maandag 20 augustus 2018

NEEM UW REPTIELENBREIN IN DE MALING

Instincten en de daaraan verbonden emoties kunnen behoorlijk lastig zijn. In de oertijd waren ze misschien handig om aan een sabeltandtijger of de kwade echtgenoot van een minnares te ontkomen, maar nu zijn ze vooral vervelend. Stoïcijnen zijn zich er van bewust dat onze natuurlijke instincten uit de pas lopen met de uitdagingen en behoeften van de moderne tijd. Ze weten ook dat hun natuurlijke denkvermogen hen de mogelijkheid biedt om het verstoorde evenwicht weer te herstellen. Makkelijk is anders. Onze emoties zitten diep verankerd in onze genen en in onze hersenen. De hersenstam, de plek waar onze reflexen vandaan komen, is evolutionair het oudste deel van de hersenen. Dit deel van het brein is verantwoordelijk voor het automatisch regelen van dingen als reflexen, ademhaling, bloedsomloop, hartslag en temperatuur. Daarnaast zitten hier ook onze primaire overlevingsinstincten zoals honger, dorst, lust en pijn. Met andere woorden onze meest primitieve levensfuncties die noodzakelijk zijn voor ons eigen voortbestaan en het voortbestaan van de menselijke soort. Het stamt nog uit de tijd dat van de dinosauriërs en krokodillen. Daarom wordt het ook wel eens het reptielenbrein genoemd. Dit is het gebied waar de indrukken van de buitenwereld het eerst de hersenen bereiken. Hier wordt onmiddellijk een reflex aan de dingen en gebeurtenissen uit de buitenwereld verbonden.

Het reptielenbrein veroorzaakt wat de stoïcijnen pre-emoties of driften noemen. Een haast automatische neiging die tot lichamelijke reacties die ons van gevaar weg moeten leiden, of juist richting een beloning moeten voeren. Dit soort driften worden voortdurend in ons opgewekt, al zijn we ons daarvan meestal niet bewust. Onze driften zijn universeel en gelden voor alle tijden en alle plaatsen. Ze liggen vast in onze biologie en zijn genetisch bepaald. De bron van deze driften of pre-emoties is heel moeilijk te beïnvloeden. Via het reptielenbrein komen indrukken uit de buitenwereld terecht in wat ik maar het mensenbrein zal noemen. Pas op het moment dat een indruk het mensenbrein bereikt heeft wordt u zich bewust van die indruk. Het mensenbrein bekijkt de pre-emotie en verbindt er een mening aan. Vanaf dat moment ontstaat er een echte emotie.Maar door geduldig over langere tijd vanuit het mensenbrein corrigerend op te treden kunt u dit oerbrein toch een beetje in het gareel krijgen en daarmee uw persoonlijkheid aanpassen.

De pre-emotie van ons reptielenbrein is, zoals we zagen, onvermijdelijk. U zult die input gewoon moeten aanvaarden. Er zit niets anders op. Maar voorlopig zult u ook het waardeoordeel dat uw mensenbrein daar aan verbindt nog niet weten te beheersen. Een jaren lange praktijk van automatische gedachtetreinen en bijpassende negatieve emoties leert u niet zo één, twee, drie weer af. Probeer maar eens niet aan die o zo bekende roze olifant te denken. Dat lukt u niet. Vooralsnog kunt u er dan ook mee volstaan om de aanwezigheid van uw negatieve emoties gewoon te accepteren. Probeer er niet tegen te vechten. Als u zich verzet dwingt u uw hersenen juist er extra aandacht aan te schenken. In plaats van te verminderen zal het vervelende gevoel nu of in de toekomst u met hernieuwde kracht weten te raken. Aanvaard het gevoel, maar besef tegelijkertijd dat het maar een gedachte is. Het is niet meer dan een mening over iets in de buitenwereld. Een mening die misschien helemaal niet klopt met de werkelijkheid.

Verzet u dus niet, laat het gevoel er gewoon zijn. Verzet kost u alleen maar energie die u veel beter voor iets anders kunt gebruiken. Wees ook niet kwaad op uzelf. Het leren voorkomen van negatieve emoties is geen kleinigheid. U kunt uzelf beter vergeven voor de aanwezigheid van dit vervelende gevoel. Net als iedereen denkt u vermoedelijk dat uw negatieve emoties een absoluut en reëel beeld van de werkelijkheid geven. Uw mensenbrein dikt uw pre-emoties nog eens extra aan met akelige herinneringen uit het verleden en zelf gefabriceerde toekomstvoorspellingen. Hierdoor wordt de indruk uit uw reptielenbrein omgezet in een zich zelf versterkende en behoorlijk vervelende emotie. Volgens u is dit gevoel echt en helemaal waar. Wees u er echter van bewust dat die vervelende gedachten en gevoelens, maar een mening zijn. Een mening die kan kloppen, maar die naar alle waarschijnlijkheid niet volledig met de werkelijkheid overeenstemt en voor een belangrijk deel het gevolg is van uw op hol geslagen mensenbrein.

Door automatisch achter al uw gevoelens aan te rennen verliest u het contact met de werkelijkheid en construeert u in uw hoofd een eigen schijnwerkelijkheid vol met verschrikkingen en fantasieën. Ons brein probeert ons een beeld van de werkelijkheid te geven dat ons moet helpen om te overleven in een harde, woeste prehistorische wereld. Het is van nature nogal pessimistisch ingesteld. De overlevingskansen van een angstig en voorzichtig mens zijn nu eenmaal groter dan die van een blijmoediger persoon. Het is echter een beeld van de buitenwereld dat niet meer klopt. Uw brein denkt ‘better safe than sorry’, maar zadelt u daarmee wel met een vals wereldbeeld en de daarbij behorende vervelende emoties op.

Het is dan ook belangrijk om u te realiseren dat dit automatische emotioneel gekleurde beeld niet de werkelijkheid zelf is. Het is maar een mening en hoe echt het ook lijkt te voelen het is niet de realiteit. Benader deze met emoties gekleurde gedachten als wat ze zijn: een mening. Realiseer u dat het om een volkomen normale en onschuldige automatische reactie op de buitenwereld gaat. Accepteer hun aanwezigheid, maar doe wel een stapje terug en vraag uzelf af of u iets aan dit gevoel hebt. Kunt u er iets mee? Bekijk de situatie nog eens van een afstandje. Blijft het hetzelfde of verandert er iets? Is het gevoel bij nader inzien misschien minder reëel dan het zich in eerste instantie liet aanzien?

De pre-emoties van uw reptielenbrein zijn onontkoombaar, daar kunt u niet omheen en zit u gewoon mee opgescheept. Maar uw reptielenbrein is niet de slimste thuis. Met wat handigheid valt het soms te bedotten. Met de bodyscan oefening uit de vorige les heeft u geleerd dat emoties gepaard gaan met bepaalde lichamelijke toestanden. Zo spannen uw spieren zich, gaat u sneller ademen en slaat uw hart op hol wanneer u ergens bang voor bent of boos over wordt. Uw reptielenbrein bereidt uw lichaam daarmee voor op een vecht of vlucht reactie. Deze lichamelijke reactie kunt u echter met uw mensenbrein overrulen. U kunt uw spieren bewust ontspannen en u kunt rustiger door uw buik gaan ademhalen. Door dit te doen raakt uw reptielenbrein in de war. Het weet niet wat het er mee aan moet, uw lichaam reageert anders dan zou moeten. Het krijgt tegenstrijdige signalen en vermindert de uitstoot van de stresshormonen die bij de emotie horen. Dwing uw mond in een glimlach als u verdrietig bent, uw wat dommige reptielenbrein denkt dat u vrolijk bent en stopt enigszins verward met de uitstoot van ‘verdriethormonen’. Accepteer de aanwezigheid van de emotie, maar laat uw lichaam een tegengesteld signaal afgeven. U kunt zo de emotie niet helemaal uitschakelen, maar wel de intensiteit beperken.

Door uw spieren niet te spannen wanneer u angstig bent, door te glimlachen wanneer u verdrietig bent accepteert u de aanwezigheid van de negatieve emotie eigenlijk nog vollediger. Uw reptielenbrein denkt dat u er van afziet om te vluchten of te vechten, dat u er van afziet om met huilen de troostende aandacht van uw stamgenoten te trekken. Het krijgt zo de indruk dat de emotie overbodig is geworden. De volgende stap op weg naar het zo veel mogelijk verminderen van uw negatieve emoties, uw ‘patheiai’ is het leren beheersen van uw gedachten.


maandag 6 augustus 2018

ZIJN GEVOEL EN RATIONALITEIT EIGENLIJK HETZELFDE?


Volgens de stoïcijnen kun je alleen helemaal je zelf zijn door een leven te leiden in harmonie met de natuur. Dat is iets anders dan terug naar de natuur. Het is ook iets anders dan het toegeven aan uw instincten. Als baby en peuter gedraagt u zich nog volgens uw instincten en dat is doorgaans nogal zelfzuchtig. Op het moment dat u de jaren des onderscheids bereikt krijgt u het, niet minder natuurlijke vermogen om over de werkelijkheid te reflecteren en gaat u het verschil tussen uw zelfzuchtige overlevingsinstincten en rationele handelingen ontdekken. Dat betekent niet dat de kille rede de plaats gaat innemen van uw instinctieve emoties. Zo werkt het niet. Ook emoties zijn een vorm van rationaliteit. Het zijn oordelen over de mate van wenselijkheid van een bepaalde situatie. Oordelen die juist of fout kunnen zijn. Door het steeds beter ontwikkelen van uw rationele vermogens zal ook uw oordeelsvermogen steeds beter worden. Dat betekent dat uw emoties steeds rationeler en verstandiger worden. Het betekent niet dat er iets aan de inhoud of intensiteit van die emoties verandert. De emoties zelf blijven hetzelfde. De momenten waarop u ze ondergaat worden wel anders.

Zo zult u nog steeds bang zijn voor een wilde man die u met bijl achter na zit, dat is een heel redelijke angst. Maar u zult uw irrationele angst voor een klein muisje kwijtraken. Dit is een nogal banaal voorbeeld, maar een beter oordeelsvermogen kan er ook voor zorgen dat u uw angsten om af te gaan en voor een groep te spreken verliest. Rationele oordelen helpen u om minder onnodige stress te ervaren, omdat u zich niet langer druk maakt om de dingen waar u van weet dat u er toch geen invloed op kunt uitoefenen.

Het moet natuurlijk niet blijven bij het puur intellectuele besef dat uw vervelende emoties vaak het gevolg zijn verkeerde oordelen. U zult er ook naar moeten handelen en daar zit nou net de kneep. We weten vaak wel hoe de vork in de steel zit, maar het volstaat nu eenmaal niet om ergens de waarheid van in te zien. U zult keer op keer, in het begin tegen uw gevoel in, moeten handelen alsof u een rationeel oordeel geveld hebt. In werkelijkheid zult u nog steeds een angstig gevoel hebben bij het zien van dat muisje. Door echter telkens weer te handelen alsof u niet bang bent zal uw rationele oordeel steeds verder verweven raken met uw automatische instinctieve handelingsrepertoire. Uw reptielenbrein zal aan uw nieuwe manier van omgaan met muisjes (of andere irrationele emoties) gaan wennen en op een gegeven moment is uw muizenangst volledig verdwenen.

Het leren leven als een stoïcijn heeft wel wat weg van het leren fietsen of een muziekinstrument leren bespelen. In het begin moet u ontzettend opletten en heel bewust bezig zijn met wat u doet. U moet aan alles aandacht besteden en u constant afvragen waarom u het ook al weer op die manier moest doen. U maakt voortdurend fouten en tot uw ergernis gaat het telkens toch weer fout. Maar op een gegeven moment zorgt de herhaling er voor dat uw handelingen automatisch verlopen en wordt fietsen, muziek maken of het vellen van een correct emotioneel oordeel een tweede natuur. Op eens beseft u dat u uw muizenfobie kwijt bent. Het echte stoïcisme komt neer op een ‘beetje’ theorie en een heleboel oefening. Met de nodige zelfspot formuleerde Epictetus het zo:

“Je kijkt er niet vreemd van op dat je om timmerman of stuurman te worden iets moet leren. Waarom denk je dan dat je een virtuoos mens kunt worden zonder dat je daar iets voor hoeft te doen? […] De boeken van de stoïcijnse filosofen staan vol met interessante praatjes, maar wat hebben we daar aan? Stoïcijnen moeten hun theorieën niet alleen opschrijven, maar vooral in praktijk brengen en daar wil het nog wel eens aan schorten.” (Epictetus; Colleges; boek IV; hoofdstuk 4)

Voor een mens is rationaliteit volkomen natuurlijk. Het is niet minder natuurlijk dan uw overlevingsinstincten. Sterker nog het is uw sterkste en meest effectieve instinct. Dat neemt echter niet weg dat u er iets voor moet doen. Om er goed gebruik van te kunnen maken zult u het moeten trainen. Hoe beter uw rationele oordeelsvermogen functioneert hoe beter u zich zult gaan voelen. Rationaliteit en gevoel vormen geen tegenstelling. Ze zijn in wezen hetzelfde.

vrijdag 3 augustus 2018

EEN STOÏCIJNSE ZANGER MET PLANKENKOORTS




Angst is het ADHD broertje van piekeren en zorgen. Eigenlijk zijn dat alleen in gradatie minder sterke angstgevoelens. Ze zijn als het ware wat minder druk en urgent dan de echte angstgevoelens die luidkeels om aandacht vragen. Angst is een evolutionair oude en belangrijke emotie die noodzakelijk is om te kunnen overleven en gevaarlijke situaties te vermijden. Zodra uw reptielenbrein meent dat er gevaar dreigt wordt er een stoot adrenaline in uw bloed gepompt, gaan uw hartslag en bloeddruk omhoog en spannen uw spieren zich. Uw lichaam is klaar om te vluchten of vechten. U kunt er niet zonder om een aanstormende sabeltandtijger, of een, in deze tijd wat waarschijnlijkere, vrachtwagen, op tijd te kunnen vermijden.

Het is één van de vier basisemoties van de stoïcijnen (de anderen zijn: emotionele pijn, genot en verlangen). Ook zij zagen in dat angst onder bepaalde omstandigheden gepast is en dan best een ‘eupatheia’ kan zijn om acute dreiging het hoofd te kunnen bieden. De ellende begint echter op het moment dat er helemaal geen acuut gevaar dreigt. Als u bang wordt van muizen, open ruimtes, mensenmassa’s of als u door stress een onbestemd angstgevoel hebt is er sprake van een bijzonder vervelende ‘patheia’. Ook plankenkoorts, faalangst en meer van dat soort angsten zijn buitengewoon vervelend en kunnen uw functioneren flink beïnvloeden. Angst wordt in de woorden van de stoïcijnen dan de irrationele verwachting dat er iets onaangenaams gaat gebeuren of dat iets aangenaams niet verkregen kan worden. Tegenwoordig is de meeste angst allesbehalve rationeel en is het een akelige emotie die uw plannen en levenskwaliteit heel negatief kan beïnvloeden. Kortom het is een emotie waar u doorgaans liever van af wilt.

Veel angsten worden aan de verkeerde dingen besteed. U bent bang voor wat uw collega’s, uw baas, uw vrienden van u denken. U bent bang om allerlei ernstige ziektes en gebreken op te lopen. U bent bang voor muizen, hoogtes of kleine ruimtes. U bent bang voor uw inkomen, huis en andere bezittingen. Een kenmerk van de meeste van deze angsten is dat u er geen noemenswaardige invloed op kunt uitoefenen. Dat betekent niet dat ze totaal onbelangrijk zijn en dat u kunt eten wat u wilt, dat u langs het randje van de afgrond kunt lopen en dat u uw huis en baan kunt laten versloffen. Het betekent wel dat ze onbelangrijk zijn voor een gelukkig en virtuoos leven. Dat is niet het zelfde als dat ze niet van belang zouden zijn. Het zijn echter dingen waar u geen volledige controle over hebt en die dus niet nodig zijn voor een virtuoos leven. Wat voor een gelukkig en virtuoos leven wel van belang is zijn en waar u wel wat aan kunt doen is het voldoende zorg aan uw gezondheid, uw relaties en bezittingen besteden. Daar draait het om en als u dat op orde hebt hoeft u zich over de uitkomst van uw inspanningen niet druk meer te maken.

Eén van Epictetus’ leerlingen was een in zijn tijd populaire muzikant. Het was een zanger die zichzelf op de citer begeleidde. Dit popidool uit de eerste eeuw na Christus kreeg op een gegeven moment last van plankenkoorts en durfde tot wanhoop van zijn fans nauwelijks meer op te treden. Ten einde raad zocht hij hulp bij de filosoof Epictetus. Die zei dit tegen hem:

“Als ik iemand zie die bang is, vraag ik me altijd af: ‘wat wil hij nou eigenlijk?’ Dat moet wel iets zijn dat buiten zijn macht ligt, anders zou hij niet zo bang zijn. Als je in je eentje aan het repeteren bent, ben je niet bang en zing je prachtig, maar op het podium sta je doodsangsten uit. Het gaat je er dus niet alleen om dat je mooi kunt zingen en spelen. Je wilt ook applaus hebben en daar heb je nu net geen invloed op.” (Epictetus; Colleges; boek II; hoofdstuk 13)

De stoïcijnse tweedeling tussen de dingen waar we wel en geen macht over hebben komt ook hier weer tevoorschijn. De zanger verstaat zijn kunst en hij heeft zich goed voorbereid. Hij heeft alles gedaan wat in zijn macht ligt om een mooie voorstelling te geven. Er is geen enkele reden om bang te zijn. De angst moet dus wel veroorzaakt worden door de onderliggende vrees dat het publiek zijn optreden niet mooi zal vinden. Het enige wat hij daartegen kan doen heeft hij al gedaan: hij heeft gerepeteerd en zich naar zijn beste vermogen voorbereid. Er is geen enkele rationele reden om bang te zijn. Epictetus wil de muzikant laten zien dat hij een duidelijk onderscheid moet maken tussen de dingen waar hij zich wel druk over moeten maken (zijn repetities) en de dingen waar hij niets aan kan doen en zich geen zorgen over hoeft te maken (het applaus van het publiek).

Natuurlijk kan er ook als je goed voorbereid het podium op gaat iets mis gaan. De zanger van Epictetus kan een kikker in zijn keel krijgen, of er kan een snaar van zijn citer springen. Maar wat is nu eigenlijk het ergste wat er kan gebeuren. Een zaal met mensen die hem uitfluiten en boe roepen. Meer niet. Een groep mensen die het kennelijk nodig vinden om hun ongenoegen te uiten. Misschien vervelend, maar in stoïcijnse ogen nou niet direct een ramp. Als stoïcijnse zanger was hij er toch al niet op uit om de waardering van anderen te verkrijgen. Het enige wat hij echt wilde was zijn best doen om mooi te zingen en spelen.