De populariteit van het stoïcisme groeit. Na eeuwen in de
schaduw van Plato en Aristoteles te hebben gestaan is de belangstelling voor
deze Hellenistische filosofie duidelijk toegenomen. Niet alleen onder
academici, maar juist ook onder ‘gewone’ geïnteresseerde mensen die op zoek
zijn naar een praktische filosofie om hun leven zin en richting te kunnen
geven.
Stoïcisme wordt wel een crisisfilosofie genoemd. Een filosofie
die vooral in moeilijke tijden de kop weer opsteekt. In de Romeinse keizertijd
was een maatschappelijk bewogen persoon zijn leven niet zeker. Het ene moment
was je de trotse eigenaar van een prachtige villa aan de baai van Baiae en het
volgende moment was je één van de attracties in het Colosseum. Het zelfde gold
in de periode van het neo-stoïcisme. Een periode die gekenmerkt werd door
godsdienstoorlogen en op het geloof gebaseerde vervolgingen.
Toch is het stoïcisme meer dan alleen een crisisfilosofie. Natuurlijk
is het wel zo dat de stoïcijnse levenshouding zich uitstekend leent voor
moeilijke tijden, maar daar blijft het niet bij. Het is een filosofie die een wezenlijk
antwoord biedt op de menselijke conditie. De stoïcijnse leraren wijzen ieder op
hun eigen manier op de eindigheid van het menselijke leven en op de beperkte
mogelijkheden om invloed op dat leven te kunnen uitoefenen.
Ons leven is van nature maar een klein momentje in de
eeuwigheid. En onze sterfelijkheid maakt dat we maar weinig invloed op de
externe wereld kunnen uitoefenen. We hebben er niets over te zeggen of we ziek
worden, of we een ongeluk krijgen en al helemaal niet over de vraag hoe en
wanneer we zullen sterven. We kunnen natuurlijk gezond leven en ons uiterste
best doen om een medicijn tegen kanker te vinden, maar daarmee kunnen we het
simpele feit dat we sterfelijk zijn niet veranderen. En niet alleen wij, maar
iedereen die we in dit leven ontmoeten zal ooit moeten sterven. Onze tijd is
beperkt en het moment of de wijze waarop we het leven gaan verlaten ligt ver
buiten onze invloedssfeer.
Ik zeg dit niet om morbide of overdreven pessimistisch over
te komen. Het is geen frustratie over de onmacht om de wereld naar mijn hand te
zetten, het is gewoon de feitelijke situatie. Niets meer en niets minder. Het stoïcisme
geeft, net als de andere praktische Hellenistische filosofieën, een antwoord op
die situatie. Een fundamenteel antwoord over wat het betekent een eindig leven
te hebben en over beperkte middelen te beschikken te midden van een wereld vol krachten
die ons op ieder moment kunnen overmeesteren.
Een antwoord dat onder alle omstandigheden relevant is. Zo adviseert
Seneca zijn vriend Lucilius om zowel in goede als in slechte tijden te
mediteren over wat wel en wat niet in onze macht ligt. Succes ligt net zo min
binnen onze invloedssfeer als mislukking. Ze zijn allebei net zo goed het
gevolg van onberekenbare externe krachten als van onze eigen inspanningen. De stoïcijnse
levenshouding tegenover succes of falen is dan ook een gevoel van nederigheid
tegenover krachten die ons vermogen ver te boven gaan. We zijn niets meer dan
een tijdelijke verzameling materie die binnenkort zal verwaaien en zal worden
vergeten. Of zoals Samuel Becket het zegt:
“They give birth
astride a grave,
The light gleams an
instant,
Then it is night once
more.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten