nog een laatste poging doen om hem toch nog onder controle te krijgen.

zaterdag 2 september 2023

21.5 Eerste hulp bij piekeren en zorgen

Piekeren is een vorm van de hoofdemotie angst. Bij de vier B’s valt het dus onder de categorie bangheid. Het gaat hierbij om de verwachting dat er in de toekomst iets onaangenaams staat te gebeuren. Iedereen piekert weleens. U piekert waarschijnlijk vooral over dingen waar u moeite mee hebt of een beetje bang voor bent. Veel voorkomende redenen om te piekeren zijn bijvoorbeeld een examen, financiële problemen, moeilijkheden op het werk, problemen in de relatie of een kritische opmerking van een vriend. Natuurlijk is het nodig om zo nu en dan na te denken over de beste manier om bepaalde problemen op te lossen of te voorkomen. Stoïcijnse filosofen stimuleren hun leerlingen juist om de problemen en tegenslagen die ze ontmoeten op een zo rationeel en verstandig mogelijke manier tegemoet te treden. Dat betekent dat er grondig over moet worden nagedacht en dat er actief naar mogelijke oplossingen moet worden gezocht. Als er eenmaal een oplossingsrichting gevonden is, moet het daar wel bij blijven. Vanaf dat moment moet er gestopt worden met piekeren en begonnen worden met het werken aan de oplossing.

Er is dus niets mis met het nadenken over mogelijke problemen. Het wordt pas vervelend, wanneer u die gedachten niet meer kunt controleren. Wanneer gedachten over problemen u plotseling zonder duidelijke aanleiding te binnen schieten. Dergelijke gedachten hebben de akelige neiging om zich op de meest ongelegen momenten aan u op te dringen, en dan steeds opnieuw terug te komen en in een cirkeltje rond te draaien zonder ooit tot een oplossing te leiden. Probleemoplossend denken is dan verworden tot piekeren. Piekeren is een zinloze activiteit die doorgaans niets oplevert. Het kost tijd en energie en gaat gepaard met gevoelens van angst. U bent bezorgd en vraagt zich steeds af “wat als…?”. Uw spieren spannen zich onnodig aan, u kunt zich slechter concentreren en u gaat zich uiteindelijk moe en lusteloos voelen. Uw gedachten gaan met u op de loop en u verliest de controle. Kortom, u voelt zich ellendig. Een situatie die de stoïcijnen juist zoveel mogelijk willen zien te voorkomen. Ze kenden dan ook verschillende anti-pieker tactieken die u kunnen helpen uw sombere gedachten weer de baas te worden.

De belangrijkste tactiek zal u ondertussen wel bekend voorkomen. Piekeren is een schoolvoorbeeld van de situatie waarbij het niet de gebeurtenissen en dingen in de wereld zelf zijn die maken dat u zich ellendig voelt, maar uw meningen en verwachtingen over die dingen. Het is immers het piekeren over onzekere toekomstige gebeurtenissen dat maakt dat u zich rot voelt. De dingen waarover u zich zorgen maakt zijn nog niet gebeurd. De problemen waar u over piekert zijn nog helemaal niet aan de orde, het is zelfs maar zeer de vraag of ze zich ooit zullen gaan voordoen. Uw zorgen zijn niet meer dan een sombere gedachte, een hersenspinsel. U kunt een stapje terug doen om die gedachte eens beter te bekijken. Of uw pessimistische verwachtingen nu waar zijn of niet, voorlopig hoeft u er nog niets mee te doen. U bent gewoon een toeschouwer van de zorg of het probleem waar de gedachte over gaat, niets meer en niets minder. Neem afstand en aanschouw de ‘stream of consciousness’ van uw gedachten. Zie uw gedachten als de bladeren in de beek van de gelijknamige oefening aan u voorbij drijven. Piekeren behoort definitief tot het verleden als u eenmaal van het besef doordrongen bent dat het uw meningen en verwachtingen zijn die bepalen hoe u zich voelt en niet de echte dingen uit de buitenwereld. Over die meningen en verwachtingen heeft u in principe de volledige controle. U heeft dus ook de controle over hoe u zich voelt.

De stoïcijnen waren zich er echter van bewust dat hun leerlingen dit misschien wel met hun verstand begrijpen, maar dat dit niet betekent dat ze zich het ook direct eigen hebben gemaakt. Weten hoe iets in elkaar steekt is niet hetzelfde als volledig beseffen en voelen wat het inhoudt. De uitspraak ‘Don’t worry be happy’ wordt al snel een dooddoener voor iemand die zelf ook wel weet dat hij niet moet piekeren, maar er niets aan kan doen dat hij het toch doet. De stoïcijnen hadden gelukkig nog een aantal trucjes tot hun beschikking die u van dienst kunnen zijn in de periode voordat u een stoïcijnse wijze bent geworden en nooit meer zult piekeren.

Het begint met het leren herkennen van typische piekergedachten. Soms bent u aan het piekeren zonder dat u er zelf erg in hebt. Wat eerst nog een doodnormale gedachtegang leek is op eens ongemerkt verworden tot somber getob. U zult vermoedelijk van uzelf wel weten over wat soort onderwerpen u zich het meest zorgen maakt. Wees alert als u merkt dat u weer eens over één van die probleempunten aan het mijmeren bent. Het is misschien een goed idee om als variant op de emotiecheck oefening eens een tijdje een lijstje met de voor u relevante pieker onderwerpen bij te houden. U zou een dergelijk lijstje in uw stoïcijnse dagboek kunnen opnemen en kunnen turven hoe vaak u ergens op een dag of in een week over piekert. Dit helpt u niet alleen om in de gaten te houden hoeveel u tobt, maar heeft zelfs een therapeutische werking. Door het op te schrijven kunt u zich bewuster worden van uw problemen en misschien ook van de betrekkelijkheid van sommigen daarvan.

U kunt piekeren ook herkennen aan een zekere vaagheid die vaak gepaard gaat met fantaseren. U stelt zich voor wat er allemaal wel niet fout zou kunnen gaan als de dingen waar u bang voor bent zouden gebeuren. Het heeft dan ook een hoog ‘wat als …’ gehalte. ‘Wat als …’ gedachten zijn niet per se verkeerd, het is verstandig om voorbereid te zijn op tegenslagen, maar dergelijke gedachten mogen uw leven niet gaan beheersen. Piekeren is namelijk een proces dat de neiging heeft om in cirkeltjes rond te gaan draaien waarbij telkens weer dezelfde gedachten worden afgedraaid. Het is een gedachtentrein die, eenmaal op gang gekomen, steeds hetzelfde traject volgt. U moet dan ook op uw hoede raken op het moment dat u merkt dat uw pogingen om een bepaald probleem op te lossen telkens weer op niets uitlopen. Dezelfde gedachtentrein komt regelmatig langs, maar gaat nergens naar toe. Roep als u merkt dat dat gebeurt keihard ‘STOP!’ in uw hoofd. Nooit hardop dat leidt maar tot verbaasde reacties uit uw omgeving. Door deze mentale uitroep komt uw sombere gedachtentrein tot stilstand en kunt u uw gedachten een andere kant op leiden.

Misschien dat u er met deze ‘STOP!’ tactiek in slaagt de minder hardnekkige zorgen te verdrijven. Ook het bewust ontspannen van uw spieren of het in een glimlach dwingen van uw gezicht wil nog weleens helpen om een acute piekeraanval de kop in te drukken. Zoals we bij de tegengif techniek al zagen valt het reptielenbrein met dit soort trucjes vrij eenvoudig om de tuin te leiden. Het snapt gewoon weg niet dat je een ontspannen en vrolijk gezicht kunt trekken terwijl je je zorgen maakt. Het brengt uw reptielenbrein in de war en uw zorgen zullen vanzelf een beetje verminderen. Serieuzere zorgen zult u er hooguit tijdelijk mee weten af te schrikken. Die hebben de nogal akelige neiging om zich even te verstoppen om later op een ongelegen moment terug te keren en zich dan met extra kracht weer aan u op te dringen.

Vaagheid en dagdromen zijn een belangrijke eigenschap van piekeren. Het heeft daarom nut om ook de ‘kijk om u heen’ en de ‘hic et nunc’ oefening in te zetten bij de strijd tegen uw zorgen. Om die zorgen wat minder heftig te maken kunt u altijd gebruik maken van de eerder besproken tactieken van de ‘premeditatio malorum’ en de lucide droom. Met deze technieken kunt u zich voorbereiden op vervelende gebeurtenissen. Als u weet, en voelt, dat u voorbereid bent, zult u minder piekeren en zich minder zorgen maken over de toekomst.

En natuurlijk kan ook het ‘zorgenuurtje’ u helpen uw zorgen en piekeren in te perken. Voor alles bestaat een geschikte plaats en tijd, ook voor piekeren. U moet echter zelf bepalen wanneer en waar u piekert. U bent de baas en niet uw reptielenbrein. De stoïcijnen raden u dan ook aan uw zorgen niet te onderdrukken, maar uit te stellen en, afhankelijk van de vraag hoe verstokt u als piekeraar bent, een dagelijks of wekelijks ‘zorgenuurtje’ in te stellen. In plaats van u door piekergedachten te laten overvallen gaat u ze nu bewust opzoeken en controleren tijdens uw zorgenuurtje. U bent het dan zelf die het moment bepaalt waarop u piekert. Daarmee kunt u het piekeren dan misschien wel niet uitroeien, maar overbodig en ongelegen getob wordt wel voorkomen. U ziet het de stoïcijnen beschikken over een heel scala aan technieken die u kunnen helpen beter om te gaan met onnodig getob.