vrijdag 15 februari 2019

HET LEVEN ALS EEN ZEEREIS


Hoofdstuk 7 van het Handboekje van Epictetus
Tijdens een zeereis legt een schip soms ergens aan zodat je van boord kunt gaan om water in te nemen. Daarbij kun je ook wat schelpdieren en knollen oprapen, maar je moet niet te ver van het schip afdwalen en steeds in de gaten houden of de kapitein je niet roept. En als de kapitein je roept moet je meteen komen om te voorkomen dat je vastgebonden als een schaap aan boord wordt gegooid. In het leven is het net zo: het is prima als je in plaats van een schelp of een knol een vrouw en een kind krijgt; maar als de kapitein je roept moet je vrouw en kind achterlaten en zonder om te kijken meteen naar het schip terugkeren. Als je oud bent moet je in de buurt van het schip blijven, zodat je niet te laat komt als de kapitein je roept.

Nadat hij uit Rome verbannen was vestigde Epictetus zijn school in het Griekse Nicopolis. Zijn leerlingen bleven hem trouw en reisden hem massaal achterna. Omdat een groot deel van zijn leerlingen uit Rome afkomstig bleef, zullen zijn leerlingen een levendig beeld hebben gehad bij zijn vergelijking van het leven met een tussenstop tijdens een antieke zeereis. De korte tijd aan de wal staat symbool voor de korte duur van een mensenleven in vergelijking met de eeuwigheid voor je geboorte en de eeuwigheid na je dood. De kapitein moet de stoïcijnse god voorstellen, die bepaalt hoe lang je verblijf mag duren. Als je je verzet tegen zijn bevelen wordt je vastgebonden en als een schaap aan boord gegooid. Verzet heeft geen enkele zin je kunt het jezelf beter wat makkelijker maken en meewerken. Dan kun je ook beter genieten van de dingen die je tijdens je verblijf bij elkaar weet te scharrelen. Epictetus gebruikt, niet al te flatteus, weekdieren en knollen als symbool voor een vrouw en kinderen.

Hij wil zijn leerlingen hier wijzen op de tijdelijkheid van hun bestaan. Het heeft geen zin om je al te druk te maken over de dingen waar de meeste mensen zo fanatiek mee bezig zijn. Dingen als geld, roem en carrière zijn van ondergeschikt belang, het gaat om je karakter, om de manier waarop je in het leven staat. Dat maakt dat je uit het je gegeven leven ook echt kunt halen wat er in zit. Het is de stoïcijnse god die bepaalt hoe lang dat leven duurt en wat er zoal in dat leven gebeurt. De stoïcijnse god is trouwens iets heel anders dan onze man met een baard ergens in de wolken.

Bij het woord god hebben veel mensen een bepaalde associatie, die op de stoïcijnse god absoluut niet van toepassing is. De stoïcijnse god lijkt niet op een mens, zoals bij de traditionele Griekse goden. En ook lijkt de stoïcijnse god niet op de christelijke god. De christelijke god staat los van de wereld en oordeelt daarover. De stoïcijnse god bekommert zich niet om de dagelijkse beslommeringen van individuele mensen. De stoïcijnse god heeft de wereld niet geschapen en velt daarover geen oordeel: hij is die wereld. Religieuze stoïcijnen geloven in iets heel anders dan de traditionele monotheïstische man met een baard in de hemel. God is voor een stoïcijn niet meer en niet minder dan dat wat bestaat. De werkelijkheid, het universum, de kosmos, de natuur en de regelmatigheid waarmee alles lijkt te verlopen, kortom: gewoon alles wat er is.

De stoïcijnse god staat daarbij niet naast het universum als een soort richtingaanwijzer. De stoïcijnse godheid is dan ook door en door materieel. Hij is geen transcendente ziel of geest, maar iets werkelijks. Epictetus zag god niet als iets dat buiten het universum stond. Sterker nog hij leerde zelfs dat ook de mens zelf een deel van god was. Door zijn rationaliteit en zelfbewustzijn is de mens als onderdeel van het universum eigenlijk ook zelf een klein stukje van het goddelijke bewustzijn. In zekere zin was de reiziger van Epictetus dus zelf ook de kapitein.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten