Zoals u ondertussen wel begrepen zult
hebben is het stoïcisme een niet religieuze filosofie die er naar streeft een
zo veelomvattend mogelijk begrip van de kosmos te bereiken. Het stoïcisme wordt
zelfs vaak als atheïstisch aangemerkt. Maar dat is het in wezen niet. Het heeft
weliswaar weinig op met de dogma’s van de moderne en oude godsdiensten, maar
kent weldegelijk een soort godheid. Een god die gelijk gesteld wordt met de
natuur, met al het bestaande.
Het stoïcisme is daarmee pantheïstisch,
wat betekent dat een stoïcijn al het bestaande, waar hij zowel het voor de mens
kenbare als het niet kenbare onder verstaat, beschouwt als een bewust wezen. Dat
bewuste wezen is dan zeker niet een welwillende en vriendelijke man met een
baard die vanuit een hemel de wereld bestiert. Het is een bewustzijn dat zich
niet laat vangen in de menselijke opvattingen van goed en kwaad en dat in
menselijke ogen waarschijnlijk wreed en onverschillig zal overkomen. De natuur
op Aarde is immers al een behoorlijk gewelddadig en hardvochtige aangelegenheid.
Een ‘struggle for life’, een wereld van eten of gegeten worden waar ziektes en een
permanente hongersnood lijken te heersen. En ook de dingen die wij van het
universum buiten de Aarde weten wijzen nou niet direct naar een vreedzame en vriendelijke
plaats. Exploderende sterren, zwarte gaten een van gevaarlijke straling
vergeven omgeving die alles behalve bedoeld lijkt om het bestaan van bewuste
levende wezens te bevorderen. Toch zijn wij mensen ontstaan en zijn wij ons
bewust van het enorme beangstigende universum waarin wij bestaan. Een universum
dat zich volgens de stoïcijnen bewust is van zijn eigen bestaan en daardoor ook
van ons bestaan.
Persoonlijk heb ik geen idee of het
stoïcijnse pantheïsme ook echt met de werkelijkheid overeenkomt. Het past in
elk geval in het filosofisch systeem en vormt er zelfs de basis van. Het zit
niet onlogisch in elkaar en lijkt in mijn ogen niet op voorhand onaannemelijk.
Wat u er mee wilt doen is natuurlijk uw eigen keus. Stoïcisme biedt ook zonder
de pantheïstische basis voldoende stof tot nadenken. Maar het pantheïsme vormt
in elk geval wel het logische sluitstuk van het systeem en kan daarom niet
helemaal buiten beschouwing worden gelaten. Een stoïcijnse geloofsbelijdenis
zou er ongeveer als volgt uit kunnen zien:Een stoïcijnse geloofsbelijdenis zou er
ongeveer als volgt uit kunnen zien:
- De
stoïcijnen geloven dat het universum al het bestaande omvat, zowel materie
en energie, als ruimte en tijd. Ook geest en bewustzijn maken deel uit van
deze allesomvattend kosmos.
- Het
universum is rationeel ingericht. De dingen die bestaan en gebeuren zijn
allemaal het gevolg van een, al dan niet, voorafgaande oorzaak. Alles wat
er is en alles wat er gebeurt verloopt dan ook volgens bepaalde rationele
regels. Dit geldt zowel in de universele natuur als op de menselijke
schaal.
- Doordat
de kosmos rationeel is ingericht is hij in principe ook kenbaar. De oude
stoïcijnen dachten dat het universum daarmee volledig kenbaar is voor de
menselijke geest. Ik heb zelf zo mijn twijfels of het menselijk verstand
inderdaad in staat is alles te begrijpen. Maar dat staat er niet aan in de
weg dat het universum rationeel is ingericht en in principe kenbaar is.
- Het
universum is niet ‘dood’, maar is zich van zijn eigen bestaan bewust. Al
was het maar doordat de mens, een zelfbewust wezen, zelf onderdeel is van
dat universum. Door de mens en mogelijk andere zelfbewuste wezens (wie
weet misschien bestaan er inderdaad aliens en daimonions), kent het
universum zichzelf. Voor de stoïcijnen blijft het daar niet bij, zij
denken dat ook het geheel een eigen bewustzijn heeft. Een bewustzijn dat
dan wel heel anders is dan het individuele menselijke bewustzijn.
Vergelijkbaar met het verschil tussen het bewustzijn van een plant en dat
van een mens. De stoïcijnen noemen dit zelfbewuste universum: de Natuur,
God maar vooral de Logos.
- Elk
menselijk individu is dus een klein stukje van die universele Logos. Hij
is als een enkele cel in het enorme lichaam van het zelfbewuste universum
(de Logos).
- Als
stukje van de Logos kan hij zich ‘bewust’ zijn van zijn rol in het grotere
geheel. Hij kan gaan beseffen dat de wereld zich op een bepaalde door de
Logos ‘gewilde’ manier ontvouwt. Een ontvouwing waarop hijzelf, als klein
celletje van het grote organisme van de kosmos, geen of slechts een zeer
beperkte invloed heeft.
- Met
zijn rationaliteit en mogelijk ook nog via andere wegen, zoals bijvoorbeeld
meditatie of een extatische ervaring, kan een individu zijn kennis van en
zijn contact met de Logos vergroten. Die eigen individuele rationaliteit
is het enige stukje van de universele Logos waar een mens werkelijk invloed
over heeft.
- Het
besef van deze situatie inspireert een stoïcijn ertoe om te proberen zijn
kennis van dit universum te optimaliseren door zoveel mogelijk in
overeenstemming met de universele natuur te leven. Dus door een zo
virtuoos mogelijk leven te leiden. Een dergelijk leven is tevens het
dichtst dat een menselijk individu bij het geluk kan komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten