zaterdag 15 juli 2023

20.3 Hoe om te gaan met kritiek, etters en andere lastpakken

 Een belangrijke, misschien wel de belangrijkste bron van boosheid, zijn andere mensen. De anderen, u kunt er niet om heen. U hebt een groepje waar u graag mee omgaat, maar er zit ook een stel tussen die u kunt missen als kiespijn. Jammer genoeg valt daar weinig aan te doen. Als u met andere mensen omgaat loopt u het risico dat ze dingen doen die u niet aanstaan of dat u dingen doet die hen niet aanstaan. Zeker als stoïcijn loopt u het risico dat uw gedrag anderen op stang jaagt. Mensen kunnen op uw gedrag of juist op het uitblijven van uw gedrag op de meest onverwachte en onplezierige manieren reageren. Hoe goed u uw best ook doet, u zult nooit iedereen tevreden kunnen houden. Maar ook zelf loopt u het risico dat u kwaad, verdrietig of angstig wordt door de gedragingen van anderen.

Mensen kunnen dom zijn en zich door niets anders dan hun onderbuikgevoelens laten leiden. De meeste mensen denken niet na over hun leven, ze jagen genot na en proberen pijn te vermijden. Daar blijft het bij, meer zit er niet in. Zelfs Marcus Aurelius was al die domheid soms zat in zijn dagboeken schreef hij:

“Hoe walgelijk zijn al die mensen, met hun vreten, slapen, paren, pissen en de rest. Kijk eens hoe ze zich opblazen en de baas spelen over anderen, zich kwaad maken en tekeer gaan. Terwijl ze kort daarvoor nog voor iemand anders kropen om een gunst van hem te krijgen. En het blijft maar doorgaan." (Marcus Aurelius; Dagboeken; Boek 10-19)

En Marcus was de keizer, de machtigste man van het rijk, iemand waar de meeste mensen met de nodige voorzichtigheid mee omgingen. Toch wisten de mensen om hem heen hem blijkbaar behoorlijk te irriteren. De anderen kunnen dus een belangrijke bron van negatieve emoties voor u vormen. Als beginnend stoïcijn is het dan ook verstandig op te letten met wie u omgaat. Kies uw vrienden wijselijk. Contacten met domme, moeilijke, vervelende en irritante mensen zijn natuurlijk niet altijd te vermijden, maar probeer toch zoveel mogelijk dergelijke mensen te ontwijken.

Om irritante mensen te kunnen vermijden zult u ze natuurlijk eerst moeten herkennen. Het is voor uw gemoedsrust van groot belang om iemands karakter goed te kunnen inschatten. Dat is jammer genoeg niet altijd even makkelijk. Als u echter eenmaal weet dat iemand een voor u irritant karakter heeft en geregeld uw geduld op de proef weet te stellen, probeer hem dan te vermijden. Sla uitnodigingen voor feesten en partijen waar het vooral om de pret en leut gaat en waar vooral domme en oninteressante mensen op afkomen zo veel mogelijk af. Als u straks wat steviger in uw stoïcijnse schoenen komt te staan, kunt u altijd nog naar dit soort bijeenkomsten toegaan. De kans is echter groot dat u dat dan helemaal niet meer zal willen. Een beetje saai misschien, maar daar staat dan wel weer tegenover dat u uitnodigingen voor feesten waar interessante mensen komen, mensen die u inspireren en waar u wat van kunt leren zeker niet hoeft af te slaan.

Hoe goed u uw best ook doet, u zult niet kunnen voorkomen dat u heel wat akelige mensen zult ontmoeten en een deel daarvan zal u agressief benaderen, zal u willen beledigen, vernederen of u vanuit de hoogte behandelen. Dit soort aantastingen van uw integriteit zijn er legio en ze kunnen heel vervelend zijn. U kunt behoorlijk van streek raken als uw baas u tegenover uw collega’s denigrerend behandelt of zelfs al als u in de drukte door de één of andere hork opzij geduwd wordt. Er zijn ontelbare manieren waarop andere mensen u van uw stuk kunnen brengen. Met agressief gedrag en beledigingen, maar ook op veel subtielere wijze door u in het bijzijn van anderen onder het mom van een grapje voor schut te zetten, of simpelweg door u te negeren. Of u nu introvert bent en angstig en geschokt reageert, of extrovert bent en deze personen kwaad een koekje van eigen deeg geeft hun gedrag heeft uw gemoedsrust verstoord. U voelt u minder prettig dan u zich zou willen voelen. Voor een stoïcijn is het dan ook van het grootste belang om een strategie te ontwikkelen om te voorkomen dat u door dit soort mensen van uw stuk wordt gebracht. In een discussie met één van zijn leerlingen zei Musonius Rufus hier het volgende over.

“- Leerling: ‘Iemand die dit soort dingen doet en iemand anders uitscheldt, in zijn gezicht slaat, uitlacht en beledigt, moet toch wel door en door slecht zijn. Demosthenes zegt dat sommige zelfs al door hun manier van kijken iemand kunnen beledigen en van zijn stuk brengen. Dat soort mensen zijn toch onverdraaglijk en om gek van te worden.’
- Musonius: ‘Dat denken mensen die niet weten wat werkelijk goed of slecht is. De meeste mensen denken dat hen echt iets wordt aangedaan met een verkeerde blik, een valse lach, een scheldwoord of een tik. Maar een verstandig mens, wat iedere filosoof zou moeten zijn, wordt door geen van deze dingen van zijn stuk gebracht en weet dat niet het beledigd worden, maar juist het beledigen beschamend is.” (Musonius Rufus; Colleges 10)

Hij had er nog aan kunnen toevoegen dat ook het beledigd zijn beschamend is. Als de één of andere onbeschofte sukkel erin slaagt u te beledigen, dan geeft u daarmee impliciet toe dat de mening van die persoon voor u belangrijk is. Een stoïcijn zou juist willen uitstralen dat de mening van dat soort mensen hem koud laat. Makkelijk is het niet, en het stoïcisme maakt het u nog lastiger. Het is niet genoeg om te doen als of het u niet raakt terwijl u eigenlijk van binnen kookt, nee u moet het echt voelen. Opkroppen en binnenvetten is allesbehalve stoïcijns, u moet leren de negatieve emoties helemaal niet te krijgen. En dat terwijl de dagelijkse omgang met normale doorsnee mensen al moeilijk genoeg is. Hoe gaat dat dan met mensen die je bewust tegenwerken en die je misschien zelfs als een vijand behandelen? Veel stoïcijnse oefeningen waren er juist op gericht om te leren hoe je het best kon omgaan met moeilijke mensen. Hieronder volgt een omschrijving van een aantal van die technieken.


Oefening: Technieken tegen lastpakken

A Is het misschien waar?

De stoïcijnen hadden verschillende technieken om met beledigingen en andere aanrandingen om te kunnen gaan. De eenvoudigste techniek is het even kijken of de schelder niet gewoon gelijk heeft. Begin dus met het uitvoeren van een korte en simpele ‘reality check’. Als iemand u uitscheldt voor brillenjood of kaalkop en u draagt inderdaad een bril of u bent kaal, wat is er dan zo beledigend? Uw lastpak blinkt niet uit in beschaafd taalgebruik en zijn uiting kan dan wel als een belediging bedoeld zijn, maar als het gewoon klopt is er niet echt iets aan de hand. Zelfs als uw aanrander geen gelijk heeft is er volgens de stoïcijnen geen reden om u druk te maken. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat het helemaal niet de bedoeling was om u te beledigen. Misschien meent de ‘schelder’ wat hij zegt wel en is hij alleen maar slecht geïnformeerd. Ook dan is er geen reden om kwaad te worden. U kunt uw belager rustig uitleggen dat hij het bij verkeerde eind heeft. Epictetus legde deze techniek als volgt aan een leerling uit:

“Als iemand je kwaad doet of kwaad over je spreekt bedenk dan dat hij dat doet omdat hij denkt dat het ook echt klopt. Waarom zou hij er net zo over moeten denken als jij, hij doet alleen maar wat hij denkt dat goed is. Als hij het bij het verkeerde eind heeft dan is hij degene die daar last van heeft. Wanneer iemand van iets waars denkt dat het onwaar is, verandert dat niets aan de werkelijkheid. Alleen degene met het foute oordeel heeft er last van. Als je daarvan uitgaat, kun je rustig blijven tegenover iemand die je uitscheldt. Je moet dan bij jezelf zeggen: Hij vindt het kennelijke nodig om dit te doen.” (Epictetus; Handboekje 42)


B Wie zegt het?

Een andere al even simpele techniek is dat u eens goed naar uw belager kijkt. Is het iemand waar u respect voor hebt? Is het een verstandig iemand die misschien wel gelijk heeft? Het zou raar zijn om op het moment dat u een vreemde taal aan het leren bent beledigd te zijn als u leraar kritiek op uw uitspraak heeft. Hij moet u juist bekritiseren om u iets te kunnen leren. Het is daarom belangrijk om goed op te letten als een verstandig persoon kritiek op u heeft. Het zou zomaar kunnen dat hij gelijk heeft en dat u iets van hem kunt opsteken. Ook het omgekeerde geldt. Als het een dwaas is die u bekritiseert is er geen enkele reden om u druk te maken. Naar alle waarschijnlijkheid is het gewoon domme prietpraat. U zou u juist zorgen moeten gaan maken als een dwaas u complimentjes begint te maken. Het zou kunnen dat u dan iets verkeerds doet. Marcus Aurelius formuleert het zo:

“Als iemand je iets heeft aangedaan, bedenk dan eerst waarom hij dat heeft gedaan. Bedenk wat zijn opvattingen over goed en kwaad zijn. Je zult dan niet verbaasd of boos worden. Misschien ben je het eigenlijk wel min of meer met hem eens. In dat geval moet je begrip voor hem hebben. En als hij het fout heeft en je het niet met hem eens bent, is er des te meer reden om mild voor iemand met een zo gebrekkig inzicht te zijn.” (Marcus Aurelius; Dagboeken VII-26)


C Lastpakken bestaan nu eenmaal

Een andere techniek is de realisatie dat vervelende mensen deel uitmaken van onze werkelijkheid en niet vallen te vermijden. De mensheid bestaat niet uit alleen maar leuke en aardige mensen, er zijn ook slechteriken en schurken. In onze wereld bestaan ze nu eenmaal, en u zou zich daar als leerling stoïcijn dan ook niet over hoeven te verbazen en al helemaal niet druk over moeten maken. Marcus zei het zo:

“Als je je aan iemand ergert stel je dan onmiddellijk de vraag: zou er een wereld zonder ergerlijke mensen kunnen bestaan? Nee natuurlijk niet! Vraag daarom niet het onmogelijke. Hij is gewoon één van de vele irritante mensen van deze wereld. Hetzelfde moet je je afvragen bij criminelen, bedriegers en alle andere slechte mensen. Zodra je bedenkt dat een wereld zonder dit soort mensen niet kan bestaan zal je je milder tegenover dit ene individu opstellen.” (Marcus Aurelius; Boek 9-42)


D Meet uzelf een aristocratische houding aan

Slechte en irritante mensen zijn dus een onderdeel van onze werkelijkheid. Jammer genoeg weten we vaak niet van te voren of we met een exemplaar van deze categorie te maken hebben. Een leerling-stoïcijn moet dan ook een manier ontwikkelen om met mensen van wat voor soort dan ook om te kunnen gaan. Epictetus raadde zijn leerlingen aan om zichzelf een bepaalde houding tegenover andere mensen aan te wennen. Hij zei het zo:

“Leg voor jezelf een bepaalde houding en levensstijl vast, waar je je aan houdt zowel als je alleen bent als wanneer je in gezelschap verkeert. Houd in gezelschap liever je mond en zeg alleen het hoogst noodzakelijke. Praat alleen als de situatie daarom vraagt, maar dan niet over ditjes en datjes: niet over gladiatorengevechten, paardenrennen, sporters, eten en drinken of één van de andere dingen waar mensen zo graag over leuteren. Roddel niet over anderen, ook niet om ze te prijzen. Probeer het gesprek indien mogelijk op zinnigere onderwerpen te brengen. Als mensen het niet met je eens zijn, val ze dan niet aan en houd je mond.” (Epictetus; Handboekje 33)

Volgens de stoïcijnen moet u proberen altijd vriendelijk en beleefd tegen anderen te zijn. Tegen iedereen, zelfs tegen domme mensen en mensen waar u eigenlijk een hekel aan hebt. Houd een beetje afstand, spreek niemand tegen, zelfs niet als u zeker weet dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Stel hooguit en alleen bij mensen die daar tegen kunnen een (quasi) geïnteresseerde vraag waaruit blijkt dat hun overtuiging misschien niet helemaal logisch en kloppend is. Als onbelangrijke en oninteressante onderwerpen, zoals voetbal, auto’s, roddels, vakanties en dergelijke, besproken worden, kunt u zich beter stil houden of zo nu en dan met een geïnteresseerde blik doen alsof u het besprokene interessant vindt. Er is geen enkele reden om onvriendelijk te worden en uw gesprekspartner te beledigen. In het begin zal het aanvoelen alsof u een toneelstukje opvoert of een soort masker draagt. En dat is aanvankelijk natuurlijk ook zo. Na een tijdje en nadat u zich deze techniek steeds beter eigen gemaakt hebt zal het echter hoe langer hoe natuurlijker gaan aanvoelen en u steeds makkelijker afgaan.

U zult zich steeds minder gaan aantrekken van wat anderen over u denken. U leeft ten slotte niet om applaus te krijgen voor wat u doet en al helemaal niet om de afkeuring van anderen te ontwijken. Stoïcijnen zullen altijd proberen zo min mogelijk op te vallen en houden zich dus zo veel als mogelijk aan de normen en zeden van de samenleving waar ze in leven. Maar het is onvermijdelijk dat u als stoïcijn toch met enige regelmaat dingen zult doen of zeggen die uw gemiddelde medemens niet zullen aanstaan. Ons reptielenbrein wordt dan wel onrustig als u dingen doet die de groep afkeurt, maar uw ‘hegemonikon’ bepaalt uiteindelijk wat u wel en niet wilt doen. Het zal niet lang meer duren voor u nog wel opmerkt dat iemand uit uw omgeving kritiek op u heeft, maar dat dat u niets meer doet. ‘Die en die heeft blijkbaar een hekel aan me, ik heb in zijn ogen zeker iets fout gedaan. Ik ben me echter van geen kwaad bewust. Er is dan ook geen enkele reden om me druk te maken.’ Als een hond naar u blaft, denkt u misschien wel dat die hond een hekel aan u heeft, maar voor uw gemoedsrust maakt dat toch ook geen enkel verschil?


E Niet de ander deugt niet, uw eigen oordeel is fout

In de omgang met lastige mensen is het vooral belangrijk om te voorkomen dat u kwaad wordt door de dingen die de ander doet. Het gedrag van een ander mens kunt u immers niet zomaar veranderen, wat u echter wel kunt veranderen is uw reactie op zijn gedrag. Uw eigen reactie heeft u in uw macht, het gedrag van uw medemens niet. Epictetus zei het zo:

“Denk eraan dat het niet degene is die je uitscheldt of slaat die je slecht behandelt, maar dat het je eigen overtuiging dat je slecht behandeld wordt is. Als iemand je ergert, besef dan dat het je eigen overtuiging is die je ergernis veroorzaakt. Zorg er dus voor dat je je niet laat meeslepen door die indruk. Als je er even rustig de tijd voor neemt zul je jezelf snel weer onder controle hebben” (Epictetus; Handboekje 20)

U moet zich er dus van overtuigen dat u als u beledigd wordt geen kwaad wordt aangedaan. Het zijn immers niet de dingen zelf die u van uw stuk brengen, maar uw oordeel over die dingen. Niet de belediging maakt u kwaad, maar uw overtuiging dat die belediging iets slechts is doet dat. Als u zich kwaad en beledigd voelt door iemand anders dan is dat dus helemaal uw eigen schuld. U heeft uw stoïcijnse beginselen nog niet goed onder de knie.


F Lastpakken en de staf van Hermes

Bedenk bij iedere belediging of andere aanval op uw persoon dat u het kunt gebruiken in uw stoïcijnse praktijk. Het is een uitgelezen gelegenheid om te laten zien dat u weet hoe een stoïcijn op dit soort dingen hoort te reageren. Net als bij de eerder besproken techniek van de magische staf van Hermes kunt u de belediging omzetten in een oefening van uw gemoedsrust. Onze stoïcijnse keizer had er in zijn dagboek het volgende over te zeggen:

“Voor zover wij een mens goed moeten behandelen en moeten accepteren, is hij onze naaste. Maar voor zover een mens ons hindert in de vervulling van onze dagelijkse plichten, staat hij even ver van ons af als de zon, de wind of een wild beest. Er zijn mensen die een bepaalde bezigheid in de weg kunnen staan. Zij kunnen echter geen belemmering vormen voor mijn wil of voor mijn gemoedstoestand. Want de geest is in staat alles wat haar in de weg staat om te zetten en geschikt te maken voor haar vooruitgang. Zij kan nadeel in voordeel doen verkeren en de obstakels op haar pad in bakens veranderen.” (Marcus Aurelius, Dagboeken boek V-20)

En een stukje verder in het volgende deel van zijn dagboeken:

“Tracht de mensen door overreding voor je te winnen, maar ga tegen hun wil in wanneer de wet van rechtvaardigheid dat vereist. Wanneer iemand je met geweld weerstreeft, neem dan een welwillende en onbekommerde houding aan en grijp zijn verzet aan om een andere deugd ten toon te spreiden. Bedenk dat je steeds naar geleidelijke verandering streeft en niet het onmogelijke verlangt. Waar streef je dan wel naar? Naar het doen van de poging zelf. En dat bereik je, want wat wij ons werkelijk voornemen, dat gebeurt ook.” (Marcus Aurelius, Dagboeken boek VI-50)

Er is een eeuwenoud (Engels) gezegde dat luidt: "When life hands you lemons, make lemonade." Het gezegde kan oud zijn maar het blijft tot de dag van vandaag actueel. Wanneer u geconfronteerd wordt met mensen die u tegenwerken of zelfs met slechte mensen die uw plannen blokkeren, moet u beseffen dat ze geen belemmering voor uw impulsen of uw karakter zijn. Ze kunnen niet voorkomen dat u probeert te doen wat zowel zinvol als juist is. U bent niet zoals Marcus, die, als keizer, absoluut gezag had over iedereen, maar in het gezinsleven, en in het bedrijfsleven, kunt u vaak wel een zekere mate van gezag uitoefenen over anderen, en wanneer dat nodig is moet u proberen slechte mensen over te halen tot beter gedrag. Maar als dat niet lukt, en uw acties worden gedwarsboomd, moet u uw gelijkmoedigheid behouden en weigeren toe te geven aan verdriet of woede. Wat u van plan was om te doen was gedaan 'onder voorbehoud', en was niet onvoorwaardelijk. Altijd succesvol zijn is onmogelijk. Maar door er naar te streven om 'onder voorbehoud' te doen wat juist is en verstandig, heeft u alleen daardoor al succes.

Wanneer u al dan niet door de hand van een ander met een tegenslag geconfronteerd wordt, moet u de staf van Hermes ter hand nemen en een andere deugd ten toon spreiden, rustig en geduldig blijven. Als u dat lukt zult u waarschijnlijk in staat zijn om een intelligente herbeoordeling van de situatie te maken. U zal moeten beslissen of er enige hoop is om uw bedoeling op een andere manier te bereiken, of misschien moet u zelfs beslissen er helemaal van af te zien. En voor stoïcijnen is het na verstandig beraad opgeven van een bedoeling, een succes. Want het enige wat u dan doet is het rationeel opgeven van een bedoeling, om uzelf daarna te wijden aan een ander beter te realiseren bedoeling. Uw doel, het zijn van een virtuoos mens, hebt u dan in elk geval wel bereikt.

Kortom, een stoïcijn kan nieuwe rollen aannemen en nieuwe doelen stellen, als de omstandigheden dit vereisen, zonder daar gefrustreerd en boos over te worden. 'Terwijl ik aan het rijden was ging mijn auto kapot!' Dus nu ben ik geen chauffeur, maar word ik iemand die uitzoekt wat je met een kapotte auto aan moet.’ 'De bankdirecteur weigerde om de lening te verstrekken!' Dus nu moet je je plannen wijzigen. Maar ik was van plan om mijn eigen bedrijf te beginnen!' En nu moet je iets nieuws bedenken, en helpt boosheid je daar echt bij? 'Maar die domme casemanager begreep mijn businessplan niet!' En wie zei je dat je voorbestemd bent om een zeer intelligente casemanager tegen te komen?’


G Stap eens in de schoenen van een ander

Waarom doet iemand vervelend tegen u? Omdat hij denkt dat er een goede reden is om dat te doen. Hij denkt dat hij gelijk heeft en u ongelijk of hij denkt dat u hem tegenwerkt of op de één of andere manier slecht voor hem bent. Het ligt in de menselijke aard, en dus ook in de aard van uw lastpak, om de dingen te doen die hem goed en voordelig lijken. Niemand doet vrijwillig iets waarvan hij denkt dat het slecht en nadelig voor hem is. Epictetus zei hier het volgende over:

“Als iemand je kwaad doet of kwaad over je spreekt, bedenk dan dat hij dat doet omdat hij denkt dat dat goed is. Het is ondenkbaar dat hij handelt op een manier die jij goed vindt: hij kan niet anders dan doen wat hij zelf goed vindt. Als hij daarover een onjuiste opvatting heeft, dan is hij degene die er nadeel van heeft, omdat hij een verkeerd oordeel heeft. Immers als iemand een verkeerd beeld van de werkelijkheid heeft dan is hij het die daar schade van ondervindt, het verandert de werkelijkheid niet. Als je daarvan uitgaat, zal je rustig blijven tegenover iemand die je uitscheldt. Als er zoiets gebeurd, moet je bij jezelf zeggen: ‘Hij vindt dat blijkbaar nodig.” (Epictetus, Handboek 42).

Wees dus niet verbaasd dat mensen doen wat mensen nu eenmaal doen. Ze doen wat zij denken dat in de gegeven situatie het beste is om te doen. De meeste menen nu eenmaal dat status, geld, hun groep en pleziertjes de belangrijkste dingen in het leven zijn. Wees dan ook niet verbaasd als ze daar ook naar handelen. U als leerling stoïcijn weet dat ze zich vergissen. Die mensen zijn daardoor echter niet slecht of kwaadaardig. Ze zien de wereld verkeerd en begrijpen niet wat echt belangrijk is. Het kan zijn dat ze daardoor verkeerde en soms zelfs afschuwelijke dingen doen, maar dat maakt het niet anders. Het zijn net kinderen die nog niet goed weten wat wel en niet mag. Behandel ze dan ook net zoals u met kinderen zou omgaan: met mildheid en geduld.

De volgende keer als iemand u een kunstje flikt of u ten onrechte ergens van beticht, moet u proberen zich zijn positie in te denken. Kennelijk vond hij of zij het nodig en zinvol om u dwars te zitten of iets vervelends tegen u te zeggen. In hun ogen was hun gedrag passend en helemaal niet verkeerd. Wat voor reden zou hij gehad kunnen hebben om dat te doen? Is het begrijpelijk vanuit zijn positie? Welke vergissing maakt hij? Is er iets wat hij verkeerd ziet, of is er misschien iets wat u zelf niet goed door heeft? Zoals we zagen heeft het geen enkel nut om kwaad te worden op iemand die nu eenmaal niet beter weet. U kunt proberen hem tot inzicht te laten komen en op andere gedachten te brengen of, als dat niet lukt, hem van zijn verkeerde handelingen te weerhouden.

Ga daarin trouwens niet te ver. Een stoïcijn is geen heilssoldaat die anderen tot inkeer moet brengen. Iedereen is tenslotte verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Als u het idee hebt dat het geen zin heeft om iemand iets te leren dan moet u dat ook zeker niet proberen. Zo nodig, en zo mogelijk kunt u corrigerend optreden, eventueel zelfs met geweld, maar vaak zal het om iets onbelangrijks gaan wat maar beter genegeerd kan worden. Door uw geduld en waardigheid te bewaren kunt u dan een voorbeeld vormen dat andere mensen al dan niet hoeven na te volgen. Wat in elk geval niet mag gebeuren is dat u uw gemoedsrust verliest door het domme gedrag van één of andere etter.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten