Stoïcijnen en andere filosofen hebben het vaak over de
ratio, de rede of gewoon over het verstand. Maar wat wordt daar nu eigenlijk
mee bedoeld? Het gaat om het analyseren van iets, een situatie of een
gebeurtenis, dat zich uit de buitenwereld aan het bewustzijn van een persoon
opdringt. Er moet een oordeel geveld worden en een redenatie worden opgezet
over dat iets, voordat er iets met dat iets gedaan kan worden. Meningen en
oordelen over bepaalde situaties zijn redelijk als ze gebaseerd zijn op, op feiten
gebaseerde redeneringen. In tegenstelling tot oordelen die op niets anders dan
een gevoel zijn gebaseerd worden op de rede gestoelde meningen ondersteund door
goede gronden. Dergelijke oordelen vallen te verdedigen. Je kunt uitleggen
waarom je ze aanhangt. Dat betekent niet dat ze ook correct zijn. Het kan heel
goed zijn dat de feiten achteraf niet blijken te kloppen of dat er iets mis is
met de redenering, maar dat neemt niet weg dat een op de rede gebaseerde mening
veel beter te verdedigen valt dan een simpel: ‘Zo voel ik dat nu eenmaal’.
De rede is het
vermogen van logische voortgang, van het doorzien van logische en causale
verbanden en van het trekken van conclusies uit de gegevens uit de buiten
wereld. Logica lijkt nou niet direct het belangrijkste vak voor
iemand die vooral wil leren om gelukkiger te worden. Epictetus dacht daar
echter heel anders over. In één van zijn lessen zei hij het volgende:
“De meeste mensen realiseren zich niet
dat redeneringen met dubbelzinnige premissen, hypothetische redeneringen,
redeneringen in vraag-en-antwoord vorm, en al dat soort redeneringen relevant
zijn voor de discussie over een virtuoos leven. Bij elke gelegenheid
onderzoeken we immers hoe een virtuoos mens op een manier van doen en een soort
gedrag kan uitkomen dat bij die gelegenheid noodzakelijk is.” (Epictetus, Colleges
I, hoofdstuk 7)
Voor Epictetus was het vermogen om een juist oordeel te
geven essentieel om een virtuoos mens te kunnen worden. In een moderne filosofieklas zou dit onderwerp de vakken
logica en epistemologie omvatten. In de epistemologie of kenleer gaat het om de
vraag hoe je kennis kunt verkrijgen en wat kennis eigenlijk is. De stoïcijnen
worden als empiristen beschouwd, omdat ze van mening zijn dat alle kennis
afkomstig is van ervaring. Uw centrum van zelfbewustzijn (hegemonikon in het
Grieks) ervaart dingen uit de werkelijkheid en die ervaring is de basis van alle
kennis die een mens kan verkrijgen.
Het blijft echter niet bij het ervaren van dingen. Alle
informatie die via de zintuigen binnen komt moet eerst nog het filter van uw
hersenen passeren. Uw hersenen schotelen u onbewust en volautomatisch een beeld
van de werkelijkheid voor dat niet persé waarheidsgetrouw hoeft te zijn. Neem
bijvoorbeeld uw zichtvermogen. Uw ogen kunnen maar een heel klein stukje van
het elektromagnetisch spectrum zien. Radiogolven en röntgenstralen zijn er wel,
maar zijn onzichtbaar voor het blote oog. Het kleine stukje van het spectrum dat
we wel kunnen zien wordt dan ook nog eens vervormd door de hersenen. Zo
komen de zichtsignalen van uw ogen op zijn kop in uw hersenen binnen. Die zetten
dat vervolgens weer netjes rechtop, maar deinzen er vervolgens helemaal niet voor
terug om u alleen maar een beeld van de dingen waar u toevallig uw aandacht op
richt aan te bieden. Van al de andere dingen nemen uw hersenen gemakshalve maar aan dat ze niet veranderen. Neem bijvoorbeeld het beroemde experiment van de
onzichtbare gorilla (http://www.theinvisiblegorilla.com/videos.html)
waarbij mensen die bij een basketbalwedstrijd gevraagd zijn om het aantal keren
dat de bal de grond raakt te tellen, niet merken dat er ondertussen een gorilla
tussen de spelers door wandelt.
En dat is nog niet eens alles. Aan wat wij zien wordt ook
nog eens onmiddellijk een emotionele lading meegegeven. De informatie van uw
zintuigen komt eerst bij uw hersenstam binnen. Dit deel van uw hersenen wordt
ook wel het reptielenbrein genoemd, omdat het evolutionair het oudste deel van
de hersenen is. Dit reptielenbrein weegt de binnenkomende gegevens en geeft er
in de vorm van een emotie een waardeoordeel aan. Als u, bijvoorbeeld, per
ongeluk een stuk touw aanziet voor een gifslang, ziet u niet alleen iets wat er
niet is, maar krijgt u op de koop toe ook nog eens de emotie angst te
verwerken. Als u in een reclameboodschap een mooie slanke dame (of heer, sorry
dames) smakelijk een nieuw soort koek ziet verorberen, krijgt u er gratis en
voor niks de emotie honger en seksuele begeerte bij cadeau. Kortom wat wij
ervaren met onze zintuigen kan ons behoorlijk op het verkeerde been zetten.
De stoïcijnen waren zich hier min of meer van bewust. Ze
waren zich er echter ook van bewust dat deze door zowel onze zintuigen als
hersenen gemanipuleerde ervaringen de enige manier zijn waarop het ‘hegemonikon’
(zelfbewustzijn) zich bewust kan zijn van de werkelijkheid. Ze gaan er dan ook
vanuit dat een mens zich door een goed gebruik van zijn denkvermogen een realistisch
beeld van de werkelijkheid kan vormen. Dat beeld zal niet altijd kloppen en
nieuwe gebeurtenissen zullen regelmatig een ander licht op de situatie werpen,
maar dat neemt niet weg dat een goed werkend ‘hegemonikon’ tot een aannemelijk
en werkbaar beeld van de werkelijkheid kan komen. Het is helemaal niet zo gek
om er vanuit te gaan dat we een adequaat idee hebben van de wereld buiten ons.
Wij zijn tenslotte aan de zelfde natuurwetten onderworpen als die wereld. Als
ons beeld niet redelijk zou kloppen zouden we allang zijn uitgestorven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten