dinsdag 2 juni 2020

STOÏCIJNSE WERELDVERBETERAARS


Uit onderzoek blijkt dat mensen die zich altruïstisch inzetten voor anderen zich gelukkiger voelen dan mensen die dat niet doen. Ook de stoïcijnen wisten dat mensen op hun best zijn wanneer ze zich onbaatzuchtig inzetten voor de gemeenschap. Ze hielden daarbij wel in hun achterhoofd dat het welzijn van anderen bij uitstek een externe aangelegenheid is waar je geen directe invloed op hebt. Het is voor een stoïcijn dan ook voldoende om zijn of haar best te doen om anderen te helpen, of al die inspanningen ook vruchten afwerpen doet er eigenlijk niet zo heel erg toe. Het gaat om de intentie. Tegelijkertijd waren ze realistisch genoeg om te beseffen dat je bij je bij je altruïstische daden niet te ver moest gaan. Als je je emotionele en financiële grenzen te ver oprekt leiden je goede bedoelingen er alleen maar toe dat je jezelf ellendig gaat voelen. En dat is iets wat een stoïcijn nu juist wil vermijden.

Er is veel ellende in de wereld. U hoeft niet al te ver om u heen te kijken om allerlei rampspoed en tegenslag te ontdekken. Oorlogen, milieurampen, ziektes, uitbuiting en armoede zijn aan de orde van de dag. De wereld zit vol met mensen die buiten hun schuld en totaal onverdiend in de ellende zitten. De wereldproblemen zijn overweldigend en het lijkt voor u als individu onbegonnen werk om zelfs maar een poging te wagen daar iets aan te doen. Het is om moedeloos van te worden. U wordt geconfronteerd met enorme problemen als klimaatverandering, religieus of populistisch fanatisme, oorlogen en economische uitbuiting. Toch verlangt het stoïcisme van u dat u uw steentje bijdraagt aan de oplossing van die problemen.

Het stoïcisme roept u daarbij niet op om als een rasechte idealist de barricaden op te gaan en te strijden voor een betere wereld. Een stoïcijn weet veel te goed dat een dergelijk radicalisme alleen maar tot nog meer ellende leidt. Maar het stoïcisme roept u ook niet op om fatalistisch de handdoek in de ring te werpen en alles maar op zijn beloop te laten. Het roept op tot een pragmatische en vooral realistische houding. Een houding die trouwens best radicale gevolgen voor uw beslissen en handelen zou kunnen hebben. Seneca verwoordde het zo:

Wie zich op virtuositeit toelegt moet zich, volgens mij, als volgt gedragen: Als het noodlot toeslaat en je het handelen onmogelijk wordt gemaakt moet je niet meteen de handdoek in de ring werpen en een schuilplaats zoeken (alsof er een schuilplaats zou bestaan waar het lot je niet weet te vinden). […] Zelfs in een totalitair en corrupt land weet een wijze nog een manier te vinden om zich virtuoos te gedragen en zelfs in een vrij en welvarend land vind je wreedheid, afgunst en andere ellende. Afhankelijk van de politieke en ander omstandigheden kun je je inzetten voor de maatschappij of je terugtrekken uit het gewoel. Maar je zult hoe dan ook iets ondernemen en je niet door angst of wanhoop laten verlammen. […] Je terugtrekken uit het strijdgewoel is niet hetzelfde als je overgeven. (Seneca; Over de gemoedsrust; hoofdstuk 4.2 en 5.3)

Dit is een schoolvoorbeeld van wat je ‘stoïcijns pragmatisme’ zou kunnen noemen. Seneca herinnert u er aan dat hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn en hoe beperkt de mogelijkheden tot handelen ook zijn er altijd wel een manier is om toch een nuttige bijdrage aan de maatschappij te leveren. Hij sprak uit eigen ervaring. Aan het eind van zijn leven had hij zijn invloed op Nero volledig verloren. Deze totaal ontspoorde keizer zocht naar een aanleiding om zich van zijn voormalig leraar en eerste minister te ontdoen. Seneca had dus alle reden om voor zijn leven te vrezen. Hij trok zich terug op één van zijn landgoederen op het platteland, maar bleef zeker niet bij de pakken neerzitten. Hij wijdde zich aan zijn filosofie en schreef een groot aantal brieven en boeken en toen de gelegenheid zich voordeed raakte hij betrokken bij een poging om Nero te onttronen. Een couppoging die hem uiteindelijk fataal zou worden. Seneca bewees daarmee dat het zelfs als je handen gebonden lijken nog mogelijk is om iets te ondernemen.

Zover als Seneca, die zijn leven gaf voor zijn filosofie, hoeft u niet te gaan. Er zijn heel wat minder verstrekkende mogelijkheden om u voor het welzijn van anderen in te zetten. Zoals uit bovenstaand citaat blijkt besefte hij ook wel dat er omstandigheden zijn waaronder je het gevoel bekruipt dat de wereld je boven het hoofd groeit. Wat kunt u nog betekenen in tijden van globalisering, milieurampen en grootschalige economische en politieke omwentelingen? Uw gedrag als kiezer of consument zal geen merkbare invloed op de politiek, economie of het milieu hebben. Toch bent u minder machteloos dan u zich misschien voelt. U kunt in uw eigen sociale netwerk, bij uw familie, vrienden en collega’s weldegelijk invloed uitoefenen. Uw beslissingen bij uw aankopen, uw voorbeeld voor uw naasten en alle andere kleine dingetjes die u kunt doen kunnen bijdragen aan een betere wereld. Misschien zijn het stapjes die wegvallen in het grote geheel, maar dat betekent niet dat u ze niet toch moet nemen.

U hoeft uzelf niet op te offeren voor anderen, maar u kunt binnen uw financiële en emotionele grenzen uw bijdrage leveren. Het stoïcijns pragmatisme vraagt van u dat u de mogelijkheden die u ter beschikking staan onderzoekt. U moet realistisch zijn en u aan de omstandigheden aanpassen. Misschien dat u weinig kunt uitrichten, maar stil zitten is geen optie. Al was het maar omdat de wereld u hoe dan ook inhaalt en u uit uw schuilplaats verjaagt. Zoek dus uit waar uw talenten en beperkingen liggen. Kijk wat de omstandigheden mogelijk of onmogelijk maken? En maak uw keuze. Misschien dat u onvermoede kansen ontdekt om een wereldverbeteraar te worden. Misschien dat u tot de conclusie komt dat uw gestel en uw omstandigheden u dwingen om u terug te trekken in een schuilhoekje. Maar bedenk wel dat u zelfs vanuit dat hoekje de hemel kunt bestormen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten