zaterdag 22 januari 2022

9.2 Een nader onderzoek naar wat we onder controle hebben

 In deze paragraaf gaan we eens wat beter kijken naar wat Epictetus in het begin van zijn Handboekje nu precies bedoelt met 'dingen waar we controle over hebben' en met ‘dingen die eigen zijn aan ons wezen'? En hoe kan dit ons helpen vooruitgang te boeken als stoïcijnen? Epictetus zegt dat we een volledige controle hebben over de dingen die eigen zijn aan ons wezen. Maar wat bedoelt hij met ‘ons wezen’? Moeten we niet alles wat er met ons gebeurt, alles waar we ons mee bezig houden, beschouwen als 'eigen aan ons wezen'? Deze voor een beginnend stoïcijn misschien nogal verwarrende openingsparagraaf van het Encheiridion (het Handboekje in het Grieks) wordt gelukkig uitvoerig toegelicht in de zogenaamde ‘Colleges’. In dit boek staan de college-aantekeningen die Arrianus, één van Epictetus’ leerlingen, tijdens zijn lessen heeft gemaakt. Epictetus is in het hieronder vertaalde stukje in gesprek met één van zijn leerlingen die er, net als u, nog niet zo zeker van is dat hij geen controle over externe zaken heeft.

-Leerling: “Wat stelt een mens dan wel in staat te leven zonder gehinderd te worden, en helemaal eigen baas te zijn? Rijkdom zorgt daar namelijk niet voor, een consulaat ook niet, het bestuur van een provincie en een koningschap al evenmin, het moet ergens anders gezocht worden.
- Epictetus: Wat zorgt er bij het schrijven voor dat je niet gehinderd en gedwarsboomd wordt?
- Leerling: De schrijfkunst.
- Epictetus: En bij het citerspelen?
- Leerling: De kunst van het citerspelen.
- Epictetus: Bij het leven is het de levenskunst. Je hebt nu gehoord dat dit in het algemeen geldt; bekijk het nu ook eens in bijzondere gevallen.  Iemand die verlangt naar iets wat van een ander is kan die daar zomaar over beschikken?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: En kan hij het zich zomaar toe-eigenen?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: Dus dat is iets waar hij geen controle over heeft. Kijk eens naar het volgende: is er niets waar we volledige controle over hebben, of hebben we juist overal controle over, of hebben wij controle over dit en anderen weer over dat?
- Leerling: Hoe bedoel je?
- Epictetus: Als je wilt dat je lichaam gaaf is, heb je daar dan controle over of niet?
- leerling: Nee.
- Epictetus: En als je wilt dat het gezond is?
- Leerling: Ook niet.
- Epictetus: En dat het mooi is?
- Leerling: Ook niet.
- Epictetus: En dat het leeft of sterft?
- Leerling: Ook dat niet.
-  Epictetus: Je lichaam is dus in de macht van iets anders, onderworpen aan alles wat sterker is.
- Leerling: Akkoord.
- Epictetus: En heb je er controle over of je een stuk grond in bezit hebt, wanneer je wilt en zolang je wilt en in de toestand die je wilt?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: En heb je je slaven volledig in de hand?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: En je kleding?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: En je huis?
- Leerling: Nee.
- Epictetus: En je paarden?
- Leerling: Niets van dat alles.
- Epictetus: En als je tot iedere prijs wilt dat je kinderen leven, of je vrouw, of je broer of je vrienden, heb je daar dan controle over?
- Leerling: Ook daar heb ik geen controle over.
- Epictetus: Heb je dan niets onafhankelijks, waar je wel volledige controle over hebt?
- Leerling: Ik weet het niet.
- Epictetus: Bekijk het dan eens als volgt. Niemand kan je toch zover krijgen dat je instemt met wat niet waar is?
- Leerling: Nee niemand.
- Epictetus: Dus op het punt van instemming kan niemand je hinderen of dwarsbomen.
- Leerling: Dat klopt.
- Epictetus: En kan iemand je dwingen iets te doen wat je niet wilt?
- Leerling: Jazeker. Als hij me namelijk bedreigt met dood of gevangenschap, dan dwingt hij me daartoe.
- Epictetus: Maar als je niets om dood of gevangenschap zou geven, trek je je dan nog iets van hem aan?
- Leerling: Nee dan niet.
- Epictetus: Ligt het dan in je macht om minachting te hebben voor de dood of niet?
- Leerling: Ja, daar heb ik in principe wel controle over.
- Epictetus: Dus je hebt ook de controle over je intentie om iets te doen, of niet soms?
- Leerling: Goed, dat ook.
- Epictetus: En de bedoeling om iets niet te doen? Ook daar heb je dus controle over.
- Leerling: Maar als ik nu eens de bedoeling heb een wandelingetje te maken en iemand houdt me tegen?
- Epictetus: Welk deel van jou houdt die ander dan tegen? Toch niet je bedoeling?
- Leerling: Nee, alleen mijn lichaam.
- Epictetus: Inderdaad, net als bij een steen.
- Leerling: Goed, maar dat wandelingetje gaat mooi niet door.
- Epictetus: Wie heeft je dan gezegd dat een wandelingetje maken jouw zaak is, waarin je niet gehinderd kunt worden? Ik zei toch alleen maar dat het hebben van een bedoeling niet gehinderd kan worden? Maar je hebt al lang geleden gehoord dat je ergens geen controle over hebt wanneer je daarvoor afhankelijk bent van de medewerking van je lichaam.
- Leerling: Daar hebt u ook gelijk in.
- Epictetus: Kan iemand je dwingen te streven naar wat je niet wilt?
- Leerling: Niemand.
-  Epictetus: Of om je iets voor te nemen of een plan te maken of in het algemeen om te gaan met de indrukken die zich aan je voordoen?
- Leerling: Ook dat niet. Maar als ik naar iets streef, dan kan iemand me wel verhinderen datgene te bereiken waarnaar ik streef.
- Epictetus: En als je nu streeft naar iets wat van jou is en waarin je niet gehinderd kunt worden, hoe kan hij je dan hinderen?
- Leerling: Op geen enkele manier.
- Epictetus: Wie zegt er dan tegen je dat degene die streeft naar wat van een ander is, niet gehinderd kan worden?
- Leerling: Dus ik moet niet streven naar gezondheid?
- Epictetus: Nee, en ook niet naar iets anders waar je geen controle over hebt. Want alles wat niet in jouw macht ligt om te verwerven of te behouden wanneer je dat wilt, is van een ander. Daar moet je je handen dus ver van afhouden, en je streven nog veel meer. Zo niet, dan heb je jezelf als slaaf uitgeleverd dan heb je je nek gebogen, wanneer je iets bewondert wat niet van jouw is, wanneer je verlangt naar dingen die van anderen afhankelijk en sterfelijk zijn.
- Leerling: Is mijn hand dan niet van mij?
- Epictetus: Het is een deel van jou, maar door zijn aard is het materie, onderworpen aan tegenwerking en dwang, slaaf van alles wat sterker is. Maar waarom heb ik het alleen over jouw hand? Je moet met je hele lichaam omgaan als met een beladen pakezel, zolang als het mogelijk is, zolang als het je gegeven wordt; maar als die ezel in beslag genomen wordt en een soldaat hem meeneemt, doe er dan afstand van, verzet je niet en mopper niet. Anders krijg je klappen en raak je de ezel evengoed kwijt.
Als dit al je houding moet zijn ten opzichte van je lichaam, kijk dan eens hoe je je moet opstellen ten opzichte van de rest, de zaken die je hebt ter wille van je lichaam. Als dat lichaam een ezel is, dan zijn die andere zaken de teugels van de ezel, de vracht, de hoeven, gerst en gras. Doe ook daar afstand van, laat het nog sneller en gemakkelijker los dan die ezel. Als je jezelf op deze manier hebt voorbereid en als je geoefend hebt om onderscheid te maken tussen wat van een ander en wat van jezelf is, tussen dingen waarin je wel en niet gehinderd kunt worden, de ene soort als binnen je macht te beschouwen en de andere als daarbuiten, en op dat laatste terrein met zorg naar het ene te streven en het andere te vermijden, dan hoef je toch voor niemand meer bang te zijn?
- Leerling: Nee, voor niemand.
- Epictetus: Inderdaad, want waarom zal je dan nog bang zijn? Om wat van jezelf is, waarin voor jou het wezen van goed en kwaad gelegen is? Wie heeft daar dan controle over? Wie kan dat van je afnemen, wie kan je daar in tegenwerken?
- Leerling: Niemand. (Epictetus, Colleges IV hoofdstuk 1 regel 62-82)

Epictetus toont hier aan dat u alleen over uw overtuigingen en intenties de volledige controle hebt. Het is onmogelijk om in te stemmen met iets waar u niet volledig van overtuigd bent. Ik geef hier nog een paar voorbeelden om helemaal zeker te zijn dat u dit centrale thema van het stoïcisme goed onder de knie hebt. Probeer maar eens akkoord te gaan met de gedachte dat één plus één drie is. Dat lukt u nooit. Of de overtuiging dat één plus één niet gelijk aan twee is. Ook dat gaat u nooit lukken. Een beul kan u misschien zo pijnigen dat u uitschreeuwt: ‘ja één plus één is drie!’ Maar in uw hoofd weet u nog steeds zeker dat dat niet klopt. Hetzelfde geldt voor uw intenties om iets te gaan doen. U bent, bijvoorbeeld, van plan om op te staan. Niets kan u van die intentie af houden. Ho, wacht eens even zult u nu zeggen. Ik kan verlamd zijn of een schurk kan me aan mijn stoel hebben vastgebonden. Dat klopt, maar daarmee worden alleen uw benen in bedwang gehouden. Niet uw wil om op te staan. Niets en niemand kan uw wil om in beweging te komen tegenhouden, dat het u uiteindelijk niet lukt om overeind te komen is een ander verhaal. Het externe resultaat van uw intentie is immers weer één van de dingen waar u geen controle over hebt.

Epictetus noemt nog een heel scala aan dingen waar we geen controle over hebben. Onze lichamen, zegt hij, zijn niet in onze macht: of we een sterk lichaam hebben, of we gezond of knap zijn, en evenmin of we blijven leven of niet. Het lichaam is dus niet van ons. Hij gaat verder met een reeks van externe goederen waar we geen controle over hebben: het bezitten van een landgoed, hippe kleding, een huis, slaven (tegenwoordig noemen we die werknemers) en paarden (misschien kunnen we die nu beter vervangen door 'auto's). Epictetus heeft het ook over andermans lichamen: het maakt niet uit hoe graag we het willen, het ligt niet in onze macht dat onze kinderen in leven blijven, noch onze echtgenoten, broers en zussen, of vrienden.

Op het eerste gezicht, lijkt dit een wel erg somber beeld te geven. Alles om ons heen, zelfs ons eigen lichaam, ligt geheel buiten onze macht. U zou zich kunnen afvragen of het wel zo extreem is. Klopt dit wel helemaal? De gedachte dat mijn gezondheid geheel buiten mijn controle ligt lijkt tenslotte niet helemaal correct. Het is aan mij om gezond te eten, en het is aan mij om allerlei soorten gevaren te vermijden. Als ik me ziek voel kan ik naar de dokter gaan. Ik kan tenslotte een breed scala aan maatregelen nemen om goed voor mijn lichaam en spullen te zorgen.

Epictetus zou het met u eens zijn. Hij zou zeggen dat iedereen een verantwoordelijkheid heeft om goed te zorgen voor zijn eigen lichaam, en dat geldt al helemaal voor leerling stoïcijnen die streven naar wijsheid. Maar hij zou ook zeggen dat de 'controle' die we hebben over de zorg voor ons lichaam gedeeltelijk en beperkt is, hoeveel zorg we er ook aan besteden. Als we ons ziek voelen, is het verstandig om naar de dokter te gaan, maar of we ziek worden of niet (al nemen we alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om uit de buurt van besmettelijke mensen en besmet voedsel te blijven) ligt niet in onze macht. En aangekomen bij de dokter (ook al doen we er alles aan om een goede arts te vinden) ligt het wederom niet in onze macht of we een juiste diagnose krijgen, laat staan een effectieve behandeling. En we hebben er zeker geen controle over of we knap geboren worden of als een lelijkerd. En of we het nu leuk vinden of niet, we hebben absoluut geen controle over de vraag of we een van de weinigen zijn die het ongeluk hebben om een plotselinge en fatale hersenbloeding te krijgen, en al evenmin of we zullen omkomen door een mini-asteroïde uit de ruimte die precies boven op u  neerstort.

Wat voor stappen u ook onderneemt om te bereiken wat u wil, of om te vermijden wat u niet wil, u hebt geen enkele garantie dat het met succes wordt bekroond. Zeker het is verstandig en rationeel om uw best te doen. Maar of u ook echt krijgt wat u wilt bereiken, ligt buiten uw controle. Epictetus, en de stoïcijnen in het algemeen, leggen de nadruk niet op het krijgen van wat ze willen. Als u al uw hoop zet op het krijgen van wat u wil, zult u waarschijnlijk vaak teleurgesteld worden. Maar als u in plaats daarvan uw hoop vestigt op de dingen die vrij en echt belangrijk zijn: uw verlangens, oordelen en intenties en als u uzelf opleidt tot expert in deze vaardigheid, dan zult u nooit teleurgesteld worden. Als u dat eenmaal onder de knie hebt kunt u onder alle omstandigheden een virtuoos en gelukkig leven leiden.

U zou nu kunnen tegenwerpen dat u ook gelukkig wordt als het u lukt om iets uit de externe wereld dat u graag wilt hebben te krijgen. Dat zou toch ook een prima manier zijn om gelukkig te worden? Toch niet echt. De weg op weg naar verwezenlijking van uw verlangens geeft vaak aanleiding tot minder prettige emoties. Neem, bijvoorbeeld, een loonsverhoging. U krijgt van uw baas de zo gewilde toename van uw inkomen, maar in de periode voordat het u gelukt is voelde u zich angstig en onzeker. Heb ik wel hard genoeg gewerkt? Heb ik mijn targets wel allemaal gehaald? Durf ik het mijn baas eigenlijk wel te vragen? Misschien wordt hij kwaad en krijg ik nu zeker geen verhoging meer, of nog erger wordt ik zelfs ontslagen. Zelfs als u slaagt in uw opzet en succes hebt, blijft u nog steeds afhankelijk van een heleboel toevalligheden. En daar blijft het niet bij. De hierboven besproken hedonistische adaptatie zorgt er voor dat u al gauw gewend zult zijn aan uw hogere salaris. Het verlangen naar een nog hoger inkomen en een nog hoger welvaartsniveau zal meteen weer de kop op steken. Succes hebben geeft een korte kick, maar uiteindelijk valt het altijd tegen. Zonde van al die inspanningen en de daaraan verbonden overbodige negatieve emoties. Een leven gericht op de dingen die u echt onder controle hebt is een stuk bevredigender.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten