Hoofdstuk 39 van het
Handboekje van Epictetus
Zoals de lengte van
je voet bepaalt welke schoenmaat je nodig hebt, bepaalt je lichaam welke
bezittingen je nodig hebt. Als je je daar aan houdt zal je altijd de juiste
maat in acht houden. Overschrijdt je je maat dan breng je jezelf onvermijdelijk
in de problemen. Neem het voorbeeld van je schoenen: als je verder gaat dan wat
je voet nodig heeft, dan heb je eerst een vergulde schoen, daarna een purperen
schoen en tenslotte een geborduurde schoen. Als je eenmaal de juiste maat
overschreden hebt dan is er geen houden meer aan.
Net als vandaag de dag werden mensen in de tijd van
Epictetus vooral beoordeeld aan de hand van hun bezittingen. Wie rijk en
beroemd was werd benijd en iedereen was bang voor een leven in armoede en
vergetelheid. Epictetus herinnert zijn leerlingen er regelmatig aan dat ze eigenlijk
helemaal niets bezitten. Alle spulletjes die ze als hun persoonlijke
eigendommen beschouwen hebben ze alleen maar even te leen. Ze mogen het een
poosje gebruiken tot de eigenaar, de natuur, het weer van hen terugvraagt. Net
zo min als je lichaam en je reputatie kun je je huis, spulletjes en vermogen
als volledig jouw eigendom claimen. Het enige dat echt helemaal van jou is en
wat niemand ooit van je kan afpakken is je persoonlijkheid. Je zelfbewustzijn,
intellect en karakter vormen het wezen van wat je bent, niet de dingen die je
toevallig in bruikleen zijn gegeven.
Epictetus weet ook wel dat de meeste van zijn leerlingen
behoorlijk gefortuneerd zijn en dat ze tijdens hun carrière vermoedelijk nog heel
wat meer bezittingen bij elkaar zullen gaan garen. Hij weet ook dat ze een deel
van die bezittingen nodig zullen hebben om te kunnen leven en hun rol in de
maatschappij te kunnen spelen. Hij wil ze er echter voor waarschuwen om voorzichtig
te zijn met het alsmaar vergroten van hun rijkdom. Er is een grens aan wat je
nodig hebt om een goed en comfortabel leven te leiden. Een stevige goed
zittende schoen is belangrijk en zelfs noodzakelijk om te kunnen lopen. Maar
waarom zou het een hippe modieuze schoen moeten zijn? Het gaat er om dat de
schoen goed functioneert en geschikt is om mee te lopen. De schoen is niet
bedoeld om mee te pronken en te laten zien hoe hip of rijk je wel niet bent.
Stoïcijnen zijn voorstanders van een eenvoudige en sobere
levensstijl. Bezittingen moeten functioneel en degelijk zijn. Epictetus’
studenten moeten de maat van hun eigendommen goed in de gaten houden. Op het
moment dat ze het belangrijk gaan vinden dat hun spullen in de mode en kostbaar
zijn lopen ze een groot gevaar. Het gevaar van het mee willen doen aan de
heersende mode en het gevaar dat je je eigenwaarde en de waarde van anderen
gaat afmeten aan jouw en hun bezittingen. Iemand die niet mee doet aan de mode
ziet er niet uit en moet dan wel een saai en vervelend figuur zijn. Iemand waar
je maar beter geen contact mee kunt hebben. Als je zelf niet oppast en per
ongeluk de laatste trend mist, loop je het gevaar dat je ‘vrienden’ je niet
langer serieus nemen. Wat een stress en wat een hoogmoed.
Epictetus wil dat zijn leerlingen mensen beoordelen op wie
ze zijn en niet op wat ze hebben. Hij wil dat hun zelfrespect niet afhankelijk
is van hun rijkdom, maar van hun karakter. En hij wil ze beschermen tegen de
onrust die een modieus, luxueus en hip leven met zich meebrengt. Een eenvoudig
en sober leven is niet alleen veel makkelijker, maar vaak ook een stuk
prettiger. Dat betekent niet dat zijn leerlingen zich voortaan opeens alleen
maar met functionele maar grauwe en lelijke spullen mogen omringen. Nee, de
dingen die ze echt nodig hebben mogen best elegant en mooi zijn, maar ze moeten
vooral functioneel en degelijk zijn. Overdaad, modieuze aankopen en ander kuddegedrag moet vermeden worden. De juiste maat mag niet uit het oog worden verloren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten