Socrates was naast de natuurfilosoof Heraclitus en de cynici
één van de grote voorbeelden voor de stoïcijnen. De weg naar de cynici loopt
via Antihistenes, een vriend van Socrates, en de grondlegger van de cynische
school, via Diogenes en Crates rechtstreeks naar Zeno. Van Zeno, de
grondlegger van de stoïcijnse school, wordt gezegd dat hij door het lezen over
Socrates in Xenophon’s ‘Memorabilia’ tot de filosofie werd bekeerd. Tijdens een
bezoek aan Athene zou hij bij een boekenstalletje in de ‘Memorabilie’ hebben
gebladerd en aan de boekverkoper gevraagd hebben waar je zo’n man als Socrates
kon vinden. Net op dat moment liep de toenmalige leider van de cynici Crates,
voorbij. Volg die man, zie de boekverkoper. En Crates werd zo de eerste
filosofieleraar van Zeno.
Net als de cynici beschouwen de stoïcijnen het leiden van
een leven in overeenstemming met de natuur als het hoogste menselijke goed. Toch
was het in hun ogen vooral Socrates en niet de cynici die liet zien hoe een
dergelijke leven er uit zag. Volgens de stoïcijnen is een leven volgens de
natuur, het leven dat geschikt is voor ieder levend wezen, waardoor het past in
de volmaakte ordening van de natuur als geheel. Mensen zijn rationele wezens. Een
leven in overeenstemming met de natuur is daarom voor mensen een leven dat in
overeenstemming is met de rede. Omdat er in de menselijke geest geen verschil
bestaat tussen rationele en niet-rationele elementen, is er ook geen
onderscheid tussen morele deugdzaamheid en rationaliteit. Bijgevolg aanvaarde
de stoïcijnen de fundamentele leerstelling van de socratische ethiek dat
deugdzaamheid kennis is en dat deugdzaamheid voldoende is voor een gelukkig
leven (eudaimonia).
Volgens de stoïcijnen is die deugdzaamheid, of eigenlijk
meer levensvirtuositeit, het enige onvoorwaardelijk goede. Al het andere is
noch goed, noch slecht en wordt dus onbetekenend genoemd. Volgens Zeno waren
alle deugden één. De verschillende deugden, zoals wijsheid, zelfbeheersing en
rechtvaardigheid, waren in zijn ogen alternatieve manieren om de ene deugd te
omschrijven. Het waren karakteriseringen van de kennis van het virtuoze onder
verschillende omstandigheden.
De socratische ethiek leidt wel tot een beruchte impasse. Als
deugd kennis is en deugd het enige goede, verwordt deugd dus tot niet meer dan een
soort intelligentie. Volgens Plutarchus, een beruchte criticaster van de
stoïcijnen, ontstaat er zo een cirkelredenering. Het virtuoze (de deugd) is
intelligentie en intelligentie is kennis van het virtuoze. Op die manier blijf
je eeuwig in een vicieuze cirkel ronddraaien. Een ongeldige redenering die volgens
Plutarchus het bewijs is dat zowel Socrates als de stoïcijnen het bij het
verkeerde eind hebben.
Wat Socrates betreft had hij een punt, maar de stoïcijnen
zijn niet voor één gat te vangen. Hun leerstelling dat menselijke deugd
neerkomt op een leven in overeenstemming met de natuur biedt een
ontsnappingsroute. Inderdaad is menselijke deugd kennis van deugd, maar dat is
iets anders dan alleen maar kennis van menselijke deugd. Het is de kennis van
de deugd van het universum. Door het verwezenlijken van een volmaakte
rationaliteit kan overstemming met deze universele deugd worden bereikt. En daarmee
ontsnappen de stoïcijnen aan de vicieuze cirkel van Socrates.
De stoïcijnse leerstelling dat de menselijke virtuositeit afhankelijk
is van de rationele ordening van het universum wordt door hen wel aan Socrates
toegeschreven, maar is in feite een typisch stoïcijnse uitbreiding van de
socratische ethiek. Socrates hield zich doorgaans verre van alles wat met
natuurfilosofie te maken had. Het stoïcijnse beeld van de kosmos als een
intelligent en zich zelf organiserend wezen is typisch stoïcijns. De stoïcijnen
wilden graag socratici genoemd worden en dichtte daarom een eigen leerstelling
aan hem toe.
Een ander kritiekpunt van Plutarchus lag in de stelling dat
alleen de deugd goed is. Zo blijft er volgens hem wel heel weinig ruimte over
voor de gewone dingen van het leven. Alles wat niet deugdzaam of virtuoos is is
onbelangrijk, onbetekenend. Het onbetekende was voor de stoïcijnen echter niet
zo onbelangrijk als de term en Plutarchus lijken te suggereren. Er werd een
onderscheid gemaakt tussen onbetekenende dingen die de voorkeur verdienen,
zoals gezondheid en succes, en onbetekenende dingen die beter vermeden kunnen
worden, zoals ziekte en mislukking. Geen van beide onbetekenende dingen is
deugdzamer dan de ander, maar de natuur spoort ons wel aan om wat de voorkeur
verdient na te streven en om dat wat niet de voorkeur verdient te vermijden. Het
nastreven en vermijden van die dingen is, ongeacht de uitkomst, juist weer wel deugdzaam
of virtuoos. Deugd of een virtuoos leven bestaat er dan dus in om de juiste
keuze te maken in overeenstemming met de natuurlijke roep om de te prefereren
dingen na te streven. De uitkomst van die keuzes voor de onbetekenende dingen
is dus onbetekenend, maar het maken van de juiste keuze is wel van het grootste
belang.
De stoïcijnen sloten zich dus graag aan bij de legendarische
Socrates. Zo graag zelfs dat ze zelf ontdekte verbeteringen aan hem
toeschreven. De stoïcijnen beperkten hun filosofie niet zoals Socrates tot de
ethiek, maar ontwikkelden een alles omvattend systeem. In hun drang om zicht
bij de grote Socrates aan te sluiten cijferden ze zich zelf weg. Ten onrechte
hun eigen filosofisch systeem zit heel wat beter in elkaar dan de socratische
ethiek.
Graag wijs ik u erop dat u volgens de Europese regelgeving (2007!)verplicht bent bezoekers van de site de mogelijkheid te bieden geen of alleen gekozen cookies geplaatst te krijgen. Het wijzen op de mogelijkheid cookies uit te schakelen voldoet niet aan deze regelgeving. Mocht uw site over 2 weken (dus per 01-11-2022)niet voldoen aan de Europese regels, dan zal ik uw site melden(met spijt in het hart, want uw onderwerp verdient goed onder de aandacht te blijven: bravo! daarvoor)
BeantwoordenVerwijderen