zaterdag 6 februari 2021

1.3 Een leven zonder passie

 

Dat klinkt u waarschijnlijk niet al te aantrekkelijk in de oren. Een leven als een grijze muis. Is dat wat de stoïcijnen me proberen aan te smeren? De stoïcijnen worden inderdaad vaak emotieloosheid verweten, maar er is geen stoïcijn die dingen als vrolijkheid, enthousiasme of zelfs zinnelijk genot fundamenteel zou veroordelen. De stoïcijnen hebben eigenlijk alleen problemen met vervelende negatieve emoties. Ze noemen dat de passies. Passie zoals in de Matthäuspassion over het lijden van Jezus. Passie dus in de betekenis van lijden, een heftige en onaangename gemoedstoestand en niet in de betekenis van iets waar je je totaal voor inzet of helemaal door laat meevoeren. Een stoïcijn kan dus best een passie voor zijn filosofie hebben en tegelijkertijd proberen zich van zijn passies (negatieve emoties) te ontdoen. En zelfs die passies willen ze niet helemaal uitroeien. Het gaat ze erom te leren ze zo veel mogelijk te voorkomen en als dat niet lukt te accepteren.

Maar wat zijn de negatieve emoties of passies nu eigenlijk voor een stoïcijn? Het gaat de stoïcijnen vooral om ontspoorde verlangens, en om overdreven en onnodige angsten. Ook vervelende emoties zijn natuurlijk en het hoort bij het mens zijn om zo nu en dan angstig, boos of verdrietig te zijn. We hebben echter veel vaker last van die akelige gevoelens dan nodig is. Volgens de stoïcijnse filosoof Chrysippus, berusten de meeste van dergelijke negatieve emoties op denkfouten. Iemand ziet iets gebeuren, en wordt daar bang, boos of opgewonden van. Zijn gemoedsrust raakt verstoord en hij is niet tevreden meer met de stand van zaken, er moet iets gebeuren. Die ontevreden onrust leidt tot allerlei vervelende emoties. Hij voelt zich rot over wat er gebeurt. Hij zegt dus eigenlijk dat er iets anders had moeten gebeuren. De wereld had anders in elkaar moeten zitten.

Volgens de stoïcijnen kunnen wij dergelijke negatieve emoties tegengaan door na te gaan hoe de vervelende situatie ontstaan is. Als je goed kijkt naar de oorzaak van de gebeurtenis kom je er eigenlijk altijd achter dat je er niets aan kon doen dat iets op die vervelende manier gebeurde. Dan zie je dat dat wat er gebeurt eigenlijk onvermijdelijk was. Of dat een gebeurtenis die aanvankelijk heel belangrijk leek, bij nader inzien eigenlijk niet zo heel veel voorstelt. En over een gebeurtenis waar je toch niets aan kon doen, of een gebeurtenis die nergens over gaat kan je volgens Chrysippus onmogelijk boos of verdrietig zijn. Zodra je door krijgt dat de meeste van je vervelende gevoelens eigenlijk nergens op slaan, krijg je grip op een groot deel van je passies en ben je al een heel eind op weg om ze de baas te worden.

Dit klinkt waarschijnlijk nogal abstract, daarom eerst een voorbeeld. Stel dat ik zit te wachten op een vriendin met wie ik om acht uur heb afgesproken. Het is kwart over acht en ik word wat ongeduldig. Om half negen ben ik narrig, en om negen uur ben ik zelfs kwaad en ongerust. Ik beeld me van alles in. “Hoorde ik daarnet niet een sirene? Ze heeft misschien wel een ongeluk gehad en is gewond geraakt of nog iets ergers”. Ik word ongerust en zelfs een beetje bang. Of ik ga me inbeelden dat ze iemand anders is tegengekomen die ze kennelijk interessanter vindt dan onze afspraak. Ik begin me te ergeren en wordt kwaad. “Die slet staat natuurlijk weer te flirten met één of andere vent”. Om half tien gaat mijn telefoon en bezorgd, of zwaar geïrriteerd neem ik op. Het is mijn vriendin die me vertelt dat ze een lekke band heeft gehad en nu zo snel mogelijk naar mij toekomt. Welke emoties mij dan ook bespelen, mijn kwaadheid en ongerustheid zijn in één klap verdwenen. Het enige wat ik dus nodig had om van mijn passies (negatieve emoties) af te komen was kennelijk meer informatie. Was het dan wel zo zinvol om die kwaadheid toe te laten? Ik heb geleden onder een vervelende emotie, die achteraf volkomen overbodig blijkt te zijn. Dit scenario geldt voor heel veel vervelende negatieve emoties. Veel van onze passies zijn dus het gevolg van onvoldoende kennis over de situatie. De stoïcijnen vinden dan ook dat je je aan de feiten moet houden. Zolang je niet zeker weet wat er aan de hand is, moet je er geen emotioneel oordeel over hebben. Je kunt je oordeel beter nog even uitstellen. Later is er nog tijd genoeg om je rottig te voelen.

Een aantal lezers zal opmerken dat die stoïcijnen zich er zo wel heel makkelijk vanaf maken. Ze slaan een heel belangrijke stap in het emotionele proces over. U, als kritische lezer, stelt terecht dat het één ding is om alles te weten, maar dat dit nog niet hetzelfde is als alles zomaar accepteren. Iets weten en iets accepteren zijn voor de meeste mensen twee totaal verschillende dingen. Terug naar ons eerdere voorbeeld. Ik kan prima beredeneren dat het onwaarschijnlijk is dat het te laat zijn van mijn vriendin het gevolg is van een ongeluk, moedwil of vergeetachtigheid, maar dat verandert mijn emoties nog niet. Mijn boosheid en ongerustheid komt gewoon opzetten ongeacht de bewuste logische gedachte dat er waarschijnlijk niets aan de hand is. Dat ik weet dat er ook gewoon niets aan de hand zou kunnen zijn, betekent nog niet dat ik het ook echt accepteer en die vervelende gevoelens van boosheid en ongerustheid kwijt ben.

De sprong van een droge logische wereld naar een persoon die die logica ook echt voelt is natuurlijk wat al te makkelijk gemaakt. De stoïcijnse denkers wisten dit en hielden rekening met de niet altijd logische werking van het brein. Het stoïcisme schenkt aandacht aan de psychologische aspecten van de menselijke emoties. Het ging ze om het vinden van een manier om je leven zo in te richten dat je zo min mogelijk last hebt van de passies. Wat kan je doen om je brein zo te sturen dat die vervelende emoties wegblijven? Om dat voor elkaar te krijgen hebben de stoïcijnen een heel scala aan technieken en oefeningen ontwikkeld. Oefeningen die bedoeld waren om een zo prettig mogelijk leven te kunnen leiden. Helaas zijn de meeste stoïcijnse technieken in de loop der tijd verloren gegaan. Er bestaat niet zoiets als een handboek met stoïcijnse technieken voor een gelukkig leven. Toch valt er nog veel af te leiden uit de teksten die we nog wel hebben en door deze teksten te combineren met moderne psychologische inzichten valt er nog heel veel te achterhalen. In deze lessen zult u dan ook een groot aantal van deze uit de oudheid ‘opgegraven’ en zorgvuldig ‘afgestofte’ technieken tegenkomen.

Het doel van de stoïcijnse filosofie is dus niet zozeer het onaangedaan ondergaan van al het leed dat het leven over u kan uitstorten. Nee, het is het leiden van een zo goed en gelukkig mogelijk leven. Een leven dat maakt dat u, wat de Grieken, ‘eudaimonia’ noemden, ervaart. Een Griekse term die vaak met ‘geluk’ wordt vertaald, maar die eigenlijk veel meer omvat. Het is niet alleen maar een passief prettig gevoel, maar ook een actieve staat, een manier van doen. Naast wat wij onder geluk verstaan, gaat ‘eudaimonia’ dus ook over een goed leven, over een prettig en zinvol leven, dat voldoening schenkt aan zowel de gelukkige persoon zelf als aan zijn omgeving. Om deze ‘eudaimonia’ te kunnen bereiken moet een mens leren een ware levenskunstenaar te worden. Hij moet leren tussen de klippen van de passies door te laveren om zo vooral de rustigere wateren van de prettige gevoelens te bevaren. Hij moet zich zelf de stuurmanskunst van het leven eigen maken. De stoïcijnse filosofie gaat over die levenskunst en belooft dus niets meer en niets minder dan een zinvol en gelukkig leven. Bepaald geen geringe belofte, maar voor we gaan kijken hoe die stoïcijnen dachten deze belofte waar te kunnen maken, gaan we eerst onderzoeken wat dat geluk of die ‘eudaimonia’ nu eigenlijk precies inhoud.

 

1 opmerking: