zaterdag 17 juli 2021

5.2 De evolutie van de emoties en de rede

 

Om het allemaal wat beter in zijn verband te kunnen zien beginnen we met een korte paragraaf over de evolutionaire oorsprong van onze emoties en rede. Alle levende organismen verzamelen op de één of andere manier informatie uit hun omgeving, verwerken die en reageren daarop. Bij eenvoudige organismen blijft de verwerking en reactie beperkt tot simpele pijn- en genotsreflexen. Ik moet deze kant op bewegen want daar is voedsel, of ik moet maken dat ik hier wegkom het is hier giftig of gevaarlijk. Bij grotere organismen wordt goede informatie steeds belangrijker voor het overleven. Informatie is essentieel bij het vinden van de beste voedselbronnen en het weten waar roofdieren in een hinderlaag kunnen liggen. Langzaam maar zeker kregen de eerste grotere organismen ook meer en betere sensoren om hun omgeving te kunnen waarnemen. Sensoren voor licht, geluid, druk, bepaalde stoffen en dergelijken ontstonden. Er kwam daardoor steeds meer informatie over de wereld beschikbaar. Er ontstaat zelfs een soort verlangen naar die informatie. Hoe meer informatie, hoe beter de overlevingskansen. Informatie en het oplossen van problemen wordt daarmee een doel op zich. Het oplossen van een probleem of een lastige puzzel levert u dan ook net zo’n door hormonen gestuurde genotservaring op als lekker eten of seks.

De verwerking van al die extra informatie wordt steeds complexer en ook het repertoire aan reacties op gebeurtenissen in de buitenwereld neemt toe. De aanvankelijk nog heel eenvoudige zenuwknopen van wormen en insecten groeien uit tot echte hersenen die een soort beeld van de buitenwereld kunnen creëren. Dat beeld omvat niet alles, alleen informatie die voor het overleven belangrijk is krijgt een plaats. Hersenen worden steeds geavanceerder en kunnen op een gegeven moment zelfs modellen van mogelijke toekomstscenario’s schetsen.

Het is u misschien al wel opgevallen dat dit betekent dat geen enkel wezen met hersenen, dus ook wij niet, in direct contact met zijn omgeving staat. We leven allemaal in een virtuele werkelijkheid die ons door onze hersenen wordt voorgeschoteld. Onze hersenen bouwen een model op van de belangrijkste informatie die ze door onze sensoren (zintuigen) over ons lichaam en onze omgeving krijgen aangeleverd. Ze geven ons daarbij alleen die informatie die nodig is om te kunnen overleven, om snel en passend te kunnen reageren op de continue maalstroom van veranderingen om ons heen. De beelden die onze hersenen ons aanbieden zijn dan ook gekleurd en gefilterd. Alle niet relevante informatie wordt genegeerd en weggelaten. Wat onze hersenen ons voorspiegelen is dus zeker niet een volledig kloppend beeld van wat er om ons heen gebeurd. Het is belangrijk om goed te onthouden dat de wereld die u ervaart niet de echte werkelijkheid is. Alles wat u ervaart is al ingekleurd en bevooroordeeld.

De reactie op de buitenwereld van organismen met hersenen vindt plaats op verschillende niveaus. Sommige reacties moeten onmiddellijk plaatsvinden. Uw zenuwcellen voelen iets, krijgen een sensatie, dat potentieel levensbedreigend is. Er moet direct een respons gegeven worden uitstel is funest. Uw lichaam reageert direct met wat we reflexen noemen. U trekt uw hand al terug voordat u zich er zelfs maar van bewust bent dat u een gloeiend hete pan hebt aangeraakt. Het zijn uw pijnsensoren die dit soort gedrag beheersen. Uw hersenen komen hier niet eens aan te pas. Het terugtrekcommando wordt al in uw ruggenmerg gegeven. Pas nadat u uw hand hebt teruggetrokken wordt u zich bewust van wat er gebeurd is.

Een iets tragere, maar toch ook nog behoorlijk snelle, reactie vindt plaats via uw emoties. Het deel van uw hersenen dat het limbisch systeem wordt genoemd bepaalt wat voor emoties u voelt. Via dit limbisch systeem (ik noem het in dit boek uw reptielenbrein, maar daarover later meer) komen alle berichten van uw zintuigen uw hersenen binnen. Aan die berichten worden direct bepaalde neigingen, voorkeuren of een gevoel van afkeer verbonden. Die neigingen leveren doorgaans behoorlijk goede resultaten op om het individu zo lang mogelijk in leven te laten. Dat kan ook haast niet anders. De natuurlijke selectie heeft er wel voor gezorgd dat voorouders die de neiging hadden om een sabeltandtijger als een leuk en snoezig poesje te zien er niet meer aan toekwamen om nageslacht voort te brengen.

Emoties werken via hormonen die, onder andere, door de hypofyse, een onderdeel van ons reptielenbrein, worden afgegeven. Emoties als angst, woede, verrassing en afkeer lijken zomaar in ons op te wellen. Ze lijken zich aan onze bewuste controle te onttrekken. Ze zetten u ertoe aan om op bepaalde voorgeprogrammeerde manieren te reageren op de informatie die uw zintuigen u geven. Uw reptielenbrein laat hormonen in uw bloedbaan los die u erop voorbereiden om weg te rennen, aan te vallen, extra voorzichtig te zijn of te gaan vrijen.

De zoogdieren ontwikkelden naast hun reptielenbrein ook nog een zogenaamde hersenschors: de cortex. Deze organismen met relatief de grootste hersenen kennen daardoor nog een ander maar wel wat langzamer reactiemechanisme. Dit traagste reactiemechanisme is wat we gewoonlijk denken noemen. Uw gedachten zijn eigenlijk niets meer dan een wat geavanceerdere besluitvormingsprocedure in de ‘struggle for live’. Ze vormen het verlengde van uw emoties en net als uw emoties zijn ze voornamelijk gericht op uw overleven. Dit mechanisme heeft misschien wel wat meer tijd nodig, maar daar staat dan weer tegenover dat het tot veel betere beslissingen in staat is. Zo kan het gebruik maken van een geheugen. Met dit vermogen om de resultaten van eerdere besluiten en reacties te onthouden en daarvan te leren kunnen in het heden betere beslissingen worden genomen. Met uw geheugen kunt u ook geautomatiseerde reacties aanleren, waardoor u ingewikkelde dingen als fietsen en computerspelletjes spelen zonder enige moeite kunt uitvoeren. U zult begrijpen dat vooral het kunnen spelen van dergelijke computerspelletjes de mens een ongelooflijk krachtig evolutionair voordeel oplevert.

Sensaties, emoties en gedachten vormen zo gezamenlijk de subjectieve innerlijke wereld die uw beeld van de werkelijkheid vormt. Dit beeld is wat de stoïcijnen de rede of het ‘hegemonikon’ noemen en wat wij tegenwoordig de naam bewustzijn geven. Het is een toestand van scherpgerichte aandacht die onze hersenen kunnen oproepen op het moment dat een moeilijk besluit moet worden genomen. Waarschijnlijk heeft ieder dier met relatief grote hersenen en het vermogen om complexe besluiten te nemen een zekere vorm van bewustzijn. Het informatie verwerkend en probleemoplossend vermogen van de menselijke hersenen is gigantisch. Uw rede biedt u daarmee ongekende mogelijkheden om uw eigen leven en virtuositeit vorm te geven.

 

1 opmerking: