We leven in vreemde en verwarrende tijden. Tijden die veel van u
en uw medemensen vragen. De drukte en stress van het moderne bestaan maakt dat
veel mensen op zoek zijn naar bruikbare regels voor een prettiger en beter
leven. De mensheid heeft nog nooit zoveel kennis gehad, toch is ons zicht op
wat nodig is voor een goed en gelukkig leven gebrekkig. Op zoek naar bruikbare
levenslessen grijpen we steeds meer terug op antieke wijsheid. Boeddha,
Confucius, Lao-zi, Socrates, Augustinus en ook de oude stoïcijnen. Het
stoïcisme is weer hot. Moderne boeken over de stoïcijnen gaan tegenwoordig als
warme broodjes over de toonbank. Zo proberen we de uitdagingen die het moderne
leven ons stelt het hoofd te bieden met ideeën uit oude teksten. Het is natuurlijk
prachtig om in de geest te kunnen kijken van oude filosofen, of om te kunnen
leren van de ervaringen van een Romeinse keizer als Marcus Aurelius. Hun
woorden voelen, zelfs in de zoveelste moderne vertaling, waardevol. Ze lijken
een diepe kwaliteit te bezitten. Zoals goede wijn of gerijpte kaas.
Eigenlijk is dit vreemd, want al hebben die antieke denkers ons
best zinnige zaken te vertellen, al zijn hun introspectieve vermogens
ontegenzeggelijk groot en al is het altijd een goed idee de geschiedenis van
het denken te bestuderen, toch is het wonderlijk dat we fundamenteel
richtinggevende suggesties aannemen van mannen, het zijn bijna nooit vrouwen,
die leefden in volstrekt onvergelijkbare tijden, culturen en maatschappelijke
verhoudingen. Van mannen die, als het gaat om de fundering van hun mens en
wereldbeeld, een kennisniveau hadden dat slechts een fractie is van de kennis
die vandaag de dag een middelbare scholier heeft. Evolutietheorie? Astronomie?
Relativiteitstheorie? Kwantumfysica? Elektronica? Psychologie? Genetica? Neurologie?
Die oude denkers hadden werkelijk geen idee waar dat allemaal over ging. Hun
wereldbeeld was zeer onvolkomen en ook hun mensbeeld was alles behalve perfect.
Net als ik hebt u misschien toch de neiging om alles wat die oude
stoïcijnse filosofen beweren voor zoete koek aan te nemen. Dat is niet
verstandig en eigenlijk ook in strijd met het stoïcisme zelf. Sinds de
oudheid heeft noch de wetenschap, noch de filosofie stilgezeten. Er zijn heel
veel nieuwe inzichten die de moeite waard zijn om in de moderne stoïcijnse
levenskunst opgenomen te worden. En dat moet ook. Stoïcisme is immers een
levende filosofie die zelf de mogelijkheid van rationele aanpassingen en
veranderingen open laat. Ook in de Oudheid was het al geen starre maar juist
een heel bewegelijke traditie. Er is zelfs een oud stoïcijns gezegde over Zeno,
de oprichter van de stoïcijnse school, dat zegt: ‘Zeno is onze vriend, maar de
waarheid is een grotere vriend’.
In onze zoektocht naar wijsheid kunnen we dan
ook niet domweg blijven leunen op de levenslessen van dode filosofen. Het stoïcisme
verlangt dan ook van u dat u oude stoïcijnse ideeën kritisch toetst en dat u op
eigen kracht probeert nieuwe, moderne wijsheden te formuleren. Moderne kennis
en ervaring zouden daar dan dus de basis van moeten zijn.
Waarom zijn we dan toch nog zo gecharmeerd van die oude wijsgeren?
Hoe kan het dat we zo veel waarde hechten aan hun inzichten bij onze pogingen
om invulling te geven aan ons moderne leven? Hiervoor zijn vele redenen aan te
wijzen. In de eerste plaats omdat die oude stoïcijnen de menselijke conditie op
een aantal punten gewoon goed door hadden. Maar ook omdat we in onze nog maar
zo kort geleden geseculariseerde samenleving op zoek zijn naar alternatieven
voor predikant, preekstoel en Bijbel. Maar er speelt meer dan goede ideeën en religieuze
verweesdheid. Dat we zo openstaan voor oude wijsheden heeft ook te maken met
een aantal al te menselijke denkfouten. Denkfouten die u zoveel mogelijk zou
moeten proberen te vermijden.
Allereerst natuurlijk de diepgevoelde romantische drogreden ‘argumentum ad antiquitatem’. Dit ‘beroep
op de traditie’ stelt dat we oude wijsheden voor zoete koek moeten aannemen. Wat
de oude filosofen beweren is per definitie goed. Ongeacht de vraag of ze
inhoudelijk nog up to date zijn. Deze denkfout kan tot rare conclusies leiden. Zo
was Zeno, de Griekse grondlegger van de stoïcijnse filosofie, er bijvoorbeeld van
overtuigd dat de mens wordt geboren als een ‘tabula rasa’, een onbeschreven
blad. Hij dacht destijds dat ieder mens volledig kneedbaar was en tot alles
gevormd kon worden We weten inmiddels dat dit onzin is: uw persoonlijkheid en
talent liggen voor een belangrijk deel al vast bij uw geboorte. Maar Zeno kon
dat nog niet weten. En al zijn Zeno’s adviezen dan ruim tweeduizend jaar oud,
ze worden daar niet kloppend van, zeker niet als ze gebaseerd zijn op onjuiste
ideeën over hoe mens en samenleving in elkaar steken. U moet de oude filosofen
dus altijd met een korreltje zout nemen en hun adviezen kritisch tegen het
licht houden.
Dat betekent niet dat de oude teksten hun waarde verloren hebben.
Er staat genoeg in dat zeer de moeite waard is. Maar niet alles wat de stoïcijnen
schrijven is even waar. Sommige dingen zijn zelfs ronduit verwerpelijk. Zo
stond de lhbt-gemeenschap in de Romeinse tijd niet al te hoog aangeschreven. De
oudere Griekse stoa was op dat punt trouwens een stuk moderner dan de latere
Romeinen. Dat neemt niet weg dat u, als de door ons zo bewonderde stoïcijnse keizer
Marcus Aurelius trots schrijft dat hij toch maar mooi paal en perk heeft weten
te stellen aan de homoseksuele activiteiten van Romeinse jongelingen,
waarschijnlijk de neiging hebt om daar snel overheen te lezen. Een prachtig
voorbeeld van wat de ‘confirmation bias’ wordt genoemd. De denkfout waarbij u
bij de oude wijsgeren gezaghebbende formuleringen zoekt en ook vindt die passen
bij inzichten die u al had. Pure zelfbevestiging waar u eigenlijk niet zo heel veel
mee opschiet.
Een andere denkfout die samenhangt met onze waardering van oude
wijsheden is de ‘human nature bias’.
Dit is het populaire idee dat er zoiets als een ‘onveranderlijke menselijke
natuur’ bestaat. Wie de leefregels van Boeddha, van de cynici of de stoïcijnen
op zichzelf van toepassing acht, gaat er stilzwijgend vanuit dat de mens de
afgelopen eeuwen niet echt veranderd is. En dat de psyche van de Nepalezen,
Grieken en Romeinen die ruim tweeduizend jaar geleden leefden, gelijk is aan de
psyche van een moderne mens. Dat is tot op zekere hoogte natuurlijk waar, want
ja, mensen waren destijds biologisch niet anders dan tegenwoordig en hadden
toen ook te maken met liefde, macht, tegenslag en dood. Maar de maatschappij en
de manier van leven van de moderne mens is volstrekt onvergelijkbaar. Onze
ideeën over de wereld zijn totaal anders. We leven anders, denken anders,
voelen ons anders.
Dit alles maakt de oude stoïcijnse filosofen niet minder
waardevol, maar u moet wel zien te voorkomen dat u zich kritiekloos door de
klassieken laat meeslepen. Wijsheid zou dan een grabbelton worden waaruit je
onmogelijk een samenhangend, betekenisvol verhaal over het goede leven kunt
samenstellen. Het hedendaagse stoïcisme is anders dan het antieke stoïcisme. We
hebben levenslessen nodig die passen bij onze eigen tijd. We hebben wijsheid
nodig die gebaseerd is op kloppende, wetenschappelijke kennis over de wereld en
de mens, in plaats van op achterhaalde mythische beelden. We leven in een
tijdperk van ongekende economische, wetenschappelijke en culturele vooruitgang.
Het moderne stoïcisme verwacht daarom van u dat u zelf nadenkt en op eigen
kracht naar wijsheid op zoek gaat. Hoog tijd om het stoïcisme in een moderner en
passender jasje te steken.
Een waardevolle relativering van al te slaafse navolging, Gerard. Hartelijk dank!
BeantwoordenVerwijderen