Stoïcijnen
geloofden in waarzeggerij. Bij moderne stoïcijnen hoor je daar tegenwoordig
niet veel meer over. Het wordt gezien als bijgeloof en daarom één van de dingen
in de stoïcijnse filosofie die niet al te serieus moeten worden genomen. Het
past in het rijtje van de zich steeds herhalende wereldbrand, vrije seks,
absoluut determinisme en het ideaal van een soort kosmopolitische wereldstaat.
Allemaal onderdelen van de stoïcijnse filosofie die zelfs in de Oudheid al
controversieel waren en die tegenwoordig als irrelevant bijgeloof onder het
tapijt worden geschoven. Toch zit er meer in die stoïcijnse waarzeggerij dan u
misschien denkt.
Van
Cicero weten we dat de stoïcijnse leraar Posidonius maar liefst vijf boeken
over waarzeggerij geschreven heeft en ook Chryssipus schijnt er het één en
ander over op papier gezet te hebben. In zijn dialoog over de waarzeggerij ‘De Devinatione’
laat Cicero bij monde van zijn broer Quintus de mening van Posidonius over
waarzeggerij horen. Net als alle andere stoïcijnen gaat Posidonius er van uit
dat de wereld materieel is. Het universum of, zoals de stoïcijnen het noemen,
de logos bestaat uit materie die helemaal doordrenkt is met pneuma of energie. Eigenlijk
zijn die materie en pneuma twee kanten van dezelfde werkelijkheid. De materie
is de passieve kant van de werkelijkheid en de pneuma de actieve kant. Het is
de pneuma die er voor zorgt dat het universum zich ontwikkelt, het zorgt er
voor dat er dingen gebeuren.
De
pneuma komt volgens Posidonius in vier gradaties: de ‘hexis’ die levenloze
dingen als water en stenen bij elkaar houdt, de ‘physis’ die er voor zorgt dat
planten groeien en reageren op de zon en water, de ‘pshyche’ die zorgt voor een
beperkt ‘dierlijk’ bewustzijn en tenslotte de ‘logike’. In deze laatste vorm is
de pneuma het sterkst geconcentreerd. Deze gradatie biedt de mogelijkheid om te
denken en redeneren.
Samen
met zijn evenknie de materie vormt de pneuma het hele universum. Het is materie,
energie, tijd, ruimte kortom de volledige natuur en daarmee alles wat er
bestaat. Hierdoor is volgens de stoïcijnen alles met alles verbonden. Dit universele
netwerk van verbondenheid wordt door de stoïcijnen ‘sympathie’ genoemd. Sympathie
vormt de samenhang van het universum. Hier komt ook het determinisme weer om de
hoek kijken. Alles wat er gebeurt heeft een oorzaak. Er bestaat een netwerk van
oorzaken en gevolgen die het hele universum onlosmakelijk met elkaar verbindt. Zoals
we al eerder zagen meenden de stoïcijnen dat dit netwerk zo complex in elkaar
steekt dat het niet anders kan dan dat het wel een eigen bewustzijn moet
hebben. Voor een stoïcijn is het universum dus een levend en zelfbewust iets. Een
iets dat zijn eigen koers vaart en zich daarbij niets aantrekt van zijn onderdelen.
En natuurlijk al helemaal niet van wat de kleine bewustzijntjes van, bijvoorbeeld,
mensen daarover denken. Het zijn onderdelen van dat bewustzijn die zonder
pardon worden ingezet voor de doeleinden van het alomvattende geheel.
Posidonius
denkt nu dat we in staat zijn om informatie van het doen en laten van dat
wereldbewustzijn te ontvangen. Met onze zintuigen kunnen we ‘zien’ wat er
gebeurt. We weten dat die zintuigen ons nog weleens willen bedriegen, maar met
ons redeneervermogen zijn we heel goed in staat bedrieglijke informatie uit te
filteren om zo ware informatie over het universum bijeen te brengen. Door waar
te nemen en na te denken kunnen we een aardig kloppend beeld van de
werkelijkheid verkrijgen. We zijn hierdoor verbonden met het netwerk van
oorzaak en gevolg dat, zoals we zagen, het hele universum omvat. Niets komt zo
maar uit de lucht vallen, alles heeft een oorzaak. Toeval bestaat niet.
Voor
de stoïcijnen betekende dit dat we in een deterministische wereld leven. Alleen
het bewuste universum zelf kent alle oorzaken, maar ook mensen zijn bewuste
wezens die voorspellingen kunnen doen over wat er gaat gebeuren. Doordat alles
met alles verbonden is, is het helemaal niet zo’n rare gedachte dat je uit
gebeurtenissen in de natuur voorspellingen kunt doen over wat er in de toekomst
gaat gebeuren. We hoeven het onderliggende mechanisme van oorzaak en gevolg
niet helemaal te doorgronden om toch uit bepaalde gebeurtenissen voorspellingen
te doen. Zo kun je zonder iets van meteorologie te weten toch voorspellen dat er
als de lucht donker wordt en het begint te waaien een regenbui aankomt.
Volgens
Posidonius werken ook toekomstvoorspellingen volgens dit principe. We kennen
het mechanisme van alle oorzaken en gevolgen misschien niet, maar we kunnen wel
bepaalde patronen ontdekken. Aan de hand van die patronen kan een waarzegger
voorspellingen doen. Doordat alles met alles verbonden is, moet het immers mogelijk
zijn om iets over de toekomst te zeggen. Eenvoudige voorspellingen zoals het
voorbeeld over het weer kan iedereen maken, maar ook complexere voorspellingen
zijn in theorie mogelijk. Posidonius dacht dat er mensen bestonden die op de
één of andere manier een sterkere connectie met de pneuma hadden dan de
gemiddelde mens. Ze beschikten misschien over een extra zintuig, of over een
beter ontwikkelde of afwijkende ratio, die hen een bijzondere connectie met het
universum gaven. Die connectie maakte het voor hen mogelijk om de toekomst
beter te voorspellen dan een leek. De romeinse Augures waarzeggers konden zo
aan de vlucht van vogels zien wat de toekomst bracht en andere waarzeggers
gebruikten de ingewanden van een vis om het lot te voorspellen.
Het
is natuurlijk onzin om uit de vliegrichting van vogels of de darmen van een vis
een voorspelling over de toekomst te doen. Toch was het hele concept van
Posidonius opmerkelijk modern en wetenschappelijk. Ook de hedendaagse
wetenschap gaat er van uit dat elke gebeurtenis een oorzaak heeft. Niets gebeurt
puur toevallig, alles wordt door iets veroorzaakt. Voor de stoïcijnen bestond
toeval niet. Toeval was gewoon een gebeurtenis waarvan de oorzaak onbekend was.
Aan de hand van steeds terugkerende patronen kunnen ook als de oorzaak onbekend
is statistische voorspellingen worden gedaan. Dat Posidonius dacht dat uit de
vlucht van vogels of uit de ingewanden van een vis bepaalde patronen konden
worden afgeleid die iets over de toekomst zeggen is nogal vreemd. Uit de
ingewanden van een vis kun je hooguit voorspellen dat je ziek wordt als je
ervan eet, omdat de vis bedorven is. Toch is het hele concept dat toeval niet
bestaat en dat alles een oorzaak heeft helemaal zo gek nog niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten