zaterdag 14 oktober 2023

22.3 Stoïcijnse metafysica: De ‘anima mundi’

 Eerder zagen we al dat de stoïcijnse metafysica de natuur ziet als een bewust en goddelijk wezen. Ze noemde dit bewustzijn de wereldziel of in het Latijn de ‘anima mundi’. De modernere Gaia-hypothese van James Lovelock die stelt dat de wereld een complex zelfregulerend systeem is heeft hier wel iets van weg. De stoïcijnen gaan nog een stap verder dan Lovelock en denken dat niet alleen de wereld, maar zelfs de hele kosmos een soort van bewustzijn heeft. In onze seculiere tijden kan dat een moeilijk te verteren idee zijn. Voor mij was (is) het dat in elk geval wel. Ik beschouw mezelf eigenlijk als een atheïst, maar de bestudering van het stoïcisme brengt me wel hoe langer hoe meer aan het twijfelen. Ik ben er niet meer zo zeker van als vroeger dat er niet een soort van bewustzijn in ons universum huist.

De hele stoïcijnse filosofie is gebouwd op de vooronderstelling dat de kosmos een doelgericht en bewust wezen is dat sturing geeft aan alles wat er in die kosmos gebeurt. Ook de dingen die een mens overkomen zijn allemaal ‘bedacht’ door dit kosmisch bewustzijn. De stoa kent niet een soort heilsleer en er bestaat in hun ‘geloof’ ook geen leven na de dood. Van dogma’s, rituelen, offers, altaars en godenbeelden is al helemaal geen sprake. De enige vorm van gebed dat een stoïcijn kent is misschien wel een gevoel van ontzag voor de natuur. Er ontstaat een gevoel van ontzag als u kijkt naar het hemelgewelf bij nacht, naar de zee, naar een bergketen, een verstild bos, de cyclus van leven en dood of als u de kracht van een woeste rivier, onweersbui of een aardbeving aanschouwt.

Dit ontzag doet stoïcijnen denken dat er in die overweldigende natuur een creatief en bewust wezen schuilt. Het gaat daarbij niet om een oude man met een lange baard op een wolk, of een Zeus die zijn bliksemschichten vanaf de Olympus op hem onwelgevallige mensen doet neerkomen. Nee, het is het totale bestaande, het geheel van materie, ruimte en tijd, met zijn wetten en regelmatigheden dat door de stoïcijnen als god wordt gezien. Volgens hen wordt de kosmos niet door toeval geregeerd, maar is zij het gevolg van een samenhangend geheel van regels en wetten. Een geheel dat over een eigen bewustzijn en wil beschikt. Met de Duitse filosoof Schopenhauer zou je het de ‘wereldwil’ kunnen noemen.

Stoïcijnen zijn dan ook pantheïsten, ze geloven dat de hele kosmos bewust is, van zichzelf weet dat het bestaat en weet wat er gebeurt. Zelfs aan de bron ligt van alles wat er gebeurt en misschien ook wel een soort wil heeft en daardoor wil dat de dingen die gebeuren, gebeuren. Ze zeggen dat iets dat zo complex en zo veelomvattend is, wel bewust moet zijn. De mens is een complex en ook zelfbewust wezen. Als de mens al over zelfbewustzijn beschikt, dan moet iets zo immens als het universum dat toch ook hebben? De mens is zich niet alleen bewust van zijn eigen bestaan, maar is zich ook bewust van de wereld om hem heen en vergaart steeds meer kennis van het universum waarin hij leeft. Doordat een ontegenzeggelijk zelfbewust wezen als de mens onderdeel is van de kosmos is die kosmos zich ook bewust van zichzelf. Alleen al door het bestaan van zoiets als de mens is het universum zich dus in zekere zin van zichzelf bewust. De mens is een stukje van het universum dat zich bewust is van de wereld om hem heen. Hij is zich in elk geval bewust van een deel van het universum. Een bewustzijn dat met de groeiende kennis zich steeds verder uitbreidt. Zo bekeken kun je er eigenlijk niet meer omheen dat het universum over een soort van bewustzijn beschikt. Zelfs al is dat niet meer dan het beperkte menselijke bewustzijn.

In de moderne tijd lijkt er een beperkte keuze te bestaan tussen aan de ene kant theïsme, het geloof in een persoonlijke god of goden, en aan de andere kant reductionistisch materialisme, de leer dat er niets meer is dan door natuurwetten geregeerde materie. Een andere keuze lijkt niet te bestaan of je bent religieus, christen, moslim, pagan het maakt niet uit, of je bent een reductionistisch materialist. Toch is er nog een alternatief. Het pantheïsme van de stoïcijnen neemt wel degelijk een tussenpositie in. Het stoïcisme is materialistisch, maar niet op dezelfde manier als de moderne materialisten. Het universum bestaat in hun ogen inderdaad uit door natuurwetten geregeerde materie, maar die materie en natuurwetten zijn zich bewust van het eigen bestaan. Die tussenpositie heeft wel tot gevolg dat de stoïcijnen aan de ene kant door gelovigen als atheïsten worden beschouwd en aan de andere kant door reductionistische materialisten tot naïeve gelovers in sprookjes worden gebombardeerd. Een middenpositie kan zo zijn nadelen hebben.


1 opmerking:

  1. U lijkt hier een bewijs te willen leveren dat de kosmos een doelgericht wezen is. Ik ben niet overtuigd.

    BeantwoordenVerwijderen