Volgens de
stoïcijnen is alleen al het beschikken over het vermogen om morele keuzes te
maken voldoende om ieder mens een onbegrensde, gelijke waardigheid toe te
kennen. Man en vrouw, slaaf en vrije, Griek en vreemdeling, rijk en arm, uit
een hoge of een lage klasse afkomstig, iedereen is evenveel waard en deze
waarde verplicht ons allemaal tot respect voor de ander. In navolging van hun
cynische voorlopers gebruikten de stoïcijnen dit uitgangspunt voor een radicale
aanval op de volgens hen verwerpelijke en volstrekt overbodige hiërarchie naar
klasse, rang, eer en zelfs geslacht, waarmee in hun wereld onderscheid tussen
mensen werd gemaakt. Hun denkbeelden hebben veel later door hun invloed op
denkers als Grotius, Rousseau en Kant aan de basis gestaan van de moderne ideeën
over rechtsstaat en gelijkwaardigheid.
Ook herkomst
speelt voor de stoïcijnse denkers dus geen enkele rol voor de menselijke
waardigheid. In stoïcijnse ogen zijn wij allemaal in de eerste en belangrijkste
plaats
burgers van de
hele wereld der mensheid. Dit gemeenschappelijke morele burgerschap heeft
belangrijke gevolgen voor wat onze morele plicht is. In zijn boek ‘Over de plichten’ (De Officiis), maakt Cicero duidelijk dat
gemeenschappelijke menselijkheid strikte plichten oplegt. We mogen bijvoorbeeld
geen aanvalsoorlog voeren, hebben zelfs in oorlogstijd verplichtingen tegenover
onze vijanden, moeten gastvrij zijn voor vreemdelingen op ons grondgebied en zo
is er nog een hele reeks andere plichten waar een virtuoos mens aan moet
voldoen. Cicero’s analyse van deze plichten heeft een enorme invloed gehad op
het huidige politieke en juridische denken.
De stoïcijnse
theorieën over gelijkheid weken wel af van onze moderne ideeën, maar vormden
wel degelijk een voorloper op onze democratische rechtsstaat. Ook de stoïcijnse
gedachten over vrijheid waren zeker niet een volledige kopie van ons eigentijds
vrijheidsbegrip, maar geven ook hier weer een waardevolle grondslag om op voort
te borduren. De menselijke gelijkwaardigheid is het gevolg van zijn
fundamentele potentie tot redelijk en intelligent nadenken. Die potentie tot
redelijkheden komt het best tot zijn recht als mensen ook vrij de mogelijkheid
krijgen om er gebruik van te maken. Discussie en het uitoefenen van kritiek
zijn van het grootste belang om tot juiste inzichten te kunnen komen. Daarvoor is
vrijheid van het allergrootste belang. Met name het Romeinse stoïcisme richt
zich daarom doelbewust op vrijheid als een kerndoel van goed bestuur en vindt
het ‘gemengde regime’, een soort democratische monarchie, deels om die reden
superieur aan de zuivere monarchie van de keizertijd. Stoïcijnen brachten hun
overtuigingen ook herhaaldelijk in de praktijk door in samenzweringen tegen de
keizer ter wille van vrijheid hun leven op het spel te zetten en dikwijls zelfs
te verliezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten