donderdag 2 april 2020

MAAK HET UZELF NIET TE MOEILIJK


Is het u wel eens opgevallen dat de spullen waar u zo ontzettend naar verlangd hebt en waarvoor u alles opzij gezet hebt nadat u ze eenmaal verkregen hebt binnen de kortste keren vanzelfsprekend worden? U kijkt er al maanden naar uit en staat uren in de rij om als eerste die nieuwe editie van uw favoriete game te kunnen aanschaffen. De eerste paar dagen besteedt u ieder vrij uur aan het spel. U kunt er niet mee ophouden en haalt nachten door. Maar als de nieuwigheid er vanaf is wordt uw enthousiasme al gauw minder. De eerste geruchten over een update zingen al rond en uw verlangen naar een nog nieuwere versie van uw game begint zich al weer te vormen.

In de psychologie wordt dit proces de hedonistische adaptatie genoemd. Het gaat op voor alles wat u nu geweldig vindt en ontzettend graag wil hebben. Zodra u het hebt, wordt het gewoon en gaat u weer op jacht naar een volgend object dat uw geluk volmaakt zal maken. De oude stoïcijnen wisten dit en omdat ze liever lui dan moe zijn zeggen ze dat het verloren tijd is om zo veel tijd en energie te steken in een hunkerende jacht op externe dingen. Ze willen u leren dat u de hedonistische adaptatie kunt ontlopen door te beseffen dat de zaken die op het eerste gezicht zo verleidelijk lijken u helemaal niet gelukkig maken. Hetzelfde geldt voor wat u wilt ontwijken. Ook de dingen waar u bang voor bent en die u tot elke prijs probeert te vermijden hoeven u niet persé ongelukkig te maken. In een brief aan zijn vriend Lucilius zie Seneca het zo:

‘Zou het niet heerlijk zijn om zo ver te komen dat we het goede met het aangename kunnen verenigen? Om dat voor elkaar te krijgen moeten we beseffen dat er dingen zijn die ons aantrekken en dingen die ons afstoten. Rijkdom, genot, schoonheid, praal en alles wat verder verleidelijk is trekken ons aan. Armoede, pijn, dood en schande stoten ons af. We moeten ons zo trainen dat we niet meer gebrand zijn op het één en niet meer bang zijn voor het andere. We moeten leren afstand te nemen van wat ons aantrekt en moed te verzamelen voor wat ons angst in boezemt.’ (Seneca; Brieven aan Lucilius; brief 123)

We voelen ons aangetrokken tot rijkdom, roem en mooie spullen en sloven ons enorm uit om die dingen te verkrijgen. We voelen afkeer voor ziekte, pijn en zwaar werk en doen ons uiterste best om dit soort zaken te vermijden. In bovenstaand citaat lijkt die gekke Seneca ons aan te raden om de dingen die we leuk vinden te vermijden en de dingen die we verafschuwen op te zoeken. Dat is toch raar. Stoïcijnen zeggen dan wel dat ze u gelukkig willen maken maar dit lijkt een uitstekend recept voor een buitengewoon onaangenaam leven.

Toch is dit niet helemaal wat het lijkt te zijn. Seneca wil u hier leren dat wat wij doorgaans ‘aangenaam’ noemen niet meer is dan een waardeoordeel. Wij kiezen er zelf voor om bepaalde dingen ‘aangenaam’ of ‘onaangenaam’ te vinden. Het is een waardeoordeel en geen objectief feit over de wereld. Wij zijn meester en vormgever van onze eigen waardeoordelen. Wat wij leuk of afschuwelijk vinden bepalen we helemaal zelf. Onze biologische vooringenomenheid kiest altijd voor meer en bepaalt samen met onze opvoeding en de immer aanwezige sociale druk waar we naar streven en wat we proberen te ontwijken. Toch zijn we als het puntje bij het paaltje komt zelf de uiteindelijk toetst voor wat we waardevol achten en wat niet. Seneca zegt hier dus niet dat u voor een vervelend en onaangenaam leven moet kiezen. Hij zegt dat u zelf moet gaan bepalen welke dingen voor u waardevol zijn.

Seneca zoekt juist een methode die er voor kan zorgen dat je je altijd prettig voelt. Hij doet dat door u aan te raden om de dingen die u probeert te vermijden en de dingen waar u naar streeft aan te passen. Seneca wil dat u er voor kiest om iets alleen waardevol te vinden als u er redelijk zeker van kunt zijn dat u het ook kunt verkrijgen. En aan de andere kant wil hij dat u iets alleen als onaangenaam beschouwt als u er zeker van bent dat u het kunt vermijden. Het blijkt dat de meeste van die zaken afhankelijk zijn van onzekere externe omstandigheden. Als u rijk wilt worden is dat niet alleen afhankelijk van uw persoonlijke inzet en werklust, maar toch vooral van marktomstandigheden en toevallige consumenten hypes. Als u het wilt vermijden om ziek te worden dan zult u toch moeten beseffen dat een gezonde levensstijl geen garantie biedt voor het wegblijven van allerlei vervelende kwalen.

U moet niet onnadenkend gevolg geven aan elke impuls, aan elk verlangen en elke aversie. U moet leren dat veel van uw verlangens de moeite van het najagen niet waard zijn en dat veel van uw aversies helemaal niet zo moeilijk te dragen zijn als u nu denkt. Stoïcijnen leren zich zelf aan om alleen nog maar te streven naar zaken waar ze zeker van kunnen zijn dat ze die kunnen verkrijgen. Ze kiezen zelf wat ze niet en wel waardevol vinden. Maar wat moet u dan wel waardevol vinden als al die externe zaken u niet gelukkig kunnen maken? Seneca beantwoordt die vraag in dit citaat niet met zoveel woorden, omdat hij weet dat zijn vriend Lucilius precies weet waar hij op doelt. Het zijn niet de dingen waar u naar streeft en die u probeert te vermijden die waardevol zijn en bepalen of u zich al dan niet gelukkig voelt, het is de manier waarop u handelt en de intentie waarmee u dingen doet die bepalen of iets werkelijk waardevol is. Maak het uzelf makkelijk en veranderen wat u waardevol vindt. Het zal u een stukje gelukkiger maken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten