zaterdag 18 juni 2022

11.1 Wat is dat een wijze?

 LES 11

DE ONMOGELIJKE STOÏCIJNSE WIJZE


11.1 Wat is dat een wijze?

We laten de ‘leer of topos van de juiste wilskracht’ even voor wat hij is en komen nu toe aan de tweede van de drie hoofdonderdelen van het stoïcijnse curriculum: de topos of leer van de juiste denkkracht. Het zal u ondertussen wel zijn opgevallen dat stoïcijnen het steeds maar hebben over de ratio, de rede of gewoon over het verstand. U heeft vast wel een idee van wat daar zo ongeveer mee bedoeld wordt, maar het is voor het stoïcisme iets dat zo belangrijk is dat het de moeite waard is om er wat dieper op in te gaan. Het zal u tijdens uw stoïcijnse studies ook wel zijn opgevallen dat als het woord ratio opduikt een verwijzing naar de wijze nooit veraf is. De wijze zou dan iemand moeten zijn die zijn rationele vermogens perfect weet te beheersen. Daar schiet u natuurlijk niet echt veel mee op. Wat bedoelen de stoïcijnen nu eigenlijk echt als ze het over de ratio hebben en wat heeft dat met een wijze te maken?

We beginnen met een wat formele definitie van de ratio of rede. Als de stoïcijnen het begrip ratio gebruiken gaat het ze om het zowel bewust als onbewust analyseren van een situatie of een gebeurtenis, die zich uit de buitenwereld aan het bewustzijn van een persoon opdringt. Het vermogen tot analyse, tot het geven van een bewust of onbewust oordeel over die impressie is dan de menselijke ratio. Over elke impressie uit de externe wereld moet in de binnenwereld een oordeel geveld worden voordat er iets mee gedaan kan worden. Een oordeel dat als het even kan zo redelijk en rationeel mogelijk moet zijn. Meningen en oordelen over bepaalde situaties zijn volgens de stoïcijnen pas redelijk als ze gebaseerd zijn op, op feiten gebaseerde redeneringen. In tegenstelling tot oordelen die op niets anders dan een gevoel zijn gebaseerd, worden op de rede gestoelde meningen ondersteund door goede gronden. Dergelijke oordelen vallen te verdedigen. Je kunt uitleggen waarom je ze aanhangt. Dat betekent niet dat ze ook correct zijn. Het kan heel goed zijn dat de feiten achteraf niet blijken te kloppen of dat er iets mis is met de redenering, maar dat neemt niet weg dat een op de rede gebaseerde mening veel beter te verdedigen valt dan een simpel: ‘Zo voel ik dat nu eenmaal’ of ‘zo ben ik nu één keer’.

Alleen de wijze heeft altijd een kloppende mening, zijn denkkracht is ongeëvenaard. Een wijze kan zich nooit vergissen en heeft het altijd bij het rechte eind. Een wijze heeft een perfecte ratio en komt altijd tot een kloppend oordeel. De stoïcijnen verwijzen vaak als ideaalbeeld naar deze wijze filosoof. Het is de bedoeling dat iedere stoïcijn probeert om wijs te worden. Ook van u als beginnend stoïcijn wordt dus verwacht dat u er naar streeft om een wijze te worden. Maar wat is dat eigenlijk een wijze? Is het iemand met een grote algemene ontwikkeling? Iemand die goede cijfers op school en op de universiteit heeft gehaald, en bovendien ook nog eens verstandige dingen doet en zegt? Of misschien iemand die carrière weet te maken en mensen makkelijk naar zijn hand kan zetten? Of dan toch iemand die goed kan bluffen en overtuigen waardoor hij een rijke zakenman is geworden? Dat is in elk geval niet wat in het dagelijks taalgebruik onder een wijze wordt verstaan. Praktische kennis en kunde zijn dus niet echt de eerste dingen waar je aan denkt bij het begrip wijze. Integendeel een wijze wordt vaak gezien als verstrooid, als iemand die niet al te handig en praktisch is. Maar een wijze is ook niet iemand die zich alleen maar volgestopt heeft met theoretische kennis of iemand die professor aan een universiteit is. Een wijze is meer iemand die antwoorden heeft gevonden op de grote levensvragen. Iemand die het grote plan van het universum begrijpt. Maar ook iemand die dat inzicht niet voor zichzelf houdt en het deelt met anderen. Wijsheid heeft dus zeker een sociale kant. Maar daar blijft het niet bij wijsheid heeft ook nog een spirituele kant. Een wijze is iemand die een bijzonder contact met de kosmos onderhoudt. Hij weet of voelt wat het universum is en van plan is. Hij is wat in boeddhistische termen een verlichte of bodhisattva wordt genoemd.

Voor de stoïcijnen heeft wijsheid natuurlijk vooral veel te maken met de goede werking van de ratio, het menselijke verstand. Een wijze is voor de stoïcijnen iemand met een uitmuntend stel hersenen, die bovendien weet wat hij daar mee moet doen. Hij kent zijn eigen, de menselijke en de universele natuur als geen ander. Hij is daardoor volledig afgestemd op de natuurwetten en de loop van de geschiedenis. Wat de natuur of zijn medemensen ook doen hij ziet het van te voren aankomen. Hij (of zij natuurlijk, gender speelt hierbij geen enkele rol) beheerst zijn lichaam, emoties en gedachten volkomen. Hij weet precies hoe hij moet reageren en wat het beste is voor hem zelf in het bijzonder en de mensheid als geheel in het algemeen. Geen enkele gebeurtenis komt voor hem als een verrassing, niets en niemand kan hem dan ook uit zijn evenwicht brengen. Hij is iemand die zijn rede volkomen heeft weten te perfectioneren en in volledige harmonie met de natuur leeft. Al zijn handelingen zijn onfeilbaar gericht op het algemeen welzijn.

Volgens de stoïcijnen is het bestaan van een dergelijk perfect persoon eigenlijk onmogelijk. Dat klinkt misschien ontmoedigend, maar een stoïcijn hoeft niet persé de top te bereiken om toch goed bezig te zijn. Hij is volkomen tevreden met het besef dat hij zijn best heeft gedaan. Epictetus zei het zo:

“Ik zal nooit een Milo worden [destijds een beroemde sportheld en kampioen op de Olympische Spelen], maar ik train mijn lichaam wel. Ik zal ook nooit een nieuwe Croesus [een in de oudheid bekende multimiljardair] worden, maar ik heb mijn zaakjes wel op orde. Een stoïcijn geeft niet op, alleen omdat hij weet dat hij ergens nooit de beste in zal worden.” (Epictetus; Colleges Boek I, hoofdstuk 2)

De stoïcijnse wijze is dus een soort mengeling tussen superman en de verlichte Boeddha. Een ideaalbeeld dat, hoewel onhaalbaar, toch nagestreefd moet worden. Zelfs de stoïcijnen zelf geloofden niet dat een wijze bestaat of ooit bestaan had. Ook stoïcijnse helden als Socrates, Diogenes en Zeno waren volgens hen nog steeds geen echte wijzen. Misschien goed op weg, maar toch nog geen wijze. De wijze was volgens hen net zo zeldzaam als de Ethiopische Phoenix en er waren maar heel weinig stoïcijnen die in het bestaan van deze mythische vuurvogel geloofden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten