vrijdag 17 april 2020

STIFF UPPER LIP


Zoals we hiervoor zagen deelden de stoïcijnen de negatieve emoties of ‘passies’, zoals zij ze noemden, in vier hoofdgroepen in. We noemden ze de vier B’s: bedroefdheid, bangheid, begeerte en blijheid. De bedroefdheid staat voor emotionele pijn, de bangheid voor alle vormen en gradaties van angst, de begeerte voor verlangen en de blijheid voor genot. Pijn of lijden (bedroefdheid) werd gezien als de aanwezigheid van iets onaangenaams, angst (bangheid) als de verwachting dat er in de toekomst iets onaangenaams gaat gebeuren, genot (blijheid) als de aanwezigheid van iets prettigs en verlangen (begeerte) als de verwachting dat er in de toekomst iets aangenaams gaat gebeuren. Deze vier hoofdgroepen vormen bij de stoïcijnen de basis van alle andere negatieve emoties. Iedere vervelende emotie valt bij één van die groepen onder te brengen. Ik breng nog maar eens in herinnering dat die emoties alleen maar negatief zijn en een passie worden op het moment dat het irrationeel is om ze te voelen. Als leerling stoïcijn mag u dus best bang zijn voor een op u afstormende neushoorn, maar als het een muisje is dat op u af komt lopen wordt het een ander verhaal.

Veel mensen, waaronder veel psychologen en zelfs beroepsfilosofen, denken echter dat het stoïcisme zich vooral bezighoudt met het onderhouden van een ‘stiff upper lip’. Moderne psychologen raden u juist aan om dicht bij uw emoties te blijven en ze niet op te kroppen. U moet uw emoties uiten en delen met anderen, anders komen ze, soms jaren later, weer extra heftig terug. U zou moeten huilen en schreeuwen op de momenten dat u daar behoefte aan hebt en het liefst gebruik maken van een professioneel psycholoog om u te helpen goed in contact met uw emoties te blijven. Daarnaast moet u onder leiding van die psycholoog in uw verleden graven om oude emoties weer naar boven te halen en te herleven om ze zo achteraf alsnog te kunnen verwerken.

Het is maar de vraag of dat allemaal wel waar is. Uit recent onderzoek komt steeds vaker naar voren dat het telkens weer oprakelen van oud zeer juist een negatief effect heeft op uw welzijn. Ook Seneca dacht er zo over, in een brief aan zijn vriend Lucilius schreef hij dit:

“Wat heb je er aan oud zeer op te rakelen en je ellendig te voelen omdat je vroeger ongelukkig was? Je weet toch dat iedereen zijn ellende aandikt en daarbij zelfs zichzelf bedriegt. Het is juist fijn dat al die ellende voorbij is. Voel je blij dat het over is. We moeten twee dingen proberen uit te roeien: angst voor wat de toekomst brengt en het oprakelen van herinneringen aan oude ellende. Met het één heb ik niets meer te maken, met het andere nog niets.” (Seneca; Brieven aan Lucilius 78-14)

Zoals we eerder al zagen verlangt stoïcisme van niemand een Britse ‘stiff upper lip’. Negatieve emoties moeten juist zo veel mogelijke voorkomen worden en als ze niet te voorkomen zijn moeten ze doorleefd en zo snel mogelijk uitgedoofd en vergeten worden. Wat er niet is kan ook niet worden opgekropt en kan ook in de toekomst niet meer voor problemen zorgen. De stoïcijnse technieken zijn er op gericht om zo veel mogelijk prettige emoties (eupatheiai) te voelen en zo weinig mogelijk negatieve emoties (passies). Onprettige gevoelens moeten tot een minimum worden ingeperkt.

Zoals we zagen hadden de stoïcijnen een heel arsenaal aan technieken ontwikkelt om het ontstaan van die onprettige passies te voorkomen of de effecten er van in te dammen. Er zijn in de voorgaande lessen al heel wat van die technieken de revue gepasseerd. In deze les zullen er nog een aantal volgen. Technieken die bij heel veel verschillende situaties kunnen worden ingezet. Stoïcijnen raden u daarbij de ene keer aan om emoties gewoon te doorleven, een andere keer moet u ze juist met behulp van allerlei technieken bestrijden en soms willen ze zelfs dat u toneelspeelt en doet alsof u een bepaalde emotie voelt. Dat is heel wat anders en een stuk ingewikkelder dan de ‘stiff upper lip’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten