Musonius Rufus (20 TOT 101) was een Romeins filosoof en leraar. Hij
leidde in Rome een stoïcijnse school en was, zoals we zagen, de leraar van
Epictetus. Hij was in zijn tijd erg bekend en moet buitengewoon scherpzinnig en
ad rem zijn geweest. Tegenwoordig is hij wat minder bekend, maar dat komt
vooral omdat de weinige teksten die er van hem bekend zijn indirect en
fragmentarisch via zijn leerling Lucius tot ons zijn gekomen. Ook van Epictetus
zijn geen eigen teksten bekend, maar zijn leerling Arrianus was een veel betere
schrijver dan Lucius, waardoor Epictetus in onze tijd veel meer in de
belangstelling staat dan Musonius.
Hij moet een humoristisch en warme persoonlijkheid zijn
geweest die zijn leerlingen op een heel persoonlijke en indringende manier
benaderde. Epictetus zegt van zijn leraar:
“Hij sprak op zo’n manier dat ieder
van ons die zijn lessen volgde dacht dat iemand iets over hem aan Rufus had
verklapt. Hij had zo’n invloed op wat wij deden en dachten dat hij precies de
vinger op de zere plek wist te leggen.” (Epictetus; Colleges 3; hoofdstuk 23)
Van zijn werk zijn dus alleen een paar verslagen van
openbare lezingen overgebleven. Daaruit blijkt dat hij zich met alle aspecten
van het dagelijks leven bezighield. Rufus predikte de stoïcijnse gelijkheid
tussen mannen en vrouwen in een Romeinse wereld waarin dat als behoorlijk vreemd
en afwijkend werd gezien. Hij was bepaald niet bang aangelegd en schopte in
zijn lezingen tegen heel wat heilige huisjes. Die lezingen gingen dikwijls over
heel praktische dagelijkse dingen als hygiëne, seks, kleding, meubels en
voeding. Zo raadde hij zijn leerlingen bijvoorbeeld aan om vegetarisch te
worden. Het was niet verplicht, maar hij vond het eten van vlees wreed en meer
iets voor wilde dieren dan voor filosofen.
Hoewel hij niet bij de stoïcijnse opstand tegen Nero
betrokken was werd Musonius in het jaar 65 als stoïcijns filosoof, dus verdacht
element, toch naar het Griekse eiland Gyaros verbannen. Musonius komst was een
zege voor het tegenwoordig onbewoonde eilandje. Hij vond op het droge en kale
eilandje een waterbron en trok een hele schare bewonderaars en leerlingen aan.
Na de dood van Nero keerde Musonius naar Rome terug. Dat verblijf was slechts
van korte duur. In het zogenaamde ‘Vierkeizerjaar’ deed hij een vergeefse
poging om de troepen van Vespasianus er van te weerhouden Rome aan te vallen. Hij
hield midden tussen de strijdende partijen een lezing over de vrede. Die lezing
viel in slechte aarde bij de vechtlustige legionairs en Musonius leerlingen
konden maar net voorkomen dat hun leraar door hen werd gelyncht. Zijn onfortuinlijke
vredespoging had wel tot gevolg dat hij door de overwinnaar en nieuwe keizer
Vespasianus opnieuw werd verbannen. Pas na de dood van Vespasianus werd hij
door de volgende keizer Titus teruggehaald naar Rome.
Waarschijnlijk leefde Musonius
nog toen enige jaren later de volgende keizer, Domitianus, opnieuw alle
stoïcijnse filosofen uit Rome verbande. Het leven van een stoïcijns filosoof en
leraar was destijds allesbehalve rustig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten