zaterdag 22 april 2017

EMOTIES ALS 'RATIONEEL' OORDEEL

Stoïcijnen en andere filosofen hebben het vaak over de ratio, de rede of gewoon over het verstand. Maar wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? Het gaat om het analyseren van iets, een situatie of een gebeurtenis, dat zich uit de buitenwereld aan het bewustzijn van een persoon opdringt. Er moet een oordeel geveld worden en een redenatie worden opgezet over dat iets, voordat er iets met dat iets gedaan kan worden. Meningen en oordelen over bepaalde situaties zijn redelijk als ze gebaseerd zijn op, op feiten gebaseerde redeneringen. In tegenstelling tot oordelen die op niets anders dan een gevoel zijn gebaseerd worden op de rede gestoelde meningen ondersteund door goede gronden. Dergelijke oordelen vallen te verdedigen. Je kunt uitleggen waarom je ze aanhangt. Dat betekent niet dat ze ook correct zijn. Het kan heel goed zijn dat de feiten achteraf niet blijken te kloppen of dat er iets mis is met de redenering, maar dat neemt niet weg dat een op de rede gebaseerde mening veel beter te verdedigen valt dan een simpel: ‘Zo voel ik dat nu eenmaal’.

De rede is het vermogen van logische voortgang, van het doorzien van logische en causale verbanden en van het trekken van conclusies uit de gegevens uit de buiten wereld. Logica lijkt nou niet direct het belangrijkste vak voor iemand die vooral wil leren om gelukkiger te worden. Epictetus dacht daar echter heel anders over. In één van zijn lessen zei hij het volgende:

“De meeste mensen realiseren zich niet dat redeneringen met dubbelzinnige premissen, hypothetische redeneringen, redeneringen in vraag-en-antwoord vorm, en al dat soort redeneringen relevant zijn voor de discussie over een virtuoos leven. Bij elke gelegenheid onderzoeken we immers hoe een virtuoos mens op een manier van doen en een soort gedrag kan uitkomen dat bij die gelegenheid noodzakelijk is.” (Epictetus, Colleges I, hoofdstuk 7)

Voor Epictetus was het vermogen om een juist oordeel te geven essentieel om een virtuoos mens te kunnen worden. In een moderne filosofieklas zou dit onderwerp de vakken logica en epistemologie omvatten. In de epistemologie of kenleer gaat het om de vraag hoe je kennis kunt verkrijgen en wat kennis eigenlijk is. De stoïcijnen worden als empiristen beschouwd, omdat ze van mening zijn dat alle kennis afkomstig is van ervaring. Uw centrum van zelfbewustzijn (hegemonikon in het Grieks) ervaart dingen uit de werkelijkheid en die ervaring is de basis van alle kennis die een mens kan verkrijgen.

Het blijft echter niet bij het ervaren van dingen. Alle informatie die via de zintuigen binnen komt moet eerst nog het filter van uw hersenen passeren. Uw hersenen schotelen u onbewust en volautomatisch een beeld van de werkelijkheid voor dat niet persé waarheidsgetrouw hoeft te zijn. Neem bijvoorbeeld uw zichtvermogen. Uw ogen kunnen maar een heel klein stukje van het elektromagnetisch spectrum zien. Radiogolven en röntgenstralen zijn er wel, maar zijn onzichtbaar voor het blote oog. Het kleine stukje van het spectrum dat we wel kunnen zien wordt dan ook nog eens vervormd door de hersenen. Zo komen de zichtsignalen van uw ogen op zijn kop in uw hersenen binnen. Die zetten dat vervolgens weer netjes rechtop, maar deinzen er vervolgens helemaal niet voor terug om u alleen maar een beeld van de dingen waar u toevallig uw aandacht op richt aan te bieden. Van al de andere dingen nemen uw hersenen gemakshalve maar aan dat ze niet veranderen.  Neem bijvoorbeeld het beroemde experiment van de onzichtbare gorilla (http://www.theinvisiblegorilla.com/videos.html) waarbij mensen die bij een basketbalwedstrijd gevraagd zijn om het aantal keren dat de bal de grond raakt te tellen, niet merken dat er ondertussen een gorilla tussen de spelers door wandelt.

En dat is nog niet eens alles. Aan wat wij zien wordt ook nog eens onmiddellijk een emotionele lading meegegeven. De informatie van uw zintuigen komt eerst bij uw hersenstam binnen. Dit deel van uw hersenen wordt ook wel het reptielenbrein genoemd, omdat het evolutionair het oudste deel van de hersenen is. Dit reptielenbrein weegt de binnenkomende gegevens en geeft er in de vorm van een emotie een waardeoordeel aan. Als u, bijvoorbeeld, per ongeluk een stuk touw aanziet voor een gifslang, ziet u niet alleen iets wat er niet is, maar krijgt u op de koop toe ook nog eens de emotie angst te verwerken. Als u in een reclameboodschap een mooie slanke dame (of heer, sorry dames) smakelijk een nieuw soort koek ziet verorberen, krijgt u er gratis en voor niks de emotie honger en seksuele begeerte bij cadeau. Kortom wat wij ervaren met onze zintuigen kan ons behoorlijk op het verkeerde been zetten.


De stoïcijnen waren zich hier min of meer van bewust. Ze waren zich er echter ook van bewust dat deze door zowel onze zintuigen als hersenen gemanipuleerde ervaringen de enige manier zijn waarop het ‘hegemonikon’ (zelfbewustzijn) zich bewust kan zijn van de werkelijkheid. Ze gaan er dan ook vanuit dat een mens zich door een goed gebruik van zijn denkvermogen een realistisch beeld van de werkelijkheid kan vormen. Dat beeld zal niet altijd kloppen en nieuwe gebeurtenissen zullen regelmatig een ander licht op de situatie werpen, maar dat neemt niet weg dat een goed werkend ‘hegemonikon’ tot een aannemelijk en werkbaar beeld van de werkelijkheid kan komen. Het is helemaal niet zo gek om er vanuit te gaan dat we een adequaat idee hebben van de wereld buiten ons. Wij zijn tenslotte aan de zelfde natuurwetten onderworpen als die wereld. Als ons beeld niet redelijk zou kloppen zouden we allang zijn uitgestorven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten