We leven in benarde tijden. De klimaatsverandering gaat onze
Aarde in één grote woestijn veranderen, maar nog voor het zover gaat komen
zullen islamitische horden de wereld in één grote hel van oorlog en martelingen
storten. O nee, nog voor die tijd zullen vluchtelingenstromen de moderne beschaving
uitroeien en zullen brulkikkers als Trump en Poetin een nucleaire oorlog ontketenen.
Als we dat moment tenminste redden want de kans is groot dat de meeste onder
ons eerst bezwijken aan onveilig en besmet voedsel, of aan één van die nieuwe
enge ziektes.
Overal waar je maar kijkt lijkt een gevoel van algemene
paniek de kop op te steken. Meer of minder dubieuze politici en volksmenners
vinden het heerlijk om telkens weer een nieuwe noodtoestand uit te roepen. En een
dergelijke grootschalige noodtoestand vereist natuurlijk een oplossing van
bovenaf. Het enige mogelijke antwoord is een mobilisatie van de samenleving als
geheel en de vestiging van een of andere vorm van dictatuur die de mensen
verenigt rondom één enkel doel. En als je behoefte hebt aan zo’n
commandostructuur, misschien met jouzelf en je vrienden (die trouwens al snel
niet langer je vrienden zullen zijn) aan het hoofd, dan doe je er goed aan een
noodtoestand te verzinnen die deze oplossing nodig maakt. Denk aan de
Franse Revolutie. Zij die de macht overnamen van de koning en het hof (de girondijnen,
zoals ze genoemd werden) waren voor het grootste deel redelijke, tot een
compromis bereide mensen, die streefden naar een vergelijk met de bestaande
orde en de rechtzetting van oude misstanden. Hun plaats werd echter onder
uitroeping van een noodtoestand algauw ingenomen door de jakobijnen onder
leiding van Saint-Just en Robespierre. Het Franse volk werd gewaarschuwd voor
de dreigende ondergang als er niet onmiddellijk iets werd gedaan en ze
beloofden een nieuwe orde die voorgoed een eind zou maken aan de diepere
oorzaken van maatschappelijke conflicten. Een heel bekend scenario dat al vaker
was voorgekomen en in de moderne tijd bedienden figuren als Hitler, Stalin, en
Mao zich van deze tactiek, die dus ook tegenwoordig weer enorm populair is. Kijk
maar naar de fanatieke milieuactivisten, de populisten en zelfs de liberale
marktdenkers zijn er niet vies van om de kaart van de collectieve paniek uit te
spelen.
Met een dergelijke
populistische tactiek proberen bewegingen van allerlei pluimage mensen te verenigen
rond een collectief doel. Daarmee bieden ze hun aanhangers de bemoediging van
de solidariteit aan mensen die tot dan toe kampten met gevoelens van
hulpeloosheid en vervreemding. Ze groeien doordat ze een politiek platform
bieden aan de passies van de groep en de religieuze oerervaring: de ervaring
lid van een gemeenschap te zijn.
Onheilsprofetieën
en voorschriften voor wie verlossing zoekt zijn twee kanten van dezelfde
medaille. Zo gaan ook de grote heilsreligies te werk: eerst confronteren ze
zondaars met een beschrijving van hun situatie die geen andere uitweg lijkt
open te laten dan louter wanhoop, om vervolgens hoop te bieden in de vorm van
een alomvattende leer, de weg van zuiverheid en onderwerping, de enige kans op
verlossing. Het doemscenario heeft tot gevolg dat alle geloof in kleinschalige,
door onderhandeling verkregen oplossingen wordt weggenomen en in plaats daarvan
een groot en alomvattend heilsverlangen wordt gecreëerd. Dan wordt de
verlossing aangeboden, op een manier die niets anders vereist dan
gehoorzaamheid. Verder spreekt de leer van gevaren: er zijn onder ons gezellen
van de duivel, die met hun verkeerde oplossingen even zovele valstrikken zetten
voor wie niet oplet; zij moeten worden opgespoord en uitgeroeid, wil de weg
naar het heil niet worden verduisterd. De jacht op en vervolging van ketters
maakte daarom een belangrijk deel uit van de activiteiten die populistische en religieuze
bewegingen tot op de dag van vandaag van hun leden eisen, en zodra de
verlossingsillusie heeft overwonnen wordt politiek tot ketterjacht,
partijstrijd en het opsporen van ‘de vijand in eigen huis’. Het behoeft geen
betoog dat we hier in de huidige omstandigheden niets mee opschieten. Maar de
neiging is er, en het is goed die te begrijpen.
Kortom waar u ook kijkt overal heerst paniek of wordt paniek
gezaaid. Dit oprechte gevoel van paniek is niet het resultaat van het
verzamelen van op feiten gebaseerd bewijsmateriaal. De paniek komt eerst, het
bewijsmateriaal komt later wel. En het is de paniek waar men aan vasthoudt als
het bewijsmateriaal niet voorhanden blijkt te zijn. Voor een stoïcijn is paniek
natuurlijk een te vermijden negatieve emotie, die bovendien meestal niets met
de feiten te maken heeft. Een rationeel feitenonderzoek zou de basis voor de
oplossing van elk serieus probleem moeten zijn, maar is dat doorgaans niet. Paniek
is wel een heel natuurlijke reactie die in de oertijd ooit een belangrijke rol
speelde bij de overleving van de menselijke soort. Het uitroepen van de
noodtoestand doet een appél op iets heel dieps in de menselijke natuur: een
residu van oude angsten en collectieve paniek, afgezet in de duistere tijden
waarin onze soort zijn oorsprong vond. Het collectieve alarm, waarbij het
alfamannetje voorgaat in een massabeweging van vechten of vluchten, is een oude
aanpassing, die thans in tijden van politieke orde en rationele discussie haar
functie verloren heeft, maar daardoor niet minder reëel is geworden. Zolang
onze beschaving duurt, en ondanks het prachtige bestuursapparaat dat ons is
nagelaten door de Griekse democratie, het Romeinse recht en de
joods-christelijke tucht van vergiffenis en naastenliefde, hebben we panische
massabewegingen gezien, soms op gang gebracht door een werkelijk dreigend
gevaar van oorlog, invasie of pest, maar even zo vaak voortgekomen uit de
verbeelding, wanneer gedachten over het laatste oordeel, over hekserij en het
werk van de duivel, over de wederkomst van Christus of het eind der tijden,
zich razendsnel verbreidden door de sidderende massa’s goedgelovige, onwetende
mensen. Wie de straat op rent onder het roepen van ‘Het einde is nabij!’ weet
zich van een publiek verzekerd. Of het nu seculier of godsdienstig is, dit
onverzoenlijke doemdenken gaat altijd gepaard met een volledige afwijzing van
het leven zoals het werkelijk is.
Zich verenigen
voor een grote zaak maakt opofferingen gemakkelijker, geeft duidelijke doelen
en strategieën en produceert het soort kameraadschap dat we in legers en
religieuze missies zien. Het verlangen naar dit soort kameraadschap is ons
stellig ook door de evolutie ingeplant. Mensen die niet in staat waren zich op
deze manier te verenigen zouden door een noodtoestand worden overweldigd; ze
zouden zich niet tegen aanvallen kunnen verdedigen en in de omstandigheden van
jagers en verzamelaars waarschijnlijk gedoemd zijn te verhongeren.
Maar, volgens
de stoïcijnen zijn het juist deze oude aanpassingen waar we een remedie en
tegenwicht voor moeten vinden nu we immers beschikken over die hoogste vorm van
aanpassing: de rede. Lidmaatschap van doelgerichte organisaties heeft als
nadeel dat het doel zelf niet meer zomaar aan kritisch onderzoek kan worden
onderworpen, dat men in het belang van de eenheid aan de interne gebreken en
tegenstrijdigheden moet voorbijgaan en dat critici onvermijdelijk worden
behandeld als vijanden, als mensen die ‘er niet bij horen’ en die buiten het
bereik van de eerste persoon meervoud vallen. Dit verklaart ongetwijfeld het
negatieve karakter van zo veel radicale campagnes, die vaak veel duidelijker zijn
over waar ze tégen zijn dan over waar ze vóór zijn. Vernietigen is gemakkelijk,
creëren moeilijk. Het is gemakkelijk aan te geven waar het ressentiment zich
tegen richt, en dat neer te halen; het is moeilijker aan een wereld te bouwen
waarin mensen in vrede leven met diegenen die hun meningen niet delen of die
meer geluk hebben dan zijzelf.
Een stoïcijn zal ten alle tijden proberen te voorkomen zich
mee te laten slepen door een dergelijke groepsdruk en de neiging om achter de
leider aan te lopen. Deze neigingen zijn weliswaar natuurlijk en het gevolg van
miljoenen jaren van natuurlijke selectie, maar zijn in de huidige tijd
contraproductief en een bron van veel, te voorkomen, ellende. De mens beschikt
over een andere niet minder natuurlijke neiging die in staat is de hier
beschreven negatieve gevolgen te voorkomen: de rede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten