Toen u jong was had u waarschijnlijk grootste plannen met uw
leven. U zou het helemaal gaan maken, u zou nu eens echt het verschil gaan
maken in deze wereld. U zou een wereldberoemde popster of sportheld worden, de
nieuwe Einstein, een groot en machtig leider, of misschien wel een rijk en
succes vol zakenman. Hoe dan ook het zou in elk geval één groot feest en succes
worden. Het stoïcijnse streven naar zoiets saais als virtuositeit past absoluut
niet in het avontuurlijke en dynamische leven dat de gemiddelde jongere
verwacht te zullen gaan leiden. Veel jongeren denken zelfs dat ze gewoon recht
hebben op het succesvolle en spannende leven waar ze naar streven.
Als ze wat ouder worden blijkt echter algauw dat het door
hen verkozen levenspad behoorlijk moeilijk is en heel wat meer inspanningen
vereist dan verwacht. Inspanningen waarvan al gauw blijkt dat die helemaal niet
garanderen dat het gewenste fantastische resultaat ook bereikt word. Als ze er
achter komen dat het toch wat moeilijker is dan verwacht verdubbelen ze
aanvankelijk hun inspanningen, ze werken keihard, slaan flink aan het netwerken
en zijn nog tot laat in de avond met hun werk en studie bezig. Ze voelen zich
oprecht kwaad en beledigd en worden uiteindelijk zelfs depressief als ze er
achter komen dat ook hiermee hun prachtige toekomstverwachtingen niet waargemaakt
kunnen worden. Voor de meesten is het een echte schok om te ontdekken dat de
wereld zich niet aan hun grootste verwachtingen wil aanpassen. Hen is toch
altijd verteld en zelfs op school geleerd dat voor iemand die hard werkt en
zijn best doet alles bereikbaar is? Onze hele cultuur is immers doordrenkt met
de gedachte dat inspanningen altijd beloond worden. Wie het echt wil en maar
hard genoeg zijn best doet kan alle tegenslagen overwinnen en zal nooit
mislukken. De mislukkelingen zijn luilakken die gewoon niet hard genoeg hun
best gedaan hebben. Hun ellende en armoede zijn allemaal hun eigen schuld. Dat
de echte wereld anders in elkaar zit en niet zo maakbaar is als gedacht wil
maar moeilijk tot ze doordringen.
Op middelbare leeftijd zullen sommigen merken dat hun
plannen totaal zijn mislukt. Ze zijn niet de sportheld, het popidool of de
geslaagde zakenman en miljonair geworden die ze zich hadden voorgesteld. De
meesten zullen na wat zelfonderzoek tot de ontdekking komen dat ze er wel in
geslaagd zijn een behoorlijk inkomen te verwerven en dat ze met hun gezin een
comfortabel leventje leiden in een doorzonwoning. Van hun vroegere dromen
hebben ze echter maar bar weinig weten te verwezenlijken. Bovendien merken ze
ook nog eens dat hun relatieve succes hen eigenlijk helemaal niet zo gelukkig
heeft gemaakt. Zelfs de enkeling die er wel min of meer in is geslaagd zijn
dromen van weleer te realiseren ontdekt in dit stadium van zijn leven dat dat
niet het verwachte geluk heeft opgeleverd. Het lijkt alsof er ongemerkt iets
verschrikkelijk mis is gegaan. Maar wat?
Dit gevoel van ontevredenheid leidt bij velen tot de zo
beruchte midlifecrisis. Er worden opnieuw drastische maatregelen genomen. De
oude levenspartner wordt aan de kant gezet voor een jongere versie, er wordt
een carrièreswitch gemaakt en in een hopeloze poging de oude vitaliteit van
weleer te herwinnen worden de bezoekjes aan de sportschool opgeschroefd. Ook
dat zal echter niet tot het verlangde gelukkige leven leiden. Voor onze nu wat
oudere jongere er erg in heeft kondigen de eerste echte gebreken zich aan. Hij
gaat de zinloze strijd tegen de voortschrijdende ouderdom aan. Botox injecties,
plastische chirurgie en allerlei zalfjes en lotions worden in de strijd
geworpen tegen de onherroepelijke veroudering. De oudere maakt zich grenzeloos
belachelijk door zich te gaan kleden en gedragen als een jonge tiener of
twintiger. Uiteindelijk realiseert hij zich met afgrijzen dat hij ongemerkt
toch oud is geworden en komt, als hij geluk heeft, tot de ontdekking dat hij
een groot deel van zijn leven heeft weggegooid met het najagen van een fata
morgana.
Iemand die het gelukkige inzicht heeft gehad om al in een
eerder levensstadium een aanhanger van de stoïcijnse filosofie te worden heeft
het beter getroffen (een beetje beter niet al te stoïcijnse hoogmoed is uw
leraar niet vreemd). In plaats van verbitterd op een grotendeels verloren leven
terug te kijken, weet hij dat hij genoten heeft van ieder beschikbaar moment.
Hij weet dat hij alles uit zijn leven en talenten heeft gehaald wat er in zit.
Hij zal het niet erg vinden om oud te zijn geworden. Seneca vond het zelfs de
prettigste levensfase.
“Van elk plezier ligt het prettigste
moment aan het einde. Het aangenaamst is een gevorderde leeftijd net voordat we
echt achteruit gaan, maar zelfs als we al bijna sterven valt er nog genoeg te
genieten. Ook het langzaam verdwijnen van alle begeertes heeft zo zijn
voordelen.” (Seneca; Brieven aan Lucilius XII-5)
De ouderdom komt niet alleen met gebreken, maar kent ook
pluspunten. De meeste mensen worden met het klimmen der jaren wat milder. Het
hoeft allemaal niet meer zo nodig. Dingen als carrière, geld, onderlinge
wedijver, seks en allerlei andere verlangens worden wat minder belangrijk. U
maakt zich niet meer zo snel kwaad en ziet dingen meer in perspectief. De druk
is van de ketel. Als vanzelf krijgt u een meer filosofische inslag en ook uw
stoïcijnse praktijk wordt een beetje makkelijker. Uw lichaam takelt met het
ouder worden af, maar uw geest doet dat niet. Het is waar dat u op gevorderde
leeftijd wat minder makkelijk nieuwe dingen onthoudt, het geheugen gaat
achteruit en u reageert wat trager. Daar staat echter tegenover dat u veel meer
ervaring hebt en dingen makkelijker in hun grotere verband kunt plaatsen. Uit
recent neurologisch onderzoek blijkt dat de hersenen van ouderen niet minder
flexibel zijn dan die van jongeren. Er worden nog steeds nieuwe hersencellen
aangemaakt en nieuwe verbanden gelegd. Het leren van nieuwe dingen gaat
weliswaar wat trager, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door een grotere
achtergrond kennis en ervaring. Ook Seneca merkte op dat hij er weliswaar
lichamelijk op achteruit ging, maar dat zijn geest zelfs beter leek te gaan
functioneren.
“Ik ben blij dat ik merk dat mijn
geest niet oud wordt, terwijl mijn lichaam weldegelijk achteruit gaat. Alleen
de instrumenten van mijn lichaam zijn oud en gebrekkig geworden. Mijn geest is
nog vol leven en verheugt zich erop dat hij minder met het lichaam te maken
heeft, dat scheelt hem een hoop gedoe. Hij is vrolijk en vertelt mij, gek
genoeg, dat dit zijn bloeitijd is. Laten we hem maar geloven: hij mag er van
genieten.” (Seneca; Brieven aan Lucilius XXVI-2)
De keerzijde van de ouderdom is dat u zich er veel bewuster
van bent dat u uw langste tijd hebt gehad. Als jongere was de dood ver weg iets
voor anderen, iets voor de opa’s en oma’s weggestopt in een of ander
verpleegtehuis. Maar nu beseft u dat het niet zo heel lang meer zal duren voor
uw eigen leven zijn einde bereikt. Veel mensen worden een beetje depressief van
die gedachte en proberen haar dan ook zo diep mogelijk weg te stoppen.
Stoïcijnen doen dat anders. In plaats van deze doodsgedachte
weg te stoppen gebruiken ze hem juist om gelukkiger en beter te leven. De
gedachte aan de eigen dood wordt dan als een soort negatieve visualisatie
gebruikt die de waarde van het beetje leven dat nog rest juist benadrukt. Er
werd zelfs een speciale meditatieoefening van gemaakt, de verderop behandelde
‘memento mori’ techniek. Voor een oudere is het een stuk makkelijker om zich
zijn eigen sterfelijkheid voor te stellen dan voor een jongere. Het is niet
meer zo vanzelfsprekend dat hij iedere ochtend weer wakker wordt voor een
nieuwe dag. Een korte wandeling door het park en een korte ontmoeting met een
geliefde zou zo maar de laatste kunnen zijn, en wordt daardoor opeens heel
bijzonder. Hij of zij zal zijn tijd minder snel verkwanselen aan onbelangrijk
gebeuzel en hij zal de dingen die hij doet en beleeft veel intenser meemaken.
Een levensintensiteit die juist één van de doelen van een stoïcijnse
levenshouding is.
Stoïcisme is dan ook de beste voorbereiding die u zich maar
kunt indenken op een gelukkige oude dag. Als stoïcijn hebt u geleerd om de
dingen te accepteren zoals ze zijn. Als uw lichaam achteruit gaat en als u
allerlei gebreken en ziektes begint te krijgen wordt u niet kwaad of
verdrietig. U weet dat u dit niet kunt veranderen, maar u weet ook dat u uw
houding tegenover die aftakeling wel kunt veranderen. U hebt ook geleerd om te
genieten van het moment en van de kleine dingen die u overkomen. Beter dan het
tegenwoordig zo populaire hedonisme, cynisme of epicurisme maakt dit het
stoïcisme tot de best denkbare levensfilosofie voor de oude dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten