Hoofdstuk 23 van het
Handboekje van Epictetus
Als je jezelf er op betrapt dat je je aanpast om bij iemand in de smaak te vallen, bedenk dan dat je je levensfilosofie hebt verraden. Wees er gewoon tevreden mee dat je een filosoof bent. Je hoeft het niet aan anderen te laten zien dat je dat bent. Het is genoeg om voor jezelf filosoof te zijn.
Als je jezelf er op betrapt dat je je aanpast om bij iemand in de smaak te vallen, bedenk dan dat je je levensfilosofie hebt verraden. Wees er gewoon tevreden mee dat je een filosoof bent. Je hoeft het niet aan anderen te laten zien dat je dat bent. Het is genoeg om voor jezelf filosoof te zijn.
Epictetus zegt hier dat andere mensen er maar aan moeten
wennen dat zijn leerlingen zijn wie ze zijn en niets anders. Ook die leerlingen
zelf moeten trouwens leren er tevreden mee te zijn dat ze de persoon zijn die
ze zijn. Ze mogen zich in geen geval beter voordoen of de pretentie hebben dat
ze iets voorstellen. Sterker nog, ergens anders zegt hij zelfs dat je je zorgen
moet gaan maken als mensen tegen je op kijken en denken dat je iets voorstelt.
Hij bedoelt daarmee niet dat je bescheiden en timide moet zijn. Maar als je op
de één of andere manier uitblinkt in de dingen die de mensen belangrijk en
prijzenswaardig vinden, dan is de kans wel heel groot dat je je niet al te goed
aan je stoïcijnse waarden houdt. De dingen die de meeste mensen waarderen,
zoals een mooie auto, veel volgers op Instagram en een goed betaalde baan, zijn
nu net schoolvoorbeelden van dingen die een stoïcijn koud laten.
Dat betekent niet dat je andere mensen maar moet gaan
negeren en links moet laten liggen. Je moet weldegelijk de verantwoordelijkheid
nemen voor de maatschappelijke rollen die je speelt. Een stoïcijn behandelt
andere mensen daarom altijd vriendelijk, hij is geduldig en tolerant. Dat kan
tot gevolg hebben dat die mensen je aardig gaan vinden, maar dat kan en mag
nooit het doel van het vriendelijke gedrag zijn. De stoïcijnse levensfilosofie
is er op gericht een virtuoos mens te worden, niet iemand die geliefd is. Dat
is hooguit een prettige bijkomstigheid, maar niet het doel van de filosofie.
Epictetus zegt hier dat zijn leerlingen andere mensen niet
mogen ‘pleasen’ door dezelfde kleren te kopen, dezelfde films en muziek te gaan
bekijken of door voor een bepaalde carrière te kiezen. Allemaal om er maar bij
te horen. Een stoïcijn hoort nergens bij en wil ook nergens bij horen. Hij weet
waar hij goed in is en waar hij slecht in is en volgt zijn eigen pad. Hij is niets
meer en niets minder dan wat hij werkelijk is. Het enige wat hij echt wil zijn
is een stoïcijns filosoof en zelfs dat hangt hij niet aan de grote klok maar
houdt hij liever voor zich zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten