Eigenlijk staan vooral de epicuristen er om bekend hedonistisch te zijn. De stoïcijnen worden doorgaans als saai, sober en streng gezien. Het zijn de calvinisten van de Oudheid. Dit beeld klopt van geen kanten. Stoïcijnen waren niet minder hedonistisch dan de epicuristen. De epicuristen waren natuurlijk wel de grootste concurrenten van de stoïcijnen. In het oude Rome stuurde de beter gesitueerde Romein hun zonen (meisjes telden niet mee) of naar een stoïcijnse, of naar een epicuristische ‘universiteit’. Ambitieuze ouders die een carrière in de senaat voor hun kroos in gedachten hadden kozen voor de stoïcijnen, en ouders die hun kind een wat rustigere en veiligere toekomst toewensten kozen voor de epicuristen. Je zou denken dat er daarom een wereld van verschil tussen die twee scholen zou moeten bestaan. Als je de twee scholen wat van dichterbij bekijkt blijkt dat verschil nog al mee te vallen.
Bij nadere beschouwing blijkt de tegenstelling tussen
stoïcisme en epicurisme vooral kunstmatig te zijn. De bekende filosoof en
politicus Cicero heeft er, vaak om politieke redenen, veel aan bijgedragen om
de verschillen tussen de scholen uit te vergroten. Seneca was een stuk
objectiever en in zijn ‘Brieven aan Lucilius’ spelen Epicurus en zijn filosofie
een belangrijke rol. Volgens Seneca is het gewoon dom om andere bronnen van
wijsheid te negeren om de enkele reden dat ze van een concurrent afkomstig
zijn. Hij ziet er dan ook geen enkel probleem in om de ideeën van Epicurus te
gebruiken als hem dat zo uitkomt. Zijn brieven staan dan ook vol met citaten en
verwijzingen naar het epicurisme.
Over onderwerpen als de dood, euthanasie en het leiden van
een sober en gelukkig leven hebben de zuilengalerij en de tuin van Epicurus
dezelfde mening. De dood raakt ons niet, zolang we leven is de dood er niet, en
als we dood zijn is het leven er niet. Elke leeftijd, ieder moment is geschikt
om te filosoferen. Alle pijn is dragelijk, als het te erg wordt sterven we er aan.
Sommige begeertes zoals honger en dorst zijn natuurlijk en noodzakelijk, andere
begeertes, zoals seks, zijn natuurlijk, ze vallen te prefereren maar zijn niet persé
noodzakelijk. Tenslotte zijn er begeertes, zoals het verlangen naar rijkdom,
die noch noodzakelijk, noch natuurlijk zijn. Dit soort begeertes kan je maar
beter helemaal links laten liggen. Dit zijn uitspraken van Epicuristen, maar ze
hadden net zo goed door een stoïcijn gezegd kunnen zijn. Toch staat alleen Epicurus
bekend om zijn hedonisme. Het woord epicurisme is zelfs synoniem aan een leven
gericht op genot en plezier. Het gaat Epicurus echter vooral om het vermijden
van onnodig leed en het daardoor leiden van een zo prettig en gelukkig mogelijk
leven. De stoïcijnen streven in de eerste plaats naar het leiden van een virtuoos
leven. Een levenswijze die volgens hen dan weer wel een prettig en gelukkig
leven tot gevolg heeft. Stoïcisme is daarmee nauwelijks minder op geluk gericht
dan het epicurisme. Zelfs de stoïcijnse gedachte dat leed en pijn niet iets
objectiefs zijn, maar een subjectieve en geconstrueerde waarneming heeft een
hedonistische achtergrond. De werkelijkheid is een door ons zelf gecreëerd beeld,
een beeld waar we invloed op hebben. Zelfs als die invloed niet absoluut is,
dan is die toch voldoende om een heleboel pijn en leed te verzachten en zo ondanks
allerlei tegenslag een zekere mate van sereniteit te bereiken.
Het is vooral de stoïcijn Epictetus die de nadruk legt op
zaken waar we wel macht over hebben en zaken waarover we dat niet hebben. Het
heeft geen enkele zin om je druk te maken of boos te worden over de dingen die
aan je wil ontsnappen. Je bent beter af als je jezelf aanleert om deze dingen
gewoon te ondergaan en doorstaan zonder er op te reageren. De scheiding tussen
een deel van de wereld waar je het maar mee moet doen en een deel van de wereld
waar actie op mogelijk is voorkomt overbodig leiden en is daarmee eigenlijk
behoorlijk hedonistisch. Sommige stoïcijnen gaan nog een stap verder en beweren
dat het ondergaan van pijn zelfs een positieve kant heeft omdat het een manier
is om je eigen kracht op de proef te stellen. Dat zou Epicurus nooit gezegd
hebben, maar dat neemt niet weg dat deze gedachte voor sommige mensen
weldegelijk troostend zou kunnen werken.
Er zijn natuurlijk ook belangrijke verschillen tussen de
epicuristen en stoïcijnen. Epicurus gelooft in het bestaan van de goden, de
stoïcijnen zijn pantheïsten die alleen in de natuur geloven. Volgens Epicurus
bestaat de wereld uit atomen die zich volstrekt toevallig en willekeurig
bewegen. De stoïcijnen zijn energetisch materialisten die denken dat de natuur
zich volgens bepaalde wetten ontwikkelt. De epicuristen willen zich terugtrekken
uit de maatschappij. De stoïcijnen weten dat dat geen zin heeft, de
maatschappij weet je ook in de tuin van Epicurus te vinden. Voor een epicurist
staat het vermijden van leed voorop. Een stoïcijn weet dat dat altijd op een
teleurstelling uitloopt en richt zich op het leiden van een virtuoos leven. Dat
maakt een stoïcijn niet minder hedonistisch, maar wel een stuk realistischer
dan een epicurist.
Stoïcisme heeft niets met ascetisme te maken en een stoïcijn
is geen monnik. Veel mensen denken ten onrechte dat een leven als stoïcijn
betekent dat je hard moet werken en sober en spaarzaam in een klein koud
kamertje deugdzaam moet zitten wezen. Stoïcisme wordt vaak gezien als een
strenge en sobere filosofie waarbij je de geneugten van het leven wel kan
vergeten. In werkelijkheid zijn stoïcijnen nauwelijks minder hedonistisch dan
epicuristen. Ze zijn echter wel een stuk realistischer en hanteren technieken
die effectiever zijn en een grotere kans op het leiden van een gelukkig en goed
leven bieden.
Super mooi geschreven, thanks voor de duidelijke uitleg!
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor uw reactie.
VerwijderenHeel verhelderend , mooi overzicht en vergelijking, dank je wel
BeantwoordenVerwijderen