woensdag 10 maart 2021

2.5 Een leven in harmonie met de natuur

 

Goed u hebt besloten om er voor te waken om te veel hooi op uw vork te nemen, maar wat gaat u dan wel doen? Simpel, u neemt hier en nu het besluit om u voortaan alleen nog maar druk te maken om de zaken die u echt belangrijk vindt. U kiest bewust voor een leven dat uitsluitend is gericht op de dingen die u werkelijk belangrijk vindt in dit leven, op uw eigen lijstje met levenswaarden. Dat is wat de stoïcijnen bedoelen met een leven gericht op virtuositeit. Maar voor een werkelijk virtuoos leven is meer nodig dan het navolgen van uw deugdenlijstje. U moet dat wel op een verstandige, rationele manier doen. Voor virtuositeit hebt u dus niet alleen een lijstje met persoonlijke deugden nodig, maar ook uw verstand. U moet weten wat voor u wel en niet redelijk en haalbaar is. U moet goed weten voor kansen en beperkingen de natuur aan u oplegt. Pas als ook dat goed tot u is doorgedrongen kunt u werkelijk virtuoos leven.

De stoïcijnen noemen een dergelijk leven ook wel een leven in harmonie met de natuur. Om een virtuoos leven te kunnen leiden moet u volgens de stoïcijnen niet alleen inzicht krijgen in de aard van de wereld en uw eigen rol daarin, maar ook in de aard van de menselijke natuur en de aard van uw eigen persoonlijkheid. Alleen dan kunt u een leven in harmonie met de natuur leiden. Daarmee bedoelen de stoïcijnen een leven in overeenstemming met zowel de universele natuur, de meer specifiek menselijke natuur als uw persoonlijke individuele natuur.

Als individu hebt u uw eigen persoonlijke talenten en eigenaardigheden, die persoonlijke natuur maakt u anders dan andere mensen. U bent een goede hardloper en bent goed in talen, maar zwemmen en wiskunde gaan u wat minder goed af. Dat zijn uw individuele talenten en beperkingen. Zo bent u nu eenmaal. Tegelijkertijd hebt u bepaalde kenmerken die eigen zijn aan de menselijke soort, u hebt twee benen, kunt rationeel nadenken en hebt een sociale inslag. Dat is uw menselijke natuur. Ook uw menselijke natuur biedt u bepaalde mogelijkheden en legt u bepaalde beperkingen op. U hebt geen vleugels en kunt niet zonder hulpmiddelen opstijgen, maar die hulpmiddelen kunt u met uw verstand dan wel weer zelfstandig uitvinden. Daar blijft het natuurlijk niet bij, als mens bent u ook nog onderworpen aan de universele natuur. De zwaartekracht heeft een bepaalde waarde en in de woestijn groeien geen bomen. Dat zijn van die dingen waar u verder niets aan kunt veranderen, maar waar u zich weldegelijk van bewust moet zijn als u iets wilt ondernemen. Ieder niveau maakt bepaalde dingen voor u mogelijk of onmogelijk. Schematisch ziet dat er zo uit:

 

INDIVIDUELE NATUUR
als onderdeel van

 

MENSELIJKE NATUUR
als onderdeel van

 

UNIVERSELE NATUUR

 

Als de stoïcijnen het hebben over een leven in overeenstemming met de natuur hebben ze deze drie niveaus in gedachten. Het gaat ze er om in de universele natuur te leven volgens de algemene menselijke natuur en volgens hun eigen specifieke individuele natuur. Volgens datgene wat wezenlijk is voor de mens in het algemeen en voor u als persoon in het bijzonder. U moet zo goed mogelijk (zo deugdelijk of virtuoos mogelijk) volgens die natuur proberen te leven. Een leerling stoïcijn moet dus aan de ene kant de natuur bestuderen om er achter te komen hoe de dingen in deze wereld werken en hoe de menselijke aard in elkaar steekt. En aan de andere kant moet hij bij zich zelf te raden gaan. Hij moet er achter zien te komen wat voor iemand hij eigenlijk is. Wat zijn de waarden waar naar hij wil leven. Waar liggen zijn sterke punten en waar liggen zijn zwakheden?

Als leerling stoïcijn moet u dus een natuuronderzoeker worden die de aard van het universum bestudeert. U moet weten wat wel en niet mogelijk is. De wereld legt u nu eenmaal bepaalde beperkingen op. De wereldvrede kan wel hoog op uw lijstje met na te streven waarden staan. U zult realistisch genoeg moeten zijn om te beseffen dat uw eigen bijdrage daar aan slechts heel beperkt zal moeten blijven. U zult de fysieke en de menselijke mogelijkheden en beperkingen moeten leren kennen. Uw biologie als lid van de menselijke soort biedt u bepaalde kansen, maar legt u ook beperkingen op. Maar u moet ook, en vooral, bij uzelf te rade gaan. Waar liggen uw talenten en waar liggen uw beperkingen, waar bent u goed in en waar kunt u maar beter niet aan beginnen omdat het u niet zo ligt? Wat zijn de waarden die u wilt volgen? Wat voor consequenties heeft dat voor uw plannen? U moet zich zelf dus niet alleen afvragen wie u eigenlijk bent, maar ook wat u kunt en hoe de wereld om u heen in elkaar steekt. Pas als u weet wat en wie u bent, kunt u er aan beginnen uw virtuositeit te ontwikkelen. De stoïcijnse politicus Cato vergeleek het met het rijpen van een vrucht. Een virtuoos mens is iemand die gerijpt is en er in slaagt zijn persoonlijke potentie waar te maken. Het is iemand die zijn meest wezenlijke zelf weet te realiseren, of om het populair te zeggen iemand die helemaal zichzelf is. Als u uw eigen beperkingen onvoldoende kent loopt u al gauw het risico tegen windmolens te strijden of erger nog met molentjes rond te lopen.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten