zaterdag 5 juni 2021

5.1 Stoïcijnen en emoties

 

DEEL II

DE TOPOS VAN DE STOÏCIJNSE WILSKRACHT

 

 

LES 5

EVOLUTIE, EMOTIES EN REDE

 

5.1 Stoïcijnen en emoties

In deze les maken we een begin met de topos van de juiste wilskracht. Dit onderdeel van het stoïcijnse lesprogramma gaat over wat u wel en wat u niet zou moeten willen. Over dingen als het verlangen naar voedsel, seks en macht en de afkeer van pijn en sociale uitsluiting. Kortom over de emoties. Het gaat daarbij trouwens vooral over de vervelende emoties, die de stoïcijnen, zoals we zagen ‘passies’ noemden. Volgens Epictetus was dit voor de beginnend stoïcijn het belangrijkste vak:

“Het belangrijkst en meest urgent is het terrein van de passies: passies ontstaan immers alleen wanneer je niet bereikt waar je naar streeft.“ (Epictetus, Colleges III, Hoofdstuk 2)

Dit vak wordt in verband gebracht met de fysica omdat de leerling hier moet leren hoe hij in overeenstemming met de natuur kan leven. Door de natuur te bestuderen leert u hoe de wereld werkt. U leert welke dingen de moeite waard zijn om na te streven en welke dingen u maar beter links kunt laten liggen. U leert ook over wat voor zaken u controle hebt en op wat voor dingen u geen enkele invloed kunt uitoefenen. Mensen die de fysica onvoldoende bestudeerd hebben en niet goed weten hoe de wereld in elkaar steekt lopen het risico het onmogelijke te willen. Alleen iemand die de wereld kent weet ook wat hij van de wereld kan verwachten en waar hij wel en niet op mag hopen. Zo iemand leeft, volgens de stoïcijnen in harmonie met de natuur.

Een natuurlijke manier van leven doet tegenwoordig al gauw denken aan geitenwollensokken types die hun eigen groente verbouwen en zelf een stinkende drab die ze bier noemen, proberen te brouwen. Hoewel een stoïcijn een ecologische manier van leven wel zou bevallen is dit toch niet wat ze met een leven in overeenstemming met de natuur bedoelen. Het gaat er bij hen om te leren om zowel in overeenstemming met hun individuele menselijke natuur als in overeenstemming met de universele kosmische natuur te leven. U zult al gauw merken dat het eigenlijk om één en dezelfde natuur gaat. Het onderscheid is kunstmatig, maar wel makkelijk voor een beter begrip.

De universele, kosmische natuur omvat al het bestaande. Ruimte, tijd, energie, materie en de zogenaamde natuurwetten. De mens maakt daar deel van uit en is onderworpen aan de gang van zaken in het universum. Hij kan zich er niet aan onttrekken en moet accepteren dat de wereld is zoals hij is. Volgens de stoïcijnen heeft dit universum een bewustzijn. Al het bestaande is niet alleen maar dode materie en ruimtetijd, nee het is zich bewust van zijn bestaan. Het weet dat het er is en het beseft dat er dingen in en met hem gebeuren. Dat klinkt een beetje gek en zweverig, maar is eigenlijk heel logisch. In de ogen van de stoïcijnen kan het gewoon niet anders dat nu de mens zich al bewust is van zijn bestaan, iets dat veel groter en ingewikkelder is dan die mens ook bewustzijn moet hebben. Een heel ander en meeromvattend bewustzijn natuurlijk, maar weldegelijk een soort van bewustzijn. Dat klinkt vreemd, maar wordt al wat minder raar als u bedenkt dat alleen al door het bestaan van de zelfbewuste mens ook het heelal zich via die mens, die daar immers deel van uitmaakt, bewust moet zijn van zijn eigen bestaan. Stoïcijnen worden daarom ook wel pantheïsten genoemd, de leer dat al het bestaande in de natuur als goddelijk en bewust kan worden aangemerkt.

De stoïcijnse leraren vinden dat een leerling niet alleen theoretisch moet beseffen dat hij een onderdeel van dat bewuste universum is, hij moet zich ook echt een onderdeel van het geheel gaan voelen. Er bestaan zelfs een paar speciale stoïcijnse meditatietechnieken, ‘de panoramablik’ ook wel ‘het kosmische gezichtspunt’ genoemd en de ‘anakhoresis-meditatie’, om dat gevoel op te wekken. Het besef dat er iets groters bestaat waar we aan onderworpen zijn kan troostend werken. We zijn niet voor alles verantwoordelijk, een groot deel van de dingen die ons overkomen vallen buiten ons bereik. Het enige dat we kunnen doen is het accepteren.

Dood, natuurrampen, ziektes en dergelijken zijn zo geen straffen van een boze godheid. Het zijn gewoon de manier waarop de dingen in de natuur zich ontvouwen. De manier waarop een van zichzelf bewuste natuur zich realiseert. De stoïcijnen lijken soms zelfs te suggereren dat die universele natuur ons expres allerlei tegenslag laat ondergaan om ons ‘hegemonikon’ zo de kans te geven zich te trainen. Op die manier biedt het universum ons de mogelijkheid om te laten zien dat we de les over wat wel en wat niet onder onze controle is goed hebben geleerd. Het christendom heeft deze gedachte later in zijn doctrines opgenomen. Een dergelijk ‘geloof’ zou inderdaad troost kunnen brengen in moeilijke omstandigheden, maar desondanks lijkt het mij persoonlijk waarschijnlijker dat een universeel bewustzijn, als dat al echt zou bestaan, onverschillig staat tegenover het wel en wee van een individuele mens.

De individuele natuur van de mens is een onderdeel van die grote universele natuur. Hij omvat zowel de fundamentele eigenschappen die alle mensen met elkaar delen, de dingen die een mens tot mens maken, als uw hoogst persoonlijke eigenschappen, de eigenschappen en talenten die u maken tot wie u bent. U beschikt net als ieder ander mens over de algemene eigenschappen en karaktertrekken die eigen zijn aan ons mensen en ons doen verschillen van bijvoorbeeld een orang-oetan. Dit noemen de stoïcijnen, heel origineel, de menselijke natuur. Daarnaast heeft u uw eigen persoonlijke eigenschappen, talenten en levensgeschiedenis die u maken tot wie u als individueel persoon bent. Uw eigen individuele natuur. Ook met die unieke eigenschappen moet u terdege rekening houden bij de keuzes die u maakt. Voor u iets onderneemt moet u zich rekenschap geven van uw talenten en beperkingen. Van een leerling stoïcijn wordt verwacht dat hij op zoek gaat naar zijn rol op het wereldtoneel. Epictetus zegt het als volgt:

“Als je een rol op je neemt die je niet ligt, dan faal je twee keer: je slaagt niet in de rol die je op je genomen hebt, en je hebt de rol laten lopen die je wel had kunnen vervullen.” (Epictetus, Handboekje 37).

 

Oefening: Zelfwaardering

Doe eens een stap achteruit en kijk zo onbevangen mogelijk naar uw eigen capaciteiten. Doe een klein zelfonderzoekje. Wat heeft de natuur u gegeven? Waar bent u goed in? Wat zijn de dingen die u leuk vindt? Zijn er sporten waar u goed in bent? Wat zijn uw hobby’s? Hoe heeft uw leven zich tot nu toe ontwikkeld? Zit er misschien een patroon in, waar u iets uit kunt opmaken? Vergeet daarbij niet ook te kijken naar de dingen die u niet kunt, waar u een hekel aan heeft. Wat zijn uw beperkingen? Heeft u bepaalde lichamelijke, geestelijke of sociale handicaps? Heeft u een hekel aan wiskunde, maar hebt u wel een talenknobbel? Of is het juist omgekeerd?

Misschien heeft u vroeger wel eens een beroepskeuzetest of iets soortgelijks gemaakt. U moet niet al teveel waarde aan een dergelijke test hechten. Zo’n test is niet meer dan een momentopname, maar het kan zijn dat u toch dingen herkent.

Maak bijvoorbeeld een tabel met dingen waar u echt goed in bent, dingen die u wel redelijk kunt en dingen die u absoluut niet liggen. U zou het volgende schema als voorbeeld kunnen gebruiken.

 

GOED IN

MATIG

SLECHT IN

Handig. Ik ben praktisch ingesteld en ben een goede klusser.

 

 

 

Formulieren. Ik heb een hekel aan administratieve rompslomp.

 

 

 

Studeren. Ik ben absoluut geen studiebol. Mijn schooltijd was één grote ramp.

 

 

 

 

Het wil ook wel eens helpen om iemand anders te vragen hoe hij of zij u ziet. De blik van een derde is vaak objectiever. Wees daarbij echter wel voorzichting. Het risico bestaat dat die ander u alleen maar vertelt wat hij denkt dat u graag wilt horen. Noteer uw bevindingen in uw dagboek en kijk er zo nu en dan eens naar. Waarschijnlijk zult u in de loop der tijd nog wel wat veranderingen willen aanbrengen.

 

De algemene menselijke natuur kent een aantal duidelijke verlangens en angsten. We hebben, honger en dorst, vermijden kou, pijn en andere onprettige gewaarwordingen. Allemaal verlangens en aversies die belangrijk zijn om te kunnen overleven. Ze hebben een natuurlijke en voornamelijk genetische oorsprong. We delen ze met de andere dieren en ze zijn nuttig voor het voortbestaan van de soort. Het zijn onze natuurlijke neigingen, onze instincten. Tot zover gaat alles goed. De problemen beginnen echter met de menselijke intelligentie. Door zijn creativiteit en technologische vooruitgang slaan de menselijke verlangens flink op hol. Ons natuurlijk verlangen naar vet en suikerrijk voedsel, maakt ons dik, onze natuurlijke angst voor roofdieren en afgronden ontspoort en leidt tot allerlei vervelende fobieën en angststoornissen. Ons groepsgevoel, essentieel voor de prehistorische jager-verzamelaar, wordt nu een bron van voetbalgeweld, populisme, nationalisme en oorlogen. Kortom de eens zo belangrijke en nuttige instincten keren zich tegen ons. Adverteerders en politici weten geraffineerd gebruik te maken van onze op hol geslagen verlangens en angsten. Als je de reclamemakers zou moeten geloven dan bestaat het menselijk welzijn uit niets anders dan materieel bezit, gemaksvoedsel, sexappeal en macht. Onze vroeger o zo nuttige natuurlijke neigingen veroorzaken nu heel wat moeilijkheden. Het ongebreideld najagen van uw instincten leidt niet alleen tot lichamelijke problemen. Het veroorzaakt ook veel onnodige psychische ellende en leidt tot tragische conflicten. Dit probleem bestond ook al in de relatief welvarende antieke tijd en de stoïcijnen probeerden er met hun filosofie een oplossing voor te vinden.

De stoïcijnen erkennen het belang van de menselijke instincten, maar boren een andere natuurlijke eigenschap van de mens aan om deze instincten binnen redelijke grenzen te houden: het menselijk denkvermogen, zijn ratio. De ratio maakt het voor mensen mogelijk om zijn meningen en oordelen op redenen en feiten te baseren. Met zijn ratio kan een mens zijn op drift geraakte instincten binnen de natuurlijke grenzen houden. Zodat ze niet langer zelfvernietigend zijn, maar weer hun oorspronkelijke bijdrage aan een gelukkig en gezond leven kunnen gaan leveren. Dit betekent niet dat u uw driften en verlangens met geweld moet gaan onderdrukken. Stoïcijnen zijn geen asceten en willen niet dat u verder leeft op een dieet van rauwe bonen, brood en water. Evenmin willen zij dat u uw seksuele activiteiten beperkt tot het voor de voortplanting uiterst noodzakelijke. Nee, ze willen u leren om uw instincten weer terug te dringen binnen de grenzen die voor een gezond en natuurlijk leven nodig zijn. Ze maken daar een begin mee door u aan te leren te accepteren wat er gebeurt.

Om natuurlijk te leven moet u dus leren uw wensen in overeenstemming met de natuur te brengen. Dat betekent dat u voortaan moet gaan willen wat er gebeurt. Dat lijkt op het eerste gezicht niet zo moeilijk, maar gaat bij nader inzien behoorlijk ver. De meeste mensen willen dat er gebeurt wat zij graag willen dat er gebeurt. Ze hebben een heel duidelijk beeld van hoe de wereld zich moet ontwikkelen. Als de wereld daar geen boodschap aan blijkt te hebben en de dingen niet lopen zoals gewenst, dan is de boot aan. We worden kwaad, gaan op zoek naar een zondeboek en slaan soms volledig op tilt. Allemaal negatieve emoties die een leerling stoïcijn moet proberen te vermijden.

Daar blijft het echter niet bij. Het is niet alleen zo dat u niet opstandig en boos of verdrietig moet worden als er dingen tegen zitten. Nee u moet zelfs willen dat die dingen ook echt gebeuren zoals ze gebeuren. Uw trein heeft vertraging, waardoor u een belangrijke afspraak mist. Het lijkt een heel normale reactie om dan te gaan mopperen en schelden op het spoorwegbedrijf. U wordt ongeduldig en misschien zelfs angstig. Hoe zal mijn baas reageren als ik deze belangrijke afspraak mis? Het zou al een hele vooruitgang zijn als u zich nu realiseert dat u hier niets aan kan doen en dat die negatieve emoties de situatie niet zullen veranderen. Uw woede, ergernis of angst zal de trein geen seconde eerder op het perron laten verschijnen en heeft niet de minste invloed op de reactie van uw baas. Het gaat om dingen waar u niets aan kunt veranderen, die volstrekt buiten uw invloed liggen. Het zou al prachtig zijn als u het zo voor elkaar kunt krijgen om die emoties niet te krijgen. De stoïcijnen gaan zelfs nog een stap verder en, hier wordt het extreem, ze willen dat u leert om ook echt te wensen dat de trein vertraging heeft. Een stoïcijn moet niet alleen accepteren wat er gebeurt, hij moet ook willen dat dat gebeurt. Ik weet het, waarde leerling, dat klinkt wel heel gek. Toch valt het wel mee en is het geen rare gedachte om niet alleen te accepteren dat de wereld is zoals hij is, maar zelfs te willen dat de natuurwetten zijn zoals ze zijn. Je kunt maar beter willen dat er gebeurt wat er gebeurt, dat is wel zo gemakkelijk, je kunt er toch niets aan veranderen. De stoïcijnse filosoof keizer Marcus Aurelius formuleert het in zijn dagboek als volgt:

“O, Universum, ik stem in met iedere toon van uw grote harmonie. Niets dat voor u op tijd is, komt voor mij te vroeg of te laat. O, Universum, alles wat uw seizoenen brengen, is mij van nut. Uit u komt alles voort, in u is alles aanwezig, tot u keert alles weer terug.” (Marcus Aurelius, Dagboeken Boek 3-24).

Het lijkt wel een gebed en dat was het voor onze stoïcijnse keizer misschien ook wel een beetje. U herinnert zich misschien nog wel dat het universum voor de stoïcijnen een levend en bewust wezen is. Een stoïcijn is dus niet iemand die met een uitgestreken gezicht, maar toch min of meer tandenknarsend accepteert wat er gebeurt. Nee hij wil dat er gebeurt wat er gebeurt. Op deze manier bestaat er dan ook een subtiel maar belangrijk verschil tussen een fatalist en een stoïcijn. Een stoïcijn is dus niet een wagenmenner die al zijn kracht moet gebruiken om de wilde paarden van zijn emoties in toom te houden. Hij gebruikt zijn rede om te zorgen dat die emoties helemaal niet ontstaan. Een stoïcijn weet dat zijn natuurlijke instincten uit de pas lopen met de uitdagingen en behoeften van de moderne tijd. Hij weet ook dat zijn natuurlijke denkvermogen hem de mogelijkheid biedt om het verstoorde evenwicht weer te herstellen. En hij herstelt dat evenwicht door ook echt te willen wat er gebeurd.

In dit deel van de cursus leren de leerlingen hun verlangens en angsten onder controle te krijgen. U gaat uw wilskracht trainen. Het gaat hier om de klassieke deugden van matigheid en moed. De matigheid om uw verlangens in toom te houden en alleen datgene te willen wat u ook echt kunt bereiken. En de moed om de werkelijkheid onder ogen te zien en te accepteren, of misschien zelfs wel te willen, wat u toch niet kunt veranderen. In het vervolg van deze cursus neem ik deze twee klassieke waarden of deugden samen en noem ze de zelfbeheersing.

De beginnende stoïcijnen moesten hun negatieve emoties, ontspoorde verlangens en angsten, dus onder de duim zien te krijgen. Ze moesten hun verlangens en wil beperken tot die dingen waar ze ook werkelijk controle over hadden. Met andere woorden: hun wil moest gericht worden op het worden van een virtuoos mens. Om dit voor elkaar te krijgen gaan we kijken naar de prettige en onplezierige emoties en zullen we ontdekken dat emoties voor stoïcijnen een oordeel zijn dat kan kloppen of fout kan zijn. Vervolgens worden een aantal methodes om de controle over onze emoties en gedachten terug te krijgen onderzocht.