vrijdag 22 februari 2019

GODS WATER OVER GODS AKKERS


Hoofdstuk 8 van het Handboekje van Epictetus
Je moet niet willen dat de dingen gebeuren zoals jij wilt dat ze gebeuren, maar je moet de dingen willen zoals ze gebeuren. Pas dan zal je gelukkig leven.

Epictetus spoort zijn leerlingen aan om een leven in harmonie met de natuur te leiden. Daarmee bedoelt hij niet dat ze een paar geitenwollen sokken moet kopen en een biodynamische moestuin moeten beginnen. Nee hij wil dat ze leren de natuurlijke gang van de gebeurtenissen te accepteren. De wereld gaat nu eenmaal zijn eigen gang en trekt zich daarbij niets aan van je persoonlijke wensen en verlangens. Je hebt een kleine en heel beperkte invloed op wat er gebeurt. Zelfs als je je uiterste best doet om de dingen naar je hand te zetten zijn er altijd omstandigheden buiten je om die roet in het eten kunnen gooien.

De wereld zit vol teleurstellingen, toevallige gebeurtenissen en mensen die er toe kunnen leiden dat de dingen niet gebeuren zoals je het liefst hebt dat ze gebeuren. Dat vormt voor de meeste mensen een welhaast onuitputtelijke bron van frustratie, woede en verdriet. Vervelende emoties die volgens Epictetus allemaal voorkomen hadden kunnen worden. Hij wil dat zijn leerlingen alles wat hen overkomt op de pijnbank van hun rationele vermogens leggen om grondig te onderzoeken wat er nu eigenlijk echt aan de hand is. Ze zullen daarbij al snel tot de ontdekking komen dat bijna alles wat hen overkomt niet te vermijden valt. Waarom zou je je druk maken over iets dat hoe dan ook moest gebeuren. Je kunt je best doen om de dingen naar je hand te zetten, maar als de wereld anders beschikt dan is dat geen reden om je druk te maken. Als je weet dat je je best hebt gedaan dan is er, ongeacht de uitkomst, reden tot tevredenheid. Je hebt tenslotte alles gedaan wat je in je macht hebt, alles waar je controle over hebt.

Epictetus roept zijn leerlingen dan ook op om hun uiterste best te doen om hun doelen te bereiken. Ze moeten zich daarbij echter vooral richten op de inspanningen die ze zelf verrichten en niet op het te bereiken doel. Hun hoop moet gevestigd zijn op hun vermogen om problemen op te lossen en niet op het eindresultaat. Net als bij de taoïsten gaat het de stoïcijnen dus om de weg en niet om de bestemming. Als er dan ondanks alle moeite toch nog iets mis gaat, wordt het tijd om na te denken over de volgende stap. Is het verstandig om nog een poging te wagen? Misschien met een andere iets slimmere aanpak. Of is het rationeel om maar helemaal af te zien van je plannen? Door te accepteren wat er gebeurt kun je jezelf heel wat ellende en frustraties besparen.

Epictetus gaat zelfs nog een stap verder. Hij wil niet alleen dat zijn leerlingen accepteren wat er gebeurt, hij wil dat ze ook echt willen wat er gebeurt. Dat is nog heel wat anders dan het fatalisme waar stoïcijnen vaak van worden beschuldigd. Het betekent absoluut niet dat je jezelf passief overgeeft aan wat er gebeurt. Je accepteert de feiten zoals ze zijn, maar je geeft niet op. De stoïcijnse acceptatie of ‘apatheia’ is niets anders dan het erkennen dat sommige dingen nu eenmaal buiten je controle liggen. Als er iets vervelends gebeurt dat buiten je controle ligt kun je dat maar beter gewoon accepteren. En als je jezelf daarbij ook nog eens kunt aanleren om te willen dat de realiteit gewoon is zoals die is, dan kun je gelukkig worden. Epictetus wist zelf natuurlijk ook wel dat willen dat er gebeurt wat er gebeurt, hoe vervelend ook, iets heel moeilijks is. Het vergt een heel andere levenshouding. Stoïcisme is dan ook meer dan alleen een theoretische oefening het is een levenspraktijk die een totale verandering van je persoonlijkheid vergt.


vrijdag 15 februari 2019

HET LEVEN ALS EEN ZEEREIS


Hoofdstuk 7 van het Handboekje van Epictetus
Tijdens een zeereis legt een schip soms ergens aan zodat je van boord kunt gaan om water in te nemen. Daarbij kun je ook wat schelpdieren en knollen oprapen, maar je moet niet te ver van het schip afdwalen en steeds in de gaten houden of de kapitein je niet roept. En als de kapitein je roept moet je meteen komen om te voorkomen dat je vastgebonden als een schaap aan boord wordt gegooid. In het leven is het net zo: het is prima als je in plaats van een schelp of een knol een vrouw en een kind krijgt; maar als de kapitein je roept moet je vrouw en kind achterlaten en zonder om te kijken meteen naar het schip terugkeren. Als je oud bent moet je in de buurt van het schip blijven, zodat je niet te laat komt als de kapitein je roept.

Nadat hij uit Rome verbannen was vestigde Epictetus zijn school in het Griekse Nicopolis. Zijn leerlingen bleven hem trouw en reisden hem massaal achterna. Omdat een groot deel van zijn leerlingen uit Rome afkomstig bleef, zullen zijn leerlingen een levendig beeld hebben gehad bij zijn vergelijking van het leven met een tussenstop tijdens een antieke zeereis. De korte tijd aan de wal staat symbool voor de korte duur van een mensenleven in vergelijking met de eeuwigheid voor je geboorte en de eeuwigheid na je dood. De kapitein moet de stoïcijnse god voorstellen, die bepaalt hoe lang je verblijf mag duren. Als je je verzet tegen zijn bevelen wordt je vastgebonden en als een schaap aan boord gegooid. Verzet heeft geen enkele zin je kunt het jezelf beter wat makkelijker maken en meewerken. Dan kun je ook beter genieten van de dingen die je tijdens je verblijf bij elkaar weet te scharrelen. Epictetus gebruikt, niet al te flatteus, weekdieren en knollen als symbool voor een vrouw en kinderen.

Hij wil zijn leerlingen hier wijzen op de tijdelijkheid van hun bestaan. Het heeft geen zin om je al te druk te maken over de dingen waar de meeste mensen zo fanatiek mee bezig zijn. Dingen als geld, roem en carrière zijn van ondergeschikt belang, het gaat om je karakter, om de manier waarop je in het leven staat. Dat maakt dat je uit het je gegeven leven ook echt kunt halen wat er in zit. Het is de stoïcijnse god die bepaalt hoe lang dat leven duurt en wat er zoal in dat leven gebeurt. De stoïcijnse god is trouwens iets heel anders dan onze man met een baard ergens in de wolken.

Bij het woord god hebben veel mensen een bepaalde associatie, die op de stoïcijnse god absoluut niet van toepassing is. De stoïcijnse god lijkt niet op een mens, zoals bij de traditionele Griekse goden. En ook lijkt de stoïcijnse god niet op de christelijke god. De christelijke god staat los van de wereld en oordeelt daarover. De stoïcijnse god bekommert zich niet om de dagelijkse beslommeringen van individuele mensen. De stoïcijnse god heeft de wereld niet geschapen en velt daarover geen oordeel: hij is die wereld. Religieuze stoïcijnen geloven in iets heel anders dan de traditionele monotheïstische man met een baard in de hemel. God is voor een stoïcijn niet meer en niet minder dan dat wat bestaat. De werkelijkheid, het universum, de kosmos, de natuur en de regelmatigheid waarmee alles lijkt te verlopen, kortom: gewoon alles wat er is.

De stoïcijnse god staat daarbij niet naast het universum als een soort richtingaanwijzer. De stoïcijnse godheid is dan ook door en door materieel. Hij is geen transcendente ziel of geest, maar iets werkelijks. Epictetus zag god niet als iets dat buiten het universum stond. Sterker nog hij leerde zelfs dat ook de mens zelf een deel van god was. Door zijn rationaliteit en zelfbewustzijn is de mens als onderdeel van het universum eigenlijk ook zelf een klein stukje van het goddelijke bewustzijn. In zekere zin was de reiziger van Epictetus dus zelf ook de kapitein.

donderdag 14 februari 2019

STOÏCIJNSE VALENTIJN


De Griekse stoïcijnen hebben heel wat boeken over liefde en seksualiteit geschreven. Veel is er niet van over. Van de meeste boeken kennen we alleen nog de titels. Het was voor de stoïcijnen in elk geval een belangrijk onderwerp, waar ze veel aandacht aan schonken. In de Romeinse tijd schrijft de stoïcijnse filosoof en leraar van keizer Augustus, Arius Didymus dat de wijze niet alleen verstandig, intelligent en vriendelijk, maar ook een bekwaam minnaar is. Volgens Arius is de wijze dus goed in bed. Hij waarschuwt er wel voor dat de seksuele liefde niet tot een obsessie mag uitgroeien, een seksuele relatie moet op wederzijds respect gebaseerd zijn. Seks en liefde behoren tot de onbelangrijke, maar wel te verkiezen zaken. Het is natuurlijk om er naar te streven, maar voor een virtuoos leven is het niet persé noodzakelijk. Epictetus waarschuwt zijn jonge en amoureuze leerlingen om voorzichtig te zijn. Seks is natuurlijk maar kan makkelijk uit de hand lopen:

“Wees voorzichtig met seks voor het huwelijk. Zorg er voor dat je eventuele seks legaal en met wederzijdse instemming is. Veroordeel anderen niet om hun seksuele activiteiten en poch niet over je zelf.” (Epictetus; Handboekje hoofdstuk 33)

Net als alle andere natuurlijke en te verkiezen dingen moet er rationeel met seksualiteit en verliefdheid worden omgegaan. Verliefdheid en seksuele begeerte kunnen riskant zijn, het kan tot bezitterigheid en jaloezie leiden. Twee emoties die tot de absoluut te vermeiden passies worden gerekend. Als het object van uw begeerte en liefde de voorkeur geeft aan een ander mag dat, hoe moeilijk ook, niet tot afgunst leiden. Voor een stoïcijn is ieder mens volkomen vrij in zijn keuzes en niemand kan op wat voor manier dan ook aanspraak maken op een ander.

Musonius Rufus wijst er op dat een relatie meer dan alleen seksueel behoort te zijn. Het moet een gemeenschap van mensen zijn die elkaar versterken en elkaar helpen om hun virtuositeit te ontplooien. Maar intimiteit hoort daar zeker ook bij, het maakt de vriendschap en wederzijdse steun alleen maar sterker. Ik heb het hier trouwens expres over een gemeenschap en niet over een echtpaar of een stel. Homofiele relaties waren, zeker voor de Griekse stoïcijnen, geen enkel probleem en ook wat tegenwoordig polyamorie wordt genoemd werd niet afgewezen. Integendeel van de stichter van de stoïcijnse school Zeno is bekend dat hij in zijn boek ‘De Republiek’ een utopische staat heeft beschreven waar het bestaan van meerdere liefdesrelaties naast en door elkaar de regel was.

Een stoïcijn hoeft zich dus niet alleen geestelijk tot iemand aangetrokken te voelen, lichamelijke aantrekkingskracht wordt als natuurlijk en volstrekt acceptabel aangemerkt. Seksuele liefdesrelaties konden zelfs helpen bij het leiden van een gelukkiger en virtuozer leven. In de utopische staat van Zeno zouden alle tempels gesloopt worden, allen voor de god van de liefde, Eros zou nog plaats zijn.



zondag 10 februari 2019

Chapter 6 of the Manual of Epictetus


Do not take pride in a good feature that is not really yours. It is still bearable if a horse would say of itself: 'I am beautiful'. But when you say proudly, "I have a beautiful horse," then realize that you are boasting about something that belongs not to you but to your horse. What then belongs to you? Your character. Whenever you live in accordance with nature, you can be proud of yourself. Then you are proud of a quality that really belongs to you.

Today, Epictetus would probably have taken a car as an example. Just as our holy cow is used as a status symbol, a beautiful horse was seen as a sign of prosperity in Antiquity. Epictetus warns his students not to make the mistake that the possession of beautiful and expensive stuff means that you are also a good and happy person. The value judgment that someone with many possessions is also better than someone who is less wealthy is simply nonsense.

Stoics try to stimulate positive feelings and avoid negative emotions as much as possible. Being proud of the stuff you own seems innocent, but that's not true. It can be a source of disturbing feelings of envy. Your neighbour can become jealous of your beautiful car and start treating you differently out of jealousy. Even worse, you run the risk of becoming envious yourself if your neighbour, in response to your purchase, acquires an even better and bigger car. Jealousy is an unpleasant emotion and Epictetus wants to protect his students as much as possible from such unnecessary feelings. If you want to live a happy life, it is a risky business to be proud of your possessions.

According to Epictetus, pride is not a bad quality under all circumstances. As long as you make a good distinction between the qualities that really belong to you and the qualities that belong to something or someone else. You can be proud of something that really belongs to you. Being proud of the beauty of your car is actually a bit ridiculous. The only thing that car say's about you as a person is that you have enough money in your bank account to make an expensive purchase. It is something external, something that is strange to you as a person and that you have no control over. What really matters is your inner beauty, the things that you have control over. It concerns your character, what you do, your way of life and not your possessions. Your character is the only thing that truly and completely belongs to you. According to Epictetus, you can only be proud if you succeed in leading a good and happy life.

vrijdag 8 februari 2019

DE TROTS VAN EEN STOÏCIJN


Hoofdstuk 6 van het Handboekje van Epictetus
Poch niet met een goede eigenschap die niet echt van jou is. Het is nog te verdragen als een paard van zich zelf zou zeggen: ‘Ik ben mooi’. Maar als jij zegt: ‘Ik heb een mooi paard’, besef dan dat je trots bent op een eigenschap die niet van jou is maar van je paard. Wat is dan wel van jou? Je karakter. Als je een leven in overeenstemming met de natuur leidt mag je trots op jezelf zijn. Dan ben je namelijk trots op een eigenschap die echt van jou is.

Tegenwoordig zou Epictetus waarschijnlijk een auto als voorbeeld hebben genomen. Zoals nu onze heilige koe als statussymbool wordt gebruikt werd in de Oudheid een mooi paard als teken van welvaart gezien. Epictetus waarschuwt zijn leerlingen er voor om niet de vergissing te maken dat het bezit van mooie en dure spullen betekent dat je ook een goed en gelukkig mens bent. Het waardeoordeel dat iemand met veel bezittingen ook beter is dan iemand die minder rijk is, is gewoon onzin.

Stoïcijnen proberen positieve gevoelens te stimuleren en negatieve emoties zo veel mogelijk te vermijden. Trots zijn op de spullen die je bezit lijkt in eerste instantie vrij onschuldig, maar is dat helemaal niet. Het kan een bron zijn van storende gevoelens van afgunst. Je buurman kan jaloers worden op jouw mooie auto en je gedreven door jaloezie anders gaan behandelen. Dat is nog tot daar aan toe, maar je loopt het risico om ook zelf afgunstig te worden als je buurman, in reactie op jouw aankoop, een nog mooier en groter koekblik aanschaft. Jaloezie is een onprettige emotie en Epictetus wil zijn studenten zoveel mogelijk behoeden voor dergelijke onnodige gevoelens. Als je een gelukkig leven wilt leiden is het dus een behoorlijk riskante onderneming om trots te zijn op je bezittingen.

Volgens Epictetus is trots niet onder alle omstandigheden een slechte eigenschap. Zolang je maar een goed onderscheid maakt tussen de eigenschappen die echt van jou zijn en de eigenschappen die aan iets of iemand anders toebehoren. Je mag best trots zijn op iets wat echt van jou is. Trots zijn op de schoonheid van je auto is eigenlijk een beetje belachelijk. Wat zegt dat stuk blik meer over jou als persoon dan dat je voldoende geld op je bankrekening hebt staan om een dure aankoop te doen. Het is iets externs, iets dat vreemd aan je is en waar je geen controle over hebt. Waar het echt om draait is je innerlijke schoonheid, de dingen waar je wel controle over hebt. Het gaat om je karakter, om wat je doet, om je manier van leven en niet om je bezittingen. Je karakter is het enige wat echt en volledig aan je toebehoort. Van Epictetus mag je er daarom best trots op zijn als je er in slaagt een goed en gelukkig leven te leiden.

maandag 4 februari 2019

Chapter 5 of the Manual of Epictetus



It’s not circumstances that annoy you, but your judgements about those circumstances. For example, death is not as scary as we think, because then Socrates would also have been afraid of death. No, it is your own opinion that death is scary that makes death frightening. Whenever we have setbacks, are stressed or grieve, we should not blame someone else, but we should review our own opinions.
Those who know nothing about philosophy blame others for their failures. Someone who has had a bit of training blames himself. And those who have completed their education blame neither others nor themselves.

Epictetus says here that it is not the events themselves that make us feel bad, but our judgments about those events. It may seem our emotions are inextricably linked to what happens to us, but according to Epictetus that is not the case. Unconsciously we stick an emotional judgment to everything that happens to us. We receive a compliment and immediately feel more comfortable. We are reproached and suddenly feel rotten. We cannot change anything about the event itself, we have no control over it, but we can certainly influence our opinion about that event. Epictetus tells his students time and again that they have to distinguish between what happens and what they believe. He emphasizes to them that following this principle helps to prevent them from being dragged along by unnecessarily disturbing emotions and thoughts.

Again, the students are expected to look closely at reality. Is that what happens to you really as terrible as you believe? How would someone else react to the same events? Is your judgment correct that this mouse is incredibly scary? Or should you adjust your opinion? Epictetus loves extreme examples and therefore does not mention a little mouse, but gives the example of death. The Stoic hero Socrates was sentenced to death by poison but was absolutely not afraid to die. He did not regard death as something bad. About his prosecutors he said: 'Anytus and Meletus can kill me, but they cannot hurt me'. If someone as wise as Socrates does not find death frightening, then we too, according to Epictetus, should not be afraid of death.

Finally, Epictetus points out that we also have a tendency to hold others responsible for our feelings. We like the persons who make compliments and dislike those who make reproaches. They make us feel good or just rotten. According to Epictetus, this really does not make sense. We are the ones who determine how we feel. It is our own choices, our own assessment of the event that determine how we feel. It is stupid and absolutely not stoic to blame someone else for your feelings. It does not stop there because in the end you are not really wise until you realize that neither the other nor you are responsible for what is happening in the world. You cannot change these events, but you do have complete control over what you want to think and therefore about your opinions. That means that you can not only think what you want, but that you can also feel what you want.


vrijdag 1 februari 2019

JE VOELT WAT JE DENKT


Hoofdstuk 5 van het Handboekje van Epictetus
Je voelt je niet vervelend door wat er gebeurt, maar door wat je vindt van wat er gebeurt is. De dood is bijvoorbeeld helemaal niet zo eng als we denken, want dan zou Socrates ook bang voor de dood zijn geweest. Nee het is je mening dat de dood eng is die de dood angstaanjagend maakt. Wanneer we tegenslag hebben, gestrest zijn of verdriet hebben dan moeten we niet iemand anders daar de schuld van geven, maar moeten we onze eigen meningen tegen het licht houden.
Wie helemaal niets van filosofie weet geeft anderen de schuld van zijn tegenslagen. Wie een beetje scholing heeft gehad geeft zich zelf de schuld. En wie zijn opleiding heeft voltooid geeft noch een ander, noch zichzelf de schuld.

Epictetus zegt hier dat het niet de gebeurtenissen zelf zijn die maken dat we ons rot voelen, maar ons oordeel over die gebeurtenissen. Het lijkt misschien wel alsof onze emoties onlosmakelijk verbonden zijn met wat ons overkomt, maar dat is volgens Epictetus niet zo. Onbewust plakken we een emotioneel oordeel op alles wat er met ons gebeurt. We krijgen een complimentje en voelen ons meteen een beetje prettiger. We krijgen een standje en voelen ons opeens rot. Aan de gebeurtenis zelf kunnen we niets veranderen, daar hebben we geen controle over, maar onze mening over die gebeurtenis kunnen we weldegelijk beïnvloeden. Epictetus vertelt zijn leerlingen steeds maar weer dat ze onderscheid moeten maken tussen wat er gebeurt en wat ze van die gebeurtenis vinden. Hij drukt ze op het hart dat het navolgen van dit principe helpt om te voorkomen dat ze worden meegesleurd door onnodig verontrustende emoties en gedachten.

Opnieuw wordt er van de leerlingen verwacht dat ze goed naar de werkelijkheid kijken. Is datgene wat je overkomt werkelijk zo verschrikkelijk als je denkt? Hoe zou iemand anders die hetzelfde overkomt erop reageren? Klopt je oordeel dat dat muisje ontzettend eng is wel? Of zou je je mening niet beter kunnen bijstellen. Epictetus is gek op extreme voorbeelden en komt hier dan ook niet met een muis, maar meteen met de dood op de proppen. De stoïcijnse held Socrates werd tot de gifbeker veroordeeld en was absoluut niet bang om te sterven. Hij beschouwde de dood niet als iets slechts. Over zijn aanklagers zei hij: ‘Anytus en Meletus kunnen me doden, maar ze kunnen me geen kwaad doen’. Als iemand zo wijs als Socrates de dood niet angstaanjagend vindt dan zouden ook wij, volgens Epictetus, niet bang voor de dood hoeven te zijn.

Tot slot wijst Epictetus er op dat we ook nog eens de neiging hebben om anderen verantwoordelijk te houden voor hoe we ons voelen. De complimenteuze persoon van hierboven vinden we aardig en de standjesgever is een klootzak. Zij hebben er voor gezorgd dat we ons goed of juist rottig voelen. Volgens Epictetus slaat dit echt nergens op. We zijn het zelf die bepalen hoe we ons voelen. Het is onze eigen keuzes, onze eigen beoordeling van de gebeurtenis die bepalen hoe we ons voelen. Het is dom en absoluut niet stoïcijns om een ander daar de schuld van te geven. Daar blijft het niet bij want uiteindelijk ben je pas echt wijs op het moment dat je beseft dat noch die ander, noch jijzelf verantwoordelijk bent voor wat er in de wereld gebeurt. Aan die gebeurtenissen kun je niets doen, maar je hebt wel de volledige controle over wat je wilt denken en dus ook over je meningen. Dat betekent dat je niet alleen kunt denken wat je wilt, maar dat je ook kunt voelen wat je wilt.