dinsdag 29 november 2016

Hoe bepaalt een stoïcijn zijn mening over maatschappelijke en politieke problemen?

Als stoïcijn hoeft u niet een bepaalde religie of politieke stroming aan te hangen. U kunt Boeddhist, Christen of atheïst zijn, conservatief of progressief zonder dat dat u verhindert om er naar te streven een virtuoos leven te leiden. Toch zal het stoïcisme invloed hebben op de keuzes die u maakt. Stoïcisme valt slecht te verenigen met al te fundamentalistische en absolute standpunten. Het zijn van stoïcijn betekent dat u maatschappelijke en politieke problemen op een rationele en realistische manier bekijkt. Ook betekent het dat u zich welwillend en vriendelijk opstelt tegenover uw medemens. Denk daarbij aan de hier eerder beschreven cirkels van Hierocles.

Neem bijvoorbeeld de klimaatsverandering. Als de opwarming van de Aarde reëel is, betekent dit voor een stoïcijn dat er zwaarwegende morele redenen zijn om daar actie tegen te ondernemen. De drie topoi spelen een belangrijke rol bij de manier waarop een stoïcijn met dergelijke maatschappelijke problemen omgaat. Om te beginnen de met de topos van het juiste verlangen verbonden fysica. Probeer een goed beeld te krijgen van de beschikbare kennis over het probleem. In ons voorbeeld gaat het dan om de vraag of er inderdaad door menselijk handelen een opwarming van de planeet plaatsvindt. De gemiddelde stoïcijn is geen klimaatdeskundige en zal een eigen onderzoekje moeten doen naar wat er zoal over bekend is. Omdat hij geen deskundige is zal hij zich daarbij noodgedwongen op de expertise van anderen moeten baseren.

Maar hoe bepaalt u of iemand werkelijk deskundig is? Het internet staat vol met desinformatie en zelfbenoemde deskundigen. Het is voor een leek niet bepaald makkelijk om het kaf van het koren te scheiden. Hier een paar tips die u daarbij kunnen helpen:

1.      Wie is de deskundige en waarin is hij deskundig? Is hij wel deskundig op het gebied waarop zijn stellingen betrekking hebben? Wat voor belangen vertegenwoordigt hij? Een econoom in dienst van de olie-industrie is bijvoorbeeld niet de meest geëigende persoon om iets over de klimaatsverandering te zeggen.
2.      Onderbouwt de deskundige zijn stellingen? Kloppen zijn redeneringen? Verwijst hij naar onderzoeksresultaten? Een stelling moet in elk geval logisch goed onderbouwd zijn.
3.      Zijn andere deskundigen het met zijn stellingen eens? Als er een zekere consensus onder deskundigen bestaat is de kans groot dat het in elk geval aannemelijk is dat de stelling van een deskundige klopt.

Als u zich er van overtuigd hebt dat uw deskundigen betrouwbaar zijn, wordt het tijd om te bepalen of u het probleem goed begrepen hebt. Kijk daarbij of u de concepten en problemen van de klimaatsverandering in gedachten of in werkelijkheid aan iemand anders kunt uitleggen. Als u dat lukt hebt u zich zelf een aardig beeld van het probleem eigen gemaakt.

Vervolgens komt de aan de topos van het juiste oordeel verbonden logica aan bod. Het is nu tijd om op basis van de door u verzamelde feiten tot een eigen mening over het probleem te komen. We hebben al gekeken naar de onderbouwing van de stellingen van de deskundige, maar hoe staat het met onze eigen redeneringen? Wees kritisch en onderzoek of uw meningen logisch kloppend zijn. Als we van ons zelf weten dat we nogal hangen aan bepaalde standpunten moeten we extra voorzichtig worden. Misschien bent u politiek progressief en lid van een groene partij en heeft u daarom, om bij ons voorbeeld te blijven, een uitgesproken mening over klimaatverandering. Een rede te meer om extra kritisch te zijn op uw eigen redeneringen. Klopt de logica van uw redeneringen en zijn ze echt op de ‘feiten’ gebaseerd? Probeer te achterhalen wat een echte of imaginaire tegenstander tegen uw standpunten in zou kunnen brengen. Wat kunt u daar tegen in brengen? Of zit er misschien toch meer waarheid in het standpunt van uw tegenstander dan u aanvankelijk dacht? Een stoïcijn probeert altijd zo realistisch en rationeel mogelijk te blijven. Dit kan betekenen dat oude standpunten en overtuigingen moeten worden bijgesteld. Ook als de conclusie waar hij op uit komt niet prettig is en niet past binnen zijn traditionele wereldbeeld.

Bent u er uiteindelijk van overtuigd dat uw feiten en logica in orde zijn. Dan wordt het tijd voor de aan de topos van het juiste handelen verbonden ethiek. Wat zijn de consequenties van uw conclusies. Denk aan de cirkels van Hierocles en de welwillende houding die een stoïcijn tegenover zijn medemens hoort in te nemen en bedenk wat uw conclusie voor uw leven betekent. Heeft uw nieuwe mening bepaalde gevolgen voor uw handelen? Wat zou rationeel zijn om onder deze omstandigheden te doen? Zijn er dingen die u anders moet gaan doen?

Wees tenslotte niet te dogmatisch en star. De wereld is dynamisch, er worden constant nieuwe ontdekkingen gedaan en nieuwe inzichten opgedaan. Ook kunt u zich vergist hebben. Achteraf kan blijken dat de ‘feiten’ toch anders zijn dan aanvankelijk aannemelijk leek. Of dat uw redeneringen toch niet zo logisch zijn als u dacht.

donderdag 17 november 2016

ETEN ALS EEN STOÏCIJN: LINZENSOEP VAN ZENO


Zeno is de stichter van de stoïcijnse school. Om hem van zijn oudere naamgenoot Zeno van Elea te onderscheiden wordt hij ook wel ‘Zeno van Citium’ genoemd. Zeno leefde ongeveer 300 jaar voor Christus. Hij wordt omschreven als een lange, dunne, getinte en sobere man. Hij was lichamelijk niet sterk, en schijnt nors, teruggetrokken, kort van stof, en gierig te zijn geweest. Desondanks werd hij in Athene alom gewaardeerd als een buitengewoon respectabel burger, en een wijs man. Zeno was zo’n saai soort persoon waar nooit niets op aan te merken viel. Hebberigheid en arrogantie waren hem volkomen vreemd. Athene was niet zijn geboortestad. Hij was zoals zijn bijnaam al doet vermoeden geboren in Citium, een stad op Cyprus die destijds onder de heerschappij van Athene viel, maar overwegend door Feniciërs werd bewoond. Daar werd hij in dienst van zijn vader koopman, en begon te varen. Door een schipbreuk belandde hij in Athene, waar hij zo onder de indruk van de verhalen over Socrates raakte dat hij besloot een leraar te zoeken en zijn verdere leven te wijden aan de filosofie.

Omdat hij meende dat de cynici Socrates’ ware erfgenamen waren ging hij in de leer bij de cynicus Crates. De cynici waren de ‘dropouts’ van de oudheid, ze wezen alle conventies en wetten af en leefden als bedelaars op straat. Een cynicus moest schaamteloos zijn en zich niets aantrekken van de zeden en gewoontes van de mensen om hem heen. Crates trainde zijn leerlingen in die schaamteloosheid door ze allerlei rare dingen in het openbaar te laten uitvoeren. Zo kreeg Zeno van zijn leraar de opdracht om met een amfora linzensoep over de markt te gaan rondsjouwen. Zeno voelde zich daarbij echter duidelijk opgelaten. Crates lachte hem uit. Een echte Cynicus kent geen schaamte. Hij sloeg de pot kapot, waardoor Zeno besmeurd werd met het voedsel. Maar in plaats van de les te begrijpen en om het voorval te lachen, nam Zeno met het schaamrood op de kaken de benen, terwijl de linzen langs zijn kuiten stroomden.

Het door Zeno ontwikkelde stoïcisme is sterk beïnvloed door de cynici, maar verschilde met de cynici door het serieuze en minder provocatieve, meer conformistische karakter. Het bleef een extreme filosofie, maar Zeno hield er niet van de aandacht te trekken, en ook hield hij er niet van zich te omgeven met veel mensen. Ondanks hun radicale en afwijkende gedachten wilde Zeno zich niet helemaal buiten de maatschappij plaatsen. Een stoïcijn denkt anders en gedraagt zich anders dan de meeste mensen, maar blijft daarbij wel zoveel mogelijk binnen de grenzen van de heersende zeden en gewoonten van zijn omgeving. Hij wil zeker niet provoceren.

Zoals we zagen had Zeno slechte ervaringen met linzensoep, toch bleef het één van zijn favoriete gerechten. Het was goedkoop, makkelijk te bereiden, lekker en gezond. Volgens Zeno en veel van zijn opvolgers daarom een ideaal gerecht voor een stoïcijn. Uit de Oudheid is slechts één kookboek overgeleverd in dat kookboek geschreven door een zekere Apicius wordt een recept voor linzensoep van Zeno gegeven. Ik zal u dat recept niet onthouden, misschien dat u het zelf een keer wil uitproberen om te eten als een stoïcijn.

Ingrediënten voor vier personen:
Twee kopjes linzen (groen, rood of een combinatie). Bouillon. Twee preien. Koriander en zout naar smaak. ½ theelepel honing. Scheutje olijfolie. Scheutje garium, oestersaus of ketjap. Zetmeel. Eventueel groenterestjes naar keuze.

Breng de linzen aan de kook in de bouillon. Zodra de linzen beginnen te schuimen kunnen de andere ingrediënten worden toegevoegd. Laat het geheel circa twintig minuten koken, bindt met het zetmeel en klaar is uw stoïcijnse linzensoep. Het werd met brood gegeten. Eet smakelijk.