In de Oudheid werd er geen onderscheid gemaakt tussen
vriendschap en liefde. Vriendschap was in die tijd gewoon een vorm van liefde.
Het was één en dezelfde emotie. Er waren wel verschillen in intensiteit en in
het object waarop het gericht was, maar in wezen bestond er geen wezenlijk
verschil in het ondergane gevoel. Bij liefde denkt u waarschijnlijk in de
eerste plaats aan de romantische liefde van menselijke relaties of aan uw kat
of hond, maar liefde kan ook betrekking hebben op voorwerpen, de antieke vaas
van oma, of op abstracties als een land of een voetbalclub. Aristoteles, die
toch al gek op lijstjes en indelingen was, verdeelde deze vriendschappelijke
liefde in drie categorieën:
·
Vriendschap gericht op het nut, tegenwoordig zou
dat een relatie gericht op wederzijds voordeel worden genoemd. Omdat we van
nature sociale wezens zijn behandelen we dergelijke ‘vrienden’ vriendelijk,
maar zodra de relatie geen nut meer oplevert wordt er doorgaans een streep
onder gezet. Denk hierbij aan de relatie met uw collega’s of de relatie met uw
loodgieter of kruidenier.
·
Vriendschap gericht op het plezier. Ook deze
categorie is gericht op wederzijds voordeel, maar dan niet op materieel, maar
op emotioneel voordeel. Het gaat dan vooral om de leden van een sportclub,
drinkmaatjes, mensen waar mee je samen uit of op vakantie gaat. Dit komt het
dichts bij onze huidige opvatting van vriendschap. Ook deze vriendschappen
stoppen al snel bij een verhuizing of een verandering in interesses.
·
Tenslotte onderkent Aristoteles de vriendschap
gericht op het goede. Daar is sprake van zodra mensen zonder bijbedoelingen van
elkaars gezelschap genieten. Dit soort vrienden zijn een ‘spiegel voor de ziel’
en deze vorm van vriendschap helpen de vrienden elkaar bij hun persoonlijke
ontwikkeling en groei. Hieronder vallen wat we tegenwoordig al gauw
boezemvrienden of romantische liefde zouden noemen. Vriendschap gericht op het
goede beschreef dan ook niet alleen heel diepe vriendschappen maar ook de band
met familieleden en partners.
Alle soorten relaties werden door de stoïcijnen als te
prefereren maar voor een echt virtuoos leven niet absoluut noodzakelijk
beschouwd. De laatste categorie was wel het belangrijkst. Eigenlijk was die categorie
voor hen de enige vorm van vriendschap die die naam ook echt verdiende.
Vriendschappen gericht op wederzijds voordeel of op plezier zijn nu eenmaal
breekbaar. Epictetus zei er dit over:
“Waar anders is er sprake van echte
liefde dan waar trouw, zelfrespect, overgave en virtuositeit de hoofdrol
spelen? ‘Maar hij heeft altijd goed voor me gezorgd en dan zou hij niet van me
houden?’ Ach slaaf, weet jij veel of hij niet net zo voor je gezorgd heeft als
voor zijn schoenen of zijn paard? Hoe weet je zo zeker dat hij je niet, zodra
je niet meer bruikbaar bent, zal weggooien als een gebroken bord?’
Bij echte stoïcijnse vriendschap/liefde gaat het dus niet om
materieel nut of plezier maar het draait er om het beste uit jezelf en je
partner naar boven te halen. Het is een liefde tussen gelijken die samen op pad
gaan op een weg naar zelfontplooiing en verlichting. Het lijkt misschien een
beetje een saaie en dorre vorm van liefde, maar dat valt nogal mee. Zeno zag
juist in de erotische aantrekkingskracht tussen de liefdespartners een extra
sterke stimulans om de weg naar virtuositeit in te slaan. Het is deze liefde
die Zeno er toe bracht om in zijn ideale staat alle tempels af te breken en
alleen de tempel van Eros de god van de liefde te laten staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten