zaterdag 31 mei 2025

Niet geluk maar virtuositeit is het levensdoel van een stoïcijn

Uit eerdere blogs zult u waarschijnlijk de indruk hebben gekregen dat stoïcijnen er van uit gaan dat de zin van ons leven ligt in het creëren van een duurzaam geluksgevoel. Ik heb u daarmee bewust op het verkeerde been gezet. Het gaat hen helemaal niet om het leiden van een gelukkig leven, maar om het leiden van een goed leven. En dat is in stoïcijnse ogen heel iets anders. De stoïcijnse ‘Eudaimonia’ omvat meer dan geluk alleen. Geluk, zoals wij dat kennen, is volgens de stoïcijnen niet meer dan een bijkomstigheid van het leiden van een werkelijk ‘goed leven’. Het is gewoon een ‘onbedoeld’, maar wel prettig, bijverschijnsel van een goed en zinvol leven.

Het stoïcijnse levensdoel is dus het leiden van een ‘goed leven’. Om dit ‘goede leven’ te verkrijgen of eigenlijk te ontdekken moeten we een studie maken van wat de meest typerende menselijke eigenschap is: het menselijk denkvermogen. Het menselijk denkvermogen, de rede of ratio zoals de stoïcijnen het vaak noemden, is datgene wat mensen bijzonder maakt. Het maakt het wezen van de menselijke soort uit. Maar wat bedoelen ze met rede? De stoïcijnen definiëren die rede of ratio als het menselijk vermogen om zich bewust te zijn van zichzelf en de wereld en het vermogen om daarover na te denken. Een goed en gelukkig leven is alleen mogelijk door een juist gebruik van die ratio te maken. Door redelijk na te denken handel je in overeenstemming met je ware menselijke natuur. Ongelukkig worden we vooral door ons te verzetten tegen onze eigen natuur.

Mensen zijn natuurlijk meer dan alleen hun vermogen tot nadenken. Het zijn juist de gevoelens en emoties die een mensenleven spannend en de moeite waard maken. Stoïcijnen hebben op dit punt een slechte naam, maar ze beseften dondersgoed dat gevoelens belangrijk zijn en bij het leven horen. Emoties spelen ook voor stoïcijnen een belangrijke rol in een goed en prettig leven, maar sommige emoties dragen daar nu eenmaal niet aan bij. Integendeel zelfs heel wat emoties maken juist dat u zich ellendig en onplezierig voelt. Gevoelens als boosheid, angst en verdriet dragen nou niet bepaald bij aan uw geluksgevoel. Ze maken u misschien wel temperamentvol, maar of u daar nu zo blij mee moet zijn? Dit soort vervelende gevoelens, die de stoïcijnen zoals we zagen de passies noemden, willen de stoïcijnen zo veel mogelijk beperken. Volgens hen worden mensen dan ook alleen gelukkig als zij in hun emoties een orde weten te vinden die hen altijd op het pad leidt die hun ratio hun aanraadt. Dit kan worden bereikt door bepaalde karaktertrekken of levensdeugden te ontwikkelen. Deze karaktertrekken leiden niet alleen tot een prettiger leven, maar hebben ook tot gevolg dat u een goed en zinvol leven leidt. Als u over deze waarden en karaktertrekken beschikt, kunt u een prettig en deugdzaam leven leiden.

Deugdzaam klinkt dan wel weer heel braaf en stichtelijk, maar dit is net als bij ‘eudaimonia’ weer zo’n vertaling van een Grieks woord dat niet echt de lading dekt. Het gaat niet alleen om de vraag hoe u een deugdzaam leven kunt leiden, dus niet alleen om de vraag wat u tot een moreel goed mens maakt. De stoïcijnen waren geïnteresseerd in een veel bredere kwestie en niet alleen in wat wij tegenwoordig deugdzaam, moreel en ethisch gewenst en vooral ook braaf en netjes gedrag zouden noemen. Wanneer zij zich afvragen wat het goede voor een mens is, willen zij weten wat het doel is van het menselijke leven. Waarin vindt een mensenleven zijn ultieme vervulling?

Volgens de stoïcijnen lag de beantwoording van die vraag naar het ‘goede leven’ dus in het nastreven van een leven in overeenstemming met de deugd. Deugdzaamheid leidt tot geluk en zingeving tegelijk. Dat klinkt u als moderne eenentwintigste-eeuwer misschien wel wat al te stichtelijk en braaf in de oren. Stoïcijnen zijn beslist niet braaf en netjes. Voor de stoïcijnen had deugdzaamheid dan ook niets te maken met braaf, netjes en fatsoenlijk. De term stond bij hen voor een optimale mentale toestand. Een toestand van geestelijk welbevinden en intellectuele scherpte. Dit soort deugdzaamheid is het enige wat ons echt geluk kan garanderen. Dingen als geld, succes, reputatie en roem zijn misschien wel leuk, maar hebben niets te maken met een gelukkig leven. Er is volgens de stoïcijnen absoluut niets mis mee en ze kunnen wel degelijk deel uitmaken van een goed leven, maar ze staan los van uw geluksgevoel. Het obsessioneel nastreven van rijkdom, roem en succes is doorgaans zelfs slecht voor uw mentaal welbevinden en leidt alleen maar tot stress en negatieve gevoelens. Het zijn juist uw levenswaarden die bepalen hoe u uw externe doelen nastreeft en hoe u zich daarbij voelt.

Alles draait voor een stoïcijn dus om de deugd, 'arrêté' in het Grieks of ‘virtus’ zoals de Romeinen dat noemden. Het woord 'arrêté' of ‘virtus’ heeft in de oudheid dus een heel andere betekenis dan de moderne deugdzaamheid. Het heeft helemaal niets te maken met onze associatie met braaf en kuis. Zelfs dingen en gebruiksvoorwerpen konden deugdzaam zijn, ‘virtus’ of ‘arêté’bezitten. Een goed stuk gereedschap dat geschikt is voor zijn werk, of een mooi en sterk werkpaard konden net zo goed deugdzaam zijn als een mens. Deugd wordt door de stoïcijnen niet alleen als ethisch correct, maar ook, en eigenlijk zelfs meer, in de moderne betekenis van deugdelijk gebruikt. Alles wat goed en efficiënt functioneert, zoals een deugdelijke hamer, heeft ‘virtus’. Dat geldt zowel voor gebruiksvoorwerpen en huisdieren als voor mensen. Een deugdzaam mens is voor een stoïcijn een mens die goed functioneert, die gelukkig is en zich volledig heeft weten te ontplooien. Een voorbeeld om één en ander wat inzichtelijker te maken.

Uw eenzame moeder is ernstig ziek en hulpbehoevend. Als goede dochter (of zoon) trekt u bij haar in om haar te verzorgen. U kiest er voor om zelf geen relatie te hebben en laat uw carrière voor wat het is. Kortom u offert u op voor het welzijn van uw moeder. In de christelijke traditie zou dit als een bijzonder deugdzame stap worden gezien. Het feit dat u door uw keuze zelf minder gelukkig of zelfs ongelukkig wordt, maakt het zelfs nog deugdzamer. Voor een stoïcijn zou dit, om in de terminologie van de christelijke traditie te blijven, een doodzonde zijn. Het is zeker niet verkeerd om u om uw hulpbehoevende moeder te bekommeren. Compassie en zorg voor uw ouders zouden zo maar een belangrijke plaats kunnen bekleden in uw lijstje met deugden, maar het zijn niet uw enige deugden. U mag door uw ‘deugdzame’ daden niet ongelukkig worden en u mag uzelf dan ook niet voor haar opofferen. Stoïcijnse deugdzaamheid richt zich op het leiden van een goed en prettig leven. Het wil dat u uw talenten ontplooit en de dingen doet die u gelukkig maken. U moet erachter zien te komen waar u goed in bent en wat u gelukkig maakt en moet u daar op richten. Dat zijn de dingen die u deugdzaam, in de stoïcijnse betekenis van het woord, maken.

Ik blijf er tot vervelens aan toe op hameren, waarde lezer.: U moet bij het woord ‘deugd’ helemaal niet denken aan netjes en braaf, maar eerder aan ‘virtuoos’. Virtuoos betekent volgens de Van Dale meesterschap, iets technisch volmaakt beheersen. Kortom de technieken en waarden van een bepaalde kunst of vaardigheid perfect onder de knie hebben. Je kunt een virtuoos violist zijn, een virtuoos danser of een virtuoos schermer. Stoïcijnse virtuositeit is vooral op de praktijk van het leven gericht. Een stoïcijn streeft ernaar om een virtuoos leven te leiden. Hij wil een expert in de levenskunst zijn en daardoor een gelukkig leven leiden. Iemand die alles wat hij in zijn leven onderneemt volgens de waarden die hij zichzelf gesteld heeft uitvoert. Een stoïcijn tracht zijn leven zo in te richten dat hij voldoet aan zijn eigen standaarden. Het gaat er voor een stoïcijn om dat een mens zich onder de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk ontplooit in de richting die hij voor zichzelf heeft uitgestippeld. Hij moet woekeren met zijn kansen en talenten om een zo volkomen mogelijk mens te worden.

Na tweeduizend jaar christendom heeft het woord deugd, of deugdzaam in onze taal, zo'n enorme ondertoon van kuis, braaf en netjes gekregen dat ik in de rest van deze lessen het woord ‘virtuoos’ ga gebruiken. Dat woord heeft een associatie met elegant, harmonieus en kunstzinnig en geeft daardoor veel beter weer wat de stoïcijnen onder virtuositeit verstonden. Ze zien die virtuositeit als een verworven staat van volkomenheid die bestand is tegen de onvermijdelijke ups en downs van het leven. Het is een vorm van ‘savoir vivre’, van elegantie, die iedere houding of handeling ondersteunt die overal in doorklinkt en die alle vreugde en pijn omvat. Een diepgaand geluk dat door niets valt te verstoren. Het is ook een staat van wijsheid, onaangetast door mentale verstoringen, en van inzicht dat vrij is van onwetendheid ten aanzien van de ware aard van de wereld.

Een goed en virtuoos leven is meestal ook een gelukkig leven. Geluk is dan wel niet het doel maar het is wel het gevolg van een virtuoos leven. Zozeer dat u uw geluksgevoel zelfs kunt gebruiken als maat om te zien of u virtuoze keuzes maakt. Iets waar u ongelukkig van wordt zal doorgaans iets zijn dat in de ogen van een stoïcijn niet virtuoos is. Het is wat wij met onze christelijke achtergrond ‘zonde’ of ‘het kwade’ zouden noemen. Deze woorden hebben voor de stoïcijnen, net als deugdzaamheid, dus ook een heel andere betekenis dan wij er tegenwoordig aan verbinden. Het kwade of het slechte is voor hen gewoon iets wat niet goed functioneert, iets wat ondeugdelijk is, wat tot een ongelukkig leven leidt. Het gaat om omstandigheden en keuzes die ertoe leiden dat u om de één of andere reden niet meer goed in staat bent u volledig te ontplooien. De zonde in de christelijke zin bestaat voor een stoïcijn net zomin als de christelijke deugdzaamheid bestaat. Het gaat gewoon om iets wat ondeugdelijk is, wat niet doet waar het voor is gemaakt. En dat geldt evengoed voor een hamer als voor een mensenleven. Een slecht mens is dan ook niets anders dan een mens die niet goed functioneert, die niet gelukkig is en er niet in slaagt om van zijn capaciteiten als mens gebruik te maken.


zaterdag 24 mei 2025

En wat maakt u gelukkig?

Bewust of onbewust streeft iedereen ernaar om zich zo gelukkig mogelijk te voelen en om zo veel mogelijk onplezierige ervaringen te vermijden. Wie staat er tenslotte iedere ochtend op met de gedachte: ‘Vandaag wil ik me eens flink ellendig voelen?’ Iedereen is bewust of onbewust dagelijks aan het proberen zijn geluksgevoel te optimaliseren. Misschien dat u het een andere naam geeft. U denkt vooral bezig te zijn met geld verdienen, plezierige ervaringen te zoeken, u te ontwikkelen of uw geliefden te beschermen, maar dat zijn eigenlijk alleen maar andere omschrijvingen van het zoeken naar een gelukkig leven. Het maakt niet uit hoe u uw activiteiten benoemt, op één of andere manier zijn ze er allemaal op gericht om uw geluksgevoel te vergroten.

Zelfs de aanhangers van etnische zuiveringen zijn er heilig van overtuigd dat hun slachtpartijen en martelingen tot een beter en prettiger leven zullen leiden. Het is tragisch, maar alle dieven en moordenaars denken baat te hebben bij hun kwalijke activiteiten. Het grote probleem ligt dan ook in de manieren waarop we denken gelukkiger te kunnen worden. We doen allemaal onze uiterste best om gelukkig te worden, maar de methoden die we daarbij gebruiken zijn niet zo effectief. We weten gewoonweg niet goed hoe we het moeten aanpakken. In onze kindertijd hebben we een beeld meegekregen van de dingen die we moeten ondernemen om gelukkig te worden. Onderwijs en reclamewereld doen vervolgens hun uiterste best om ons dat beeld ook als we wat ouder zijn goed in te prenten. We moeten hard leren, hard werken en carrière maken, gehoorzamen, veel geld verdienen, veel sociale contacten hebben, veel spullen kopen en consumeren, een leuk model gezinnetje stichten en vooral zo veel mogelijk prettige ervaringen nastreven. Als we dat allemaal maar doen, dan zullen we uiteindelijk wel gelukkig worden.

Toch wijst de realiteit keer op keer weer uit dat ons beeld niet klopt. We zijn niet zo gelukkig als ons wordt voorgespiegeld. Sommigen onder u zijn misschien zelfs ronduit ongelukkig, maar het overgrote deel van de mensen voelt zich noch uitgesproken gelukkig, noch uitgesproken ongelukkig. En dat is jammer, want er zijn weldegelijk mogelijkheden om je prettiger te voelen. De stoïcijnen boden een behoorlijk effectief systeem om dat voor elkaar te krijgen. U zult zich wel afvragen hoe dat systeem dan in elkaar steekt. Laten we daar eens naar gaan kijken.

Het begint er mee dat u zich moet realiseren dat uw oude methodes om gelukkig te worden niet werken en u moet uw oude manier van doen ook echt willen veranderen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. We zijn slecht in het afleren van oude gewoontes. We zijn er, hoe contraproductief en soms destructief ze ook mogen zijn, aan gehecht. U zult dus een serieuze keuze moeten maken om uw manier van handelen blijvend te wijzigen. De stoïcijnse methode begint met eerlijkheid en een rationele analyse van wat u nu werkelijk gelukkig maakt. U moet de draaikolk van uw dagelijkse bezigheden en de maalstroom van uw gedachten even tot rust brengen en bij uzelf onderzoeken wat er nu echt nodig is om u werkelijk gelukkig te maken.


Oefening: Wat maakt u gelukkig en wat maakt u ongelukkig?

Neem een momentje voor uzelf alleen en zoek uit onder wat voor omstandigheden u zich gelukkig voelt. Is het afhankelijk van bepaalde uiterlijke omstandigheden? Bent u gelukkig als u een nieuw paar schoenen hebt gekocht of tijdens een intiem dinertje met uw geliefde? Of bent u misschien op uw gelukkigst tijdens een boswandeling of bij een mooie zonsondergang aan het strand? Wat u ook gelukkig maakt, de kans is heel groot dat u bepaalde omstandigheden nodig hebt om dat fijne gevoel op te kunnen roepen. Heeft u door dat uw geluksgevoel heel kwetsbaar is als het afhankelijk is van dergelijke externe omstandigheden? Zou uw geluk minder fragiel worden als het meer een gemoedsaandoening, een manier waarop u de wereld ziet, zou zijn?

En hoe zit het met de momenten waarop u zich ongelukkig voelt? Is dat afhankelijk van bepaalde uiterlijke omstandigheden? Bent u ongelukkig als uw riante inkomen wordt teruggeschroefd, als u zelf of uw geliefden ziek zijn of als uw partner u de bons geeft? Heeft u door dat u heel kwetsbaar bent als het vooral uiterlijke omstandigheden zijn die u ongelukkig maken? Wat als uw onlustgevoelens nu eens niet afhankelijk zouden zijn van uiterlijke omstandigheden? Wat als ook ongelukkig zijn een manier om tegen de wereld aan te kijken zou zijn?

Mogelijk dat u tijdens dit zelfonderzoek ook tot de ontdekking komt dat lijden niet per se iets slechts hoeft te zijn. Het is vervelend en doet pijn, maar vormt tegelijkertijd een heel sterke aansporing om in actie te komen, om de bron van dat lijden uit te roeien. En dat maakt van lijden dan wel niet iets dat goed is, maar geeft toch zin aan een verder vervelende toestand. Is voor u lijden daarmee misschien iets minder erg geworden?


Tijdens dit kleine zelfonderzoek zult u al gauw tot de conclusie komen dat als u geluk beschouwt als de vervulling van al uw wensen en verlangens het bereiken van dat geluk uiteindelijk tot mislukken gedoemd is. Succes of het winnen van een grote prijs kan een tijdelijk gevoel van vreugde opleveren. Een ongeluk, het overlijden van een dierbare of een ernstige ziekte kan een periode van depressie veroorzaken. Maar vroeg of laat keren we terug naar een algemeen gemiddeld geluksniveau. Zoals we zagen, noemen psychologen dit met een moeilijk aan het Grieks ontleend woord de ‘hedonistische adaptatie’. Ook in het dagelijks leven kun je dit ervaren. Na een derde portie van dat heerlijke aardbeienijs begint u toch echt een beetje misselijk te worden en zelfs die prachtige Médoc gaat u op een gegeven moment tegenstaan. Een nieuwe televisie, een nieuwe iPad of een loonsverhoging kunnen u tijdelijk opbeuren, maar algauw slaat de gewenning toe en keert u terug naar uw gebruikelijke geluksniveau. U raakt gewend aan de nieuwe situatie en u past u eraan aan. Uw vervulde dromen worden het nieuwe normaal. Al gauw ontstaan er dan nieuwe wensen en verlangens. Deze aanpassing gebeurt niet alleen met prettige veranderingen, maar ook bij onprettige veranderingen. Dat is de goede kant van de hedonistische adaptatie. Wanneer mensen ziek worden of gehandicapt raken zorgt hun aanpassingsvermogen ervoor dat ze leren omgaan met hun ziekte en daar niet voor de rest van hun leven doodongelukkig door blijven. Ze passen zich aan aan het onvermijdelijke en kunnen uiteindelijk net zo veel, of weinig, geluk ervaren als hun gezonde medemens.

Voor de stoïcijnen is het je gelukkig of ongelukkig voelen dan ook niet een kwestie van het al dan niet vervullen van al uw wensen en verlangens. Het heeft ook niets te maken met het er al dan niet in slagen om voor u vervelende gebeurtenissen te vermijden. Voor het stoïcisme is geluk een manier om tegen de wereld aan te kijken. Het is een levenshouding.




zaterdag 17 mei 2025

Gelukkiger worden met de negatieve en projectieve visualisatie

 Veel mensen leven in een soort wakende droom. Ze slapen niet, maar ze zijn er ook niet echt helemaal bij. Bijna alles gebeurt op de automatische piloot, hun eigen bestaan, dat van hun geliefden en van alle dingen om hen heen zijn een gegeven, een decor in hun droom. U hebt vast weleens gehoord dat mensen die een ernstig ongeluk of een ramp hebben meegemaakt op eens uit die droom kunnen ontwaken. Ze overleven ternauwernood een vliegtuigongeluk, genezen van een levensgevaarlijke ziekte of raken verzeild in een verschrikkelijke aardbeving. Sommigen die iets dergelijks meemaken realiseren zich plotseling hoe bijzonder het leven is en veranderen hun prioriteiten radicaal. De ramp geeft aanleiding tot een ingrijpende persoonlijke transformatie. Het leven van die mensen heeft opeens weer zin. Ze worden wakker en zijn er weer bij. Ze voelen zich veel gelukkiger dan ze ooit waren in hun oude leven.

De stoïcijnen vonden het niet zo’n goed idee om op een dergelijke ramp te wachten om hun leven gelukkig en zinvol te maken. Dit soort levensveranderende rampen hebben bovendien het niet onbelangrijke nadeel dat ze de neiging hebben iemand ook echt het leven te kosten of op zijn minst ernstig te verwonden. Misschien dat u op het moment dat uw vliegtuig bezig is neer te storten opeens weer beseft hoe mooi het leven is en hoeveel u van uw partner houdt. Dat is mooi, maar het is wel een besef waar u niet zo heel lang van kunt genieten, omdat u binnen enkele seconden zal overlijden.

De stoïcijnse techniek van de ‘negatieve visualisatie’, werkt misschien niet zo krachtig als een vliegramp, maar heeft wel het belangrijke voordeel dat u er niet het risico bij loopt om het leven te komen. Bovendien kan zelfs na het overleven van een ramp na een poosje de hierboven omschreven hedonistische adaptatie alsnog toeslaan. Iets wat bij de ‘negatieve visualisatie’ makkelijk valt te ondervangen door de oefening simpelweg met enige regelmaat te herhalen. Bij de ‘negatieve visualisatie’ wordt er van de leerling stoïcijn verwacht dat hij of zij zich voorstelt hoe het zou zijn als hij het zonder bepaalde dingen en mensen zou moeten stellen. Door dit regelmatig te doen kan hij het effect van de hedonistische adaptatie beperken.


Oefening: De negatieve visualisatie

Bij deze oefening gaat het erom om de dingen die u heeft niet langer als vanzelfsprekend te beschouwen. Hoeveel spullen heeft u niet waar u ooit van droomde om ze te bezitten en die nu de gewoonste zaak van de wereld zijn geworden. Zelfs degene die ooit de partner van uw dromen was, is nu een vanzelfsprekendheid die naast u in bed ligt te snurken. Maak er dus een gewoonte van om u regelmatig voor te stellen hoe het zou zijn als u de spullen waar u aan gewend bent geraakt niet meer zou hebben. Stelt u eens voor hoe het zou zijn als er geen water meer uit de kraan zou komen, of als u geen zacht matras meer zou hebben maar op de grond zou moeten slapen. Hoe zou het zijn zonder elektriciteit, een goed gevulde bankrekening, zonder vervoer of zonder voldoende voedsel? Doe hetzelfde met de mensen die u omringen. Hoe zou het zijn als uw partner u zou verlaten (okay toegegeven, voor sommige mensen zou dat een gevoel van opluchting kunnen opwekken), of als u geen familie of vrienden zou hebben.

Door deze oefening regelmatig te herhalen zult u de dingen en mensen die u omringen beter gaan waarderen en kunt u de hedonistische adaptatie te slim af zijn. Misschien komt u zelfs zo ver dat u in plaats van steeds weer nieuwe dingen te willen hebben gaat leren te verlangen naar de dingen die u al heeft. Ik weet dat het makkelijker gezegd is dan gedaan, maar door deze oefening regelmatig te doen kunt u zich gelukkiger gaan voelen. Dat betekent niet dat u zich nu opeens bij iedere slok thee die u neemt blij moet gaan voelen dat u thee hebt en dat u een kopje hebt om die thee uit te drinken. Het is voldoende om een paar keer per dag even stil te staan bij de spullen die u gebruikt en de personen die u omringen.


Met een beetje fantasie zal het de meeste mensen wel lukken om zich een leven zonder comfort en zonder hun geliefden voor de geest te halen. Mocht u echter niet over voldoende fantasie beschikken, dan kunt u altijd nog uw toevlucht nemen tot het voorbeeld van anderen. In een groot deel van de wereld leven mensen in armoede en ellende en ook in uw directe omgeving zult u wel mensen kennen die de nodige tegenslag te verwerken hebben gehad. U zou ook eens kunnen stilstaan bij de manier waarop onze voorouders leefden, zonder elektra, centrale verwarming, stromend water en andere nu vanzelfsprekende luxe. Het hoeft ook niet per se iets dramatisch te zijn. U zou u ook kunnen voorstellen hoe het zou zijn als u ’s ochtends uw koffie zou moeten missen (misschien een slecht voorbeeld, voor sommige mensen zou dat wel dramatisch zijn) of als u met de bus naar uw werk zou moeten in plaats van met de auto.

Maar wat nu als u helemaal niet negatief hoeft te visualiseren omdat de vervelende situatie zich al voordoet? U kunt de rekeningen niet betalen en de elektriciteit is afgesloten, uw man is er met de buurvrouw vandoor gegaan en uw laptop is gecrasht. Voor dat soort situaties hadden de stoïcijnen een andere techniek die erg lijkt op de ‘negatieve visualisatie’. Namelijk de techniek van de zogenoemde ‘projectieve visualisatie’. Okay, de voorbeelden die ik tot nu toe gegeven heb zijn misschien wat te extreem voor een beginnend stoïcijn, maar deze techniek werkt ook heel goed bij klein leed, zoals het breken van een kopje of het missen van de bus. Bij deze techniek leert u vervelende dingen te relativeren door te bedenken hoe u zou reageren als hetzelfde andere mensen zou overkomen. U projecteert als het ware uw eigen situatie op iemand anders en kijkt dan wat dat met u doet. U neemt een beetje afstand van uw eigen zielige ik en probeert wat objectiever naar de werkelijkheid te kijken. Door de dingen zo te relativeren kunt u leren minder snel van uw stuk te raken als er iets mis gaat.


Oefening: De projectieve visualisatie

De stoïcijnse filosoof Epictetus legde deze techniek als volgt uit:

“Als, bijvoorbeeld, andermans slaaf een kopje breekt, zeg je direct: ‘dat kan nu eenmaal gebeuren’. Als het nu jouw beker is die breekt bedenk dan dat je net zo moet reageren als wanneer het een ander overkomt. Dit moet je ook doen bij belangrijkere dingen. Het kind of de vrouw van een vreemde is overleden. Iedereen zegt dan: ‘Zo gaat dat nu eenmaal in het leven’. Maar als je eigen kind of vrouw overlijdt, dan is het meteen: ‘Ach en wee’ en ‘arme ik’.” (Epictetus: Handboekje hoofdstuk 26).

Dat laatste voorbeeld is voor een beginnend stoïcijn echt wel een beetje te extreem. Maar als uw kind een kopje breekt, heeft u waarschijnlijk de neiging boos te worden. Zou u dat ook zijn als het zoontje van de buren hetzelfde overkwam? Vermoedelijk niet. U hebt een griepje onder de leden, maar als overtuigd hypochonder denkt u meteen dat u op zijn minst aan een dubbele longontsteking lijdt. Als uw collega een beetje koortsig is en wat kucht denkt u dan ook direct aan een pneumonie? Ik denk het niet. Door u voor te stellen dat de vervelende dingen die u overkomen niet u, maar iemand anders overkomen, kunt u de gebeurtenissen beter relativeren. Maak er een gewoonte van om iedere keer dat u zich ergens aan ergert of ergens angstig van wordt te bedenken of u net zo zou reageren als hetzelfde iemand anders zou overkomen. U leert zo de vervelende gebeurtenissen in uw leven vanuit een ander, relatief perspectief te bezien. Door wat afstand te nemen en te bedenken hoe u zou reageren als niet u maar uw buurman het lijdend voorwerp zou zijn, kunt u de scherpe kantjes van uw passies afschuren. En dat maakt uw leven en dat van uw medemensen er een stukje prettiger op.


U zou terecht kunnen opmerken dat die negatieve- en projectieve visualisatie nu niet bepaald de meest gezellige oefeningen zijn. Maken zulke oefeningen een stoïcijn niet tot een chagrijn die ieder leuk moment voor zichzelf en zijn omgeving verpest door meteen aan iets vervelends te denken? Tijdens een gezellig dinertje in een romantisch restaurant denkt hij aan de mogelijkheid dat er brand in de keuken uitbreekt, of dat hij en zijn tafelgenoot een voedselvergiftiging oplopen. Het is zeker een risico dat de leerling van dit soort gedachten depressief zou kunnen worden. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van deze techniek. Een stoïcijn zal tijdens een romantisch dinertje aan niets anders dan het eten op zijn bord en de persoon tegenover hem denken. Dat is absoluut niet het moment om de oefening te doen. De negatieve visualisatie techniek zal niet vaker dan een paar keer per week of hooguit een paar keer per dag hoeven te worden toegepast. De projectieve visualisatie hoeft u alleen te gebruiken als u ook echt iets vervelends overkomt. Bovendien is het niet de bedoeling dat u gaat piekeren en zich zorgen gaat maken. Het is juist de bedoeling dat u door zo nu en dan na te denken over een bepaald verlies, de dingen meer gaat waarderen. In plaats van een chagrijnig figuur te worden, zult u daardoor juist vrolijker worden. De beroemde stoïcijnse filosoof Seneca zei het zo:

“Iemand die zich deze techniek heeft eigen gemaakt wordt, of hij dat nu wil of niet, blij en vervuld van een blijvend gevoel van levensvreugde. Hij verheugt zich over wat hij bezit en verlangt niet meer naar wat buiten zijn bereik ligt.” (Seneca: Over het gelukkige leven IV).

Als oplettend leerling stoïcijn of ‘prokopton’ in het oud Grieks, want zo spreek ik u voortaan aan, zou u ook nog kunnen zeggen: ‘Dat is allemaal leuk en aardig voor welvarende mensen die het goed voor elkaar hebben, maar hoe zit het met de mensen die echt in de problemen zitten? Hoe zit het met een dakloze, of een vluchteling in een oorlogsgebied?’ Stoïcisme is zeker niet alleen bedoeld voor mensen met een rijk en comfortabel leven. Ook iemand die financieel of op een andere manier aan de grond zit kan profiteren van de technieken van de negatieve en projectieve visualisatie. Iemand die onder een brug woont en niets anders bezit dan de kleding aan zijn lijf heeft tenminste dat nog. Iemand die ziek is, leeft in elk geval nog. Er bestaat bijna altijd wel een mogelijkheid om deze techniek toe te passen. Het zal dan misschien wel niet tot een groots geluksgevoel leiden, maar kan wel degelijk helpen om het leven iets te verzachten.


zaterdag 10 mei 2025

'Eudaimonia’ en de ‘hedonistische adaptatie’

Veel mensen beschouwen geluk heel traditioneel als de situatie waarin alles loopt zoals zij dat het prettigst vinden. In woordenboekentaal wordt geluk voor hen dan de materiële uitdrukkingsvorm van alle verlangens en hartstochten die ze koesteren. Een mond vol, maar het betekent eigenlijk niets anders dan dat voor hen geluk de situatie is waarin de wereld zich schikt naar al hun wensen. Een groot huis, een mooie auto, een goede baan, uitstekende gezondheid en de vervulling van al hun gastronomische en seksuele verlangens. Het gaat om het hebben van aangename ervaringen. Een geluksgevoel wordt ook nog eens sterk beïnvloed door de menselijke neiging om vergelijkingen te maken. Als u tot de conclusie komt dat uw huidige situatie beter is dan uw situatie in het verleden, voelt u zich gelukkig. De voldoening in uw leven hangt ook vaak af van degenen waarmee u zich vergelijkt. Als de buurman een mooiere auto heeft, een hoger salaris verdient of een mooiere uitbouw heeft gebouwd wil dat nog wel eens tot frustratie aanleiding geven. Geluk is zo een kwestie geworden van het bezit van de juiste goederen, het hebben van prettige ervaringen en de vergelijking met mensen uit de directe omgeving.

Volgens de stoïcijnen was het streven naar dit soort geluk een dure vergissing. Sterker nog, de grootst mogelijke onzin. Mensen die voor hun geluk afhankelijk zijn van dit soort dingen zijn gedoemd om ongelukkig te worden. Zelfs als het mogelijk zou zijn al onze verlangens te bevredigen dan zou dat toch nog niet leiden tot het ultieme geluk, maar alleen tot het ontstaan van weer nieuwe behoeften en verlangens. Of als je er uiteindelijk ondanks al die luxe en genot achter komt dat je toch niet gelukkig bent tot onverschilligheid, afkeer of zelfs depressiviteit.

Voor een stoïcijn draait het leven om de cultivering van zijn karakter en niet om het verzamelen van zoveel mogelijk producten, geld en kortstondige prettige gewaarwordingen. Hij is geen asceet en wil zo veel mogelijk van het leven genieten, maar hij denkt dat hij het gelukkigst wordt van het bewaren van een gepaste afstand van het al te fanatiek najagen van materiële goederen en plezierige ervaringen. Het zal u inmiddels niet meer verbazen dat deze oude stoïcijnse inzichten tegenwoordig door de moderne wetenschap bevestigd worden.

Succes of het winnen van een grote prijs kan een tijdelijk gevoel van vreugde opleveren. Een ongeluk, het overlijden van een dierbare of een ernstige ziekte kan een periode van depressie veroorzaken. Maar vroeg of laat keren we doorgaans terug naar een algemeen gemiddeld geluksniveau. Psychologen noemen dit met een moeilijk aan het Grieks ontleend woord de ‘hedonistische adaptatie’. Ook in het dagelijks leven kun je dit ervaren. Na een derde portie van dat heerlijke aardbeienijs begint u toch echt een beetje misselijk te worden en zelfs die prachtige Médoc gaat u op een gegeven moment tegenstaan. Een nieuwe televisie, een nieuwe iPad of een loonsverhoging kunnen u tijdelijk opbeuren, maar algauw slaat de gewenning toe en keert u terug naar uw gebruikelijke geluksniveau.

Het wegebben van het geluksgevoel dat bijvoorbeeld uw nieuwe baan, uw nieuwe huis, uw nieuwe partner, de prijs in de loterij enzovoorts oplevert komt door die zogenoemde hedonistische adaptatie. U raakt gewend aan het nieuwe en u past u eraan aan. Uw vervulde dromen worden het nieuwe normaal. Al gauw ontstaan er dan nieuwe wensen. Deze aanpassing gebeurt niet alleen met prettige veranderingen, maar ook bij onprettige veranderingen. Dat is de goede kant van de hedonistische adaptatie. Wanneer mensen ziek worden of gehandicapt raken zorgt hun aanpassingsvermogen ervoor dat ze leren omgaan met hun ziekte en daar niet voor de rest van hun leven doodongelukkig onder blijven. Ze passen zich aan aan het onvermijdelijke en kunnen uiteindelijk net zo veel, of weinig, geluk ervaren als hun gezonde medemens.

We zitten eigenlijk bijna allemaal in een soort vicieuze cirkel. Er is iets wat u heel graag wilt hebben: een droombaan, een prachtig huis of de ideale partner. Als u na heel wat inspanningen uiteindelijk datgene wat u zo graag wilde hebben, ook echt gekregen hebt bent u een tijdje zielsgelukkig. Maar u raakt al gauw aan uw nieuwe situatie gewend en gaat op zoek naar een volgende uitdaging. Naar een volgend verlangen dat, denkt u, zodra eenmaal vervuld uw leven perfect zal maken. Maar u zult ontdekken dat ook de vervulling van die volgende wens niet tot het o zo gehoopte stabiele geluk zal leiden. De hedonistische adaptatie slaat ook nu weer toe. Dit mechanisme werkt niet alleen bij triviale zaken, maar zelfs bij ernstige ziekten als MS of kanker. Na de eerste schok en een kortere of langere aanpassingsperiode keren mensen weer terug naar hun oude geluksniveau.

Of u op een bepaald moment gelukkig of ongelukkig bent heeft dus gek genoeg weinig of niets te maken met de omstandigheden waarin u verkeert. U verkeert tijdelijk in de zevende hemel of in de diepste hellekrocht, maar keert al snel weer op Aarde terug. Voor een stabiel geluksgevoel of te wel de stoïcijnse ‘eudaimonia’ is meer nodig. Het bereiken van ‘eudaimonia’ is vooral een kwestie van hoe u uw situatie beoordeelt. Het is een geestestoestand. Zonder innerlijke rust en zonder wijsheid bestaat er geen enkele kans om blijvend gelukkig te zijn. De stoïcijnen wisten dat u, ongeacht de uiterlijke omstandigheden, door de hedonistische adaptatie toch steeds weer terugkeert naar hetzelfde basisniveau van geluk of ongeluk. Het ging hen om de vraag of het mogelijk was om dat basisniveau te verhogen. En belangrijker nog of we zelf in staat zijn onszelf blijvend tot een hoger stabiel geluksniveau op te tillen? De stoïcijnen zochten daarom naar een methode om de vicieuze cirkel van bevrediging, verveling en steeds maar weer nieuwe verlangens te doorbreken. Als het mogelijk is de hedonistische adaptatie te doorbreken, zou je je veel langer tevreden en gelukkig kunnen voelen met de dingen die je hebt. Je zou jezelf de stress van het telkens maar weer nieuwe verlangens na te jagen kunnen besparen.

Geluk wordt volgens de stoïcijnen niet bepaald door uiterlijke omstandigheden, maar door uw geestestoestand. Hoe kalmer uw geest, hoe groter uw gemoedsrust, hoe gelukkiger u zich voelt. U kunt geluk bereiken door uw geest te oefenen. Met een bepaald soort innerlijke discipline kunt u gelukkiger worden. In de moderne tijd heeft psychologisch onderzoek aangetoond dat je je gevoel van levensvoldoening kan veranderen door anders tegen de dingen aan te kijken. U kunt u voornemen om als er een positieve verandering in uw situatie is geweest (een nieuw huis, een huwelijk) dat te blijven waarderen door er bewust regelmatig bij stil te staan. De stoïcijnen hebben daar een speciale oefening voor gemaakt. Ze noemden het de 'negatieve visualisatie’. Maar daarover meer in een volgende paragraaf.


dinsdag 6 mei 2025

Leven in harmonie met de natuur



U denkt bij deze titel misschien in de eerste plaats aan een heel basic zelfvoorzienend leven op een biologische boerderij. Hoewel de stoïcijnen dat op zich prima vinden, is dat toch niet wat ze bedoelen. De stoïcijnen beschouwen een leven in harmonie met de natuur als de weg naar een virtuoos en vervuld bestaan. Om ware aretè (virtuositeit, deugd, excellentie) te bereiken, is het volgens hen essentieel om inzicht te verwerven in de fundamentele aard van de kosmos en onze bescheiden, maar niettemin cruciale, rol daarin. Dit zelfonderzoek reikt verder dan de kosmische orde alleen; het vereist evenzeer een diepgaand begrip van de universele menselijke natuur en de unieke contouren van onze individuele persoonlijkheid. Alleen door deze drie perspectieven te integreren, kunnen we waarlijk in overeenstemming met de natuur leven.

Wanneer we spreken over onze individuele natuur, betreden we het domein van onze unieke talenten, neigingen en eigenaardigheden. Deze innerlijke constitutie onderscheidt ons van ieder ander mens. Uw aanleg voor hardlopen en talen, contrasterend met een mindere affiniteit voor zwemmen en wiskunde, illustreert dit perfect. Dit zijn de specifieke mogelijkheden en beperkingen die inherent zijn aan wie u bent. Het is de erkenning van dit unieke palet aan eigenschappen die ons in staat stelt om onze inspanningen effectief te richten en frustratie te vermijden door te vechten tegen onze natuurlijke inclinaties.

Tegelijkertijd delen we als menselijke wezens een gemeenschappelijke natuur. Onze tweebenige voortbeweging, ons vermogen tot rationeel denken en onze fundamentele sociale aard zijn hier treffende voorbeelden van. Deze menselijke natuur biedt ons collectieve mogelijkheden, denk aan taal, cultuur en complexe samenwerking, maar kent ook inherente grenzen. Het ontbreken van vleugels beperkt onze letterlijke opstijging, maar ons intellect stelt ons in staat om deze beperking te overkomen door de uitvinding van luchtvaart. Het is dit begrip van onze gedeelde menselijkheid dat de basis vormt voor ethiek en samenleven.

Deze menselijke natuur is op haar beurt weer ingebed in de allesomvattende universele natuur. De constante werking van de zwaartekracht, de ecologische realiteit dat bomen niet in de woestijn floreren, zijn onveranderlijke wetten die het kader vormen waarbinnen al het andere zich afspeelt. Deze kosmische orde is neutraal en onverschillig ten opzichte van onze wensen en verlangens. Het vereist van ons een nuchtere acceptatie van de feiten en een aanpassing van onze ambities aan de grenzen van het mogelijke.

De stoïcijnse notie van leven in overeenstemming met de natuur omvat dus deze gelaagde werkelijkheid:

INDIVIDUELE NATUUR

als integrerend deel van


MENSELIJKE NATUUR

als integrerend deel van


UNIVERSELE NATUUR


Het streven is om binnen de grenzen van de universele wetten te leven in lijn met onze algemene menselijke aard en in overeenstemming met onze unieke individuele potentie. Het gaat erom de essentie van wat het betekent om mens te zijn, rede, sociale interactie, virtuositeit, zo goed mogelijk te belichamen, binnen de context van onze persoonlijke sterktes en zwakheden en de onveranderlijke wetten van het universum.

De stoïcijnse leerling begeeft zich daarom op een tweeledig pad van onderzoek. Enerzijds is er de noodzaak tot objectieve observatie van de wereld en de menselijke conditie. Hoe werken de natuurwetten? Wat zijn de fundamentele drijfveren en capaciteiten van de menselijke soort? Anderzijds is er de introspectieve reis naar het zelf. Wie ben ik in de kern? Welke waarden resoneren diep in mij? Waar liggen mijn natuurlijke aanleg en waar mijn blinde vlekken?

Deze zelfkennis stelt de aspirant-stoïcijn in staat om realistische doelen te stellen en zijn energie effectief te kanaliseren. Het besef dat wereldvrede een nobel streven is, maar dat de individuele impact hierop beperkt is, leidt tot een focus op datgene waar men wel invloed op heeft: de eigen gedachten en handelingen. Het erkennen van biologische beperkingen voorkomt nutteloze strijd, terwijl het ontdekken van persoonlijke talenten de weg opent naar een leven van betekenisvolle actie en bijdrage.

De vergelijking van Cato met het rijpen van een vrucht is treffend. Een virtuoos (deugdelijk) mens is inderdaad als een vrucht die tot volle wasdom is gekomen, die zijn inherente potentieel volledig heeft ontplooid. Het is de persoon die authentiek is, die leeft in overeenstemming met zijn ware zelf binnen de context van de bredere natuurlijke orde. Wie zijn eigen beperkingen negeert, riskeert inderdaad een gevecht tegen de realiteit, een leven vol frustratie en misplaatste inspanningen. De ware stoïcijn daarentegen omarmt de realiteit in al haar facetten en vindt daarin de vrijheid om een zinvol en virtuoos leven te leiden.

zaterdag 3 mei 2025

Eudaimonia: stoïcijns geluk

 Geluk is in de mode. Glossy tijdschriften en zelfhulpboeken staan vol met adviezen die ons zouden moeten helpen om een gelukkig leven te leiden. Voor sommige mensen is geluk daardoor een vies woord geworden. Niets meer dan sentimentele illusies en platitudes. In de ogen van die mensen is het iets onmogelijks en kun je je er beter op toeleggen om te proberen zo min mogelijk ongelukkig te zijn. Als je je geluk zou willen afmeten aan de kunstmatige en geplastificeerde versie die Facebook en de andere sociale media ervan maken, dan kan ik deze, doorgaans zelfverklaarde, intellectuelen geen ongelijk geven.

Toch is geluk belangrijk, niemand wil ongelukkig zijn en iedereen is op de één of andere manier wel bezig te proberen gelukkig te worden. Ondanks het belang dat iedereen aan geluk hecht, is het een nogal vaag begrip. Niemand lijkt echt goed te weten wat er nu precies mee wordt bedoeld en wat er nodig is om het te verkrijgen. Dat is eigenlijk jammer, want het is wel een toestand die iedere seconde van ons leven bepalend is voor hoe we ons voelen. Het is de gemoedstoestand die bepaalt of u een prettig leven hebt of niet. Dus wat is dat nou ‘geluk’?

Volgens het woordenboek is geluk: ‘De aangename toestand waarin men al zijn verlangens en wensen bevredigd ziet’. Een mond vol, maar het betekent eigenlijk niets anders dan dat geluk de situatie is waarin de wereld zich schikt naar al uw wensen. Een groot huis, een mooie auto, een goede baan, uitstekende gezondheid en de vervulling van al uw gastronomische en seksuele verlangens. Ook zaken als het behalen van een diploma of het winnen van een sportwedstrijd vallen onder deze definitie. Zelfs simpele dingen als het genot van een boswandeling, een kop hete thee op een koude dag of de glimlach op het gezicht van een geliefde kunnen, met wat fantasie, onder deze definitie worden geschoven. Het gaat hierbij dus vooral om het hebben van aangename ervaringen. Geluk is zo een kwestie geworden van het bezit van de juiste goederen en het hebben van prettige ervaringen.

Er bestaan nog alternatieve definities van geluk. Volgens allerlei sociologische onderzoeken zouden wij hier in Nederland tot de gelukkigste mensen ter wereld behoren. Laten we daarom eens kijken wat die sociologen in hun grootschalige geluksonderzoeken als definitie gebruiken. De definities verschillen per onderzoek, maar in grote lijnen is geluk volgens hen: ‘De mate waarin een persoon de kwaliteit van zijn leven als een geheel positief beoordeelt’. Het gaat bij deze definitie dus niet zo zeer om het hebben van losse positieve ervaringen, maar om een oordeel over het leven in zijn geheel. Op basis van deze definitie zouden Nederlanders dus ronduit gelukkig moeten zijn. Toch klaagt iedereen over stress, burn-out en depressies. Hoe valt dat te rijmen met de conclusies uit deze onderzoeken? In de door sociologen gebruikte definities is geluk afhankelijk van het oordeel over de aanwezigheid van bepaalde externe factoren. Factoren die blijkbaar in voldoende mate tot onze beschikking zouden moeten staan om gelukkig te zijn. Het gaat dan vooral om zaken als toegang tot gezondheidszorg, voedsel, sport, goed onderwijs en zo voort. Maar het zijn net als bij de woordenboekdefinitie wel weer factoren die onafhankelijk van je persoon al dan niet aanwezig zijn. Het is bij deze definities vooral de buitenwereld en het lot die bepalen of de noodzakelijke ingrediënten voor geluk aanwezig zijn.

Dergelijke definities zijn niet erg bemoedigend. Geluk is zo afhankelijk van de mate waarin je al dan niet over bepaalde bronnen van behoeftebevrediging beschikt. Hoe rijk en gezond je ook bent, het zal niemand ooit lukken om een leven lang alles te verkrijgen wat hij verlangt. Dat is jammer want er is meer in het leven dan alleen pleziertjes en behoeftebevrediging. En dat meer heb je nu net nodig om je gelukkig te kunnen voelen.

Stoïcijnen wisten dat een volle buik, een warm huis en volop lol niet genoeg zijn om gelukkig te worden. Ze hanteren daarom een nogal afwijkend geluksbegrip of ‘eudaimonia’ zoals zij het noemen. Voor de stoïcijnen is geluk meer dan een paar momenten van plezierige gevoelens, meer dan het gevoel van euforie bij het behalen van een diploma, of een bijzondere sportprestatie en ook meer dan die korte momenten van sereniteit of vreugde die de natuur of onze geliefden bij ons kunnen oproepen. Het gevoel van opluchting en rust dat je voelt tijdens een boswandeling, bij het behalen van een overwinning of bij het volbrengen van een moeilijke taak kan ons wel iets leren over het wezen van geluk. De gemeenschappelijke factor bij al deze geluksmomenten lijkt het ontbreken van innerlijke conflicten te zijn. Het is een gevoel van harmonie met de wereld en met jezelf, zonder gedachten over het verleden, plannen voor de toekomst en zelfs het heden. Een gevoel dat vrij is van allerlei mentale constructies en hersenspinsels. Het is er eenvoudigweg in het hier en nu, open en vrij. Dat gevoel bedoelt het stoïcisme als het over geluk gaat. Voor een stoïcijn is geluk dus een manier van zijn, een wijze om tegen de wereld aan te kijken, een blijvende mentale toestand die onafhankelijk is van omstandigheden en gebeurtenissen. De wereld dwingen om u de dingen te geven die u hebben wilt is ondoenlijk, maar het veranderen van uw kijk op de wereld is weldegelijk mogelijk.

Het is niet de bedoeling dat u de wereld met een kunstmatig optimisme door een roze bril gaat bekijken. De wereld is allesbehalve perfect en er gaat gewoon ongelofelijk veel mis. Het stoïcijnse geluk is daarom meer een blijvende levenshouding dan een kortdurende ervaring. Het is onafhankelijk van externe omstandigheden. Mislukking of succes, ziekte of gezondheid, rijkdom of armoede spelen geen rol van betekenis bij de stoïcijnse geluksbeleving. Een stoïcijn ondergaat voorspoed en tegenslag met precies dezelfde sereniteit. Het gaat om een manier om tegen het leven aan te kijken waarbij u beseft dat negatieve gevoelens net zo vluchtig en vergankelijk zijn als positieve gevoelens. Al uw gevoelens, zowel de positieve als de negatieve, zijn discutabele oordelen over toestanden in de buitenwereld. Oordelen die niet objectief zijn, maar zuiver subjectief. Niet iedereen beoordeelt immers dezelfde omstandigheden op dezelfde wijze. Wat voor de één enorm deprimerend is kan in de ogen van een ander neutraal, of zelfs prettig zijn.

Het gaat erom dat u de dingen in perspectief leert zetten om zo de kloof tussen de door uw oordelen gefabriceerde werkelijkheid en de realiteit te dichten. Om dat mogelijk te maken willen de stoïcijnen dat u een studie maakt van de werking van uw brein en de werking van de natuur. Veel ellende komt voort uit te hoog gespannen verwachtingen en een verkeerd beeld van de aard van de werkelijkheid. Veel dingen die we als een gegeven beschouwen zijn in de realiteit heel wat minder stabiel dan we denken. Niets bestaat onafhankelijk van de wet van oorzaak en gevolg. Het hele universum is een constant in beweging zijnd netwerk van relaties. Niets is blijvend, alles stroomt zoals Heraclitus het al zei. Als u er in slaagt om u dit concept volledig eigen te maken, dan zult u niet langer verbaasd en geschokt zijn als de wereld om u heen zich opeens tegen u lijkt te keren. U zult een sereen geluksgevoel beleven dat onafhankelijk is van voor- of tegenspoed. Dat is wat stoïcijnen bedoelen als ze het over’eudaimonia’ hebben.


zaterdag 26 april 2025

Het Misverstand van Passie: Leven Zonder Emoties?

 Een leven zonder passie? Dat klinkt u waarschijnlijk niet al te aantrekkelijk in de oren. Inderdaad, het beeld van een "leven als een grijze muis" roept weinig enthousiasme op. En dan de gedachte: "Is dat wat die stoïcijnen me proberen aan te smeren?"


Het is een veelgehoorde kritiek op het stoïcisme: dat het een pleidooi zou zijn voor emotieloosheid. Maar laten we dit misverstand direct uit de weg ruimen. Geen enkele stoïcijn zou vrolijkheid, enthousiasme of zelfs zinnelijk genot fundamenteel afwijzen. Hun focus ligt elders, namelijk bij de "passies" in een heel specifieke betekenis.


Denk aan de Matthäuspassion, die het lijden van Jezus beschrijft. Hier is "passie" synoniem met lijden, een heftige en onaangename gemoedstoestand. Dit is de betekenis die de stoïcijnen voor ogen hebben, niet de hedendaagse interpretatie van passie als een intense toewijding of een overweldigende bevlogenheid. Een stoïcijn kan dus absoluut een passie voor zijn filosofie hebben, of een diepe liefde voor zijn naasten, of zelfs een gepassioneerde relatie met zijn partner hebben terwijl hij tegelijkertijd probeert zich te bevrijden van zijn passies in de zin van negatieve emoties.


En zelfs die negatieve emoties willen ze niet volledig uitroeien. Het gaat om het leren ze zoveel mogelijk te voorkomen en, als dat niet lukt, ze te accepteren en er niet door overweldigd te worden. De kern van het probleem zijn de ontspoorde verlangens en onnodige angsten. Maar wat verstaan de stoïcijnen nu precies onder die schadelijke "passies"? Het draait voornamelijk om ontspoorde verlangens en overdreven, onnodige angsten. Natuurlijk, het hoort bij het mens-zijn om af en toe angst, boosheid of verdriet te ervaren. Deze emoties hebben een functie en kunnen ons waardevolle informatie geven. Het probleem ontstaat pas wanneer we vaker en intenser last hebben van deze akelige gevoelens dan nodig is, wanneer ze onze gemoedsrust verstoren en ons handelen beïnvloeden op een manier die ons niet ten goede komt.


Volgens de invloedrijke stoïcijnse filosoof Chrysippus wortelen de meeste van deze negatieve emoties in denkfouten. We interpreteren een gebeurtenis op een bepaalde manier, en dit leidt tot angst, boosheid of opwinding. Onze innerlijke balans raakt verstoord, en we voelen een ontevreden onrust. We zijn niet langer tevreden met de gang van zaken en geloven dat er iets zou moeten veranderen. Deze ontevredenheid voedt allerlei vervelende emoties. We voelen ons slecht over wat er gebeurt en concluderen impliciet: "De wereld zou anders in elkaar moeten zitten."


Maar dat is natuurlijk niet zo. Door te leren dat te erkennen en relativeren, zet u een eerste stap op de weg naar beheersing van uw passies. De stoïcijnen geloofden dat we deze negatieve emoties kunnen verminderen door kritisch te kijken naar de oorsprong van de vervelende situatie. Als we de oorzaak van een gebeurtenis nauwkeurig onderzoeken, ontdekken we vaak dat we geen controle hadden over het feit dat iets op die onprettige manier is verlopen. We zien in dat wat er gebeurde eigenlijk onvermijdelijk was, of dat een gebeurtenis die aanvankelijk enorm belangrijk leek, bij nader inzien wellicht minder gewichtig is dan we dachten.


En, zo stelde Chrysippus, over een gebeurtenis waar je toch niets aan kon doen, of een gebeurtenis die eigenlijk onbeduidend is, is het onmogelijk om werkelijk boos of verdrietig te zijn. Zodra we inzien dat veel van onze vervelende gevoelens eigenlijk ongegrond zijn, krijgen we grip op een aanzienlijk deel van onze "passies" en zetten we een belangrijke stap in de richting van zelfbeheersing.


Dit klinkt misschien nog wat abstract, dus laten we een alledaags voorbeeld nemen. Stel, ik wacht op een vriendin met wie ik om acht uur heb afgesproken. Om kwart over acht begin ik ongeduldig te worden. Tegen half negen voel ik irritatie opkomen, en om negen uur ben ik zelfs boos en ongerust. Mijn gedachten slaan op hol. "Hoorde ik daarnet een sirene? Misschien heeft ze een ongeluk gehad en is ze gewond, of erger." Angst bekruipt me. Of ik fantaseer dat ze iemand anders is tegengekomen die haar kennelijk meer boeit dan onze afspraak. Ik begin me te ergeren en word kwaad: "Die zit vast weer te flirten met de eerste de beste."


Om half tien gaat mijn telefoon. Bezorgd of zwaar geïrriteerd neem ik op. Het is mijn vriendin, die vertelt dat ze een lekke band heeft gehad en nu zo snel mogelijk mijn kant op komt. Onmiddellijk verdwijnen mijn kwaadheid en ongerustheid als sneeuw voor de zon, ongeacht welke andere emoties er op dat moment spelen. Het enige wat ik nodig had om van mijn negatieve emoties af te komen, was blijkbaar meer informatie. Was het dan wel zo zinvol om die boosheid en angst toe te laten? Ik heb geleden onder vervelende gevoelens die achteraf volkomen overbodig bleken te zijn.


Dit scenario is representatief voor veel van onze negatieve emoties. Vaak zijn onze "passies" het gevolg van onvoldoende kennis over de werkelijke situatie. De stoïcijnen benadrukten dan ook het belang van vasthouden aan de feiten. Zolang we niet zeker weten wat er aan de hand is, is het verstandig om geen emotioneel oordeel te vellen en ons oordeel uit te stellen. Er is later altijd nog tijd genoeg om ons eventueel rot te voelen.


Sommige lezers zullen terecht opmerken dat de stoïcijnen het zich hier wel erg gemakkelijk lijken te maken. Ze lijken een cruciale stap in het emotionele proces over te slaan. Het is één ding om alle feiten te kennen, maar dat is nog niet hetzelfde als die feiten ook emotioneel te accepteren. Weten en voelen zijn voor de meeste mensen twee verschillende werelden. Terug naar ons voorbeeld: ik kan rationeel beredeneren dat de vertraging van mijn vriendin waarschijnlijk geen gevolg is van een ernstig ongeluk of opzettelijke minachting, maar dat verandert mijn opkomende boosheid en ongerustheid niet direct. Deze gevoelens lijken soms een eigen leven te leiden, ongeacht mijn bewuste, logische gedachten. Het feit dat ik weet dat er waarschijnlijk niets aan de hand is, betekent nog niet dat ik dit ook volledig accepteer en de negatieve gevoelens kwijt ben.


De stoïcijnse denkers waren zich echter terdege bewust van de soms irrationele werking van ons brein. Het stoïcisme besteedt wel degelijk aandacht aan de psychologische aspecten van menselijke emoties. Hun doel was om een manier te vinden om ons leven zo in te richten dat we zo min mogelijk last hebben van deze schadelijke "passies". Hoe kunnen we ons brein zodanig sturen dat die vervelende emoties minder kans krijgen?


Om dit te bereiken, ontwikkelden de stoïcijnen een breed scala aan technieken en oefeningen, gericht op het leiden van een zo goed en prettig mogelijk leven. Helaas is een groot deel van deze praktische wijsheid in de loop der tijd verloren gegaan. Er bestaat geen compleet handboek met stoïcijnse technieken voor een gelukkig leven. Toch valt er nog veel af te leiden uit de teksten die wel bewaard zijn gebleven, en door deze te combineren met moderne psychologische inzichten kunnen we nog veel van deze waardevolle kennis herontdekken. In toekomstige bijdragen zullen we dan ook een aantal van deze uit de oudheid "opgegraven" en zorgvuldig "afgestofte" technieken nader bekijken.


De stoïcijnse technieken helpen bij het bereiken van het uiteindelijke doel van de stoïcijnse filosofie en dat is dus niet het lijdzaam ondergaan van alle tegenslagen. Integendeel, het is het leiden van een zo goed en gelukkig mogelijk leven. Een leven dat leidt tot wat de Grieken "eudaimonia" noemden. Deze term wordt vaak vertaald als "geluk", maar omvat veel meer dan een passief, prettig gevoel. Het is een actieve staat, een manier van leven. Naast wat wij onder geluk verstaan, gaat "eudaimonia" ook over een goed leven, een prettig en zinvol bestaan dat voldoening schenkt aan zowel de persoon zelf als aan zijn omgeving.


Om deze "eudaimonia" te bereiken, moet een mens leren een ware levenskunstenaar te worden. Hij moet leren navigeren tussen de klippen van de "passies" om zo de rustigere wateren van prettige gevoelens te bevaren. Hij moet zichzelf de stuurmanskunst van het leven eigen maken. De stoïcijnse filosofie draait om deze levenskunst en belooft niets minder dan een zinvol en gelukkig leven. Een ambitieuze belofte, zeker, maar voordat we onderzoeken hoe de stoïcijnen dachten deze waar te maken, zullen we in een volgende blog eerst dieper ingaan op de ware betekenis van geluk, ofwel "eudaimonia".